survival of the quickest: inside the factory

publicatiedruk aan UAntwerpen
22/03/2014

“Helft academische papers wordt door niet meer dan drie mensen gelezen," kopt De Morgen op 19 maart. Dat is alarmerend. Dat is frustrerend voor de hardwerkende student. Waarom nog bloed, zweet en academische tranen steken in een levenswerk waar uiteindelijk niet naar wordt omgekeken. Welkom bij dé problematiek die het hoger onderwijs de laatste maanden plaagt. Publicatiedruk aan Vlaamse universiteiten is de achilleshiel van de doctoraatsstudent. dwars mocht op audiëntie bij rector Alain Verschoren en het hoofd van de Onderzoeksraad van Universiteit Antwerpen, Jean-Pierre Timmermans, voor een verdere verduidelijking van het onderwerp.

“Publicatiedruk is zeker een reëel probleem, maar er bestaat wel een vorm van distorsie rond het onderwerp,” pleit rector Verschoren. Dat is zeker waar. Wie de kranten de voorbije maanden in de gaten gehouden heeft, werd enkele malen geconfronteerd met smalende artikels rond wetenschappelijk wangedrag, fraude en plagiaat. Zo werd Mart Bax, oud-hoogleraar aan Vrije Universiteit Amsterdam, op de plagiërende vingers getikt omdat hij ruim 60 artikels uit zijn duim zoog. Een maand daarvoor liep een Belgische reumatologe (docente aan Universiteit Antwerpen en later aan Universiteit Leiden, nvdr.) al tegen de lamp. Zij manipuleerde ’s nachts bloedmonsters om een door haar ontworpen test efficiënt voor te stellen. Voormalig Tilburgs hoogleraar Diederik Stapel fingeerde 55 van zijn publicaties. “Dat zijn extreme gevallen. Natuurlijk zijn deze gevallen van fraude onacceptabel. Er wordt zo een beeld geschetst van de academische wereld dat niet strookt met de werkelijkheid,” legt Timmermans uit. “Globaal gezien valt dat zeer goed mee. Dergelijke uitstekers heb je overal, niet enkel bij de druk om te publiceren. Als je ervoor kiest die extreme gevallen wel of niet mee te nemen in gegevenstabellen, is er inderdaad sprake van het ‘masseren’ van data. Bovendien zijn de opsporingsmethoden gemoderniseerd waardoor deze fraudegevallen direct gelokaliseerd kunnen worden. Het is logisch dat de cijfers hoger uitvallen dan vroeger.”

 

De werkdruk is er dus wel, de stress om te presteren. Die druk manifesteert zich echter op verscheidene vlakken die over het hoofd worden gezien. Het scheermes van Ockham typeert de huidige situatie, volgens rector Verschoren. “Niet enkel de student leeft onder die continue druk. Ook de professor leeft onder een vorm van spanning. De job van de professor wordt ononderbroken geëvalueerd. Controles uitgeoefend door de Vlaamse regering zetten ook het onderwijs als instituut op de helling. Daarnaast zijn er nog de uitgevers die zo snel mogelijk een publicatie in handen willen krijgen.” De klachten van onderzoekers over de publicatiedruk zijn zeer divers. Elk onderzoeksdomein heeft zijn publicatiecultuur. De correlatie tussen beide is zeer intens. Wie humane wetenschappen volgt, zal de druk om te publiceren minder aanvoelen dan iemand die zich verdiept in kankeronderzoek. “De tradities van exacte wetenschappen proberen we gescheiden te houden van de andere domeinen, zonder in te boeten aan kwaliteitslabels.”

 

overraportering

Naast de uitgevoerde controle op de professoren zijn er nog andere drukpunten. Volgens Timmermans zijn het ook de overbodige selectiecriteria die ervoor zorgen dat men tijd moet inleveren. Tijd die anders veel constructiever benut zou worden. “Een curriculum vitae in 24 differente formaten doorsturen, is tijdverlies. Men staart zich dood op futiliteiten. Daarnaast heb je inderdaad het idee dat als een publicatie niet gelezen wordt, deze sowieso slecht is. Men concentreert zich in een heel vroeg stadium al op waar te publiceren.” Waar te publiceren, is voor de exacte wetenschappen een uitgemaakte zaak. Wie publiceert in het gerenommeerde wetenschapsblad Nature kan gelukkig sterven. Nature is de heilige graal. “Staar je daar niet blind op. Doctoraatsstudenten krijgen wekelijks een uitnodiging om te publiceren, daar zijn de kennisinstellingen als wetenschappelijke bladen bij betrokken. Het gevaar schuilt in de commercialisering en uitbuiting van de publicatiehandel.” De maffia van de publicatie loert achter elke hoek.

 

Natuurlijk heeft geld er ook veel mee te maken. In dwars 85 werd er al gesproken over de aanpassing van het financieringsdecreet. De concurrentie tussen de universiteiten is moordend. Elke universiteit wil een zo groot mogelijk stuk van de financiële taart, maar heeft een panische angst dat de universiteit in de toekomst minder geld zou ontvangen. Alles hangt af van de financiële beleidskeuzes die worden gemaakt. De rectoren van de Vlaamse universiteiten staan voor een dilemma. “Daarin moet ook een nuance gelegd worden,” meent rector Verschoren. “Dat matteüseffect leeft in elke universiteit. De vrees dat er minder zal worden geïnvesteerd in de universiteiten. De middelen die we hebben, trachten we optimaal te benutten. We zijn geen fabriek, maar geld heeft een universiteit altijd nodig.” “Let wel, de situatie is gewijzigd ten opzichte van vroeger,” debiteert Timmermans. “De concurrentie vanuit het buitenland is enorm toegenomen. We hebben de verantwoordelijkheid om jonge vorsers te begeleiden en ze ervoor te behoeden onder de druk te bezwijken. Ze kunnen hier aan de slag en het salaris is veel aantrekkelijker.” Daarenboven moet het concept doctoraat ook verfijnd worden. Volgens rector Verschoren kan men een onderscheid maken tussen twee types. Aan de ene kant ligt het zwaar, academisch en grensverleggend onderzoek. Aan de andere kant van het spectrum liggen de professionele doctoraten, die zich toespitsen op een meer toegepaste aanpak. “Wie voor een doctoraat gaat, hoeft niet per se professor te worden. Van de 14 doctoraten, kan er maar één persoon professor worden. Een wetenschappelijke carrière opbouwen, is maar voor 20 procent weggelegd.”

 

speerpunten

De verantwoordelijkheid om jonge vorsers te ondersteunen is een van de prioriteiten van de Onderzoeksraad, waar Timmermans de leidinggevende functie bekleedt. “Het is aan ons om een onderzoeksbeleid uit te stippelen. Om een strategie te bepalen zodat we als universiteit alle mogelijke middelen in kunnen zetten met de basisfinanciering die we ontvangen. Daaronder vallen natuurlijk de kosten van de werking van de universiteit en 25 procent van ons universiteitsonderzoek. Het grootste bedrag wordt vanuit het Bijzonder Onderzoeksfonds, het intern financieringskanaal van de universiteit, bepaald en behandeld. Van projecttypes tot de doctoraatsprojecten tot toegepast onderzoek.” Het is dit speerpuntenbeleid dat het fundament vormt voor de bewerkstelliging van de publicaties. Niet enkel het publicatiebeleid, maar Universiteit Antwerpen als onderwijsinstelling tout court. Elke euro wordt zo optimaal mogelijk besteed. Wat steek je in het onderzoeksbeleid? Wat haal je eruit?” Het is dus niet omdat Universiteit Antwerpen niet het hoogste aantal publicaties haalt, dat ze daarom ook niet zo productief is in vergelijking met collega-universiteiten.

 

inschrijvingsgelden

Als het over subsidiëring gaat, wordt er altijd gefluisterd over een verhoging van de inschrijvingsgelden. Daar hebben de Vlaamse rectoren een duidelijk standpunt ingenomen. “Zolang ik iets te zeggen heb, zal ik me daartegen verzetten,” oppert rector Verschoren. “We gaan ons niet laten verleiden door hele hoge studentenleningen. Het inschrijvingsgeld is lachwekkend laag bij ons, maar niet lachwekkend qua niveau. Wat betekent verhogen? Is 300 euro een perfecte balans? Neen, want dat kan voor sommige gezinnen een serieuze rem zijn. Uiteindelijk kun je daar niet meer professoren mee te krijgen. Dan moeten we het plafond van het inschrijvingsgeld naar 2.000 euro verplaatsen en dat willen we niet.” Hierin vinden we een punt van onenigheid tussen rector Verschoren en Timmermans. “Een ander systeem zou beter zijn. Het zoeken naar een alternatief is nooit makkelijk.

 

“Een toegangstest is, hoewel men het tegendeel beweert, een goede en democratische manier om geld te besparen,” volgens rector Verschoren. “Als je van eenvoudige komaf bent moet je stoppen, mensen van betere komaf krijgen meer kansen. Met zo’n test kost het de universiteit ook minder. Anders is het ook voor de universiteit moeilijk te investeren in de toekomst.” Een versoepeling om over te stappen. Een betere begeleiding om over te schakelen van een universiteit naar een hogeschool. Daar schiet het hoger onderwijs ook tekort. Het is deze zonnepanelenretoriek die de basis vormt voor het debat rond inschrijvingsgeld. Niet enkel rector Verschoren is gekant tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden. De rectoren van alle Vlaamse universiteiten kanten zich ertegen. “Ik ben absoluut tegen een verhoging van het inschrijvingsgeld, maar wel voor een mogelijk alternatief.”