Annie hou jij me tassie effe vast, want die gozer wil met me dansen

mens sana in corpore sano
11/10/2015
🖋: 

Student en sport. Vloeken deze woorden? Nochtans leuzen genoeg om je te laten inspireren: van de gouwe ouwe ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ tot ‘zweet is slechts vet dat huilt’ of de gevleugelde woorden van Rocky Balboa: “It ain’t how hard you hit. It’s about how hard you can get hit and keep moving forward.” Neen? Weten ze je niet te raken? Te lui, te veel geleerd, te veel gefeest? Ik begrijp het en wil helpen. Daarom beoefen ik iedere maand een sport in jouw plaats. En laat dat stereotiepe potje voetbal of tennis maar varen; ik volg de mindset ‘hoe gekker hoe beter’. Deze maand: swingen op de dansvloer.

Let’s dance!”, roept Kevin Bacon in Footloose, voordat hij maniakaal zijn lichaam alle kanten op zwiert. Hell yeah, zo wil ik ook op de dansvloer bewegen. Genoeg met dat ongecontroleerd zwaaien van de ledematen op popmuziek! Vanaf nu zijn de pasjes die ik uit mijn voeten tover berekend en impressionant en liefst van een sensuele benaming voorzien – zoals a la mana of change behind the back, hoe vreemdtaliger hoe liever. Kunnen dirty dance’en als Patrick Swayze of grease’en als John Travolta, waarbij gooien met een vrouw als stijlvol en knap wordt onthaald, niet als crimineel. Eindelijk eens kunnen uitpakken op die beruchte tevens vermaarde dansvloer! Eenmaal gearriveerd voor de eerste les in ‘koppeldans swing en mambo’ volgt echter meteen de ontnuchtering, want hier sta ik, ongecontroleerd met mijn ledematen te zwaaien op popmuziek.

 

Maar daar is het natuurlijk een dans'les’ voor. Mijn lief en ik worden begeleid door Guy en Martine, die zestien keer de Belgische kampioensbeker wisten te veroveren en ook in Sterren op de Dansvloer en Idool als gerenommeerde coaches fungeerden. Als iemand mij wat dansverstand kan bijbrengen, dan zijn zij het wel. De ruimte waarin we ons begeven ziet eruit zoals een dansstudio eruit moet zien: een houten vloer verlicht door gedempte lampen, met vooraan een bar, aan de ene kant een muurgrote spiegel en aan de overzijde zithoeken. Dat hier gedanst wordt, weet de kleinste snotaap. Terwijl ik nog naar de meubels sta te gapen doet Guy al stapsgewijs de danspassen voor: eerst vier keer ter plaatse trappelen, dan linkervoet naar achter, vervolgens mijn partner begeleiden voor een draai opzij en ondertussen de maat niet uit het oog verliezen: één, twee, drie, vier ... Er gebeurt veel tegelijkertijd. Te veel voor ondergetekende, die clichématig niet in staat is tot multitasken. Tijdens de pauze schuifel ik dan ook dankbaar in de richting van de zithoek waar Guy me moed komt inspreken.

 

Althans, dat verwacht ik toch. Vooroverleunend aan ons tafeltje kijkt hij me eerst kortstondig aan, draait zich vervolgens naar mijn vriendin en vraagt zwoel: “Jij hebt een beter gevoel voor ritme, hè?” Nondedju, zo meteen heeft hij me niet alleen mijn eer maar ook mijn danspartner ontnomen. Om zijn verleidingstruc te camoufleren stuurt hij nog snel een tip mijn kant uit: “Stijn, niet wachten wanneer er afgeteld wordt. Direct na ‘vier’ beginnen bewegen.” Aye aye, vileine rokkenjager.

 

Mijn danspartner en ik zijn uiteraard niet de enigen die vanavond les volgen. De ruimte is gevuld met mensen van verschillende leeftijden, die net als wij beslist hebben het juk van de ‘onkunde der dans’ af te werpen en voortaan te schitteren op de dansvloer. Wat me echter nu pas opvalt, is de kledij van mijn danscollega’s. De mannen dragen een hemd en jeansbroek, de meeste vrouwen hetzelfde – op enkele overdrijvers na die met een salsakleed aan op stiletto’s balanceren. In schril contrast staan mijn partner en ik, allebei gekleed in een fluorescerende joggingbroek in de veronderstelling dat we zouden zweten en afzien. Een kleine inschattingsfout zo blijkt. Maar tijd om te treuren is er niet: Martine en Guy staan al klaar om de mambo te expliceren.

 

Met de avances van Guy in het achterhoofd neem ik mijn danspartner stevig vast bij haar zij, terwijl we in een gezapig tempo heen en weer schuifelen. Maar al snel heb ik de juiste flow te pakken en begeleid ik haar in pirouettes en cucaracha’s, wat Spaans is voor ‘kakkerlak’, tijdens de danspas lijkt het namelijk of je een kakkerlak doodtrapt. Schuilt er dan toch een Channing Tatum in mij? Mijn zelfvertrouwen groeit. Guy? Guy wie? Ik zweef over de dansvloer. Ik wil niet stoppen. Laat mij maar voor altijd in vierpas voortbewegen: taptaptaptap al trappend de eeuwige roem tegemoet. Zodanig in de dans verzonken, merk ik niet op dat de hal vol staat met gegadigden voor de volgende les, de muziek reeds stil ligt en onze groep klaar staat om Guy en Martine van applaus te voorzien. Pas wanneer mijn partner eens flink aan mijn mouw trekt, daal ik uit mijn dansdroom neder en klap ik schaapachtig mee. Ook voor Guy. Want wij dansers, wij verstaan elkaar.

 

Op de tram naar huis reflecteren mijn vriendin en ik over ons dansavontuur. Op de volgende TD halen we alles uit de kast. En bijkomstig maar toch opvallend: onze joggingbroeken staan ons in deze habitat als gegoten. Toch geen slechte keuze geweest.

 

Volgende maand: zwerkbal (no kidding)!