breken met het heldennarratief

close-up

26/03/2022
🖋: 
Auteur extern

Lily George


Belfast (2021) onderscheidt zich van de ‘standaard’ oorlogsfilms door de focus op het intieme, persoonlijke, huiselijk-alledaagse verhaal van mensen in een oorlogsgebied. Dat kan in eerste instantie ongemakkelijk aanvoelen, zeker als je gewend bent aan de meer spectaculaire Amerikaanse oorlogsfilms: films met een duidelijk goed-versus-kwaad en waarin je als kijker weet met welke personages je moet meeleven en met welke juist niet, om aan het einde van de rit jezelf op de morele borst te kunnen kloppen dat je ‘de goede’ kant hebt gekozen. Deze film laat het niet toe dat je met zo’n tevreden gevoel de bioscoop uitloopt.

De film speelt zich af in een hechte arbeidersbuurt in de (Noord-)Ierse stad Belfast aan het begin van de Troubles. Dat was een periode in de geschiedenis waarin de strijd tegen de Britse bezetting van Ierland en de religieuze strijd tussen katholieken en protestanten zorgden voor een heuse guerrillaoorlog in Noord-Ierland. Katholieken in Noord-Ierland werden door protestantse unionisten (die Noord-Ierland bij het Verenigd Koninkrijk willen houden) gezien als een bedreiging en systematisch gediscrimineerd. Die discriminatie en het verzet ertegen leidden uiteindelijk tot de guerrillaoorlog op Ierse grond.

We zien de film door de ogen van Buddy, een zesjarige jongen die samen met zijn ouders, grootouders en oudere broer al zijn hele leven in de buurt woont. Zijn verhaal is dat van een verscheurde community, een gezin dat moeilijke keuzes moet maken en een zesjarige jongen die net als de kijker antwoorden wil vinden op ‘Wat is goed?’ en ‘Wat is kwaad?’. Kenneth Branagh, de regisseur van Belfast, groeide zelf op in Belfast tijdens de Troubles en heeft autobiografische elementen gebruikt voor de productie van deze film.

Belfast wisselt momenten van heftig geweld, de rellen waarbij de katholieke winkels worden aangevallen en een overval door de buurtkinderen op een katholieke winkel, af met veilige en huiselijke scènes, Buddy die door de buurt loopt en door iedereen begroet wordt, Buddy’s grootouders die samen dansen, het hele gezin samen op een feest, dialogen over het mooie leven dat ze hebben (gehad) in de buurt. De film is in die zin een emotionele rollercoaster. Zowel de ‘veilige’ als ‘onveilige’ scènes duren altijd net niet lang genoeg om ze helemaal te laten bezinken, voor ze elkaar weer afwisselen.

Een punt van kritiek op het verhaal is dat het – juist door de persoonlijke insteek van een grootschalig conflict – het risico loopt de bezetter te humaniseren. Het is goed om te beseffen dat er in een conflict altijd ‘gewone’ mensen zijn die hun leven proberen te leiden, dat oorlog niet alleen in binaire termen van goed of kwaad moet worden bekeken. Maar je loopt ook het risico om de bezetting van Ierland door de Britten an sich te humaniseren als je niet duidelijk genoeg maakt dat de ‘gewone mensen’ in je verhaal niet symbool staan voor het grotere verhaal. Ik denk dat Belfast dat redelijk goed gedaan heeft, maar dat het ook een kwestie is van de tijdsperiode waarin deze film gemaakt werd. Een verhaal met precies dezelfde insteek maar dan afgespeeld in (bezet) Palestina had ik bijvoorbeeld absoluut niet kunnen waarderen.

Belfast is een emotionele coming-of-age-film en een aanrader voor al wie behoefte heeft aan een conflictverhaal, los van alle spektakel waar zulke films vaak mee gepaard gaan.