Dansende thee?

TD en dans: straffe koffie...
19/11/2005
🖋: 

Met zijn poep schudden kan iedereen. Daar zorgde de zevende editie van de Nacht van de Student wel voor. In Antwerpens blitste clubs kon je je zwoele zwaaitechnieken uitproberen en verbeteren. Mijn vrouwelijk achterwerk echter bleef roerloos doch tevreden zitten op een veilige barkruk, ver weg van die springende massa zweetklieren. Een studente die niet graag danst, je trekt je wenkbrauwen op? Dan zijn mijn spitse wenkbrauwbogen je toch lekker voor. Met een kritisch oog sta ik, in het belang van al zijn onkundige beoefenaars, even stil bij de dans. Maar dat doe ik anders ook. Laat je blik rustig over deze bekentenis dwarrelen, huppelen maar niet swingen.

Als oma haar stoffige puzzeldozen bovenhaalt, ontglipt ons wel eens een geniepige grinnik. Bulderen kunnen we met de dans, want achter deze hobby gaan nog veel oudere wortels schuil. Zelfs ontelbare jaren geleden al voelden heupen de drang om ritmisch te wiegen. Wandtekeningen in duistere grotten laten ons prille danstaferelen zien. Dat de Middeleeuwers wervelende ledematen hadden, blijkt uit dansverboden van kerkelijke en burgerlijke overheden. De naam Louis Pécourt doet bij velen vast een dolle vreugdedans opborrelen, want deze Fransman zette in 1670 de eerste choreografie op papier. Wist je dat deze schijnbaar hippe hobby zelfs voorkomt in bestiale sferen? Ook apen, olifanten en vogels shaken er bij tijd en wijle lustig op los. Om die oeroude oorsprong te verbergen, stopten liefhebbers het dansgebeuren in een nieuw kleedje. De hele waaier van genres doen onze moderne oren inderdaad flapperen: street dance, hiphop, funky moves, jazz... Verder werd de banale naam ‘fuif’ vervangen door de ‘TD’, voluit Thé Dansant. Zelfs puzzelende oma zal beseffen dat deze afkorting het hele zootje aardig verbloemt en zal haar verlepte lippen in een ondeugende lach plooien. Of heeft u misschien ooit een kopje thee besteld aan de toog van een disco?

 

Menig hand met een voor mij bestemde flyer bleef al hulpeloos hangen in de Agoriaanse lucht. Mijn oprechte excuses dat ik je handpalm niet bevrijdde van die felgekleurde lokazen. Vanaf heden zullen uitdelende clubleden mij en mijn lotgenoten hopelijk niet meer de D-blok inbliksemen maar, zoals het wijze studenten betaamt, rekening houden met onze afwijking. Dit deed ook de Wetenschap, toen zij onze hoekige manier van dansen kruidde met een epitheton: het ‘kaduke’ dansen. Gelukkig heeft dit gebrek ook aangename kantjes. Als geen ander weten sommige kaduken hun spasmen te verheffen tot ware kunstvorm en ontpoppen zich algauw tot krak in het goed slecht dansen. Luchtgitaren doen dienst als onmisbaar stokpaardje en ook het luidkeelse meekraaien van deuntjes verbergt hun klunzige bewegingen.

 

En alsof het nog niet genoeg is, blijven we in de positieve roes hangen. Recent onderzoek wijst uit dat dansen dementie tegengaat. Tijdens het dansen wordt onze aandacht allerlei richtingen uitgestuwd: we moeten letten op onze passen, onze danspartner en de muziek. Zien dat je vinnige arm niet in een bierbuik terechtkomt kan meestal ook geen kwaad. Hierdoor draaien onze hersenen op volle toeren. Schrik je dus geen hoedje als, na de bekendmaking van deze remedie, je hiphop-club plots zwiepende grijze kruinen telt. Een beetje gek misschien, maar hoe zou je zelf zijn? Lachwekkend zijn díe hoppers pas, die zich met pikante topjes en blote navels verlagen tot mannelijk genotsobject en het feminisme uit hun wilde haren schudden. Maar dat doet ons vrouwelijk lezerspubliek wellicht zelden of nooit.

 

Lieve lezer en/of discobeest, wil je iemand ten dans vragen, kijk dan eerst of je prooi kadukig is of niet. Een echte kadukeling laat je beter met rust. Doe je dat niet, dan kan je lelijk op de tenen getrapt worden. Blijkt je partner geen gebrek te vertonen, dans dan samen de sterren van de hemel, dompel je onder in de romantische TD-sfeer en snuif elkaars zweterige lijfgeur op...