Kamal Kharmach

de Antwerpenaar
22/03/2015

In de rubriek ‘de Antwerpenaar’ laten we je kennismaken met een Antwerpenaar die inspireert, intrigeert of amuseert. Iemand met een interessante visie en een hart dat klopt voor ‘t Stad. dwars stapt deze maand in de naar yoghurt ruikende auto van comedian en student Kamal Kharmach en waagt zich doorheen de Antwerpse verkeerchaos. Een kwartier later parkeren we vlak voor de Agora, maar aan het korte autoritje heeft Kamal genoeg om zich – onbewust, zo blijkt later – als comedian te profileren.

“Of ik mijzelf grappig vind?” Druk nee-schuddend zet Kamal de latté weer neer. “Ik vind dat heel moeilijk om van mezelf te zeggen. Wel merkte ik al vroeg dat anderen mij grappig vonden.” Kamal koppelt deze ontdekking aan zijn overgewicht. “Ik ben altijd erg dik geweest en weet ook dat mensen me op die manier zien. Je leert erg snel reageren op een toegeroepen ‘hey dikzak’ en mijn gevatheid bleek mensen aan het lachen te brengen.”

 

humor met inhoud

Nochtans was het nooit de ambitie van Kamal om comedian te worden. Wel was hij geboeid door Richard Pryor, Chris Rock, Dave Chapelle en Michael van Peel. Hij beschrijft ze als “hilarische mensen die een boodschap in de humor achterlieten”. De impact van deze subtiele maar stevige boodschappen deden hem vraagtekens plaatsen bij de reikwijdte van zijn columns. Want ook Kamal zat met een ei, dat hij al schrijvend probeerde kwijt te raken. “Maar columns schrijven werkte niet. Alleen de mensen die sowieso al voor je zijn, nemen de moeite om überhaupt je blog te lezen. Of de mensen die de facto al tegen je standpunt zijn en waar je dus al niets meer aan hebt. Twijfelaars bereik je niet.”

 

Deze 23-jarige student Sociaal-Economische Wetenschappen kreeg door de eerder vermelde comedians het idee om zijn mening eens anders te formuleren. Hij verdiende de kost als maatschappelijk werker bij Samenlevingsopbouw toen een act afmeldde op een evenement. Het ideale moment voor Kamal om zich te tonen, maar zijn voorstelling viel tegen: "Mijn grappen waren nog te inhoudelijk en te weinig humoristisch." Kamal wil dan ook niet echt de grapjas uithangen, maar hij wil zijn humor vooral gebruiken om maatschappelijke problemen aan te kaarten. "Je ziet dat ik niet de comedian om de comedian wil zijn."

 

Toch was er die avond iemand van Nuff Said die hem opmerkte en zijn potentieel zag. Zo rolde Kamal in een collectief voor nieuw comedy talent dat toerde langs de culturele centra van Antwerpen. Hij bouwde een reputatie op en nog geen jaar later stond hij in de finale van Humo’s Comedy Cup, waar hij de eerste plaats aan zijn neus voorbij zag gaan. “Maar ik ben blij dat Lukas Lelie gewonnen heeft. Hij is al langer bezig, zijn set was af en hij was klaar voor the next level. Ik was dat nog niet. Bovendien voel ik nu al te veel druk, druk om te moeten scoren. Als ik eerste was geweest, had ik daar nog meer last van gehad.”

 

Marokkaanse Vlaamse Belg

“Ik ben gewoon Kamal. Ik heb toevallig Marokkaanse roots, maar ik ben wel hier geboren. Ik ben zo Belg als het maar zijn kan.” Toch merkt hij dat veel mensen schrik hebben of racistisch zijn. “Maar ik kan hen dat niet kwalijk nemen. Onbekend is onbemind. Bovendien heeft de media ons beeld gekleurd. Er moet een tegengewicht zijn, zoals een sympathieke Adil in De Slimste Mens. Hij helpt echt de publieke opinie mee vorm te geven. Er zijn altijd wel een paar mensen die zeggen: "stinkende maroef". Maar al bij al zijn er nu een miljoen mensen die al één persoon minder slecht vinden. Adil helpt misschien wel hun gedachten te nuanceren. Dat is echter een werk van lange adem. Wie weet draag ik daar mijn steentje wel toe bij. Misschien ook niet. Misschien is het morgen met mij gedaan en moet iemand het van mij overnemen. Maar er moet iets veranderen aan de maatschappij. Niet iedereen met andere roots staat op ontploffen.”

 

en verder?

“Heel toevallig ben ik net erg aan het nadenken over de toekomst. Wil ik verder gaan in comedy? Er bestaat voor mij geen eerlijkere kunst. Je staat echt naakt op het podium, vooral als de mensen niet lachen. Voor publiek staan is vaak heel confronterend en soms ook heel frustrerend. Je moet dat dus heel graag doen om het vol te houden. Ik merk tegenwoordig dat ik soms verglijd in het grappen maken om grappig te zijn. Ik voel me daar niet erg comfortabel bij.”

 

Ook zijn directeurschap van het Vlaams-Marokkaanse cultuurhuis Daarkom in Brussel, stelt hij in vraag. “Het is een behoorlijk stresserende, maar vooral heel boeiende job. Ik doe het heel graag en leer ongelooflijk veel bij. Daarkom is een fantastisch initiatief. Daarom zal het moment waarop alles niet meer te combineren valt, het onverbiddelijke moment waarop ik moet kiezen welke carrière ik wil volgen, mij ongelooflijk zwaar vallen.”

 

“Wanneer ik nu nadenk over mijn toekomst, kom ik altijd terug op lesgeven. Onderwijs. Ik zou heel graag die kant opgaan. Maar eerst moet ik mijn thesis hier aan Universiteit Antwerpen nog afmaken, daar wil ik echt nog vol voor gaan. De toekomst zal zich daarna wel uitwijzen.”