Blue Light Syndrome

Bij Monde van Du Mon
18/11/2012
🖋: 

Er zijn zo van die ongelooflijk ijverige studenten die net van een andere planeet lijken te zijn gekomen en een buitenaards gevoel voor time management hebben. De studentus voluntaris is een ras apart en door middel van buitengewoon slechte schaduwtechnieken, heb ik het op mezelf genomen om de natuurlijke habitat van deze soort in de schijnwerpers te werpen. Deze week ga ik mee met Jorne, vrijwillig ambulancier bij het Vlaamse Kruis in Zandhoven.

Ik ben op een koude zondagmiddag al twee keer voorbij de standplaats gereden voordat ik doorheb dat die zich – weliswaar half verdoken – pal tussen het containerpark en het BMX-terrein van Zandhoven bevindt. “Zijn onderweg van Malle. Terug over 20 min,” laat Jorne per SMS weten. Een container beplakt met het Vlaamse Kruis-logo staart me aan. Is dit een ziekenwagenstandplaats? Als Jorne, vijfdejaars geneeskundestudent, enkele minuten later met zijn partner Raf aankomt, verduidelijkt hij met een glimlach al mijn vragen. Jorne zelf richtte de standplaats vier jaar geleden mee op. “Dat was nodig omdat de ziekenwagens anders van een ziekenhuis zelf moeten komen, en die liggen vrij ver. Deze standplaats ligt met ongeveer twaalf à dertien kilometer van een ziekenhuis nogal centraal. We doen drie, misschien vier ritten per etmaal, dus je kan wel stellen dat er nood was aan de standplaats.”

 

Niemand weet dat wij vrijwilligers zijn

Jorne loodst me naar binnen in de ziekenwagendienst, een container die er vanbinnen ietwat huiselijk uitziet: er staat een sofa, TV, mini-keuken, tafel en twee aparte slaapkamertjes. Ik ben verward. “Ja, hier leven we als we niet onderweg zijn. We draaien shifts van twaalf uur, dus je hebt wel nood aan wat geriefelijkheid, zoals een keuken en slaapkamer.” Jorne blijft me gedurende ons gesprek voortdurend verrassen. Niet alleen richtte hij de dienst mee op, hij is de laatste jaren twee tot drie keer per week aan het werk. Dit jaar doet hij het wat rustiger aan omdat hij voor zijn studie al zoveel stage moet lopen in ziekenhuizen. “Je wist het misschien niet, maar ambulanciers in België zijn voor 95% vrijwilligers. De overheid verleent niet echt veel financiële steun aan ons. We krijgen 35 euro voor een shift van twaalf uur. Vergeleken met andere Europese landen, zoals Nederlands, is het ambulance-wezen in België erbarmelijk geregeld.”

 

Om ambulancier te worden hoef je tevens verrassend weinig te doen. Je moet een opleiding volgen, met een stage van veertig uur. Dat is ook niet altijd optimaal. Jorne en Raf zeggen dat ambulanciers in twee soorten kunnen worden opgedeeld. “Er zijn zij met wat wij het ‘Blue Light Syndrome’ noemen – dat zijn mensen die graag snel rijden en de zwaailichten opzetten - en dan zijn er de echte, begane ambulanciers.” Een speciale rijopleiding hoef je niet te volgen. Ook daarover heerst er verwarring in België: “Er is geen regulering als het op het verkeer aankomt. Er bestaan geen regels die de burgers moeten naleven buiten dan dat ze opzij moeten gaan voor de ziekenwagen. Waar naartoe is niet gespecificeerd. Dat zorgt regelmatig voor moeilijke situaties.”

 

Mensen zien sterven is goed voor me

In het kader van zijn studie is ambulancier zijn heel voordelig. Jorne is het immers al gewoon om met patiënten om te gaan in de meest benarde situaties. “Maar daaraan ben je eigenlijk heel snel gewend”. Ja, hij heeft al mensen zien sterven. Niet meteen een positieve ervaring, maar voor een dokter in wording moet zoiets wennen. Jorne kan het vrijwilligerswerk ook redelijk goed met zijn studies combineren. Op vrije momenten studeert hij in de ziekenwagendienst. Jammer vindt hij soms wel dat zijn hobby ook zijn job is. “Begrijp me niet verkeerd, ik doe het enorm graag. Maar soms zijn er ook mensen die om lullige redenen de ambulance bellen. Voor tandpijn bijvoorbeeld. Daar kunnen wij niets aan doen en toch moeten we er meteen heen. In België is het bij wet zo dat als men de ambulance belt, het per definitie wel een dringend geval zal zijn totdat het tegendeel is bewezen. In Nederland is dat weer anders geregeld en moet de ambulance niet meteen doorrijden na de melding.” “Ja, en dan is er ook dat oude vrouwtje dat ons soms opbelt gewoon om een babbeltje te doen; omdat ze verder niemand heeft,” voegt Raf toe.

 

Tijdens mijn bezoek krijgen Jorne en Raf geen oproep, en dat is, geloof ik, maar goed ook. Hoewel het een hele ervaring had geweest dat mee te maken, ga ik akkoord dat een ‘rondleiding’ in de ambulance ook al volstaat. Voor de gelegenheid geven Jorne en Raf toe aan het Blue Light Syndrome en zetten de zwaailichten op. Raf toont me de voetsirene. “Die druk ik altijd per ongeluk in. Ik ben niet echt gezegend met mijn grote voeten.” Mij blijft de goedlachsheid en passie van het paar bij. Als je in de buurt van Zandhoven woont, dan denk ik dat in hun ambulance terechtkomen zo nog het einde van de wereld niet is. Dus als je ziek gaat worden, doe dat dan maar in de Voorkempen, daar zitten nog ambulanciers met passie én de juiste kennis.

 

Ook geïnteresseerd om je in te zetten voor een of andere barmhartige VZW? De website vrijwilligerswerk.be vind je alle vacatures die Samaritaanse studenten nodig hebben om hun goede bedoelingen in daden om te zetten.