de bloedstollende problematiek van menstruatiearmoede

in gesprek met Tom Meeuws

16/05/2023

Zes studenten van Antwerp Management School zetten vorig academiejaar het Period(t)-project op poten. Het project bestond erin zoveel mogelijk menstruatiemateriaal te verzamelen via inzamelboxen verspreid over verschillende Antwerpse bedrijven en scholen. Via zulke inzamelpunten verzamelden de studenten maar liefst 430 dozen menstruatiemateriaal in om vervolgens te verdelen via verschillende sociale organisaties. Ook UAntwerpen werkte mee aan het project en organiseerde een aantal inzamelpunten. De inzamelpunten bleken een succes en toen het project ten einde liep, bleven de donaties binnenkomen.

 

Naar aanleiding van het geslaagde pilootproject besloot UAntwerpen om op kleinschalige basis menstruatiemateriaal te verdelen op haar campussen. In maart werd UAntwerpen de eerste Vlaamse universiteit om gratis maandverband en tampons structureel te verdelen in alle dames- en genderneutrale toiletten, dit om menstruatiearmoede en andere taboes rond menstruatie aan te kaarten. Daarnaast organiseerde UAntwerpen op 17 maart een infonamiddag rond menstruatiearmoede, -schaamte en -gezondheid.

menstruatiearmoede

Armoedebestrijdingsorganisatie Caritas Vlaanderen definieert menstruatiearmoede als volgt: “Menstruatiearmoede is het ontbreken van financiële middelen om menstruatieproducten te kopen.” De organisatie kaartte het fenomeen al in 2019 aan. De organisatie bevroeg in het voorjaar van dat jaar 2.608 Vlaamse meisjes en jonge vrouwen tussen 12 en 25 jaar en nam diepte-interviews af bij vier meisjes die aangaven in een situatie van menstruatiearmoede te leven. Zo leverde Caritas de eerste cijfers rond menstruatiearmoede in Vlaanderen. Hoewel menstruatiearmoede initieel niet zeer aanwezig leek te zijn in Vlaanderen, maakt het rapport duidelijk dat menstruatiearmoede een groep vrouwen in Vlaanderen ervan belet om zorgeloos te kunnen leven. Dat haalde adjunct-directeur Dorien Van Haute van Caritas aan op de infonamiddag.

Uit hun rapport blijkt dat het fenomeen zich wel degelijk voordoet in Vlaanderen. 12% van de Vlaamse vrouwen tussen twaalf en vijfentwintig jaar had al wel eens niet genoeg geld om menstruatieproducten te kopen. Bij vrouwen die in armoede leven, loopt dat op tot 45%. Ongeveer 11% van de respondenten leende ooit menstruatieproducten omdat ze er zelf geen geld voor had. De helft van de Vlaamse vrouwen gebruikte al wel eens een dubbelgevouwen zakdoek of een dubbele onderbroek omdat ze geen menstruatieproducten had. Vrouwen die in armoede leven doen dat vaker dan anderen: 65% van de vrouwen in materiële deprivatie zoekt een andere oplossing. 5% van de Vlaamse vrouwen bleef wel eens weg van school omdat ze geen geld had om menstruatieproducten te kunnen kopen. Bij jonge meisjes die leven in armoede miste 15% al eens school bij gebrek aan menstruatieproducten.

Een grote groep vrouwen moet zich met regelmaat zorgen maken over de aankoop van menstruatiemateriaal en het lukt hen soms niet om dat te financieren. Voor jongeren die naar school gaan, brengt dat tekort aan menstruatiemateriaal heel veel stress met zich mee. Ze kunnen zich daardoor minder goed focussen op hun schoolwerk en dat beïnvloedt hun prestaties op een negatieve manier. Menstruatiearmoede zorgt er in sommige gevallen zelfs voor dat jonge vrouwen (op bepaalde dagen) niet naar school kunnen gaan of kunnen deelnemen aan andere activiteiten.

huidig beleid

We interviewden de Antwerpse schepen van Armoedebestrijding, Tom Meeuws, om meer te weten te komen over het politieke aspect van menstruatiearmoede. Meeuws lichtte het huidige beleid rond menstruatiearmoede toe: “Als OCMW-voorzitter kan ik zeggen dat we zoveel mogelijk gratis menstruatieproducten verdelen aan de mensen die bij de voedselbanken en het OCMW langskomen. Het gaat dan natuurlijk om mensen die we kennen vanuit het OCMW en mensen die zich vaak vanuit grote schaamte naar de voedselbanken bewegen. Dat doen we voor het onderste deel van de inkomstenklasse. Belangrijker is dat menstruatie een deelprobleem is van mensen die in armoede leven of opgroeien. Het tweede dat we doen is scholen proberen overtuigen om kastjes te installeren waarin scholen gratis menstruatiemateriaal aanbieden. Zo hebben we al 23 scholen overtuigd.” De schepen plaatst menstruatiearmoede in het kader van een overkoepelend probleem: “Menstruatiearmoede is net zoals beweegarmoede en vervoersarmoede een deelprobleem van structurele armoede. Zeker voor jongeren die opgroeien is het belangrijk om hen zoveel mogelijk negatieve ervaringen te besparen. Daarom geloven we erin dat we scholen actief moeten overtuigen om menstruatiemateriaal te voorzien om die schaamte en stress te verhelpen. Dat spoort uiteraard gelijk met de lege brooddozenproblematiek en het feit dat leerlingen niet mee kunnen op schoolreis, maar in tegenstelling tot een eenmalige Parijsreis, doet menstruatie zich maandelijks voor. Het is dus onze plicht er iets aan te doen.”

blik op de toekomst

Om die plicht te vervullen, wil Meeuws het project verder uitbreiden in de volgende bestuursperiode. “We willen alle scholen van eender welk net overtuigen om de kastjes te installeren om zo de schaamtevolle ervaring bij jongeren weg te nemen. Die kastjes zijn daarbij belangrijk omdat ze de menselijke factor uitschakelen.” Met die menselijke factor doelt Meeuws op een seceratarismedewerker die de schaamte alleen maar in de hand zou werken moest die het materiaal uitdelen. “Laat ons in groot vertrouwen maandverband en tampons voorzien in de sanitaire voorzieningen. Daar is het zo anoniem als mogelijk en kan iedereen die daar nood aan heeft zich bedienen.” Meeuws zet zijn overtuiging kracht bij met een rake vergelijking: “Het is echt zoals toiletpapier: je moet daar niet om bedelen of zelf meebrengen van thuis, dat is er gewoon. Als er gratis toiletpapier is op scholen, zou er ook gratis menstruatiemateriaal moeten zijn.”Daarnaast benadrukt de schepen het belang van algemene financiering. “Momenteel loopt de financiering weleens via een wafelbak, maar dat vind ik een beetje obsceen. Ook wanneer je werkt met donaties, blijf je erg afhankelijk en is je aanbod moeilijk te garanderen.” Om die reden is de schepen dan ook geen voorstander van het nultarief dat Caritas voorstelt. “Er is recent een BTW-verlaging doorgevoerd en dat kan ik alleen maar steunen. De BTW staat nu op 6%. De opbrengst daarvan kan gebruikt worden voor de logistieke kant van de kastjes, waardoor ik ze liever niet volledig afgeschaft zie. Het is belangrijk om te beseffen dat BTW ook positief ingezet kan worden.”

welke stappen moeten we nog zetten?

Die uitbreiding met financiering door algemene middelen is momenteel nog geen realiteit. Volgens Meeuws ontbreekt vooral het maatschappelijk besef. Zowel in het debat als tijdens het interview benadrukte hij een citaat uit het rapport van Caritas dat hem tot inzicht bracht: “Mocht niet de helft van de wereldbevolking, maar de hele wereldbevolking menstrueren, dan hadden we nu overal gratis menstruatieproducten op scholen gehad.” Het is dan ook dat besef waar hij op wil inzetten. “Dat besef creëren we onder andere door erover te praten en te publiceren of door er een namiddag over te organiseren zoals UAntwerpen deed. Sterke getuigenissen en goed sensibiliserend werk maken het verschil. Menstruatiearmoede blijft een deelprobleem van het grotere armoedeprobleem, maar het helpt wel om ons als maatschappij eens heel bewust te worden van een specifiek deelprobleem en het ook aan te pakken.”

Hij kaart daarnaast nog een ander obstakel aan, namelijk de last op het onderwijs. “Je belandt heel snel in een situatie waarbij het onderwijs geacht wordt alle maatschappelijke problemen te remediëren achter de schoolpoort. Scholen en leerkrachten staan onder een hele hoge druk en daar heb ik enig begrip voor. Toch is het in wezen een simpel logistiek probleem en is het dus belangrijk dat scholen niet de indruk krijgen dat het weer een extra last is. Zet er een organisatie op die het voor de scholen oplost en normaliseer het vooral.”

Voor nu blijven we op onze honger zitten. We bevinden ons in de eerste fase van bewustwording, wat ook al opviel op de infonamiddag waar een beperkt en overwegend vrouwelijk publiek aanwezig was. Er zijn nog heel veel stappen te zetten alvorens we kunnen spreken van een algemeen maatschappelijk bewustzijn. De overtuiging bij de schepen is er, maar de stappen die hij wil zetten om de obstakels uit de weg te helpen, blijven voorlopig vaag. We kijken uit naar de verkiezingscampagne van 2024 en hopen dat menstruatiearmoede er op de tafel zal liggen, deze keer met een concreet beleidsplan.