Vive le Graveyard

De Zweden, de metal en de glorie
07/12/2012

Gooi een televisietoestel uit het raam van je hotelkamer, draai de volumeknop naar elf en sluit een pact met de duivel. dwars tracht maandelijks ’s werelds meest befaamde artiesten te strikken voor een dialoog over alles en niets. Op Pukkelpop 2012 speelden ze The Shelter aan flarden. De concurrentie werd verpletterd en de kranten beleefden een muzikale hoogdag. Nu briest het Zweedse Graveyard als een van de zeven ruiters van de Apocalyps door de metalwereld. Met hun nieuwe album ‘Lights Out’ – koop die handel – achter de kiezen, een handvol psychedelica en lang, goddelijk haar doet het viertal 30 november het Muziekcentrum TRIX aan. Wij worden te woord gestaan door de immer sympathieke percussionist/volksmenner van Graveyard, Axel Sjöberg.

Hoe verloop de tour tot nu toe?

Axel Sjöberg  Het gaat erg goed. We hebben een aantal keer opgetreden in Zweden en Noorwegen vooraleer we aan de Europese tournee begonnen. Gisteren stonden we in Hamburg. Dit is de tweede show van de Europese trip en we hebben enkel voor uitverkochte zalen gespeeld. Dat geeft ons een fantastisch gevoel.

 

Jullie hebben op dit moment drie langspelers uit. Drie albums waarop de muzikale en tekstuele evolutie erg duidelijk te omvatten is. De eerste twee albums leunden meer aan bij Sabbath en Kyuss. Nu sluipt er Fleetwood Mac in.

Sjörberg  We hebben erg veel naar Fleetwood Mac geluisterd. We groeien op (lacht). Als je jonger bent, luister je de ene week naar heavy metal, de andere week naar hiphop, vervolgens naar funk. Hoe ouder je wordt, hoe makkelijker het wordt om je identiteit te vinden en daaraan vast te houden. Die reis doorheen de muziekgeschiedenis is nodig om je geluid te creëren. ‘Lights Out’ is, in vergelijking met onze vorige platen, een meer volwassen elpee geworden. Ik houd er niet echt van om die term te gebruiken, want ‘volwassen’ kan – in vele gevallen – saai betekenen. Volgens mij zien we ons pad nu veel duidelijker dan voorheen. Wij zijn nooit een band geweest die mythologische beesten in onze teksten stopt. Graveyard probeert die duisternis over te brengen zonder die feeërieke beelden. Waar onze lyrics vroeger nogal introvert waren, richten we onze pijlen nu op het heden en op de wereld. Het onrecht dat aangedaan wordt. Voor Graveyard er was speelden we in Albatros en Norssken. Twee ongeleide projectielen uit Scandinavië. De vocals waren nogal schreeuwerig, de gitaren érg luid en de algemene sfeer rond de bands nogal raar. Kijk, je moet ergens beginnen. Nu staan we op festivals en spelen we in concertzalen. Onze muziek zal ergens een gevoelige snaar raken.

 

De Zweedse rockmuziek vecht zich steeds meer een baan richting het hoofdpodium. Graveyard, Witchcraft, Spiritual Beggars, Horisont,… Wat zit er in het drinkwater?

Sjöberg  Niets voor zover ik weet. Eerder een golf van rock en blues uit het Hoge Noorden. Zo’n vloedstroom heeft zich al eerder voorgedaan. Tien jaar geleden namen The Hellacopters hier in Zweden het voortouw. Gelijktijdig had je bands zoals The White Stripes en The Strokes die rock-‘n-roll en blues heruitvonden. Twintig jaar geleden was het Kyuss die met hun stonerrock de muziekwereld even op zij kop zette. Spijtig genoeg dooft een vlam na een tijdje uit, maar nu is er deze opflakkering weer. Niet dat we ons meten aan zo’n bands, maar voor ons is het ook redelijk snel gegaan. We hebben heel veel geluk gehad. Het eeuwenoude cliché right place, right time heeft ervoor gezorgd dat Graveyard al struikelend succes heeft behaald.

 

Wanneer men praat over Scandinavische muziek denken de meeste mensen aan black metal, death metal en ABBA. Is dat niet frustrerend?

Sjöberg  Dat heeft me nooit echt gestoord. Ik ben opgegroeid in Zweden. Ik keek op naar al die bands, ook al waren ze redelijk obscuur, die het trachtten te maken in de wereld. In de jaren ’70 was een van onze grootste exportproducten ABBA. Daar mogen we trots op zijn. ABBA heeft miljoenen platen verkocht over de hele wereld. De jaren ’80 was de elektronische muziek die aan zijn opmars bezig was. Uiteindelijk was er dan die donkere ommekeer naar black metal. Die werd gekoppeld aan de doorbraak van Refused. Ik wil maar zeggen dat Zweden altijd een rijke geschiedenis gehad heeft op muzikaal vlak. Een land met een inwonersaantal van negen miljoen en een van de grootste exporteurs van rockmuziek? Ik ben erg blij dat Graveyard daar ook deel mag van uitmaken.

 

Susan Boyle Blues

Nu, voor het opnameproces van ‘Lights Out’ hebben jullie wederom gekozen voor analoge apparatuur. Don’t fix what ain’t broke?

Sjöberg  Inderdaad. Het moet niet te makkelijk zijn om muziek voort te brengen. Met een computerkan je doodsimpel kopiëren en plakken. Niet dat het slecht is. Op die manier te werk gaan heeft zo zijn voordelen. Voor sommige artiesten verloopt dat proces beter en brengt het ook iets bij aan hun muziek. Geef mij maar het organische gevoel van analoge apparatuur. Het is niet omdat we daarvoor kiezen dat we ons Led Zeppelin wanen. We zijn niet vintage omdat we voor die optie kiezen. Een bakstenen huis is niet vintage. Vervloek me hier niet voor maar ik heb onlangs een documentaire gezien over een Britse vrouw die onlangs die grote talentenshow gewonnen had. Ze is erg oud (denkt weer lang na). Susan Boyle. Zelfs zij was met analoge apparatuur aan het opnemen.

 

‘Slow Motion Countdown’, heeft een mellotron in zijn sound zitten. ‘The Suits, the Law & the Uniforms’ heeft een jazzy saxofoonsolo die naar de climax opbouwt. Steeds meer elementen maken deel uit van Graveyards muziek.

Sjöberg  Dat hebben we geprobeerd te doen. Niet gewoon omdat we het goed klinken vonden. Het moet werkelijk dat extraatje geven aan het nummer zelf. Die saxofoonsolo op het einde van ‘The Suits, the Law & the Uniforms’ hebben we meegepikt van The Stooges en Hawkwind. We wilden geen propere, Kenny G-saxofoon. Het moest psychedelisch en onverzorgd zijn. De mellotron en piano in ‘An Industry of Murder’ geeft het nummer meer ruimte om te ademen, om een richting uit te gaan die niet gepland is. Wij zien het als een springplank om er live iets anders van te maken. ‘The Thin Line’, een nummer van onze eerste plaat duurt ongeveer vijf minuten. Op het podium strekken we dat uit. Een nummer kan live een compleet andere vorm aannemen. Maar een element toevoegen aan je sound kan ook gevaarlijk zijn. Overkill is not done. Heel soms kan dat ook verkeerd uitdraaien.

 

Zijn er bands vandaag de dag die je aandacht vastgrijpen?

Sjöberg  Voor mij zijn het voornamelijk de Zweedse bands die mij interesseren. Onze supportact Spiders is fenomenaal. Is Spotify bekend in België? Ik zal er enkele opschrijven en (neemt pen en papier en schrijft lustig een lijst van tien bands neer waaronder Goat, Uran, Master Sleeps, Den Stora Vilan en Bombus). Toen ik jonger was luisterde ik redelijk veel naar dEUS, maar op een bepaald moment hebben ze een richting gekozen die mij niet aansprak. Ik houd meer van hun vroegere werk. Daarenboven ben ik ook een fan van een elektronisch duo. De naam van de groep ligt op het puntje van mijn tong. Blonde vrouw, model, altijd in het zwart gekleed…(denkt heel erg lang na).

 

Vive La Fête?

Sjöberg  Vive La Fête! Heel erg lang geleden was ik samen met een meisje die erg veel naar Belgische bands luisterde. Ik werd daar, logischerwijze, in meegesleurd. Ik zou me verdomme opnieuw moeten verdiepen in Belgische muziek. Tot voor kort wist ik zelfs niet dat Django Reinhardt uit België afkomstig was.