UA sport aangekaart

waarom de sportkaart duurder moet
01/11/2005

Nu de westerse wereld bol staat van obesitas, zochten wij Peter Verboven op. Deze UA sportcommissaris moet ons allen aanzetten tot meer beweging.

Hoe zit het met sport op de universiteit en wat is daarbij de rol van het commissariaat?

Kort gezegd willen we zoveel mogelijk sport voor zoveel mogelijk studenten op zoveel mogelijk plaatsen. Het commissariaat doet vanalles: in eerste instantie is er het beheer van de infrastructuur, onder andere het onderhoud van de twee UA-sporthallen op de Stadscampus en op Drie Eiken. Op de Middelheimcampus proberen we vooral de rechten van de student te verdedigen in de prijzenpolitiek van Sportopolis. Ten tweede willen we studenten vrij laten sporten. Elke avond staat de sportzaal op de Stadscampus open voor activiteiten van de sportraad, op Drie Eiken en Middelheim is dat twee avonden per week. De rest van ons budget gaat naar promotie en interuniversitaire competities op Vlaams, Belgisch en internationaal niveau. Daarbij profileert de UA zich, in samenwerking met het rectoraat, als ideale gastuniversiteit voor internationale evenementen. Dit academiejaar organiseren we het WK wielrennen, in 2007 verwelkomen we de Belgische universitaire kampioenschappen en in 2008 het WK hockey.

 

Wat is er veranderd sinds uw aantreden?

Door de fusie was er weinig communicatie over sport, vandaar ook dat wij in vergelijking met andere universiteiten drie keer minder sportkaarten hadden. Normaal gezien beschikt één derde van de studenten over een sportkaart. In Antwerpen was dat vorig jaar nog geen tiende! Dit jaar hebben we gelukkig al minstens twee keer zoveel sportkaarten aan de man gebracht. Op vlak van communicatie hebben we vooral aandacht besteed aan onze website, www.sportua.be, die momenteel de meest bezochte site van de UA is. Bovendien worden er op de buitencampussen informatiekaders geplaatst en komt er op de stadscampus een groot spandoek met het adres van de website. Het is belangrijk dat studenten de weg vinden naar sport en ons daarover aanspreken. We krijgen een tiental mails per dag waaruit wij leren wat de noden en wensen zijn. Met die informatie kunnen we het sportaanbod voor volgend jaar beter organiseren. We hebben dit jaar al een aantal initiatieven genomen. Het grootste is de Antwerp Student League (ASL), waarin we binnen de hele associatie een groot sportpakket aanbieden. Momenteel zijn er 75 teams ingeschreven, al 20 ploegen meer dan bij de vroegere Interfac, wat toch wil zeggen dat sport leeft en dat we er goed aan hebben gedaan om de ASL meer tijd en ruimte te geven dan zijn voorganger.

 

We zitten nu dus in een opbouwfase?

Inderdaad. We zijn nu de derde unief van Vlaanderen. Vroeger bestonden we uit drie kleine entiteiten waarvan de UFSIA de grootste was. Daar was het vanuit een katholiek principe niet toegelaten competities te organiseren tussen studenten, waardoor tot het eind van de jaren '80 enkel recreatieve sport toegelaten was. Op het RUCA zaten maar tweeduizend studenten; het leek alsof de sporthal daar meer door de buitenwereld gebruikt werd dan door de studenten. Op de UIA was er zelfs geen sportaanbod, enkel een tennisclub. We moeten ervoor zorgen dat we op het niveau komen van de KULeuven en de UGent. Van een gedecentraliseerd en klein sportaanbod moeten we nu naar een uniform platform. Het is een unicum in België dat we beschikken over drie sportcomplexen. Zo kunnen we een groot aanbod brengen, waardoor we ook meer studenten kunnen bereiken.

 

Is sport op de UA niet te veel voor ingewijden?

Dat proberen we te doorbreken. Nu worden vooral de al geëngageerde studenten bereikt, zoals praesidia en studentenvertegenwoordigers. Vroeger was het aanbod volledig gebaseerd op de sportraden. Zij konden doen en laten wat ze wilden, waardoor ze zich onbewust afsloten van de wereld. Nu komen we met een volledig ander systeem naar buiten en op die manier creëren we een forum. Op de site staat een overzicht waaruit het makkelijk kiezen is.

 

Om op de UA te mogen sporten heb je een vernieuwde sportkaart nodig, hoever staat het daarmee?

Als we op hetzelfde niveau willen komen als de KULeuven en de UGent, moeten we investeren en ons profileren. Op de UA komt nu meer dan 90% van het budget van de universiteit en slechts 10% van de verkoop van sportkaarten. Op de KULeuven, de UGent en Louvain-la-Neuve komt de helft van de werkingsmiddelen van de sportkaarten. In België is de gemiddelde prijs van een sportkaart vijftien euro voor een student en 35 euro voor personeel. Op de UA is dat maar tien euro. Als we meer willen investeren, hebben we meer inkomsten nodig en zal de prijs van de sportkaart stijgen.

 

Waarom moeten studenten zich via www.sportua.be registreren?

Het centraliseren van de verkoop van sportkaarten is voordeliger en veiliger: vorig jaar werd er bij inbraken in sporthokjes zowel geld als materiaal gestolen. Daarnaast professionaliseren en informatiseren we meer, vrijwilligers kunnen niet altijd beschikbaar zijn. We kunnen we ook alle sporters contacteren als we iets organiseren.

 

Waarom betaal je vijf euro als je deelneemt aan één sport en tien euro als je recreatief sport?

De ASL is een initiatief in de associatie en die eiste dat één sport slechts vijf euro zou kosten, net voldoende voor de verzekering. Maar elke student is volledig verzekerd met om het even welke sportkaart.

 

Organiseert de UA ook sporten als beachvolleybal en golf?

Nee, wij concentreren ons op wat we binnen onze eigen infrastructuur gratis kunnen aanbieden. De populaire sporten blijven onze core bussiness. Zaalvoetbal krijgt de helft van de capaciteit en de rest wordt verdeeld onder basketbal, volleybal, badminton en squash. In kleinere sporten investeren we niet. Bovendien is alle recreatieve sport voor studenten een moment waarop we de zaal niet kunnen verhuren. In een tweede fase kunnen we die kleinere sporten, die meestal ook duurder zijn, organiseren met behulp van clubs. Een mooi voorbeeld hiervan is de DUA, de denksportclub.

 

En wat brengt de nabije toekomst?

De focus ligt op Drie Eiken, tot voor kort was het daar op sportief vlak een oorlogsgebied ondanks de vele aanwezige terreinen. We gaan de voetbalvelden en de atletiekpiste daar weer zelf gebruiken. We verhuizen een aantal dingen van Middelheim naar Drie Eiken om de studenten daar aan te zetten tot meer sport. Tenslotte willen we de vloer van de sporthal op Drie Eiken meer geschikt maken voor andere sporten dan atletiek. Tot 2008 organiseren we het basispakket waar zoveel mogelijk studenten aan kunnen deelnemen. Alleen als de studenten daarover tevreden zijn, willen we denken aan minder beoefende sporten.