De Vrijdagmarkt

Nostalgie en Brocanterie
25/11/2005
🖋: 

Sommige markten zijn meer dan een in dambordmotief geordend geheel van aftandse kraampjes. Sommige markten hebben een ziel, stralen iets uit, slingeren je heen en weer tussen heden en verleden, binnen- en buitenland. Van zodra je voet gezet hebt op zo'n markt wint je nieuwsgierigheid het al gauw van je terughoudendheid. Je voelt je ontdekkingsreiziger in eigen Stad.

Het voorbeeld par exellence van zo'n bezielde markt is de Vrijdagmarkt. Sinds god weet wanneer wordt daar elke vrijdag een markt gehouden waar je allerlei tweedehandse spullen kan kopen. Van in beslag genomen inboedels over retromeubilair tot felgekleurde fietsen waarvan de remkabels op krakkemikkige wijze met appelsienstickertjes tegen het kader bevestigd zijn: voor ieder wat wils. Een afgewassen hemdje van wijlen uwen bompa? Vergeelde boeken die nog naar de vorige eigenaar ruiken? Drie euro voor een doos badsloefen? Niet twijfelen zou ik zo zeggen. “De Vrijdagse mart sta voeral bekend voer vlo's, meubilair en roemmel natuurlijk” waagt Fons ons te vertellen. “Het durft wel al is veur te valle da mense ier unnen eige vlo terugkope. Oemda dien een week teveure gestolen is of zo. Der é ier nen tijd een serieus traffiekske aan de gang gewest. Dan ware der gaste die 's morges den tram ieveranst nor toe pakte, ne vlo pikte en dien ier tege de middag verkochte. Mor dien tijd is voerbij.”

 

Wat de Vrijdagmarkt echter tot een heuse attractie maakt, is de manier waarop de waar aan de man gebracht wordt. Net als op een veiling vormt een zogenaamde roeper de schakel tussen publiek en de te koop aangeboden brocanterie. Alvorens het bieden van start kan gaan, dreunt de anders best wel mondige brulboei van dienst volgende stelregel op verveelde wijze af: “Alles wordt verkocht in de staat waarin het verkeert, zonder reclamaties achteraf. Da betekent dus geen gezever.” De startprijs van de meeste stukken bedraagt een luttele euro en kan enkel oplopen indien meerdere geïnteresseerden hardnekkig tegen elkaar op blijven bieden. Het hoort er allemaal bij, gratis en voor niets: die verbeten blikken, het zwaaien met meerdere flappen van vijf euro, het gejammer en binnensmonds gevloek om een gemist artikel waar iemand anders lang geleden reeds voor bedankte.

 

En dan ineens gebeurt het: terwijl heel het marktgebeuren zich voor mijn ogen afspeelt, wordt ik met een gigantische kracht naar een ander tijdsvak gezogen. Het lijkt alsof den Duits elke moment kan binnenvallen en Sipke Castelein juist de Elfstedentocht gewonnen heeft. Ik ontmoet Pros De Groote, in een vorig leven nog schrik der zeven zeeën, nu echter gepensioneerd en gepassioneerd bezig met kunst. Hij vertelt mij over zijn verre reizen, dat hij in Argentinië de tango leerde dansen, in Afrika gouden beeldjes uit de grond tevoorschijn toverde, dat hij er bij was toen de Colombiaanse presidentskandidate Ingrid Betancourt ontvoerd werd door de Farcs, en dat als ik een beetje geld op zak zou hebben ik best dit – uitgestrekte wijsvinger – schilderij zou kopen. Wanneer ik mij wederom in het heden bevind, lijkt het allemaal nogal absurd. Toch geef ik hem het voordeel van de twijfel: zelfs Hugo Matthysen kan niet zo gestructureerd uit zijn nek zwammen.

 

De Vrijdagmarkt is nostalgie. Nostalgie naar een tijdperk dat je zelf niet meegemaakt heb. 't Is een soort van onbestemde weltschmerz die je plotsklaps overvalt. Met een overgrote meerderheid van zestigplussers per vierkante meter kan dat misschien ook moeilijk anders. Het is de volksheid, het tegen beter weten in vastklampen aan het traditionele dat het hem doet. Toch is niet alles altijd wat het lijkt. De vrijdagse mart blijkt in handen te zijn van twee firma's, alles wat binnen en buiten gaat wordt zorgvuldig geregistreerd, Meneer De Deurwaarder kijkt alwetend toe. Politie zorgt ervoor dat dik ingeduffelde, doch verkleumde vrouwtjes zonder leurderskaart, wiens waar in een hoekje uitgestald staat, bleek uitslaan, maar onderneemt echter niets. “Da noem kik gen criminaliteit, meneer. Dan vraag kik mij af: moete wij ons dáár echt me bezig houwe? Néje, ik zal erveur zorge da al d'otto's al rond de zevene vant plein zen. Da is mijn taak.”

 

De volgende keer dat uw fiets op onrechtmatige wijze van eigenaar verandert, twijfel dan niet, stap richting Nationalestraat en vraag daar naar de Vrijdagmarkt. Je vindt er wellicht het krel van je dromen. Maar pas op! De vrijdagse vendeurs zijn als geslepen sales managers: de kans dat je met een halve huiskamer terug huiswaarts keert is niet onbestaand...