Jempie Vermeulen

de Antwerpenaar
19/10/2014
🖋: 

In de rubriek ‘de Antwerpenaar’ laten we je kennismaken met een Antwerpenaar die inspireert, intrigeert of amuseert. Iemand met een interessante visie en een hart dat klopt voor ’t Stad. In de kelder van boekhandel De Groene Waterman wordt het boek Engelen van Venetië van Noëlla Elpers gepresenteerd, een historische roman over twee broers in Venetië waarvan er één blind is. Jempie Vermeulen, rasechte Antwerpenaar en tevens stadsgids, musicus en theatermaker, geeft een glansrijk optreden en toont zich een veelzijdig man: hij speelt gitaar en accordeon, zingt twee prachtige songs en draagt voor uit het boek. Musiceren, gidsen en optreden: hoewel Jempie blind is, is hij van alle markten thuis. Hoe hij blind voorleest? Jempie heeft, weggestopt onder zijn lange haren, oortjes in en spreekt de zinnen na. “Soms,” fluistert hij me na het optreden in, “pak ik er zelfs een boek bij en doe ik alsof ik lees. Ik ben natuurlijk theatermaker, hè!”

Jempie kreeg een hersentumor toen hij twee jaar oud was en verloor daardoor zijn zichtvermogen volledig. Herinneringen aan zijn visuele leven heeft hij niet. Hij mist ze evenmin. “Ik ben stadsgids, muzikant en theatermaker. Het blind-zijn heeft me niet zozeer beperkt, maar juist extra gemotiveerd, denk ik. Als je je beperking accepteert, kun je er iets positiefs van maken. Als je niet meteen in de normale circuits terecht kan, zoek je zelf alternatieven. Je ontdekt waar je heel graag mee bezig bent en gaat daar volledig voor. Je hebt een kleine uitkering en dat is fantastisch: je kunt werken aan de zaken waar je echt mee bezig wil zijn. Maar het zou natuurlijk nog fijner zijn wanneer mensen als ik ook in normale circuits, qua studie en opleiding, eerlijke kansen kregen.”

 

“Ik ben na een aantal omzwervingen in Antwerpen gekomen. Behalve Brussel vind ik Antwerpen eigenlijk de enige stad in België. Het heeft iets kosmopolitisch. Ik leerde de stad als kind kennen, toen de haven nog veel dichter bij de stad lag. Bij het Zuiderterras lagen toen nog de ‘Kongo-boten’, schepen die naar Congo vertrokken. Destijds stonden er vele mensen langs de kaaien te wuiven naar de vertrekkers. Er waren ook allerlei kranen en er werden boten gelost. Er was veel meer activiteit dan nu, de haven ligt tegenwoordig veel meer buiten de stad. Desondanks heeft Antwerpen zijn charme behouden. De stad bestaat voor mij uit puzzelstukjes. Ik ken delen van Antwerpen uit mijn hoofd, een aantal blokken van straten, maar soms mis ik de link. In een bepaald straatje mis ik dan de mogelijkheid om twee stukken aan elkaar te verbinden. Dan kom je bijvoorbeeld met de tram ergens terecht waar je met een andere tram net elders afstapt. Ik heb een keer gehad dat ik ’s nachts mijn huis niet terugvond terwijl ik vlakbij was, omdat ik het verbindingsstukje van de puzzel niet kende. Maar ik ga liever de straat op, neem risico’s en knal inderdaad eens ergens tegenaan, dan dat ik achter moeders gebreide broek moet blijven zitten.”

 

 

“Het gehoor is mijn belangrijkste zintuig. Door echotechnieken schat ik in hoe hoog gebouwen en hoe ver weg de obstakels op mijn pad zijn. Horen is cruciaal en muziek maken is voor mij het summum. Het is kosmopolitisch. Ik houd van het gesproken woord en van acteren, maar muziek overstijgt die twee, het is een veel universelere taal. Je kunt van welk land of welke taalgroep dan ook afkomstig zijn, muziek overstijgt de taalbarrières: met iemand van wie je geen woord verstaat, kun je toch samen een instrument pakken en beginnen communiceren. Dat is wat mij het meest uitdaagt in de muziek.”

 

Jempie neemt een flinke trek van zijn sigaar. Zijn gezicht is doorploegd met rimpels en zijn ogen gaan schuil achter een grote Fear and Loathing in Las Vegas-waardige, oranje pilotenbril. “Je kan de stad op een andere manier ervaren dan door er enkel naar te kijken. Dat is ook wat ik bezoekers als stadsgids onder andere wil meegeven: mijn bedoeling is om mensen letterlijk met andere ogen te laten kijken: niet vanuit ‘wat zie ik’, maar vanuit ‘wat ervaar ik’? Hoe komt de stad op mij over? Ik confronteer mensen in de trip hoe het is om niet te zien. In het tweede deel neem ik ze mee langs bijzondere huizen en plekken waar ikzelf beroepsmatig binding mee heb, waar ik nog gezongen heb en waar ik straatmuzikant geweest ben bijvoorbeeld. De mooiste plekken die ik aandoe zijn privé, waar ik toegang krijg van bewoners. Hier iets verderop in de Wolstraat bijvoorbeeld is een klein steegje, een groene deur, als je het niet weet zou het je niet opvallen. Als je door de poort gaat, kom je in het steegje naar de bontwerkersplaats, een kleine leefgemeenschap; de plek is fantastisch mooi om te ervaren.”

 

Jempie neemt een met sigarenrook gevulde adempauze. “Je ervaart de stad anders als blind zijnde, en meer algemeen ook de wereld en haar mensen. Of iemand compleet fout of juist heel netjes aangekleed is, of diegene met de fiets of met de Mercedes aankwam, speelt allemaal geen rol. Dat is positief: je bent veel minder belast met vooroordelen omdat je de mensen niet waarneemt. Je wordt vaak blij verrast, want je hoeft veel drempels niet over. Je bent geïnteresseerd in de inhoud van iemand. Het is niet op basis van uiterlijke zaken dat je mensen benadert, het is je te doen om wat ze te zeggen hebben.”