proffenprofiel: Luc Duerloo

over shaken en tijdreizen
14/10/2015

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij mening student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Prof. Luc Duerloo, hoogleraar aan het departement Geschiedenis, wordt deze maand bestookt met vragen.

Wat mist u het meest aan student zijn?

Als ik eerlijk mag zijn, mis ik mijn studententijd niet. Het waren mooie jaren die ondertussen ver weg lijken. Maar iets missen, nee. Het kan misschien vreemd klinken voor een historicus, maar een mens moet wel in het nu leven.

 

Wat is nu het allerleukste aan prof zijn?

Dat is een moeilijke, omdat er zoveel verschillende aspecten aan de job zijn. Ik kan geweldig genieten van een college dat helemaal volgens plan verloopt. Het geeft veel voldoening als je ziet hoe jonge mensen in je vak openbloeien. Iets helemaal nieuws ontdekken in de archieven is voor mij een haast fysieke sensatie. En reizen natuurlijk. Plekken bezoeken die je een historische sensatie geven of een lezing geven in een stad waar je voordien nog nooit geweest bent. Als je zoals ik over vorsten en elites werkt, kom je wel eens op plaatsen waar je normaal niet binnenraakt. Zo sprak ik ooit in St. James’s Palace, Hampton Court en ook in het jachtslot van Stupinigi nabij Turijn. In Genua nodigde de markies Doria, een verre verwant van de beroemde admiraal van Karel V, de sprekers uit op het diner in zijn palazzo op de Strada Nuova. Je wordt er geen beter of slechter mens van, maar het blijft je wel bij.

 

Wat is het raarste dat u ooit zag in een aula?

Het is pas als je de eerste keer vooraan staat dat je beseft dat je in een aula werkelijk alles kan zien wat er gebeurt. Vandaag zie je vooral studenten die naar het scherm van hun laptop staren en plots beginnen grinniken. Daar hoef ik verder geen tekening bij te maken. In het verleden ging het er wat inventiever aan toe. Ik heb een meisje het haar van haar vriendje zien kammen. Ik heb een kerel met veel smaak zijn neus zien leegeten. Ik herinner het me omdat ik die keren een opmerking heb gemaakt. Op mijn vorige werkplek kwamen er eens tijdens een college dat om 8.30u van start ging, twee ladderzatte studenten binnen gewaggeld. Ze hadden hun linten nog aan en hadden duidelijk hun bed niet gezien. Toen ik ze vroeg om te vertrekken, zei één van de twee met dubbele tong: “Maar ze zeggen dat u zo plezant lesgeeft.” Ik heb bedankt voor het compliment, maar hen toch maar naar bed gestuurd.

 

Stel: het beroep historicus wordt van de ene op de andere dag afgeschaft. Wat gaat u doen om geld in het laatje te brengen?

Een catastrofe natuurlijk, maar misschien niet zo ondenkbaar als het lijkt. In Japan heeft zowat de helft van alle staatsuniversiteiten te kennen gegeven dat ze hun afdelingen in de humanities willen sluiten. In Vlaanderen duwt het financieringssysteem voor de universiteiten de menswetenschappen almaar meer in het verdomhoekje. Het zou er wat van afhangen op welk punt in mijn leven dit schrikbeeld werkelijkheid zou worden. Als het voor of tijdens mijn studententijd was gebeurd, dan was ik allicht toch architect geworden. Ik heb namelijk lang getwijfeld of mijn roeping niet daar lag. Maar ik vermoed dat je bedoelt wat ik zou doen als het me vandaag overkwam. In dat geval zou ik misschien wel in de reiswereld belanden. Een mens kan niet teveel reizen in zijn leven en ik betrap me er regelmatig op dat ik in mijn colleges de studenten allerhande reisbestemmingen aanprijs. Als de cursussen bedrijfsbeheer die ik ooit nog heb gevolgd de inspanning waard waren, verover ik misschien wel een eigen, sterk historische, niche in de markt van city trips. En wanneer het echt niet wil lukken, heb ik nog ergens een getuigschrift van het derde jaar glazenierskunst liggen.

 

Zware dag op het werk, wat doet u om te ontspannen/tot rust te komen?

Van een cocktail genieten, daarover is er geen discussie. Mijn jongste zoon heeft ons een tijdje terug een shaker cadeau gedaan en sindsdien zijn we niet meer gestopt met shaken. Eens je de wereld van de cocktails begint te verkennen, ben je snel uitgekeken op een gin-tonic.

Mijn voorkeur gaat uit naar de klassiekers. Een Negroni vind ik de top (drie gelijke delen: gin, campari en rode martini, roeren in een Old Fashioned-glas met flink wat ijs en een schijfje sinaasappel om het af te maken). Maar ook een Old Fashioned, een Perfect Manhattan of een Delmonico kikkert me op na een lange dag. Laatst las ik over een cocktailbar waar je niet zelf mag bestellen. De ober slaat een praatje met je en beslist dan aan welke cocktail je op dat moment toe bent. Om op de vorige vraag terug te komen, dat zie ik me desnoods ook nog wel doen.

 

Een avondje geen zin om te koken, waar gaat u heen?

Gewoonlijk kook ik thuis. Ik vind het een ontspannende activiteit en je kan meteen van het resultaat genieten. Maar het overkomt mijn man en ik ook wel dat we geen zin hebben om achter de potten te staan. Op zulke momenten kiezen we vaak voor take out. Het is een gewoonte die we aan onze tijd in de VS hebben overgehouden. Daar bieden de meeste restaurants die dienst aan en omdat je in de regio rond New York zowat elke denkbare keuken aantreft, kan je een culinaire reis maken zonder uit je appartement te komen.

 

Ondertussen hebben we een drietal vaste leveranciers in de buurt. Op de Vlaamse Kaai is er een Japans restaurant dat de kritische toets van mijn Japanse neef en nicht heeft doorstaan. De chiraichi en sashimi zijn er steevast van de bovenste plank. De Thai wat verderop laat meteen nadat hij ons aan de telefoon herkent, weten of er die dag ribbetjes zijn. Niet echt mijn ding, maar mijn man bestelt ze steevast. En dan is er nog een steengoede pizzeria in onze straat.

 

Eindelijk! Een werkende tijdmachine! Waar reist u heen?

Enkele reis of een retourtje? Met een enkele reis zou ik liefst in de tweede helft van de achttiende eeuw belanden. Dat lijkt me cultureel een razend boeiende tijd. En ik mag een pruik dragen zonder me grenzeloos belachelijk te maken. Als ik zeker ben dat ik ook terug kan komen, zou ik natuurlijk wel een paar dagen in het begin van de zeventiende eeuw aan het hof van Albrecht en Isabella in Brussel willen vertoeven. Daar werk ik nu al meer dan een decennium over en dat kruipt wel in je kleren. Zo vraag ik me al lang af hoe oncomfortabel de kleren uit die tijd wel niet waren. Daar loopt trouwens nog een weddenschap over. Maar laat ons eerlijk zijn, hoe meer je over het verleden weet, hoe minder zin je krijgt om er ooit naartoe te reizen.

 

Wat is de mooiste, ontroerendste film die u ooit gezien hebt?

Ik beken, ik heb een klein hartje. Zelfs na de zoveelste keer pink ik een traan weg als Julia Roberts haar aanzoek doet in Notting Hill. Als het over écht ontroerend gaat twijfel ik tussen Upside Down, een film waarin liefde en ambitie sociale ongelijkheid overwinnen, en Gattaca, een iets oudere film waarin een man die genetisch onvolmaakt wordt geacht er toch in slaagt om zijn levensdroom te realiseren.

 

U mag één wens doen, die is?​

Wereldvrede, zeker. Mag ik nu naar de volgende ronde van Miss World? Nee, serieus nu. Ik zou het geweldig vinden als Vlamingen wat meer lef hadden, hun angst om boven het maaiveld uit te steken van zich af zouden schudden en zouden leren om wat meer out of the box te denken.

 

Hartelijk bedankt!