De poppenkast van Froe Froe

Marc Maillard over zijn eigenzinnige figurentheater
08/04/2010

Dat poppentheater niet braaf of alleen maar mooi hoeft te zijn, bewijst het Antwerpse theater Froe Froe. Hun voorstellingen zijn, zoals ze zelf zeggen, “rock–'n–roll voor jong en oud”. In april gaat ‘Kleine Sofie’ in première, een familieproductie in samenwerking met Laika en HETPALEIS. dwars ontmoette Marc Maillard, artistiek en zakelijk leider van Froe Froe, die samen met Jo Roets de regie voor zijn rekening neemt.

Op het podium van HETPALEIS is Marc Maillard druk in de weer met het decor. In het midden staat een groot videoscherm, waarop beelden van groene blubber geprojecteerd worden. Een moeras, zo blijkt later. Vooraan is er een discussie aan de gang over een bed, en waar het precies moet staan. Maillard besluit dat het tijd is voor een pauze en neemt ons mee naar de kantine. Slurpend aan zijn koffie en nog snel een boterham smerend, staat hij ons te woord.

 

‘Kleine Sofie’ is een grote productie, hoe is de samenwerking met Laika en HETPALEIS tot stand gekomen?

Marc Maillard De laatste twee jaar denken we in het VTI (Vlaams Theater Instituut, nvdr.) met verschillende gezelschappen na over jeugdtheater. We vinden het zonde dat er geen grote familieproducties meer gemaakt worden, behalve dan door bijvoorbeeld Studio 100. Gesubsidieerde gezelschappen hebben nu eenmaal geen geld voor dat soort projecten. Daardoor moeten we samenwerken. Jo Roets van Laika wou graag een stuk maken van het boek ‘Kleine Sofie en Lange Wapper’, van Els Pelgrom. In dat boek spelen levende poppen en knuffelberen een belangrijke rol, daarom vroeg hij of Froe Froe een samenwerking zag zitten. Daarnaast heb je bij zo’n grote productie natuurlijk ook een groot theaterhuis nodig, dus de keuze voor onze vrienden van HETPALEIS lag voor de hand.

 

Het stuk is gebaseerd op een kinderboek. Zal de voorstelling ook volwassenen aanspreken?

Maillard Het boek verscheen in de jaren tachtig en was toen al één van de eerste kinderboeken waar een dubbele bodem in zit. Veel kinderen die het toen lazen dachten: leuk verhaaltje, Sofie is wel ziek maar ze maakt allerlei avonturen mee. Die hadden eigenlijk niet door dat het meisje op het einde sterft. Die tweede laag is duidelijk voor de iets oudere kinderen en volwassenen bedoeld. Dat maakt het verhaal net zo sterk. Het is bij momenten heel triestig, hoewel kinderen dat misschien niet zo aanvoelen.

 

Jullie kozen ervoor om de ‘Lange Wapper’ uit de titel weg te laten. Jullie zijn dus niet van plan om iets te doen met de connotatie die die naam in Antwerpen heeft?

Maillard Nee, dat kunnen we echt niet doen. Dat is op dit moment zo geladen dat we daar alleen maar last mee zouden krijgen. Je moet dat ook in zijn context zien, Els Pelgrom is een Nederlandse, die had dus totaal geen connotatie met Lange Wapper op die manier. Dat is gewoon een lange voddenpop, zoals wij Jan Klaassen zouden zeggen.

 

Vertellen in actie

Op jullie blog kon ik lezen dat jullie na slechts één lezing van de tekst meteen het podium op gegaan zijn?

Maillard Het klopt dat het bij andere voorstellingen vaak zo is dat je rond de tafel over de teksten zit te praten, dat is dan al de helft van het repetitieproces. Maar dit stuk is een doestuk, er gebeurt van alles. Dat is belangrijk omdat je ook voor kleine kinderen werkt, je moet het verhaal vertellen in actie. De tekst is daardoor heel functioneel geworden en is ondergeschikt aan de actie. Monologen komen bijvoorbeeld niet voor. Daardoor kan je beter direct op het podium beginnen te werken, en aan de hand daarvan de tekst bijschaven. We hebben nu evenveel materiaal als in het begin, maar er is wel wat aan veranderd, dat gebeurde echt tijdens het doen.

 

Muziek speelt altijd een belangrijke rol in jullie voorstellingen. Is dat nu ook het geval?

Maillard Jazeker, er wordt weer livemuziek op de scène gebracht. De composities zijn van Peter Vermeersch, die zorgt dat de livemuzikant zijn materiaal heeft. Daarnaast zorgt Anton, onze technicus, nog voor sound, accenten en tempobepalingen, bijvoorbeeld voor het moeras. Er wordt ook gezongen, maar niet zo veel dat het musical-achtig wordt.

 

Jullie kunnen deze familieproductie realiseren door met verschillende gezelschappen samen te werken. Voelen jullie de economische crisis ook in de podiumsector?

Maillard Bij Froe Froe hebben we daar weinig last van, het gaat eigenlijk erg goed. Vorig jaar verkochten we meer dan 300 voorstellingen en hadden in totaal ongeveer 70.000 toeschouwers. Soms moeten we voorstellingen twee keer op één namiddag spelen omdat ze zo snel uitverkocht zijn. Ik heb het gevoel dat jeugdtheater nog veel volk lokt. Het is wel zo dat we onze subsidies goed kunnen gebruiken. Wij zijn altijd met vrij veel mensen aan het werk, want om met één pop te spelen heb je al gauw drie mensen nodig. Voor een kleine voorstelling werken we met minstens een zevental mensen, terwijl dat bij andere gezelschappen al veel volk zou zijn. Dat heeft als nadeel dat je duur bent. Jeugdtheater heeft een maximum uitkoopsom, zo’n 1.500 euro. Als je dan een grote productie maakt moet je zelf bijbetalen. Grosso modo gebruiken we van onze subsidies ongeveer een derde om die voorstellingen te ondersteunen.

 

Een toffe papegaai

De voorstellingen die jullie maken zijn nochtans geen klassieke ‘kindervoorstellingen’, vaak zit er een ruw kantje aan en op een happy end kunnen de toeschouwers niet altijd rekenen. Krijgen jullie daar soms kritiek op?

Maillard We krijgen soms wel eens negatieve reacties, in de aard van “uw poppen zijn te lelijk en maken de kindjes bang”. Ik denk dat dat te maken heeft met het beeld dat door televisie gecreëerd wordt, daar is een heel strikte visie op “wat voor kinderen geschikt is”. Meestal heeft dat een bepaald soort naïeve, wollige, brave vormgeving. Dat idee wordt gekoesterd door de grote bedrijven zoals Studio 100, die ervan uitgaan: als wij iets maken waar ook maar één bomma zich aan stoort, dan zal die ene bomma onze dvd niet kopen. Omdat die bedrijven zoveel mogelijk willen verkopen, maken ze enkel dingen die niemand voor de borst kunnen stoten.

 

Bumba wordt toch ook in het Froe Froe – atelier gemaakt?

Maillard Ja, inderdaad, mijn broer (Jan Maillard, nvdr.) maakt dat in opdracht van Studio 100. Dat is pure commercie hé, als zij zeggen dat dat zo moet gebeuren, dan doet hij dat gewoon. Als we nu iets zouden maken voor Croky Chips dan kunnen wij ook niet zeggen: “Bah, zo’n papegaai, dat vinden wij niet tof”. Dat is die mensen hun logo.

 

Bij jullie werden vroeger ook ‘Het Liegebeest’ en ‘De Grote Boze Wolf Show’ gemaakt. Probeerden jullie daarmee toch dat clichébeeld van hoe een kinderprogramma er moet uit zien te doorbreken?

Maillard Ja, het is niet omdat iedereen flauwekul brengt, dat dat hetgene is wat mensen willen zien. Dat is bijvoorbeeld ook wat Woestijnvis doet: het is niet omdat er zoveel bullshit gebracht wordt, dat er niks anders gemaakt kan worden. Neem nu ‘Van vlees en bloed’, dat zit goed in elkaar. Iedereen denkt in het begin wel: “Wat krijgen we nu?” Maar het werkt wel. Commerciële bedrijven houden zich niet altijd bezig met het feit of iets echt goed is, ze willen vooral verkopen. Goed kost ook geld, je moet je dus afvragen of je echt de beste acteur wilt of gewoon degene die het minste geld vraagt.

 

Waar zijn jullie nu mee bezig, mogen we Froe Froe verwachten op de Zomer van Antwerpen?

Maillard Nee, dit jaar niet. We zijn wel al bezig met een groot spektakel voor volgend jaar. En ‘Midzomernachtsdroom’, de voorstelling die we in 2008 voor de Zomer van Antwerpen maakten, wordt in juni hernomen in HETPALEIS.

 

Zijn er nog plannen voor jullie eigen theaterzaaltje in de Namenstraat?

Maillard Dat zaaltje is nu in orde, we mogen er eindelijk spelen. Ook in Mortsel hebben we goedkeuring gekregen om verder in Fort IV te spelen. In september gaan we daar een festivalletje organiseren met nog heel wat andere collega’s; MarthaTentatief, de Roovers, Laika … die hebben allemaal wel al eens in het fort gewerkt. Dan krijgen we daar een nieuwe dynamiek, ik denk dat dat heel fijn kan zijn. In ons eigen zaaltje plannen we een project voor januari/februari 2011. Onder de noemer ‘De Collega’s’ zullen we daar voornamelijk voorstellingen voor volwassenen maken, ook met figuren. Daar zullen onder andere Ultima Thule, De Maan, De Spiegel en enkele figurentheaters uit het buitenland aan mee doen. Dat is iets om in het oog te houden.