Kievit, qui-vive

Stadsontwikkelingsproblemen rond het Kievitplein
27/10/2006
🖋: 

Toen eind jaren ’90 de komst van de HST naar Antwerpen een feit werd, schreef de NMBS een wedstrijd uit. De verloederde buurt achter het station zou door de nakende verbinding met Amsterdam en Parijs immers structurele veranderingen ondergaan. Het Rotterdamse architectenbureau MVRDV won de wedstrijd met een plan dat de Kievitbuurt tot een aangename plek zou omtoveren. Met codewoorden als doorwaadbaarheid en publieke ruimte kon dat ook moeilijk anders. Maar toen liep het mis...

Door een slinkend personeelsbestand besloot telecomgigant Alcatel Bell de gebouwen op het Francis Wellensplein, waarvan zij de eigenaar was, te verlaten. Een kosten-baten analyse had uitgewezen dat in deze postmoderne tijden van flexibiliteit, thuiswerk en permanente crisis het huren van kantoren voordeliger was dan deze zelf in bezit te hebben. Alcatel keek uit naar een andere plek om zich te vestigen en dacht daarbij zelfs naar Mechelen te trekken. Toen het stadsbestuur dit te weten kwam, werd er aan de noodrem getrokken. Een multinational die de stad verlaat is immers niet echt wat men een mooi economisch visitekaartje noemt. Nu wil het toeval dat achter het station Antwerpen Centraal een groot braakliggend terrein als het ware wachtte om volgebouwd te worden: het Kievitplein. De Stad, eerst gebruik makend van haar recht op voorkoop, trok zich terug en projectontwikkelaar Robelco kocht zich in. Met het winnende plan van architectenbureau MVRDV werd losjes omgesprongen en naar de hemel reikende kantoren schoten als paddenstoelen uit de grond, met als resultaat dat het Kievitplein alles werd behalve een plein. Weg open ruimte, weg plein, weg mooie vooruitzichten. Maar: welkom Alcatel.

 

De Ploeg

Intussen was uit het puin van het Kievitplein een groep mondige en gemotiveerde buurtbewoners opgestaan die, het principe 'met heel Antwerpen, maar niet met ons' huldigend, verzet aantekenden tegen de dwaze plannen van Robelco en een door de VISA-affaire verlamd stadsbestuur. Buurtcomités uit de omgeving verzamelden zich onder de gemeenschappelijke noemer De Ploeg (www.antwerpencentraal.be/kievit) en de barricades werden beklommen. Dankzij een uitstekende dossierkennis, een tomeloze inzet en meerdere succesvolle schreeuwen om aandacht bekwam De Ploeg dat de plannen voor de gebouwen op het plein hertekend werden en het aanzicht meer gediversifieerd werd. Eind goed al goed? Niet echt: momenteel worden drie zones langs het spoor (B, C en D) onder handen genomen. En ook dit verloopt niet zonder de nodige troubles. Het stadsbestuur, in het besef dat de Vlaamse Overheid de buurt tekort gedaan had, mengde zich in de debatten en beloofde de buurt meer publieke ruimte, onder andere in de vorm van een park. “Maar het park zou een eerder beperkte oppervlakte hebben. Bovendien zou het ook moeilijk toegankelijk en weinig aantrekkelijk zijn omwille van de ligging bovenop de spoorwegberm. Daarom zal waarschijnlijk gekozen worden voor een andere invulling van de publieke ruimte”, dixit Katrien Raeymaekers, projectleider van het wervend programma Kievitbuurt van de stad Antwerpen. Voor de buurt heeft het park echter een symbolische waarde gekregen. Nu blijkt dat het park naar alle waarschijnlijkheid vervangen zal worden door andere stukjes publieke ruimte, stoot dit op protest van de buurtbewoners.

 

Zone B

De eigenaars van zone B, zijnde VVKSM Scouting (die naar verluidt hun bureaus zelf in elkaar gesjord hebben), een gemeenschap van chassidische joden (strak in het pak), een paar particulieren (waar blijft die onteigeningsbrief?) en ’t Stad (hallo, met Patrick), hebben in dit dossier allemaal hun eigen minimale eisen, wat de buurtbevorderlijke ontwikkeling er niet eenvoudiger op maakt. Zo mogen de chassidische joden omwille van geloofsredenen niet wonen in gebouwen met meer dan vier verdiepingen en geldt er wat de schoolplicht betreft een strikte scheiding van de seksen. Dat breed uitgezakte en plaats-opslorpende laagbouw voor hen de uitverkoren optie is, lijkt niet meer dan logisch. De scouts, zo deelt administratief directeur Jan Devliegher ons mee, wil graag haar commercieel interessante eerstelijnspositie ten opzichte van het plein behouden. Zij zijn bereid mee te werken aan een leefbare buurt, maar willen zich daarbij om begrijpelijke redenen niet financieel monddood maken. Belangrijk detail: afgevaardigden van de buurt zijn niet welkom op onderhandelingen tussen deze eigenaars, en kunnen aldus niet op een directe wijze bijdragen aan de toekomstige inrichting van hun eigen buurt. “Zelf ben ik vragende partij wat hun aanwezigheid betreft,” stelt Devliegher “maar de bedrijven zouden het moeilijk hebben om meer kantoorruimte te eisen als er buurtbewoners mee aan tafel zaten.”

 

Een ander heikel punt in dit hele dossier betreft de toekomst van klooster en kerk in de Provinciestraat. Eens verlaten door de dominicanen werd dit complex met de sloophamer bedreigd. Krakers en buurtbewoners konden de religieuze orde er echter van overtuigen het hele zaakje te verkopen aan de Provincie Antwerpen. Maar ook hier knelt een serieuze klomp. De Provincie is immers nog altijd niet officieel eigenaar van het kloostercomplex. Ondertussen bleef de buurt echter niet bij de pakken zitten: toen de sloop van dit oord van stilte en gebed definitief uitgesteld leek, organiseerden de buurtcomités een feest met dans, muziek en film. Daarmee gaven zij meteen de richting aan waar men met kerk en klooster naar toe wil. Momenteel herbergt de kerk niet enkel een buurtcafé, maar vormt zij ook de thuishaven voor enkele sociale organisaties en wordt er elke donderdag, zo rond de klok van zevenen, een film vertoond.

 

Boudewijn Magnus III

Dus trokken wij, gewapend met pen en fotocamera, op een zekere donderdagavond richting Provinciestraat. Niet veel later en onder begeleiding van een brandende aansteker hoorden we onze eigenste voetstappen weergalmen in een pikdonkere kerk. Iets voor ons uit struint Boudewijn Magnus, zwetend en onregelmatig ademhalend, die met een uitgekiende voetbeweging één van de schaarse staanlampen aanschakelt. En er was licht. Magnus, licentiaat Kinesitherapie, maar naar eigen zeggen tevens crisismanager, seksuoloog (cursus te Nederland – waar je je date op de eerste avond in bed moet krijgen – met glans doorworsteld) en leefloner ziet de dingen groots. Nu er problemen opduiken met de aankoop van de kerk heeft hij een even simpel als geniaal idee. “Waarom zouden we met de buurt de kerk niet zelf opkopen? Ik ben van plan om de paters een blanco cheque te geven. Volgens mij gaan ze één symbolische euro vragen. Ik speel in op hun devote gedachten, hé. Zij willen toch ook niet dat een huis van God omvergeworpen wordt om er verderfelijke kantoorblokken neer te planten? Ik wil van deze kerk een ontmoetingscentrum maken waar alle mensen welkom zijn. Christenen, islamieten... Als ik hen overeen kan doen komen, dan heb ik de helft van alle wereldproblemen opgelost. Niet waar?” Zijn blik dwaalt af naar Amir, net binnengekomen, aandachtig luisterend en doodleuk ‘nee’ schuddend. Magnus weidt daarna nog uit over meditatiemarathons en tangolessen, legt zijn hoofd eventjes te rusten op mijn schouder en verklaart zijn niet al te gunstige positie in buurtcomité Het Kievitsnest. “Het grote probleem is dat iedereen hier denkt dat wij klein zijn, onmachtig. Neen, zeg ik, ik ga uit van onze eigen kracht. Dat kunnen de anderen niet verkroppen,” aldus een verontwaardigde Magnus.

 

Het Kievitplein, evenveel plein als de Sint-Jacobsmarkt markt, is het verhaal van een buurt die niet meer met zich laat sollen en die met krachtdadige stem het woord durft nemen wanneer zij denkt dat haar onrecht wordt aangedaan. En ook al lijkt het alsof ze te kampen heeft met organisaties buiten categorie, uit niets blijkt dat zij daarvoor zal wijken.