achter de schermen bij Free Clinic

24/03/2015
🖋: 

Free Clinic is een vzw die zich al 35 jaar inzet om gezondheidszorg aan te bieden aan mensen die vaak niet meer bij de reguliere zorg komen. De belangrijkste doelgroep zijn mensen die afhankelijk zijn van illegale middelen. Om hen zo goed mogelijk te kunnen bedienen biedt Free Clinic verschillende gespecialiseerde werkingen aan, die zich allen in Antwerpen bevinden. Ik spreek af met Erik Helderweert, psychosociaal hulpverlener bij Plug-INN, een laagdrempelige onthaalwerking voor jonge risicogebruikers in Antwerpen. Het gaat om jongeren tussen 16 en 25 jaar die zich in risicosituaties bevinden en die moeilijk de weg naar de bestaande hulpverlening vinden. Vervolgens zoek ik Ivo Thery op, projectleider bij de Spuitenpatrouille (SPAT).

Plug-INN en SPAT richten zich op harm reduction, schadebeperkend werken dus. Helderweert: "Door de startleeftijd van de toekomstige gebruiker proberen te beïnvloeden en de omgang met drugs proberen we het drugsgebruik minder schadelijk te maken. We leggen de keuze heel erg bij de cliënt: als ze niet willen of kunnen stoppen, dan duwen we hen niet die kant op, zo blijven we heel toegankelijk." Naast het richten op de afhankelijkheidsproblematiek kijkt de organisatie ook naar andere doelen om weer wat stabiliteit op te bouwen. "We helpen veel dakloze en thuisloze jongeren om onderdak te vinden. Soms moeten ze werk zoeken bij het OCMW. Als de jongeren een doel hebben, dan zijn die in zekere mate gestopt met hun gebruik."

 

bewustzijn

Drugsgebruik lijkt heel erg verborgen, maar volgens Helderweert is dat niet voor niets: "De gebruikers worden ook gedwongen heimlijk te werk te gaan, omdat ze anders worden opgepakt. Bewustmaking bij mensen in de buurt is heel belangrijk. Gebruikers kunnen hun materiaal in een zak doen en die vervolgens bij ons afleveren. Ze kunnen bovendien schoon materiaal meekrijgen en tips over welke medicatie ze in combinatie met een type drugs het beste kunnen nemen. Als ze zich al een tijd zieker voelen, nemen ze dat advies aan, waardoor het wat dragelijker wordt. Uiteraard verstrekken we alleen producten die legaal zijn." Doordat het zo verborgen is, zijn niet veel Antwerpenaren zich bewust van drugsgebruik in Antwerpen. Thery: “Volgens mij heeft de doorsnee Antwerpenaar daar geen besef van, maar wij sensibiliseren driemaal per jaar en gaan dan in gesprek met de buurtbewoners waar de gebruikers zich bevinden.”

 

 

politiek

De War on Drugs is het paradepaardje van burgemeester Bart De Wever. Sinds zijn aantreden weerklinken ronkende verklaringen in de pers over razzia's en penalisering van gebruikers. Het type hulpverlening dat Free Clinic biedt, vaart daar niet wel bij. Helderweert:De nultolerantie van cannabis die nu geldt zal niet helpen tegen verslaving. Die zal slechts minder zichtbaar zijn. Daardoor is het voor ons ook minder makkelijk om de gebruiker te bereiken. De hulpverlening moet mee evolueren met de tijd en maatschappij. Als methodiek wordt er nog te weinig ingezet op harm reduction. Die methodiek krijgt weinig geld. De drugshulpverlening moet zich continu bewijzen, de effectiviteit wordt non-stop onderzocht. "Er is geen drugsbeleid in België en dat maakt het juist zo moeilijk. Men zou moeten beginnen met het legaliseren van cannabis en van daaruit leren hoe je cocaïne en heroïne kunt toestaan, in een meer gecontroleerde omgeving. Dan heb je namelijk meer controle over wat er op de markt komt, net als bij tabak en alcohol," geeft Thery aan.

 

voorlichting

Jongeren hebben behoefte aan laagdrempeligheid, deze doelgroep heeft dus behoefte aan een andere aanspreekvorm. Helderweert: "Je kunt hier gewoon binnenlopen voor een gesprek. Met jonge mensen sms’en we bijvoorbeeld veel. De druk ligt dan minder hoog dan wanneer we ze bellen om te vragen hoe het gaat. Het probleem is meestal dat het drugsgebruik bij die groep vrij gewoon begint, bij het uitgaan. Dan grijpen zowel zijzelf als hun omgeving te laat in wanneer duidelijk is dat het buitensporig is geworden. Er zou nog meer voorlichting moeten worden gegeven op middelbare scholen. Zeker voor de klassen onder de vijftien jaar, omdat daar het drugsgebruik vaak al begint." Jongeren moeten zich vooraf goed laten informeren. Niet elke dosis van eenzelfde product levert hetzelfde resultaat op.” Thery geeft in zijn vrije tijd vaak preventielessen op scholen: “ik ben nu 50 jaar. Als ik vroeger wist wat ik nu weer dan zou ik nooit hebben gebruikt, zelfs geen tabak. Ik vind het heel belangrijk dat jongeren geïnformeerd worden over de gevaren van drugs. Wat ik wil meegeven is dat elke drug: tabak, alcohol en illegale drugs schadelijk zijn voor de gezondheid. Jong beginnen met drugsgebruik, brengt onherstelbare schade aan. Verder: test eerst een beetje om de kwaliteit en de sterkte van de drugs na te gaan. Als je hier op straat drugs koopt, dan weet je niet wat daar in zit.”

 

 

op stap met SPAT

De Spuitenpatrouille gaat twee keer per week op pad met een aantal vrijwilligers om zwerfspuiten op te ruimen. De vrijwilligersploeg die deze patrouilles uitvoert bestaat zowel uit buurtbewoners als uit (ex-)drugsgebruikers. Ik spreek af om mee te gaan op de vaste route. We gaan met Ivo Thery, naar de werkplaats Manus. Aldaar komen de vrijwilligers van de patrouille samen. Manus is een laagdrempelige werkplaats voor mensen die moeilijk op de arbeidsmarkt liggen en van een uitkering leven. Thery: “Wij hebben daar weinig mee te maken, behalve dat wij hier een plaatsje huren. We mogen hier gebruik maken van de lockers, kleedkamers en de refter. We vertrekken van hier, omdat het bij Park Spoor Noord ligt: de buurt met het meeste drugsgebruik.”

 

De vrijwilligers lopen er al rond en worden ervan op de hoogte gesteld dat we vandaag met ze meegaan. Thery maakt een praatje met ze en controleert of alles in orde is.
Thery: “Dag Claudio – dat is een van mijn gasten – dag maateke, ik kom direct naar boven.”
Claudio: “Ik ga eerst een joint smoren, zeg.”
Thery: “Dat gaat niet lukken, anders mag je teruggaan naar waar je vandaan komt.”

 

Claudio is een van de vaste patrouillemedewerkers die duidelijk onder invloed van een bepaald middel is. Thery overlegt met zijn collega en ze besluiten hem niet mee te nemen vandaag. Het is een te groot risico dat het dan gevaarlijk voor hem of anderen zal zijn. Claudio is daar allesbehalve blij mee, maar zijn tranen-tattoo maakt het sowieso vrij moeilijk om hem als blijmoedig mens te zien. Het is meteen duidelijk hoe belangrijk het is dat Thery standvastig is. Hij legt uit waarom vorming en begeleiding zo essentieel zijn: “ex-gebruikers komen de vorming volgen, maar haken soms toch af omdat ze zich realiseren dat het riskant voor hen kan zijn om met de scene geconfronteerd te worden.”

 

De patrouille trekt hun fluorescerende SPAT-jasjes aan, neemt hun containertje (om de spuiten in te doen) en de grijptang ter hand en trekt naar Park Spoor Noord. We zoeken naar doorzichtige spuiten met oranje dopjes. Er wordt vooral in bosjes en het hoge gras van het park gekeken. Vervolgens lopen we richting Schijnpoortweg. Hier en daar wordt al eens een spuit gevonden. In een rioolputje vinden we er meerdere. Het shockeert om deze zo in het openbaar aan te treffen, maar Thery wijst me erop dat de gebruikers altijd wel moeite doen om ze enigszins veilig weg te gooien. Ondertussen houdt hij in een notitieboekje bij hoeveel spuiten er worden gevonden en ook welke soort. Er worden namelijk ook wel spuiten gevonden die voor anabolen of insuline zijn gebruikt.

 

We lopen verder richting een loods waar het in de winter een drukte van belang schijnt te zijn. Er slapen dan veel daklozen en die laten zo hun sporen achter. Alle soorten sporen. Die sporen treffen we later zelf aan bij de watertorens in Noord, die worden omringd door een kleine grasheuvel. Thery: “In de tanks boven slapen ze regelmatig. Als ze drugs spuiten, dan proppen ze die naalden in de graskant hier. Maar zoals je ziet werkt dat spul nogal op je darmen.” En dat zien we zeker. Nog nergens werd het zo snel duidelijk dat door een drugsverslaving het leven erg snel marginaal kan worden. We stappen over de menselijke uitwerpselen heen en lopen verder. Zo komen we bij het verlaten station van Spoor Oost. Het oude stationskantoor is niet meer bemand, maar nog wel ingericht. Hier verblijven ook regelmatig daklozen, maar we vinden er geen spuiten.

 

Ten slotte lopen we naar de hoofdlocatie van Free Clinic. Daar kunnen gebruikers zich melden om onder andere schone materialen, dokterconsultatie, medicatie en advies te krijgen. Thery neemt ons nog even mee het metrostation in. Daar hangt tegenwoordig bij wijze van experiment ook een spuitcontainer. Gebruikte spuiten kunnen daar veilig in gedeponeerd worden. Van deze containers hangen er meerdere door de stad, daarmee worden er op efficiënte wijze duizenden spuiten per jaar opgevangen. Het blijkt dus te werken, alleen het stadsbestuur wil er niet aan. Het gebruik is er echter, dat zal niet verdwijnen. Hoe meer het verstopt moet zijn, hoe meer risico’s dat gebruik met zich meebrengt.