De onderste steen boven

Archeologie in Antwerpen
18/10/2007

Zand, keien, wat zwerfafval en een leegte temidden van gebouwen is het eerste dat opvalt in de Bogaardestraat, een zijstraat van de Kammenstraat. De hekken die de leegte omringen nodigen ook niet uit om verder te kijken. En toch, voor de oplettende voorbijganger kan er zowaar een andere wereld open gaan. Een wereld van het verleden, want het gaat hier om een archeologische opgraving in het centrum van Antwerpen.

Het zal de duiven van de Bogaardestraat niet uit hun slaap houden, maar archeologen kunnen hun geluk niet op. Zij hebben immers de restanten van een huizenblok uit de zestiende eeuw kunnen blootleggen. De huizen werden eerder al afgebroken, maar de kelders ervan bleven bestaan en laten vandaag een doolhof van muren zien: rode bakstenen en zand bepalen het kleurbeeld. In één van de vroegere kelders (nu een rechthoekige ruimte zonder dak) is echter een witte betonnen muur te zien. Vreemd, want de mensen uit de zestiende eeuw kenden geen beton zoals dat nu gebruikt wordt. Ze konden mortel maken, een voorloper van het tegenwoordige beton, maar dat ziet er niet hetzelfde uit. Het blijkt hier toch te gaan om modern beton, aangebracht in de twintigste eeuw op de ongeveer vierhondervijftig jaar oude muur. De kelders zijn wel in de zestiende eeuw gebouwd, maar hebben tot in de jaren 1970 dienst gedaan als opslagruimte. Moderne bewoners van de huizen boven de kelders hebben ermee gedaan wat ze wilden, bijvoorbeeld een laagje beton ertegen gezet.

 

Op de opgravingssite zijn verschillende putten te zien. In één daarvan vonden archeologen botten van een konijn, een vogel en visgraten. Dat wijst erop dat het in vroegere tijden waarschijnlijk een afvalput is geweest. Een andere plaats diende volgens de archeologen als beerput. Het is niet zo’n fris verhaal, maar wel interessant: door de inhoud van de oude beerput te onderzoeken kunnen deskundigen meer te weten komen over de eetgewoontes van de inwoners uit vorige eeuwen.

 

Naast een huizenblok is er ook een pottenbakkerij geweest, denkt de afdeling archeologie van Antwerpen. Die zou gesitueerd zijn in de Schoytestraat, die haaks ligt op de Bogaardestraat. In de zestiende eeuw trok de bloei van Antwerpen ambachtslieden aan en ontstond de productie van majolica, een soort luxe aardewerk. Deze kunstvorm komt oorspronkelijk uit de landen rond de Middellandse Zee en is te herkennen aan het gebruik van veel verschillende kleuren.

 

Op een andere plaats in het centrum zijn ook restanten van vroeger leven gevonden. Zo kwamen er overblijfselen van een minderbroederklooster aan het licht naast de Academie voor Schone Kunsten in de Mutsaardstraat. Een rechthoekige site van ongeveer tien bij vijftien meter vol aarde spreekt niet direct tot de verbeelding; een graafmachine, veel lawaai en een handvol werkmannen wekken de indruk van een gewone bouwwerf. Niets is minder waar: archeologen stuitten hier op drinkbekers en glasscherven uit de zestiende eeuw en op oude muren van een vijftiende-eeuws klooster.

 

Een paar straten verder op het Falconplein en in de Falconrui – waarschijnlijk de oudste van de drie genoemde sites – zijn deze zomer ook vondsten gedaan. Onder het nog bijna stroperige asfalt en de nieuwe kasseien op het Falconplein bevinden zich funderingen en muren van een nonnenklooster. Dit liet de edelman Falco de Lampagne bouwen in de veertiende eeuw. Onderzoekers haalden hier onder andere sieraden, een haarspeld, glaswerk, drinkbekers, een raamkozijn met glas in lood en een beeldje van een madonna met kind boven. Opletten bij de volgende bouwwerf is dus de boodschap!