Wij zijn niet belangrijk ofwa?

Aan de poorten van Opel
13/05/2007

Volgens sommige commentatoren leek het in april wel of er in ons belgenlandje niemand nog aan het werk was. De ene werkonderbreking volgde de andere staking op. Ook bij Opel, hier in ons eigenste Antwerpen, besloot het personeel ‘den blok er op te leggen’, nadat duidelijk werd dat de toekomst van de vestiging bedreigd werd. De geest van de eerste dag van die maand nog vers in gedachten besloten we donderdagavond 3 mei dan maar zelf eens een kijkje te gaan nemen en een luisterend oor te bieden aan onze (doorgaans dan toch) werkende medemens.

Dinsdag 17 april kregen de 4.500 werknemers van Opel Antwerpen, een onderdeel van autogigant General Motors, te horen dat de vestiging de toewijzing van het nieuwe Astra-model was misgelopen. Dit betekende dat er dit jaar nog 1.400 arbeiders zouden worden afgedankt. Toen een week later bekend raakte dat de fabriek vanaf 2010 nog maar 80.000 Chevrolets zou mogen maken in plaats van de huidige 250.000 Astra’s, besloten de vakbonden het werk neer te leggen.

 

Aan het piket aangekomen treffen we een zestigtal stakers aan, nog zichtbaar aangedaan door de plotse onheilstijding die twee weken tevoren over hen werd uitgesproken. Voor Erik, die er al zeventien jaar bij GM heeft opzitten, kwam het nieuws als een donderslag bij heldere hemel. “Dat je hier geen tien of vijftien jaar vooruit kunt zien weet iedereen, maar dat het zo kort bij was, dat had niemand verwacht.” Zijn werkmakker Guy van de inspectiedienst treedt hem bij. “We wisten dat er iets aankwam, maar niet in deze proporties.” “Ze hebben hier heel lang met de mensen hun gevoel gespeeld. De mensen wisten niet waar ze nu juist voor stonden”, vult een derde collega hen aan. Erik geeft toe dat de beslissing diepe wonden bij hem nalaat. “Sommige zullen hier wel mee lachen, maar ik had toch een zekere fierheid omdat ik bij Opel werkte, waardoor ik ook veel over had voor dit bedrijf. Die ben ik nu volledig kwijt.”

 

De directie heeft in ruil voor de Astra de productie van 80.000 Chevrolets voorgesteld. “Te weinig,” vindt Patricia van de afdeling Press Shop, “dat komt neer op één shift, of maar 1.100 arbeidsplaatsen in plaats van de huidige 5.000 verdeeld over drie shiften. Vergeet ook niet dat dit voorstel nog nergens op papier staat.” Ook Erik vindt 80.000 wagens te weinig. “Als dit voorstel aanvaard wordt, is de fabriek binnen drie jaar gewoon dicht.”

 

Eddy Goovaerts, voorzitter van de Antwerpse metaalcentrale van het ABVV, kan aan de beslissing van de directie geen touw vastknopen. “Wij krijgen de Astra niet omdat de Belgische markt zogezegd te klein zou zijn, maar eigenlijk zou dat geen rol mogen spelen. Opel Antwerpen is winstgevender en heeft een hogere productiviteit en betere kwaliteit dan de meeste andere vestigingen die het model wel krijgen. Daarom valt deze beslissing economisch niet te verantwoorden.” Of er een andere vestiging is die volgens hem geen recht heeft op de Astra? “Ons alternatief was een geleidelijke afbouw van personeel, gespreid over alle fabrieken in Europa: een sociaal alternatief dus.”

 

Het nieuws over Opel heeft de vraag over de toekomst van de automobielindustrie in ons land opnieuw in de actualiteit gebracht. Mark De Roeck, hoofdafgevaardigde van de liberale vakbond ACLVB, wil er niet van horen. “De automobielsector heeft zeker een toekomst in België, omwille van onze uitstekende ligging vanuit logistiek standpunt en omwille van onze hoge kwaliteit. Ook op het vlak van loonkosten hoeven we tegenwoordig niet meer onder te doen voor Oost-Europa.” Goovaerts erkent dat de industrie in Europa met een overproductieprobleem kampt. “Het tegengaan van overproductie brengt verminderingen met zich mee, maar waar? Het eigenaardige is dat deze vestiging, om het figuurlijk uit te drukken, de beste van de klas was.” Volgens de vrouwelijke hoofdafgevaardigde van de BBTK (bediendecentrale van het ABVV) hebben de producenten zelf ook schuld aan de huidige overcapaciteit. “Er worden nog steeds nieuwe vestigingen geopend in Oost- en West-Europa en op hetzelfde moment laat men de mensen steeds harder werken, zodat er altijd maar meer wagens worden geproduceerd. Dat vind ik eigenlijk wel immoreel.”

 

Dat de fabriek in Antwerpen de nieuwe Opel Astra aan haar neus ziet voorbijgaan, noemen ook de arbeiders onbegrijpelijk en wraakroepend. “Ze hebben ons jarenlang verteld dat we moeten presteren of dat de fabriek anders dicht zou gaan. De werkdruk verhoogde zienderogen. Zestien jaar geleden werkten we hier met 12.000 arbeiders; nu zijn dat er nog maar 5.000 en toch rollen er vandaag meer auto’s van de band. Daarbij moet wel gezegd worden dat de nieuwe modellen minder arbeidsintensief zijn, maar toch spreken deze cijfers voor zich. Nu moet je weten dat binnen Opel wordt gewerkt met een interne maatstaf om vestigingen onderling te vergelijken. We waren volgens dit systeem heel goed, de tweede beste van Europa. Nu wordt dat allemaal zomaar van tafel geveegd.”

 

Normaal waren er die donderdag onderhandelingen voorzien tussen de vakbonden en Carl-Peter Forster, hoofd van GM Europe. Als reactie op de werkonderbrekingen in alle Europese vestigingen uit solidariteit met Opel Antwerpen, weigerde hij echter om die dag aan tafel te gaan zitten. Onaanvaardbaar, vindt Patricia. “Ik werk hier al twintig jaar. Wij zijn niet belangrijk ofwa?” De onderhandelingen werden verplaatst naar dinsdag 8 mei. Wij vroegen ons af in welke mate de werknemers bereid waren in te leveren op loon- en arbeidsvoorwaarden in ruil voor het behoud van hun job. “We hebben in het verleden al ingeleverd en het heeft niets uitgehaald. Ah nee, de Astra’s gaan naar fabrieken die veel duurder zijn dan wij. Als het moet misschien wel, maar het biedt geen enkele zekerheid”, zegt De Roeck. Erik voegt daar aan toe dat er twee manieren zijn om in te leveren: “Op het vlak van productiviteit is de limiet min of meer bereikt. We moeten nu al onze vinger opsteken om naar het toilet te mogen, zoals in de kleuterschool. De mensen zijn natuurlijk wel tot veel bereid als ze daardoor aan de slag kunnen blijven. Op financieel vlak valt dat al een pak zwaarder, natuurlijk.” Ook Patricia denkt niet dat er veel mensen zullen instemmen met loonverlies in ruil voor werk. “Het enige wat we willen is een beetje werkzekerheid, anders kunnen we hier binnen twee jaar weer gaan staan en de mensen worden dat moe.”

 

Voor het ter perse gaan van dit artikel raakte bekend dat de Europese directie een nieuw voorstel heeft gedaan, waarbij de Antwerpse vestiging twee modellen zou krijgen, wat neerkomt op een volume van 120.000 wagens. Een eventueel derde model zou ook nog tot de mogelijkheden behoren. Het voorstel werd donderdag 10 mei aanvaard door een nipte meerderheid van de werknemers (50,38%), zodat het werk vanaf 14 mei hervat wordt.