het beestenboelbeleid

huisdieren op kot

10/11/2020
🖋: 

De stap naar alleen op kot wonen is voor velen ontzettend moeilijk. Je laat je ouders achter in een verre stad of een ander land. Plotseling ben je zelf verantwoordelijk voor je eten, de was en de plas. Daarbovenop laten sommige studenten ook hun geliefde huisdier thuis achter. Voor degenen die dan toch beslissen om hun pluizige vriend mee te nemen, maken onduidelijke regels en grote werkdruk van talrijke taken, lessen en eventuele studentenjobs het er niet bepaald makkelijker op. 

Ze zijn vaste knuffelvrienden die zich altijd aan de coronamaatregelen houden, ze bieden een luisterend oor en ze zorgen ervoor dat je af en toe nog eens buiten komt. Het is te zien dat sinds het begin van de plaatselijke lockdown meer dieren worden geadopteerd. Belgische asielen melden een verdubbeling van het aantal adoptieaanvragen.

 

sed lex, dura lex

De wetgeving omtrent huisdieren in huurwoningen is de laatste paar jaar sterk geëvolueerd. Waar vroeger geen specifieke wetgeving bestond, mag een verhuurder vanaf 2018 slechts huisdieren weigeren als de woning niet geschikt is voor het dier zelf (lees: te klein) of het reglement van het appartement dat expliciet verbiedt. In dat opzicht zijn koten vaak benadeeld omdat ze typisch een kleine oppervlakte hebben. Daarbovenop kan de kotbaas bepalen dat in het hele gebouw een huisdierverbod geldt. Mocht je al het geluk hebben om toestemming te krijgen, bestaat de kans dat je een extra groot voorschot moet betalen of een aanvullende verzekering moet aanvragen. Verder hebben vele koten een gelimiteerde geluidsisolatie. Daardoor kan een buur snel klagen dat het huisdier te veel overlast veroorzaakt. De enige dieren die de dans ontspringen zijn assistentiehonden. Zij mogen niet geweigerd worden vanwege hun essentiële functie.

Zo wordt het voor studenten een hele klus om een huisdier op kot te mogen en kunnen krijgen. Onvolmaakte wetgeving met botsende clausules, drukke lessenroosters en eventuele studentenjobs maken het een raadsel om uit te vogelen hoe je eraan begint en hoe je genoeg tijd vindt om je beestje goed te verzorgen.  

 

en nu in de praktijk

Maak kennis met studente Bo Keulen en haar extreem schattige labradoedel Teddy. Bo ging op kot in Antwerpen en kende op dat moment nog niemand. Na een jaar besloot ze toch een hond te adopteren om de eenzaamheid te verdringen, ook omdat ze met een hond was opgegroeid. In het eerste kot waar ze woonde, waren de kotbazen niet tegen huisdieren en hadden ze zelf een hond. Ze adopteerde dus Teddy, die nu anderhalf jaar oud is en zich volop in de speelse puppyfase bevindt.  

Toen ze vorig jaar op zoek ging naar een studio om wat meer ruimte te hebben, botste ze op een probleem. Bij het bekijken van studio’s stootte de vraag of huisdieren toegelaten waren op een steevaste njet. Vastbesloten om op alle mogelijke manieren te zoeken en te vinden stuurde ze via sociale media een oproep in groepen voor verhuurders. Binnen de kortste keren contacteerde een verhuurder haar en vond ze een leuke studio in de buurt van haar werk bij een kinderdagverblijf en het Stadspark. Ook in haar nieuwe woning blijft ze gebonden aan een aantal regels. Volgens haar contract mag ze een kleine hond houden zolang die niet te veel overlast veroorzaakt. Een extra voorschot of verzekering heeft ze niet moeten regelen. Ze benadrukt wel dat de verhuurder haar zelf had benaderd en dat dat misschien heeft bijgedragen aan een minder formele regeling.

Als student – en mogelijk toekomstig hondenbaasje – vroeg ik me af hoe Bo het voor elkaar krijgt om haar studies, werk en een huisdier te combineren. Ze vertelde dat ze maximaal vier uur colleges na elkaar heeft, waardoor er even tussenuit glippen om Teddy uit te laten mogelijk is. Voor een jonge hond stampvol energie is dat ook nodig, merkte ik, toen we even later samen in het park wandelden en napraatten terwijl Teddy naar takjes speurt.

Kortom, er zijn zeker manieren om je kat, hond, konijn, slang of exotische kever mee te nemen op kot. Daarvoor hoef je de kat niet uit te boom te kijken. Net als Bo en andere studenten waag ik me volgend jaar dapper aan de zoektocht. Gewapend met al deze kennis en het motto "Wie zoekt, die vindt!" ga ik op zoek naar een kot waar ik een hond mag houden. De kans is klein dat er op zo een korte termijn vorderingen gaan zijn op wetgevingsvlak, maar toch: enige ijdele hoop is geoorloofd. Dat het proces op dit moment ingewikkeld is, maakt het het niet minder waard. En laten we eerlijk zijn, in deze tijden kunnen we allemaal extra gezelschap gebruiken – al is het van die ene kat die altijd rondzwerft in de buurt.