Fuck you Bin Laden?

Een vervormd, gemanipuleerd, partijdig en versimpeld interview met Midden-Oostenkenner Joris Luyendijk
07/03/2008
đź–‹: 

Zijn antwoorden horen normaal gezien niet langer dan vijfenveertig seconden te duren. Dat is de schuld van het Nederlandse journaal. Daarin moest Joris Luyendijk verslag doen als correspondent, live uit Jeruzalem of Beiroet. Maar niet langer dan vijfenveertig seconden. Dan was het tijd voor het volgende nieuwsbericht.

Zonde eigenlijk, want Luyendijk heeft heel wat meer te vertellen dan wat er in driekwart minuut past, hoe snel hij ook praat. Als doctor in de religieuze antropologie en voormalig Midden-Oostenverslaggever van het NRC Handelsblad, de Volkskrant en de publieke omroep is hij uitstekend geplaatst om mensen de Arabische wereld beter te doen begrijpen. Hij legt er zich zelfs op toe. Zo publiceerde hij onder meer 'Een goed man slaat soms zijn vrouw' en recentelijk ook 'Het zijn net mensen'. In deze boeken beschrijft hij de verhouding tussen de westerse wereld en het Midden-Oosten. Meteen voorziet hij ook de rol van de media van nadere commentaar.

 

Een journalist die een boek schrijft over het falen van de media, u hebt ongetwijfeld al enkele boze collega’s tegenover u gekregen.

Joris Luyendijk Er kwam veel domme kritiek. In 'Het zijn net mensen' stel ik dat de journalistiek een fundamenteel probleem heeft. Journalisten weten niet wat de waarheid is. Het beeld van de wereld dat in de media geschetst wordt is vervormd, gemanipuleerd, partijdig en versimpeld. Dan mag je als journalist niet doen alsof je de absolute waarheid brengt. Mijn stellingname was blijkbaar moeilijk verteerbaar voor veel journalisten. Dan kreeg ik te horen: ben je niet gewoon een slechte journalist? Ben je niet gewoon lui? Ben je niet gewoon dom? Dat ben ik allemaal wel, maar dat maakt niet uit. De journalistiek kampt met een probleem, en dat heeft zijn weerslag op de maatschappij.

 

Wat bedoelt u met die weerslag op de maatschappij?

Luyendijk Sinds 11 september 2001 krijg je, nu al zeven jaar lang, hoofdzakelijk een beeld van enge moslims met boze baarden in de media, naast natuurlijk een hoop politiek correct gesus. In Nederland heb je politici als Geert Wilders die dingen zeggen als “alle moslims zijn eng”. Combineer dat met het beeld dat de media ophangen: wat denk je dat er dan gaat gebeuren? Mensen geloven dat. De media zijn echt veel belangrijker geworden dan vroeger. Ze doen nu veel meer dan commentaar geven op het wereldbeeld, ze vórmen het wereldbeeld. Maar hoe vaak ik dat ook heb proberen uit te leggen, oudere journalisten kunnen zich niet in mijn verhaal vinden.

 

U bent een stielbederver.

Luyendijk Sommige collega’s weigeren gewoon met me te praten. Gisteren was er op jullie nationale omroep nog een mannetje – hij draagt altijd een vlinderdas op tv – dat ontzettend kwaad op me werd…

 

Siegfried Bracke?

Luyendijk Juist. Hij verweet me te pessimistisch te zijn. Maar ik merk gewoon dat er een ontevredenheid bestaat waar de huidige media volledig naast kijken. Journalisten maken de krant die ze zelf willen, en hopen daar een lezerspubliek voor te vinden. Maar lezers hebben nu niet meer zoveel trek in dat nieuws, wat ook voor het nieuws op televisie geldt. Dat wordt nu heel anders geconsumeerd dan vroeger. Als ik het tv-journaal bekijk, heb ik echt geen behoefte meer aan een item van tweeënhalve minuut over een vrouw in Gaza die het moeilijk heeft. Dan filmen ze dat vrouwtje in haar armoedig huisje en hoor je de voice-over vertellen wat er allemaal mis is. Dat weet ik al wel. Het is zo toegespitst op de vijfenvijftigplusgeneratie: alles is saaier dan saai, hoe erg ook. Dat zou ik eigenlijk allemaal anders willen. Belangrijk is evenwel dat de media blijven streven naar een zekere mate van objectiviteit. Ik geef toe: mijn beeld van het Midden-Oosten is ook gefilterd. Het blijft mijn waarheid, een versie van de waarheid. Ik zou graag eens een objectief artikel lezen. Maar wat bepaalt dat een artikel objectief is? Noem het maar.

 

Voor enige uitdaging moest ik naar het Midden-Oosten om me daar te laten opblazen.

 

Zelfs de woordkeuze vertekent het nieuws.

Luyendijk Inderdaad. Hanteer je als journalist de term “bezette” of de term “betwiste” gebieden? Dat is echt een wereld van verschil. Nog een actueel voorbeeld: zeg je “milieuverontreiniging”, “broeikaseffect” of “klimaatverandering”? Dat laatste klinkt als een handelbaar proces, terwijl bij een term als "broeikaseffect" het meteen alle hens aan dek is. Als het warm wordt in een broeikas, dan wil je daar niet in zitten. Het was een briljante actie van de industrie om die term "klimaatverandering" te introduceren.

 

Gniffelende Nederlanders

Is uw pleidooi voor een nieuwe vorm van journalistiek die voorbij gaat aan de onmogelijkheid de wereld te kennen het product van zes jaar correspondentschap in het Midden-Oosten?

Luyendijk Stel je voor: een bomaanslag in het Midden-Oosten. Dan moet je als correspondent het volgende voorbereiden: hoeveel doden, hoeveel gewonden, waar, hoe laat, wie is verantwoordelijk, wanneer, enzovoort. Vaak had ik gewoon zin om iets totaal anders te vertellen. Bijvoorbeeld wat er gebeurt als er een aanslag wordt gepleegd en je zit op restaurant. Je hoort dan vrijwel gelijktijdig alle gsm’s afgaan. Families controleren zo of iedereen oké is. Op dat moment weet je dat er een aanslag gepleegd is. Het is een detail, maar zoiets maakt een verhaal wel boeiender. De media waarvoor ik gewerkt heb, waren bang die interessante dingen te vertellen.

 

Welke vertekening vond u schrijnend?

Luyendijk Toen ik in Koeweit was, sprak ik er met liberalen die voor democratie waren. Die geloofden niet dat Amerikanen in Irak democratie gingen brengen. Niet moeilijk ook: overal ter wereld steunt Amerika de ergste dictaturen. Maar die stem hoorde je nauwelijks. Eigenlijk zijn de moslims in Irak totaal in de hoek gezet omdat ze niet wisten waar het Westen mee bezig was en is.

 

En zo gaan beschavingen botsen.

Luyendijk Eigenlijk hanteren we het Westen als een soort van bril waardoor we de rest van de wereld bekijken. Maar Rusland is geen ander soort België of Nederland, en China blijkt zich uitstekend te ontwikkelen zonder een democratie. We snappen dus gewoon de wereld niet meer. Zeker voor Nederland is dat pijnlijk. Tien jaar geleden was dat nog zo’n links politiek correct gidsland. Toen kon er nog gegniffeld worden met de Belgen die opgescheept zaten met het Vlaams Blok. En nu zit er in het parlement gewoon een van de meest rabiate moslimhaters van het hele westen: Geert Wilders. Neem de proef eens op de som en vervang de term "moslims" door "joden" in zijn teksten. Dat levert een bevreemdend resultaat op, hoor.

 

Aap uit de grot

Problematiseert de verhouding tussen de westerse waarden en de moslimwereld?

Luyendijk Voor 9/11 was er hier een absolute desinteresse voor de islam. Na de aanslagen sloeg dat om in angst. Mensen dachten altijd: die moslims worden wel zoals wij westerlingen als ze hier komen wonen. Maar na 9/11 werden moslims plots hartstikke eng. Toen is er een heel moeizame discussie op gang gekomen. In Nederland wordt die discussie op het scherp van de snee gevoerd. Vaak zijn dat keiharde confrontaties: mensen worden afgezeken, "geitenneuker" genoemd en gedwongen hun paspoort af te geven. Iemand als Wilders beweert eigenlijk dat de islam gewoon niet samengaat met het Westen. Feitelijk zegt hij: ze moeten eruit. En dan komen de linksen en die zeggen: er is geen probleem, als we maar gewoon ophouden met schelden. Die vrouwenbesnijdenis, die homohaat, dat antisemitisme, dat gestoorde idee van de eerwraak, dat gaat allemaal vanzelf wel weg. Die twee groepen, eigenlijk extremen, domineren het debat.

 

9/11 is volgens u wel een duidelijk omslagpunt geweest.

Luyendijk Mochten er na de aanslagen miljoenen moslims op straat zijn gekomen met de boodschap “fuck you, Bin Laden”, dan zou er nu een heel andere dynamiek zijn. Dan zouden we het net vervelend voor de moslims vinden dat ze die aap daar in die grot hebben. Maar de moslims kwamen niet op straat. Meer zelfs, toen bleek een deel van de kapers in Europa te wonen. Nou, dan vraag je je af: waar staan die moslims nu eigenlijk? Dat is bijzonder boeiend voor een journalist.

 

Mensen worden afgezeken, geitenneuker genoemd en gedwongen hun paspoort af te geven.

 

Hoezo?

Luyendijk Als journalist zou ik graag die religie eens vanuit een heel nieuwe invalshoek bekijken, niet steeds focussen op de problemen die de verschillen tussen het christendom en de islam met zich meebrengen. Er gaat een enorme dynamiek uit van de islam. Ze hebben echt nog de wereld te winnen. Die studenten kunnen zo gedreven zijn en over wilskracht beschikken. Ik kom bijvoorbeeld uit een middenklassemilieu. Materieel had ik alles al. Voor enige uitdaging moest ik naar het Midden-Oosten om me daar te laten opblazen. In ieder geval, de koloniale benadering die we nu hanteren – het Westen beweegt terwijl de islam stil staat – lijkt me niet geheel terecht.

 

Ondertussen bent u gestopt als correspondent.

Luyendijk Ik zat vaak gewoon de persbureaus wat na te praten. En die visten er vaak ook maar wat naar. Sommige delen van de werkelijkheid zijn structureel ambigu. Je kunt gewoon niet weten wat er allemaal in Afghanistan aan de hand is. Maar het wordt wel van je verwacht. In een dictatuur weet je ook niet wat er precies speelt. Als je bijvoorbeeld tv-beelden ziet van een begrafenis in Damascus, dan staat er meestal een hele mensenmassa te rouwen bij de dood van een of ander politiek figuur. Dat geeft indrukwekkende tv-beelden. Wat niemand weet is dat die aanwezigheid verplicht was. Bij deze ook mijn advies: wees even kritisch over CNN-beelden als over politici.

 

Disclaimer: de Luyendijkproblemen

Joris Luyendijk ziet vijf problemen waaraan iedere journalist zich bezondigt.

 

  • Onderwerpkeuze: dwars laat iemand aan het woord met een heel specifieke visie op het gebied van journalistiek en het Midden-Oosten. Veel van zijn vakgenoten zijn het echter niet met hem eens. Een gesprek met Siegfried Bracke zou vermoedelijk een heel andere teneur hebben.
  • Vervormd: het interview met Luyendijk was eigenlijk meer een pleit voor narratieve journalistiek. Dat komt hier echter niet expliciet naar voren. Het lezerspubliek van dwars bestaat uit studenten en personeelsleden van de UA. Met dat in het achterhoofd werd vrijwel alles over narratieve journalistiek geschrapt.
  • Gemanipuleerd: een interview is geen feitelijke weergave van het gesprek. Bijvoorbeeld: de inleiding over de antwoorden van Luyendijk die maximaal vijfenveertig seconden bedragen, dat heeft Luyendijk op een lezing verteld, niet aan dwars.
  • Partijdig: dwars had Luyendijk ook op een kritisch interview kunnen trakteren, en een heleboel moeilijke vragen kunnen stellen. De keuze om dat niet te doen is gebaseerd op het feit dat dwars vindt dat Luyendijk de kans moet krijgen zijn verhaal te vertellen.
  • Versimpeld: een gesprek van vijftig minuten zou een verhaal van een twaalftal pagina’s opleveren. Er is heel wat geschrapt en stukken antwoord zijn samengevoegd. Bovendien zijn een aantal formuleringen van Luyendijk aangepast, al was het maar om het begrijpelijk te houden.

 

Benieuwd in welke mate dit artikel worstelt met de door Luyendijk gesignaleerde problemen? Mail naar dwars@ua.ac.be en we bezorgen u het volledige, letterlijk uitgeschreven interview met Joris Luyendijk.