De OS bij de ezel in een Antwerps stalleke

op het einde is het woord

01/12/2003
🖋: 

We zullen het allemaal geweten hebben: de Olympische Spelen moeten in 2016 naar Vlaanderen komen. En zelfs al zou de leuze ‘citius, altius, fortius’ elders weerklinken, dan nog zullen we die ‘altius’gevoeld hebben. In de tweede Latijnse betekenis van het woord dan wel; niet hoger dus, maar dieper. Een uitgediepte financiële put, die wij – ja, wij tegen die tijd – met een blauwe belastingsverlaging (Hoger, Lager, betalen doen we toch) sportief weer mogen opvullen. Die stunt wordt spelenderwijze uitgebroed door een Limburgs minister. Nee, voor één keer heeft Steve er niets mee te maken. Denk ik. Deze heet Marino. Een naam als een niet zo heilige dwergstaat voor een bestuurder van een dwergstaat die geeneens een dwergstaat is. Meesterbrein achter ‘s mans droomproject – fase één: de boel toegewezen krijgen – is een vijfentwintigjarige. Zo’n bengel krijgt zomaar alle middelen om uit zoeken of dromen geen bedrog zijn, en vervolgens, als hij niet wordt teruggefloten, de lakens en de poen uit te delen. Op je vijfentwintigste moet je dromen, maar laat de leiding over aan iemand die al wel een scheerapparaat nodig heeft. Er is in héél België maar één supertalent dat nog aan de Vitabis zit en dat ik internationaal iets wil laten organiseren, met name Vincent Kompany de verdediging van de Sporting. Die jongen is zelfs nog maar zeventien, en moet daags na een match op het bal der kampioenen ook gewoon weer op de schoolbanken zitten. Nietwaar Frank Raes?

Voor de rest zie ik die Olympische Spelen in Vlaanderen wel zitten. Weliswaar stelt zich daarbij het probleem dat die Spelen altijd door één stad georganiseerd worden. Nu is Vlaanderen natuurlijk wel één groot boerendorp, maar Brussel en Gent lijken dan plots de grote kanshebbers. En wat is er mis met Antwerpen, vraag ik mij af? Is er in België één stad met meer internationale uitstraling? Laten we het daar over eens zijn. Historisch gezien ligt die Stad wel in Brabant, maar Brussel natuurlijk ook.

Wat het Vlaams Blok in Antwerpen te zoeken heeft, is mij in dat opzicht trouwens een raadsel. Ga het over het water zoeken Mr. Dewinter, eigen volk eerst. En dat zijn in dit geval de Brabanders. Veel efficiënter dan zo’n cordon sanitaire zonder afvoer me dunkt. Vlaanderen en Dewinter buiten en de Zomerspelen binnen.

Onze Sinjorenstad heeft alle troeven in handen. Eerst en vooral hebben we ervaring. In 1920 hebben wij de moderne Spelen zelfs mee hun huidige vorm gegeven: het motto en de vlag met de vijf ringen, alsook de Olympische eed en het lossen der postduiven tijdens de openingsceremonie. Bovendien hebben we ook de faciliteiten. Afgezien van een groots stadion. Misschien een uitgelezen kans voor ’t Stad om den Bosuil met geld van de Vlaamse Gemeenschap en het IOC te laten heropbouwen. Sjot den X-side dan wel even buiten, want anders is het zo ook weer afgebroken.

Wel hebben we een Stroom voor de roeiers. Het valt alleen te hopen dat de bootjes tegen 2016 nog tussen al die vissen kunnen laveren, nu ’t Scheld ook terug levende wezens meevoert. De eerste leefbare radioactieve plek ter wereld. We zijn er fier op, op onze Stroom. Daarnaast hebben we een berg van een zwembad, dat er in de zomer anders toch maar verweesd bijligt. Als de Sinjoor bij warm weer toch ieder jaar naar Sint-Anneke Plage moet omdat zijn Olympisch bad nog maar eens aangepast dient te worden aan de eisen van één of andere plonsbond, is het misschien niet zo gek de Wezenberg ook eens voor een Olympisch doel te gebruiken.

Paardrijden kunnen we ook al zonder meerkost organiseren: hindernissen en struikelblokjes genoeg in’t Stad. Verspringen? Ook geen probleem. Zandbakken te over. En voor de drieduizend meter steeple kunnen we van dezelfde fantastische infrastructuur gebruik maken: als het eens wat regent lopen alle rioolputjes toch over en al die andere putjes vol.

Maar, niets waar we al zo goed op voorbereid zijn als het mountainbiken. Op den Boulevard – of de Leien voor de niet-geïntegreerden onder u – zou zelfs Filip Meirhaeghe zijn tanden stukbijten. Geen nood, afgaande op de decennia die dergelijke bouwprojecten in Antwerpen normaal duren (en de twee man en één graafmachine die er momenteel aan het werk zijn) ligt dit loodzware parcours er tegen 2016 nog wel. Waarschijnlijk zelfs in ongeveer dezelfde staat. Net als de noodbrug overigens. Die laatste is natuurlijk een certitude.

 

Democratie en stadsbeeld vergaan, Spelen zullen komen en Spelen zullen gaan, maar de ijzeren noodbrug zal altijd blijven staan. Als ze er binnen twaalf jaar nog niet uit zichzelf bij gaan liggen is welteverstaan. Moest er tenslotte nog nood zijn aan een Olympisch dorp, zal de UA graag een bouwsel in het zakje doen. Op Campus Drie Eiken zullen na de verhuis wel enkele gebouwen leeg komen te staan. Een aantal deelnemers zou zich ook meteen thuis voelen in de rimboe daar.

De honderd meter sprint zullen er echter nooit kunnen plaatsvinden. Daar heb je een rechte weg voor nodig, en die hebben ze in Wilrijk nu net niet. Zoals ze zoveel meer niet hebben. De architect van UIA-dienst dacht waarschijnlijk dat studenten niets anders deden dan studeren en hun fysieke conditie daar zeer onder te lijden had. De verschillende blokken bijvoorbeeld in een stervorm rond ’t Kaf leggen, was te gemakkelijk. Elk gebouw zou natuurlijk wel snel bereikbaar geweest zijn en het had ook architecturaal nog tot iets kunnen leiden. De man had duidelijk die visie niet. Noch een andere.

Het zou me niet verbazen, moest hij later nog architect van de Stad Antwerpen geworden zijn. Daar kennen ze ook wat van visieloze plannetjes. Als ze al mikken, schieten ze er nog hopeloos naast. Dat ’t Stad dus maar gauw zorgt dat ze de hoofvogel afschiet en de rest, als daar zijn het Dubbel Trap schieten en het 10 meter kleiduiven schieten, aan de professionals overlaat.

 

Antwerpen is m.a.w. de facto het perfecte stalleke om de OS onder te brengen. Hij zal zich thuisvoelen bij de ezels op de Grote Markt. Meedoen is belangrijker dan winnen, maar breng ons toch die Blijde Boodschap: een speels kindeke zal worden geboren. Brood en de Spelen met ons, en een goede examenperiode en een mooie Kerst met u.