we drinken ons Lazarus

de dwarsdoorsnede
28/10/2014

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Recensente en theaterminnares Helena might not ever get rich, maar kliefde wel door Stukken van mensen.

Het werd hoog tijd dat we nog eens passeerden langs de carwash. De zinnen in het vuile stof op onze auto – “Wat ben ik een lekker ding” – begonnen stilaan afgezaagd te worden en aangezien we luie studenten zijn en soms geneigd het werk door anderen te laten opknappen, scheurden we naar de carwash.

 

Alleen, in de Borgerhoutse carwash van vorige donderdag waren het niet de autoruiten die schoongemaakt werden, noch onze woorden weggeveegd. Wel kregen we een sproeier oprecht spelplezier en bezielde acteurs over ons heen gegoten, terechtgekomen in de wereld van theatergroep Lazarus. Hier is geen water en zeep om monden te spoelen. Integendeel, alles kan en mag en moet gezegd en gedaan worden. Deze drang naar spelvrijheid bleek zelfs te groot voor een zaal als de Bourla. Enkel een afgedankte carwash durfde het aan. Ziehier het resultaat na alle kringloopwinkels te hebben leeggeroofd van het meest charmante pop-uptheater/bar van Antwerpen – iedereen is toch tegenwoordig een beetje pop-up en bij uitbreiding hip. Laat dit misschien een statement zijn naar politici toe dat de kosten aan een gebouw nooit een argument mogen zijn om theater te bannen. Zo gemakkelijk krijg je theater en cultuur niet klein! Hoewel subsidies hier en daar zeer welkom zijn, uiteraard. 

 

Buiten een ongewone setting, is deze voorstelling ook een buitengewoon concept: tien avonden speelden Günther Lesage, Joris Van den Brande en Ryszard Turbiasz Stukken van -stukken van- Mensen, met telkens een ander repertoire aan tekstfragmenten en gastacteurs. De avond van ons bezoek brachten de kern en gasten Marieke Dilles en Nico Sturm onder andere teksten van Paulien fucking Cornelissen, Eugene Ionesco, Quentin Tarantino, en de niet te vergeten zeer begaafde schrijver Geert Bourgeois.

 

Wat Lazarus naast spelvrijheid in de verf zet, is dat elk theaterstuk een work in progress is. Bij Stukken van mensen is er letterlijk geen eindresultaat, geen climax of dramatische wending, er zijn alleen de stukken van teksten en de nadruk op het creëren. Zelfs een begin is moeilijk aan te duiden. De kijker kiest in principe zelf zijn beginpunt in de willekeurig geordende teksten. Zoals een collage of een schilderij geen echt beginpunt heeft: kijkt de toeschouwer naar het gezicht van Het meisje met de parel ziet hij eerst het witte penseelstreekje op de parel en dan het zwart van de ogen – en een ander bekijkt het omgekeerd. Lazarus doet zijn publiek stilstaan bij het fenomeen vrijheid, en tevens het bedreigende aspect ervan. Zo is er de voortdurende spanning in wat kan mislopen, zoals teksten die niet werken of het mogelijke instorten van het podium of onze tribune zelf.

 

Deze nonchalante, lichtelijk chaotische, maar gastvrije vorm van theater voelde hier en daar misschien aan als een bonte avond bij de Chiro. Bijvoorbeeld tijdens het naspelen van de openingsscène van Inglourious Bastards. Hoewel het enthousiaste Tarantino-verslaafde kind in ons het altijd leutig vindt om sappige Tarantino zinnen mee te lippen, vonden we deze verder legendarische dialoog tussen Kolonel Landa en Monsieur Lapadite in het Nederlands eerder overbodig. Gelukkig hebben we kleppers van acteurs voor ons staan en geen gibberende Chiroleden, dus geëntertaind waren we wel. Bovendien, zoals er hopelijk geen einde is aan dit soort theater, is het ook nooit afgelopen met kind te zijn.

 

Alle gekheid op een stokje, we hebben gelachen en genoten van het heerlijk aftasten van de theaterwetten, zoals breken met die vierde wand – en waarom niet, ook met de derde en de tweede – als publiek lijk je al bij aankomst mee rond te dolen door de coulissen. Acteurs stappen in en uit een rol, waardoor we meermaals twijfelen of we nu de mens achter de acteur zien of het personage.

 

Ondanks het fragmentarische concept en het feit dat de acteurs teksten aflezen van een autocue, voelt dit aan als een echte voorstelling en niet als een gekunstelde repetitie. Waarom? Omdat het hier toegestaan is fouten te maken, wat bij repetities uit den boze is. Die fouten werken: wanneer Nico Sturm vraagt of de autocue wat trager mag, reageert het publiek alleen maar gecharmeerd. Niets wordt hier afgestraft. Fouten aanmoedigen is misschien te sterk uitgedrukt, maar dit theater koestert z’n fouten zoals verliefde koppels elkaars gebreken.

 

Wij geloven dus in het dogma dat alles kan en alles mag. De vraag rijst dan wel wat het doel is van theater op zich: entertainen en genieten, hier: dubbele check!  –  versteld doen staan, check! – ontroeren, halve check!  –  meeslepen, een kwart check! Een doel of niet, dit theater bracht ons luchtigheid in zogenaamde zware crisistijden, en daar tekenen wij graag voor. Hopelijk tot een volgend avondje gezellig pintelieren met Lazarus.