pottenkijkers

17/01/2019
🖋: 

Haal je ‘fat pants’ uit de kast en dij uit met dwars in deze online vreet- en zuiprubriek voor mensen die het nét even anders doen. Mensen die houden van empirisch experimenteren, eetbaar exploreren en extravagant exposeren met een beperkt budget doch calorierijkefantasie.

Tijdens de examens hebben we comfort nodig. In de vorm van een fleecedeken en een flauwe serie in de avond, of juist comfort op z’n Engels: troost. Dit kan een dikke knuffel zijn van je lief of je gefriendzonede vriend(in). Persoonlijk verkies ik een dik stuk parmezaan, of drie repen Côte d’Or. Ze knuffelen mijn binnenste. Voor een nog grotere liefkozing kruip ik de keuken in en verwen ik mezelf door een maaltijd in elkaar te knutselen. Geen zesgangenmenu – ook al heb ik daar wel behoefte aan – de tijd beperkt mij tot het in elkaar flansen van niets minder dan comfortfood. Vanavond: quiche!

 

ingrediënten

voor 3 à 4 personen:

 

 
 
  • 6 eieren
  • 100 ml room
  • 1 bladerdeegbodem
  • 250 g feta (of goedkopere saladekaasvariant)
  • 100 g kerstomaatjes
  • 250 g verse spinazie
  • 2 teentjes knoflook
  • 1 rode ui
  • 250 g champignons
  • 1 handvol pijnboompitten

bereiding

Begin met de oven aan te zetten op 190 graden. Vergeet je handen niet te wassen, om de dunne laag ongedefinieerde materie onder je nagels van aan je gat te krabben de ganse dag, te verwijderen.

 

Spinazie is smakelijk en belooft gigaspierballen, maar je hebt bij het klaarmaken ietwat geduld nodig omdat het groene goud goed moet slinken. Begin met het in een flink hete pan te gooien, kruid steeds bij met peper en zout. Als je over de helft heen bent van je hoeveelheid, begin je met het toevoegen van de geperste knoflook. Helemaal op het eind rooster je in een minuutje de pijnboompitten goudbruin. In een tweede pan die nog heter mag, mogen de dungesneden champignons goudbruin kleuren en het rode versnipperde uitje bak je mee.

 

Klop de eieren los samen met de room, peper en zout. Giet dit mengsel over in een met bladerdeegbodem bedekte ovenschaal en voeg de overige ingrediënten toe. Dit wil dus zeggen: spinazie, champignons, kerstomaten en feta!

 

In het midden van je oven mag deze compositie een halfuurtje stollen tot een prachtig paradepaardje van jouw eigen makelij. Tijdens deze dertig minuten kun je nog vlug je laatste hoofdstuk herhalen, een powernapke doen, of een poosje verder krabbelen aan je derrière. Bon appetit.

 


de dwarsdoorsnede

09/01/2019
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer doen we een ietwat ongewoon onderwerp aan: een Engels grammaticaboek. Maar niet zomaar een, English Grammar through Dutch Eyes van de onderzoekers Foster, Lemmen, Smakman, Dorst en Dol brengt Engelse grammatica aan de man via een alternatieve aanpak. Het boek focust op de verschillen tussen het Nederlands en het Engels. Dit zou een garantie moeten zijn om vlot het Engels te leren beheersen, oftewel het te ‘masteren’.

Wat de auteurs drijft is hun “enthusiasm for how language works or doesn’t work, and why”. Ik kan er niet aan doen, dat intrigeert me dan toch een beetje. Enthousiasme over grammatica proberen overbrengen, je moet het maar doen. Dat het boek zichzelf niet al te serieus neemt, wordt al snel duidelijk. Het begint namelijk met de vaststelling dat je als lezer geen bijzonder spannende of fantastisch leuke leeservaring te wachten staat. Een wat onverwachte opener, die m'n wenkbrauwen deed fronsen, maar wel nieuwsgierig maakte naar deze grammatica.

 

Het boek is net als de meeste grammatica’s gestructureerd: je vindt er hoofdstukken over nouns, pronouns, tense en adjectivals. Wat wel bijzonder en atypisch is aan dit grammaticaboek, is dat het speelser is, en oog heeft voor de ‘menselijke’ kant van grammatica. Zo halen ze grappige anekdotes aan over waarom ze met nouns beginnen, en voelt het boek zelf veel minder droog of stijf aan. Hoewel de theorie in se dezelfde is, vrolijken ze die op met tussentiteltjes die me vaak deden grinniken. Ach, wat is het makkelijk om een taalliefhebber met wat mopjes aan je kant te krijgen! Een voorbeeld? “Pessimism and optimism in grammar: few chocolates or a few chocolates”.

 

Daarnaast beginnen de theoriestukjes telkens met een Nederlandse zin die vrij letterlijk vertaald wordt naar het Engels, en leggen ze aan de hand daarvan de verschillen uit. Goede tactiek lijkt mij, zo wordt alles wat ‘behapbaarder’ en blijft het langer hangen. Dat er minder reflexieve werkwoorden in het Engels zijn, is zo eenvoudigweg te wijten aan dat het Engels er steeds vanuit gaat dat de "genoemde actie" door het onderwerp en ‘op’ het onderwerp toegepast wordt. Als dat niet zo is, zullen ze het wel vermelden. Het Nederlands gaat daar niet vanuit, en heeft bijgevolg vaker een reflexief pronomen. Vandaar het verschil tussen ‘Bob scheert zich elke ochtend.’ en ‘Bob shaves each morning.’

 

Voor personen die geïnteresseerd zijn in Engelse grammatica is dit een leuke inleiding, bovendien veel toegankelijker dan een echt handboek. Baanbrekend is de informatie die je krijgt echter niet. Als je grammatica op universitair niveau hebt gevolgd, hoef je dit boek niet ook nog door te nemen. Toch is het waardevol om meer inzicht te krijgen in ‘waarom’ de verschillen tussen onze talen er zijn en hoe ze juist functioneren. Op UAntwerpen wordt de nadruk gelegd op het Engels aan te leren als een aparte taal. In Taal- en Letterkunde zitten ze zo bijvoorbeeld nooit te vertalen, maar doen ze oefeningen in het Engels. Je moedertaal wordt hier dus een beetje ‘doodgezwegen’. Hier zal vast een educatief verantwoorde strategie achter zitten, maar daarom is dit boek toch een leuke aanvulling. Plots valt je ‘franc’ (ik ben van de oude stempel, of zo doe ik me toch graag voor) dat het in het Engels inderdaad nooit ‘she gives an advice’ is, terwijl je dat onbewust wel wist, maar nooit bij stilstond. De verbindingen in onze hersenen worden op deze vergelijkende manier toch wat extra gestimuleerd.

 

Om door je examen te raken, zal je een uitgebreidere grammatica moeten raadplegen. Maar als je even niet meer kan volgen of de droge taal beu bent, is dit wel een aanrader. Het vormt een aanzet om anders over grammatica te denken, en op een ‘normale’ en eenvoudige manier de grammatica uit de doeken te doen.



de dwarsdoorsnede

07/01/2019
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer kijken we naar de laatste nieuwe in de schijnbaar eindeloze lijst van superheldenfilms die vandaag onze schermen kleuren. Aquaman, van regisseur James Wan. De film die op Justice League volgt, is tegen veel verwachtingen in uitstekend. Tegen de verwachtingen in, omdat alle vorige Worlds of DC-films, op Wonder Woman na, verre van goeie punten gescoord hebben bij critici en het brede publiek. Daarnaast is de hoofdrol ook weggelegd voor een superheld die met vissen praat en rondloopt in een felgroene, -oranje en geschubde uitrusting.

De superheld, Aquaman of Arthur Curry, wordt met verve neergezet door Jason Mamoa. De Hawaiiaanse acteur lijkt zich prima te amuseren in de rol en trekt daarmee het publiek moeiteloos mee. Eerst richting Atlantis, later op een heuse schattenjacht doorheen Afrika en Sicilië en vervolgens naar het allerdiepste deel van de oceaan. Na zijn oddysee keert hij net op tijd terug om de wereld van de ondergang te redden. De hele film door is het een plezier om naar hem te kijken en net daardoor onderscheidt deze film zich van al zijn voorgangers. James Wan verdient daarvoor alle lof. De regisseur die naam maakte met enkele fantastische horrorfilms (Insidious, The Conjuring, Saw, etc.), bewijst hier dat hij ook een enorme blockbuster meester is. Hij schreef het verhaal samen met Geoff Johns, dezelfde man die de Aquaman comics schreef voor The New 52 van DC comics en daaruit dus heel veel inspiratie voor deze film puurde.

 

Het afkomstverhaal van Arthur Curry is zo goed als rechtstreeks overgenomen uit The New 52 comics, net zoals een groot deel van de andere verhaallijnen en de twee slechteriken in de film. Ook deze twee slechteriken verdienen hulde want zowel Black Manta als King Orm, steken ver boven de andere Worlds of DC slechteriken uit. Zeker King Orm, de halfbroer van Aquaman en in zijn afwezigheid dus koning van Atlantis. Hij krijgt begrijpelijke motieven, een goed achtergrondverhaal en wordt uitstekend gespeeld door Patrick Wilson. Dat alles zorgt ervoor dat hij veruit de beste en meest memorabele schurk is die we al te zien kregen in een DC film sinds The Dark Night-trilogie van Christopher Nolan.

 

Voor Black Manta (Yahya Abdul-Mateen II) geldt eigenlijk hetzelfde. Alleen illustreert het personage wat minder goed is aan deze film. Er gebeurt idioot veel en er worden talloze personages en plaatsen voorgesteld. Deze overvloed aan informatie maakt het de kijker nagenoeg onmogelijk om alles te volgen en te onthouden. De film die de volle 143 minuten duurt, was zeker niet onvolledig geweest zonder Black Manta en kon hem eigenlijk ook perfect missen. Hem sparen voor een sequel, die er ongetwijfeld zit aan te komen, was misschien een verstandigere keuze geweest. Door het weglaten van dit subplot, zou er meer tijd vrij geweest zijn om andere personages beter te onderbouwen. Daarvoor denk ik aan Willem Dafoe’s Vulko, Aquamans mentor, die heel wat meer schermtijd verdient dan hem nu gegeven is.

 

Op de speelduur en overdaad aan materiaal na waren er nauwelijks mindere punten op te merken aan de film. De CGI die in zowel elke actie- en onderwaterscene nodig was, valt opvallend goed mee. De computeranimaties waren zeker niet overal perfect maar we hebben in het recente verleden al veel slechtere voorbeelden gezien. De snor van acteur Henry Cavill (Superman) en de looks van het personage Steppenwolf in Justice League verschijnen spontaan voor de geest. Het special effects-team achter de film verdient bovendien alle credits voor de prachtige opbouw en vormgeving van de onderwaterwereld. Atlantis en zijn koninkrijken doen denken aan Asgard uit de Marvelfilms of Pandora uit James Camerons Avatar. Het is bij momenten adembenemend mooi en tot in de details uitgewerkt. Zo zijn ook de kostuums waarin iedereen rondzwemt, helden en schurken, bij de beste die al te zien waren in superheldenfilms. Ze zijn ongelofelijk accuraat en lijken zonder aanpassing uit de Aquaman comics overgenomen te zijn.

 

Wanneer James Wan ons bij het ingaan van het laatste deel meeneemt naar de Trench, het diepst gelegen koninkrijk van Atlantis waarvan de inwoners tot verschrikkelijke wezens geëvolueerd zijn, komt de horrorachtergrond van de regisseur naar boven. De wondermooie onderwaterwereld wordt zo heel snel adembenemend om andere redenen. Wan jaagt zijn publiek meerdere keren de stuipen op het lijf en zorgt met enkele sensationele visuals voor de beste scène van de film.

 

Afsluiten doen we met een fantastische cameo van Mary Poppins-actrice Julie Andrews, die voor deze film haar stem leent aan een gigantisch zeemonster. Dat alleen is al reden genoeg om Aquaman te gaan bekijken. Nog een uitstekende reden is MVP (most valuable player nvdr.) Amber Heard. De actrice vertolkt Mera, de partner in crime en toekomstige liefde van Aquaman. Heard steelt op meerdere momenten de show, het meest uitgesproken wanneer ze de titelheld uit een heel benarde situatie weet te redden. Zij, samen met de rest van de geweldige cast en regisseur James Wan, maken van deze film een geweldig en vooral ontzettend leuk kijkstuk. Genoeg redenen om een dikke twee uur aan deze film te spenderen. Het is de perfecte (uitgebreide) blokpauze of beloning na een examen, je verlaat de cinema gegarandeerd ontspannen en met een grijns op het gezicht.

 

 



de dwarsdoorsnede

02/01/2019
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Ditmaal ligt een boek op tafel dat elke student kan bekoren tijdens de meest stressvolle periode van het jaar. Of dit nu de examens zijn of de onafwendbare familiefeesten, laat ik daarbij in het midden. 

Hét anti-stress boek. Zo profileert Enjoy Your Life, F*ck The Stress zichzelf. De letters in kapitaal die de hele cover vullen lijken naar je te schreeuwen. Toch is het niet het lettertype dat me mijn reis naar een stressvrij leven zuchtend doet beginnen, maar de imperatieve vorm van de titel. Ik krijg van weinig minder lust dan van het gebod om ergens van te genieten. Een ober die me beleefd 'smakelijk' toewenst, kan ik nog afschuiven als een goedbedoelde conventie. Laat echter een concert ingeleid worden door een overenthousiaste performer die me komt vertellen hoe leuk dat ik het die avond wel niet zal vinden en ik begin ongemakkelijk in mijn stoel te schuiven. Je kan je dus inbeelden hoe kregelig ik werd van een boek dat mij, met net geen zwaaiend vingertje, komt vertellen dat ik van mijn leven moet genieten.

Gelukkig maakt de achterflap het goed, ze verzekert me dat ik heus niets moét doen. Integendeel, misschien is al dat moeten wel wat me net stressed-out maakt. Schrijvers én uitgevers van het boek, Willem en Jan Schouten heten me welkom bij de club van stresslijders die het slachtoffer zijn van een veeleisende wereld waartegen ze geen 'nee' kunnen zeggen. Mensen die aan stress lijden, zijn geen zwakkelingen, maar net topmensen die misschien meer aan zichzelf moeten denken. En dit boek zal daarbij helpen, zonder me de les te spellen. Tegen het uitlezen het verkooppraatje verschijnt er dus toch iets als een glimlach op mijn gezicht. 'Iets als', want eigenlijk ben ik mijn tanden uit ergernis dusdanig op elkaar aan het klemmen, mezelf vermanend dat ik het echt een objectieve kans moet geven.

 

anti-inhoud

Het zal jullie niet ontgaan zijn dat ik bij deze doorsnede al twee alinea's over de verpakking aan het praten ben en niet over de inhoud. Dit valt eenvoudig te verklaren door erop te wijzen dat er tussen de voor- en achterkant weinig inhoud aanwezig is. Eigenlijk is hét anti-stress boek zelfs helemaal geen boek. Het 158 pagina's tellende werk doet denken aan een werkschriftje van het minst belangrijke vak in het secundair. Dit is incluis de zelf in te vullen witregels, doe-vragen en bijna tachtig exercises – 'oefeningen' zal niet professioneel genoeg geklonken hebben. In het midden vult het boek zichzelf met twintig uitscheurbare, kartonnen pagina's vol motiverende quotes die wat doen denken aan wat je minst succesvolle vrienden delen op sociale media. Sommige daarvan kan je als postkaart gebruiken, een creatief gebaar dat me zin doet krijgen om mijn cynische vrienden te irriteren, maar die daarbuiten mijn stressniveau niet doen zakken.

Het kwart-boek dat resteert, is niet onkundig geschreven. Het probeert te prikkelen en je aan jezelf te laten werken en de eigen aannames over het leven te ontwrichten. Maar zelf is zo'n boek uiteraard evenmin gespeend van denkbeelden. Het kader wordt nooit expliciet gemaakt, maar ruikt naar een nauw behaviourisme waar sommige mensen meer aan zullen hebben dan anderen. Je zal dus geen Boeddhistische leer vinden ter verantwoording van de concrete tips zoals het bakken van een grote taart met je kinderen. Evenmin vertelt het boek, via een therapeutisch stappenplan, hoe je nu stopt met zinloos piekeren, het zegt enkel je dat je daarmee moet stoppen want dat het niet nuttig is. De auteurs zijn dan ook geen psychologen of zenmeesters maar oprichters van niet enkel een designstudio maar ook een uitgeverij, waarvan dit boek deel uitmaakt. Ze ontwijken de details achter soms mooie, maar evengoed vaak ergerlijke boutades en refereren voor meer inhoud steeds naar andere boeken die ze uitgeven.

 

anti-advies

Het gevolg van al deze bedenkingen is dat de kwaliteit van het boek staat of valt bij het nut en de waarde van het advies dat de schrijvers je geven. Dit komt uiteindelijk altijd neer op niet te streng zijn voor jezelf, van het leven genieten en de dingen doen die je graag doet. Met de vraag of dit haaks kan staan op andere adviezen zoals meer sporten, gezonder en bewust eten, ben ik bij dit boek niet aan het juiste adres. "Ga wat vaker op café", "Koop eens dat ene te dure jurkje" of "Zeg nee tegen iedereen die er niet volledig voor je is." Persoonlijk denk ik dat mijn leven een pak minder stressvol zou zijn als ik minder op café zou plakken, wat meer geld zou sparen en minder de brui geef aan mijn sociale verplichtingen. Je kan je dus afvragen hoe opvolgbaar al deze tips&tricks dan eigenlijk zijn. Zelfs als ik mee zou gaan in het verhaal van de auteurs, dat samengevat kan worden als pluk-de-dag, lijkt me dit advies niet altijd zinvol. Het zijn dingen die we allemaal graag horen, en die dus vast goed verkopen, maar waar elke student al de, niet zelden letterlijke, kater van heeft gehad.

Ik heb na het lezen van hét anti-stress boek mijn schoeisel niet in de vuilnisbak gekieperd om me voortaan blootsvoets naar de aula te begeven. Evenmin leg ik elke kritiek naast me neer met een onverstoorbaar "Yeah well, that's just, like, your opinion man." In plaats daarvan heb ik 'ja' gezegd tegen mezelf en onvermoeibaar het boek tegen een van mijn muren gekeild tot de inspirationele quotes door mijn kamer vlogen. Ik denk dat dit de grootste stress-relief is dat dit boek mij kon bieden.



pottenkijkers

02/01/2019
🖋: 

Haal je 'fat pants' uit de kast en dij uit met dwars in deze online vreet- en zuiprubriek voor mensen die het nét even anders doen. Voor mensen die houden van empirisch experimenteren, eetbaar exploreren en extravagant exposeren met een beperkt budget doch calorierijke fantasie.

De blok gaat hand in hand met voedsel dat niet langer dan tien minuten in beslag neemt om klaar te maken. In tegenstelling tot wat de jaarlijkse krantenartikelen vol tips voor een geslaagde bloktijd telkens weer suggereren, zoekt de gemiddelde blokkende student niet naar uitgebreide maaltijden om rigoureus in een aanvoer van alle benodigde vitamientjes te voorzien. Nee, het moet snel zijn en het moet vullen. Op ons dieet letten is voor tijdens de lesvrije week, waarin we het ons kunnen veroorloven om over iets anders na te denken dan leerstof. Toch moeten we zo nu en dan eens groenten binnenkrijgen. Hoe dat dan weer te voor elkaar te krijgen is een ingewikkelde vraag. Gelukkig heeft dwars heil gevonden in geüpdatete versies van Aïki Noodles.

Onderstaand filmpje bevat (in nog geen twee minuten! Qua tijdsdruk kan dit ermee door) een aantal algemene tips. Ons beperken tot noedels en wat we maar willen toevoegen, is de vuistregel hier. Het komt erop neer dat je noedels (zonder het zakje erbij) maakt en er groenten aan toevoegt. Soms mag het gemakkelijk zijn. Ideaal voor de experimentele zielen deze blokperiode en voor zij die de paternalistische toon van studieboeken (die, ja, oké, inderdaad alles beter weten dan wij, maar ugh) al goed zat zijn.

Wat heb je nodig? Noedels, water en voor de rest wat jij nog in je kast hebt staan. We doen niet aan regels!
Hoelang duurt dat? De tijd die je nodig hebt om je kasten te doorzoeken en daarna instant noedels te maken.

 

 

 

Voor zij die niet doen aan nadenken wanneer de volledige breincapaciteit al gebruikt wordt om alle informatie uit cursussen op te slaan, zijn er natuurlijk ook nog echte recepten. Een voorbeeld is onderstaand filmpje. Hierin wordt noedelsoep gemaakt! Hiervoor maak je eerst de noedels zoals je normaal zou doen (de noedels in heet water koken, voor alle duidelijkheid), maar leg je het zakje opzij, zodat je de noedels apart kan houden. Als je klaar bent met de noedels, kan je beginnen aan de soep. Daarvoor kook je (opnieuw) water, waaraan je twee eieren, die je in de pot gebroken hebt, en groenten naar jouw keuze toevoegt. Als deze soep kookt, kan je eventueel chili of iets dergelijks toevoegen. Tot slot voeg je de soep en de noedels samen en ta-da!

Wat heb je nodig? Noedels, water, groenten naar keuze, twee eieren en eventueel chili.
Hoelang duurt dat? De tijd die je nodig hebt om water tweemaal te laten koken!

 

 

 

Na ongeveer drie minuten begint het werkelijke recept, maar in de eerste drie minuten heb ik een nieuwe mentaliteit gekregen – en dat allemaal dankzij instant noedels! – dus ik kan alvast met trots zeggen dat ik een hoop bijgeleerd heb. Recept inclusief, natuurlijk. Eerst kook je de noedels met de bouillon. Als het gekookt is, doe je de noedels in een pan en houd je het water met de bouillon apart. De pan met de noedels zet je vervolgens op het vuur. Ondertussen doe je er olijfolie, sojasaus en srirachasaus bij. Na twee minuten op het vuur doe je de noedels terug bij de bouillon. Vervolgens bak je de kip. Als die klaar is, doe je de kip bij de noedels. Tot slot maak je, indien gewenst, een spiegelei om je eetmaal af te maken.

Wat heb je nodig? Noedels, water, kip, bouillon, sojasaus, srirachasaus, olijfolie en eventueel een ei.
Hoelang duurt dat? Wel even. Je moet natuurlijk “echt” koken, maar al bij al ben je niet ontzettend lang ‘jammerlijk’ gescheiden van je studieboeken. Reken niet meer dan een halfuurtje in totaal.

 

 



niet tijdens de Nations League. Wanneer dan wel?

02/01/2019
🖋: 
Auteur

Interlands. Verscheidene periodes doorheen het jaar waarin de competities in de verschillende landen stilliggen voor nietszeggende oefenduels tussen landenteams. De UEFA bedacht hiervoor de Nations League. België en Nederland zaten in de koker met de sterkste landen, maar werden in een aparte groep ingedeeld. Wanneer ze beide als groepswinnaar uit de bus kwamen, bestond er een kans dat ze elkaar in de volgende ronde zouden treffen. Het liep echter anders, iets met Zwitserland. Wanneer vindt er weer een duel tussen De Rode Duivels en Oranje plaats?

We beginnen met wat uitleg over de UEFA Nations League. In totaal kent ’s werelds jongste competitie 55 deelnemers. Op basis van de coëfficiëntenlijst werden de landen onderverdeeld in divisie A, B, C of D. Divisie A kent de twaalf sterkste landen van Europa, waaronder Nederland en België. Deze twaalf landen werden door een loting onderverdeeld in vier groepen van elk drie landen. Zo werd België ingedeeld in een groep met IJsland en Zwitserland, en Nederland mocht gaan ballen tegen Duitsland en wereldkampioen Frankrijk. 

De winnaar van elke groep stroomt door naar de halve finales, de nummer twee handhaaft zich in divisie A en de nummer drie degradeert naar divisie B. De winnaars van de groepen in divisie B, stromen dan weer door naar divisie A en hetzelfde geldt voor divisies C en D. 
Inmiddels zijn alle wedstrijden in de groepsfase gespeeld. In de eerste halve finale strijden Portugal en Zwitserland (5 juni 2019) en de tweede vindt plaats op 6 juni van dat jaar, tussen Nederland en Engeland. Ehm… en België dan?

Voor de Rode Duivels leek er aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht. Tegen IJsland werd er twee keer gewonnen en ook de wedstrijd tegen Zwitserland werd winnend afgesloten. Negen op negen na drie wedstrijden dus. In de laatste wedstrijd tegen de Zwitsers had men aan een gelijkspel genoeg om zich tot groepswinnaar te kronen. 

Na ruim een kwartier voetballen in Zwitserland stond er voor de Belgen een comfortabele 0-2 voorsprong op het scorebord, door twee doelpunten van Thorgan Hazard. Niet veel later kregen de Zwitsers een penalty toegekend en deze werd benut. Vervolgens scoorde Seferovic twee keer voor het land van de kaasfondue en keek België bij rust tegen een 3-2 achterstand aan. Met nog een helft te gaan geen onoverkomelijke achterstand.

Vaak zie je dat een donderspeech van de trainer tijdens de rust voldoende is om een wederopstanding te bewerkstelligen. Wat Martinez in de kleedkamer heeft gezegd blijft gissen, het kon in ieder geval niet zorgen voor een duivelse wederopstanding. Na negentig minuten stond er een 5-2 eindstand op het digitale bord, in het voordeel van de Zwitsers. Gevolg: Zwitserland, en niet België, werd groepswinnaar en plaatste zich zo voor de halve finale. 

 

Oranje vs. De Rode Duivels

Het had zo’n mooie affiche kunnen zijn: Nederland en België die in de halve finale − of zelfs de finale − van de UEFA Nations League strijden om de voetbaleer van de lage landen. Want laten we eerlijk zijn, door de recente ontwikkelingen kunnen we niet bepalen welk land over de beste voetbalkwaliteiten beschikt. 
België werd dit jaar in de halve finale van het WK, hoewel onverdiend, verslagen door Frankrijk. Nederland wist zich niet eens te plaatsen voor dat toernooi. Daarentegen weten de Hollanders in de Nations League wel winnaar te worden in een groep met de Fransen. 

Een onderling duel vond plaats op 16 oktober 2018. België en Nederland speelden toen een vriendschappelijk duel. In het Koning Boudewijn Stadion in Brussel werd het destijds 1-1. De uitslag doet vermoeden dat de krachtsverhoudingen gelijkwaardig zijn, maar opnieuw ging het om een oefenduel (lees: niet op het scherpst van de snede). Moet er dan echt gewacht worden tot 2020?

 

er is nog hoop

De volgende mogelijkheid voor een treffen tussen Nederland en België vindt plaats in 2020 tijdens het Europees Kampioenschap. Beide landen moeten zich nog wel zien te plaatsen voor dit eindtoernooi. Twintig van de in totaal vierentwintig tickets voor het EK zijn te verdienen via de kwalificatie, de overige vier via de Nations League. Maar voordat we ons gaan buigen over de kwalificatie via de Nations League, eerst de kwalificatie voor Euro 2020. 

Deze kwalificatie zal gebeuren tussen 21 maart 2019 en 31 maart 2020. Aan dit kwalificatietoernooi doen opnieuw 55 landen mee die zijn onderverdeeld in tien groepen, en zoals we gewend zijn plaatsen de nummers een en twee van elke groep zich voor het eindtoernooi. Dan blijven er nog vier plekken over. Voor de laatste vier plekken voor Euro 2020 keren we weer terug naar de groepsfase van de Nations League.

Daar strijden de groepswinnaars in elke divisie tegen elkaar in de play-offs. Voor divisie A zouden dit Engeland, Nederland, Portugal en Zwitserland zijn. Maar stel nou dat Nederland zich via de kwalificatie weet te plaatsen, dan gaat het ticket voor de play-offs naar nummer twee, Frankrijk. Mocht Frankrijk ook al geplaatst zijn via de kwalificatie, dan gaat het ticket naar Duitsland. En als de Duitsers zich ook al wisten te plaatsen, dan plukt men een land weg uit divisie B. Snap je het nog? Dus als België en Nederland zich allebei niet via de kwalificatie weten te plaatsen, en Zwitserland bijvoorbeeld wel, dan bestaat de kans dat de Nederlanders en de Belgen elkaar in de play-offs tegenkomen. Een treffen op het EK is in dat geval helaas wel uitgesloten. 

 

nog een andere opzet

En alsof het allemaal nog niet moeilijk genoeg was, heeft de UEFA ook gekozen voor een andere opzet van het EK. Euro 2020 zal plaatsvinden in twaalf verschillende landen, te weten: Azerbeidzjan, Denemarken, Duitsland, Engeland, Hongarije, Italië, Ierland, Nederland, Roemenië, Rusland, Schotland en Spanje. Deze gastlanden zijn niet meer automatisch gekwalificeerd, maar moeten hun ticket verdienen. De openingswedstrijd speelt zich af in het Olympisch Stadion in Rome en de finale wordt gespeeld in Londen, Wembley.  

Laten we het gewoon simpel houden en terugkeren naar waar het echt om draait: de eer van de Lage Landen. Wat de UEFA kan, kunnen de KNVB, KBVB en de FLF (zo heet die van Luxemburg) ook. Laat die voetbalbonden ook een nieuw toernooi beginnen en dit elk jaar organiseren. De BeNeLux League, de Lowlands League of wat dan ook. Evengoed sluit je Luxemburg uit. Het gaat erom dat België en Nederland ieder jaar kunnen strijden om de voetbaleer van de Lage Landen. 



26/12/2018
🖋: 
Auteur

Ah Nieuwjaar, de dag waarop we het vorige jaar vaarwel wuiven en besluiten ons toch minstens drie dagen aan onze goede voornemens te proberen houden. Behalve het vuurwerk en het dronkenschap in een poging om de examens toch even te vergeten, zijn er in België niet veel tradities gekend waarmee deze speciale dag gevierd wordt. In de rest van de wereld denken ze daar echter anders voor. dwars ging op onderzoek naar hoe ze het daar vieren.

Ierland

Om het nieuwe jaar goed in te zetten, hebben de Ieren de traditie brood tegen de muur kapot te slaan. Het zou pech en kwade geesten in het komende jaar verjagen en dus geluk en andere positieve ervaringen brengen. Ook zou het ervoor zorgen dat er in het aankomende jaar voldoende brood zou zijn, beetje vreemd dat je daarvoor eerst verscheidene broden moet verspillen.

 

Argentinië

Nieuwjaar is duur in Argentinië. Elk jaar moet je daar namelijk nieuw, knalroze ondergoed voor aankopen. Uiteraard moet je deze nieuwverworven onderbroek niet alleen kopen, maar ook dragen op Oudjaar. Het dragen van roze ondergoed zou op deze avond namelijk de liefde aantrekken. Singles hopen dan ook met deze traditie dat ze het volgende jaar niet meer alleen zullen moeten afsluiten. Sommige mensen vinden het misschien aantrekkelijk, anderen zouden er misschien eerder van weglopen.

 

Finland

In Finland is het de traditie dat mensen gesmolten metaal in koud water gooien. Wanneer het tin verhard, wordt het weer uit het water gehaald. Nu kan de pret beginnen. De vorm die het metaal heeft aangenomen, wordt geïnterpreteerd. Als het tin bijvoorbeeld, wonder boven wonder, de vorm van een hart zou hebben aangenomen, kan dat betekenen dat er een huwelijk zal plaatsvinden in de familie. De toekomst voorspellen op Nieuwjaar, het is alvast origineel.

 

Australië

Vuurwerk kennen ze in Australië niet, of toch niet op Nieuwjaar. Om het nieuwe jaar hier feestelijk in te zetten, komen de Australiërs massaal op straat met potten, pannen en lepels. Je raadt het al, deze worden gebruikt om een waar drumfestijn te laten weerklinken. Als je op Oudjaar dus in Australië bent, kan je maar beter investeren in goede oordopjes, want je belandt in een waar pandemonium.

 

Rusland

Nieuwjaarswensen ken je waarschijnlijk wel, je wenst ze aan elkaar en ook wel stiekem aan jezelf. In Rusland hebben ze hier wel een heel rare gewoonte voor. Ze schrijven hun eigen wens namelijk op een papiertje. Dat stukje papier steken ze vervolgens om middernacht in brand om de assen in een glas champagne te gooien. Een vol glas, welteverstaan. Dat glas moet leeggedronken zijn tegen 0u01 als je wilt dat je wens uitkomt. Schol!



elk huisje heeft zijn kruisje

26/12/2018
🖋: 

Als studenten leren we over belangrijke mannen (en in veel mindere mate ook belangrijke vrouwen) die met grootse theorieën op de proppen zijn gekomen en met hun baanbrekende visies het gehele wereldbeeld op hun kop hebben gezet. Wij belichten hier graag enkele grote namen op een manier die je als student in je cursussen nog nooit zag.

We zien onszelf niet meteen een heel onderzoeksveld blijvend beïnvloeden, of een permanente stempel drukken op de politieke structuur en partijen van de toekomst. De Vlaamse onafhankelijkheidsstrijd lijkt ook nog niet meteen voor morgen, dus schitteren als een geweldloze vrijheidsstrijder behoort ook niet echt tot de opties. Wanneer je als student je eigen levensloop en verwezenlijkingen naast het leven legt van al die belangrijke mensen waar we dagelijks over leren, voel je je wel eens klein, nietig en onbeduidend. Het argument van 'over de doden niks dan goeds' gaat hier niet op; het is dan ook maatschappelijk relevant om voor eens en voor altijd aan ons, hardwerkende studenten, duidelijk te maken dat ook grote mannen kleine kantjes hebben.

 

Rousseau’s vaderlijke gevoelens

Hoe vaak hebben we als student niet al moeten horen over die grote achttiende-eeuwse autodidact, die van alle markten thuis was? Jean-Jacques Rousseau was niet alleen een baanbrekend filosoof en schrijver, maar drukte ook zijn stempel op de literatuur, politiek en pedagogie. Aan dat laatste onderzoeksveld hangt echter een ironisch staartje. Zo beschreef hij vanuit zijn visie op de menselijke natuur in zijn beroemde roman Emile de volgens hem ideale opvoedingsmethode. De invloed van dit pennenwerk is moeilijk te onderschatten als het gaat over de filosofie van de opvoeding en belangrijke pedagogen.

In zijn privéleven wist hij zijn eigen theorie echter veel moeilijker in de praktijk om te zetten – of zeg maar gewoon niet. In 1745 leerde Rousseau in een Parijs' pension een zekere Thérèse Levasseur kennen, de dochter van een ontslagen ambtenaar die als wasvrouw, naaister en dienster de kost verdiende. Uit hun verhouding werden er tussen 1746 en 1751 vijf kinderen geboren. Geen van hen kreeg echter de gelegenheid te genieten van hun vaders' verlichte ideeën over opvoeding.

Alle vijf werden immers – onder lichte dwang van Rousseau zelf – naar het vondelingentehuis gebracht. Hoewel dit niet ongewoon was in een Parijs waar jaarlijks zo’n 6.000 kinderen werden afgestaan, is dit toch een smet op het blazoen van de man die zoveel voor de pedagogiek zou gaan betekenen. Zelf leek hij dat ook te beseffen. Dit vertaalde zich in een spijtbetoog over dit 'noodlottige gedrag' in zijn Emile en autobiografie Bekentenissen. Spijt komt altijd te laat, is het niet?

 

Gandhi’s haat-liefdeverhouding met geneesmiddelen

Of Mohandas Karamchand Gandhi ook spijt betoonde, is niet met zekerheid geweten. Wel kennen we hem als broze, ondervoede Indiase politicus met een morele en vrome ziel; iemand om een voorbeeld aan te nemen. Als leider van de Indiase onafhankelijkheidsstrijd, wordt hij ook wel gezien als één van de meest vooraanstaande grondleggers van de moderne staat India. Het 'wauw'-gehalte rond Ghandi's persoon nam bovendien sterk toe door zijn diverse hongerstakingen en zijn actieve geweldloosheid als middel voor revolutie. Daarnaast zette hij zich sterk in voor de verzoening tussen hindoes en moslims in zijn thuisland. In 1948 werd hij echter door een extremistische hindoe vermoord. Op slag verkreeg hij de titel van martelaar.

Deze weetjes over de Grote Gandhi hebben zich steevast in ons collectief geheugen genesteld. Sommige elementen in het leven van dezelfde man worden echter steevast met de mantel der liefde bedekt, zoals zijn discours van anti-zwartheid en misogynie. Of om het even minder verbloemd te zeggen: zijn vrouwenhaat richtte zich voornamelijk op de vrouwelijke seksualiteit. Bovendien hield hij er ook een dubieuze houding ten opzichte van de Dalit (de Onaanraakbare, nvdr.) op na.

Het grootste kruisje in zijn huisje is ongetwijfeld hoe hij zijn vrouw Kasturba behandelde toen ze een longontsteking opliep. De dokters zeiden dat penicilline haar zou genezen. Ondanks dit advies verbood Gandhi haar het medicijn – wat toch maar een vreemde en dus verdachte substantie is – in te nemen. In 1944 overleed Kasturba dan ook ten gevolge van haar ziekte. Enkele jaren later zag Gandhi er echter geen graten in om zelf met volle bewustzijn kinine in te nemen tijdens zijn persoonlijke strijd tegen malaria. In tegenstelling tot zijn vrouw kon hij zijn ziekte nadien wél navertellen.

 

Marx’ driehoeksverhouding

Tenslotte is ook Karl Marx onmogelijk weg te denken uit onze cursussen. De grote Duitse denker bouwde een mooi CV op. Zo beïnvloedde hij zowel de (politieke) filosofie, de economie, sociologie als de historiografie sterk. De titels van 'grondlegger van de arbeidersbeweging’ en ‘centrale figuur in de geschiedenis van het socialisme en het communisme’ spannen bovendien de kroon. Gedurende zijn leven werd hij in lief en leed bijgestaan door zijn vrouw Jenny von Westphalen en zijn dierbare vriend Friedrich Engels, met wie hij het wereldberoemde Communistisch Manifest schreef.

Tussen deze drie protagonisten ontvouwde zich een ware driehoeksverhouding. Op 24 augustus 1849 zette Karl, en later ook zijn gezin, na een noodgedwongen vertrek uit Parijs voet op de Engelse grond. Hier vocht het gezin Marx om het hoofd boven water te houden, ondanks de regelmatige financiële hulp van vriend des huizes Friedrich. In totaal zou het echtpaar ook vier van hun zeven kinderen voor volwassen leeftijd moeten afgeven aan de Man met de Zeis. Alsof dat nog niet genoeg gezinsdrama voor één mensenleven was, werd Lenchen, de bij hen inwonende voormalige meid van Jenny’s moeder, ‘mysterieus’ zwanger.

Op het moment van de bevruchting bevond Jenny – zelf zwanger – zich in Holland, om Karls oom om hulp te smeken. In haar afwezigheid kreeg haar echtgenoot echter een relatie met Lenchen, die de vrouw des huizes in hun tweekamersappartementje met een dikke buik terug opwachtte. Ondanks de verwoede pogingen van Karl om Lenchens ongeboren kind in de schoenen van zijn dierbare vriend te schuiven, was Jenny niet overtuigd. Uit pure noodzaak moet ze de situatie geaccepteerd hebben, maar de grote denker van de negentiende eeuw was wel haar grote hartenbreker.

 

Zo zie je maar, lieve studenten, dat elk huisje zijn kruisje heeft. Achter elke grote man in onze cursussen stond een vrouw die het op persoonlijk vlak zwaar te verduren kreeg.



de gezichten achter de Antwerpse studentencafés

26/12/2018
🖋: 

De voorbije jaren hebben verschillende studentencafés in Antwerpen de deuren gesloten. Dat betekent echter niet dat de Antwerpse studenten droog hoeven te staan. Er blijven genoeg cafés over die zich staande weten te houden. Maar wie zijn de gezichten achter de huidige Antwerpse studentencafés? Dit is het verhaal van de café-uitbater in ’t Stad

Kristof Degeeter (40) en Koen Van Dijck (41) alias ‘de Max’ zijn de uitbaters van café Klimax aan de Stadswaag. Door hun voornamen samen te voegen kwamen ze op de naam Klimax. In dit interview vertelt Kristof over zijn leven, zestien jaar Klimax en zijn vriendschap met Koen.

Voordat ze Klimax overnamen, was het een leegstaand café. “Toen Max en ik nog studenten waren, zaten wij altijd in het café hiernaast, dat nu de Barbier is en vroeger Markies de Sade heette”, vertelt Kristof. “Max en ik hadden allebei geen goesting om écht te werken en we zagen dat het hier leegstond. We zijn toen toevallig de eigenaar tegengekomen. Twee maanden nadien hebben wij Klimax geopend.”

 

studententijd 

De twee hebben eerst een hogeschooldiploma behaald voordat ze de horeca instapten. Kristof heeft landschaps- en tuinarchitectuur in Vilvoorde gestudeerd en Koen heeft accountancy-fiscaliteit gestudeerd aan KdG Hogeschool. Vilvoorde is niet om de hoek, dus nu vraag je je misschien af: hoe komt Kristof dan in ’t Stad terecht? “Ik woonde in de rand van Antwerpen en mijn beste maat zat om de hoek op kot, dus ik kwam hier altijd feesten. De Stadswaag is zo’n gezellig pleintje. We zijn hier een beetje blijven hangen, omdat we het zo plezant vonden.”

Kristof en Koen kennen elkaar door het Antwerpse studentenleven. Ze hadden een gemeenschappelijke vriend met wie ze altijd samen gingen feesten. “Het klikte direct tussen ons. We hadden allebei hetzelfde idee van feesten: zwijnerij en veel drinken. Een café uitbaten zagen we wel zitten.” De café-uitbaters zijn in hun studententijd lid geweest van verschillende studentenverenigingen. Kristof is ooit gedoopt bij Vilvordia, uiteraard in Vilvoorde, en bij Prosit Rex in Antwerpen. Koen zat bij Socio. Zowel Prosit Rex als Socio zijn clubs die nu in de Klimax zitten. Dat zijn niet de enige clubs die Klimax als stamcafé hebben, het café mag namelijk maar liefst negen clubs tot zijn vast cliënteel rekenen. 

Over de vraag welk beroep Kristof zou hebben gekozen als hij geen cafébaas was, moet hij niet lang nadenken. “Da’s heel gemakkelijk. Ik zou tuinarchitect zijn. Nadat ik was afgestudeerd, heb ik een jaar als tuinarchitect gewerkt. Ik draaide toen heel veel uren en moest zes dagen per week werken. Mijn sociaal leven was feitelijk nul. Ik kwam snel tot de conclusie dat ik toch liever een socialer beroep wilde doen, een beroep waarbij ik meer contact heb met mensen. En Max had geen goesting om de hele dag achter een bureau te zitten, dus hebben we gekozen voor een studentencafé.” Ondertussen staan Kristof en Koen al zestien jaar in de Klimax en het bevalt hen nog steeds. Toen Kristof startte met Klimax had hij niet gedacht dat hij het zo lang zou volhouden. “In het begin heb ik gezegd: ‘Ik doe dit maximaal vijf jaar.’ Nu zijn we al zestien jaar verder. Max is een goede collega. We komen na al die jaren nog altijd goed overeen en we amuseren ons nog elke dag. Dat is het belangrijkst, hè.”

 

We hadden allebei geen goesting om écht te werken.

 

café en kids 

Kristof is naast café-uitbater ook papa. Hij heeft met zijn partner twee dochtertjes van elf en dertien jaar oud en legt uit dat een gezin en een café prima gecombineerd kunnen worden. “Overdag ben ik altijd vrij, dus dan haal ik mijn kinderen van school, gaan we samen naar de winkel, koken we samen, maken we samen huiswerk. ’s Avonds als zij gaan slapen, ga ik werken. Ik zie mijn kinderen dus vanaf het moment dat ik ze van school haal totdat ze gaan slapen.” Als ze zelf gaan studeren, zijn ze in ieder geval welkom in Klimax. Een stamgast wijst naar de beruchte danspaal op de toog. “Hier staan ze dan, Kristof”, lacht hij. “Ze mogen van mij zeker hiernaartoe komen, ze mogen doen wat ze willen, maar de vraag is: willen ze wel naar dit café komen als ik hier sta?” twijfelt Kristof. “Ik heb zelf ook mogen genieten van mijn jeugd en het studentenleven, dus dat ga ik mijn kinderen niet afpakken. Ik heb het vroeger goed uitgehangen, dus ik ben niet de persoon om te zeggen dat zij dat niet mogen. Als ze hiernaartoe willen komen, zijn ze meer dan welkom.”

Dat het wel goed zit met de banden tussen de Antwerpse cafébazen kan Kristof alleen maar bevestigen. “Willem bijvoorbeeld, de cafébaas van de Barbier, was hier net nog. Hij kwam even een fles wodka lenen. Als hij een fles wodka wil lenen, dan mag dat. Als hij een vaatje pils wil lenen, dan mag dat ook altijd. Als we klaar zijn met werken, gaan we bij hem iets drinken en andersom doet hij dat ook bij ons. We gaan ook regelmatig bij andere collega’s langs. Dat maakt het plezant.” Er is dus geen concurrentiestrijd? “Verre van zelfs. Ik heb liever dat alle studentencafés vol zitten, want dan zit mijn café ook vol. Ik denk dat we uiteindelijk allemaal aan hetzelfde zeel trekken.”

 

eilandje?

Het is opvallend dat de studenten die regelmatig in de Stadswaagcafés komen elkaar bijna allemaal kennen. Je zou kunnen zeggen dat de Stadswaag een eiland apart is in het Antwerpse studentenleven, maar Kristof spreekt dat tegen. “Als je in de Klimax zit en er is een feestje in de Barbier, is het gemakkelijk om daar even te gaan kijken”, begint hij zijn uitleg. “Dat is puur visueel. Je ziet dat daar veel volk is, je ziet dat er een feestje aan de gang is, dus je gaat naar hiernaast. Andersom gebeurt dat ook. Mensen zitten in La Dolce Vita en zien dat hier veel volk staat, dus komen ze hiernaartoe. Maar mijn volk zit ook dikwijls in Den Echo, De Salamander of De Prof bijvoorbeeld. Ze zitten overal, hoor. Dus een eilandje… Nee, dat vind ik niet.” De Stadswaagclubs organiseren ook regelmatig samen activiteiten. Zo organiseren ze ieder jaar in december een kerstmarkt. “Met die evenementen staat iedereen buiten op het plein en dan is het gemakkelijker om elkaar te leren kennen”, aldus Kristof.

De uitbaters van de Klimax vinden het ook belangrijk dat er een relaxte sfeer heerst in het café en dat de studenten het goed met elkaar kunnen vinden. Aan het einde van ieder schooljaar organiseren ze daarom de befaamde Klimax Awards, waarbij prijzen te winnen vallen in ongeveer vijftien categorieën: de nieuwkomer van het jaar, de ancien van het jaar, het koppel van het jaar, de strafste stoot van het jaar, de player van het jaar, de zatlap van het jaar enzovoort. In de eerste ronde mag iedereen voor alle categorieën een naam naar keuze invullen. In een tweede ronde kan gestemd worden op de genomineerden. De winnaar wint dan een ludieke trofee, zoals een tuinkabouter of een koffietas met glittertjes.

 

1001 verhalen 

Over een anekdote om in te kaderen, moet Kristof zijn hersenen pijnigen. “Ik sta hier al zestien jaar, dus ik heb duizenden verhalen.” Maar als hij eenmaal begint te vertellen, kan hij niet meer stoppen. “Er is ooit eens na haar uren een prostituee binnengekomen en die zag die paal hier op de toog. Zij heeft aan die paal gedanst en heeft echt alles uitgedaan, maar echt álles. Achteraf zei ze: ‘Ik wou een keer oefenen.’ Daar zijn zelfs nog foto’s van. Vroeger heeft ook eens iemand aan mij gevraagd: ‘Wil jij mijn piercing zien?’ Stom van mij om ja te zeggen, want bleek dat ze een clitorispiercing had. Ik had dat kunnen weten, hè. Er is ook eens een meisje van rond de twintig jaar binnengewandeld die vroeg: ‘Kan iemand mijn pamper verversen? Je krijgt er vijftig euro voor.’ En een van onze stamgasten antwoordde: ‘Ja, ikke.’ Hij heeft daar op tafel gewoon een pamper vervangen.” Het is ook meermaals voorgevallen dat Kristof iemand had opgesloten in het café. “Die persoon was in slaap gevallen op de wc. Hij kon mij niet bellen toen hij wakker werd, want zijn telefoonbatterij was leeg. Dus dan is hij maar beginnen vegen en kuisen. Toen ik hier aankwam, was het café spic en span. Hij had twee colaatjes gedronken en dat had hij nog netjes op een bierkaartje geschreven ook.”    

Als Kristof iemand zou mogen bedanken, dan zou het Koen zijn. “Max en ik zijn al jaar en dag goede collega’s. We hebben ook nooit echt ruzie. We werken complementair. De Max regelt de papieren en de boekhouding, ik ga winkelen en repareer de dingen die kapot zijn. In het begin liep het allemaal wat stroef, maar met de jaren hebben we gevonden wat ieders sterke en zwakke punten zijn. Dus pak dat ik hem wil bedanken. Stuur je hem nu een bloemetje op?”



eerste hulp bij last-minute kerstcadeaus

22/12/2018
🖋: 

Herken je jezelf ook in die ene persoon die altijd veel te laat op zoek gaat naar het perfecte cadeau voor die vriend of vriendin? Of ben jij die late beslisser die niet weet waar te zoeken naar een geschikt cadeau voor een familielid? dwars helpt je op weg! We lijsten speciaal voor jou enkele leuke winkels en webshops op zodat dat laatste cadeau nog vliegensvlug onder de kerstboom kan.

Op zoek naar een leuk cadeau voor de feestdagen maar niet meteen een idee waar te zoeken? Say no more. Hieronder vind je vijf leuke adresjes voor een geslaagde cadeauzoektocht!

Carpe Diem

Recht tegenover de ingang van het Grand Bazar winkelcentrum vind je een schijnbaar klein en onopvallend winkeltje, Carpe Diem. Maar pas op, klein is het zeker niet, want eens binnen, merk je pas dat de ruimte erg ver doorloopt. In Carpe Diem vind je alles van sjaals, mutsen, baretten en haarbanden tot lederen handtassen en armbandjes. Ook de bekende T-shirts van Het Ministerie van Unieke Zaken met uitspraken zoals ‘prutsers united, ‘moet just niks’ en ‘coiffeur est mort’ kan je in deze winkel scoren. En oh ja, neem zeker ook een kijkje bij de unieke wenskaartjes met al even originele quotes!

Adres: Eiermarkt 11, 2000 Antwerpen

 

Juttu

Koop jij graag kritisch en bewust? Dan ben je bij Juttu aan het juiste adres. De naam Juttu, die afkomstig is uit het Fins, betekent verhaal of anekdote. Hier vind je een unieke mix tussen sterke merken en lokale initiatieven, gaande van gadgets tot kleding voor zowel mannen en vrouwen.

Adres: Meir 19, 2000 Antwerpen

 

Jelly Jazz

Op zoek naar een cadeau om te geven, maar tegelijkertijd zelf de hele winkel willen leegkopen? Die ervaring maak je hier sowieso mee. Van lifestyle, travel, office en bar accessoires tot themacadeaus, Jelly Jazz heeft het allemaal! Ook alles van decoratie, fotodisplays tot kalenders en retro blikken dozen, kan je hier op de kop tikken. Fan van eenhoorns en lama’s? Passeer snel langs de winkel of bezoek de webshop, want ze hebben een gigantisch assortiment.

Adres: Beddenstraat 2, 2000 Antwerpen (Grand Bazar Shopping)

Website: https://www.jellyjazz.be

 

Etsy

Etsy is niet zomaar een webshop, maar eentje die een heleboel wereldwijde webshops verzamelt. Via het platform kan je op zoek naar uitzonderlijke cadeaus: handgemaakt, vintage en craft-benodigdheden afkomstig uit de hele wereld. Je bestellingen plaats je dus ook rechtstreeks bij de maker. Door dit internationale en veelzijdige aspect zijn de mogelijkheden immens op deze website. Vul je zoekterm in en je krijgt een eindeloze lijst aan beschikbare cadeau-ideeën. Of kijk gewoon of je favoriete Etsy-shop nieuwe unieke items in stock heeft.

Website: www.etsy.com

 

Radbag

De term ‘Radbag’ wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat über cool, awesome of geweldig is, althans volgens de Urban Dictionary. Wat we wel zeker weten is dat Radbag staat voor een webshop met cadeaus voor jong en oud die je uiteindelijk misschien liever zelf zou houden dan ze af te geven. Hier scoor je dus de leukste gadgets, waarvan je niet eens wist dat ze bestonden en/of dat je ze nodig had.

Website: www.radbag.be

 

Ben jij liever het type dat zelf aan de slag gaat en een uniek en persoonlijk cadeau maakt?
Ook daarbij helpt dwars je op weg, raadpleeg snel dit artikel en laat je inspireren!