het einde van het modeltraject?

opvolgen van studiesucces is geen sinecure

11/02/2018

Hoeveel studenten volgen het modeltraject nu eigenlijk? Geen al te moeilijke vraag, dachten we. Het modeltraject bleek echter een achterhaald begrip om het studiesucces op te volgen en onze vraag daarbij even verouderd. Maar geen nood, de zoektocht naar antwoorden was boeiend genoeg.

Studievoortgang over de faculteiten heen vergelijken, het was een nobele doelstelling. Dat de term modeltraject bijna even ouderwets bleek als de gedateerde ridderverhalen, maakte dat we onze zoektocht zonder enige gêne konden opwaarderen tot queeste. De eerste hindernis hadden we alvast zelf woordelijk geschapen.

 

van modeltraject

Dat ons hoger onderwijs flexibeler is geworden tegenover de tijd dat de dieren nog spraken of onze ouders nog achter de studieboeken zaten, is niets nieuws. De flexibilisering maakt dat jij en ik geen jaar moeten overdoen omdat we een vak niet haalden: je neemt het gewoon mee. "Je kan daardoor ook niet meer zeggen dat je in je tweede bachelor zit, bijvoorbeeld", bedenkt Peter De Meyer, woordvoerder van de Universiteit Antwerpen. "Je zit in je bachelor of in je master."

Ook onze universiteit denkt niet meer in bachelorjaren of soortgelijke termen. Nochtans blinkt het woord 'modeltraject' nog steeds op SisA. Neem maar eens een kijkje op de pagina waar je je studieprogramma kan samenstellen. Meet de universiteit hier nu met twee maten?

"De knop 'modeltraject' op SisA geeft gewoon weer wat er in het volledige programma aan opleidingsonderdelen zit, zoals het wordt weergegeven in de studiegids van de opleiding", wordt ons verteld. "Het modeltraject is het uitgestippelde voorbeeldtraject van je studie, een traject dat de student bij voorkeur volgt. Bij de opmaak ervan heeft de opleiding rekening gehouden met de ideale opbouw en ontwikkeling van de competenties."

"Voor sommige opleidingsonderdelen worden er voorwaarden opgelegd waaraan je moet voldoen om het opleidingsonderdeel te mogen opnemen. Dit noemt men ‘volgtijdelijkheid’ en vormt een onderdeel van het modeltraject. De trajecten kan je raadplegen in de studiegids op de website van de Universiteit Antwerpen."

Er wordt ons echter op het hart gedrukt dat je met deze ‘catalogus’ flexibel kan omgaan en dat combineren van opleidingsonderdelen uit verschillende delen van het modeltraject mogelijk is, op voorwaarde dat je de regels inzake volgtijdelijkheid respecteert. Niets weerhoudt je er dus van om vakken uit deel 1, deel 2 en deel 3 van een bacheloropleiding te kiezen. "De knop modeltraject' dwingt een student dus niet om dat programma te volgen. Een student die op deze knop klikt, krijgt met andere woorden geen label 'modeltrajectstudent' mee."

 

tot studierendement

Doordat we niet langer bestempeld worden als (niet-)modeltrajectstudenten, bleek onze initiële vraag onbeantwoordbaar. Het doet de vraag rijzen hoe onze universiteit ons studieparcours dan precies in de gaten houdt.

Studierendement is voor een deel het antwoord. Zo worden je aantal opgenomen en behaalde studiepunten weergegeven in een percentage. Op basis hiervan wordt je studievoortgang uitgedrukt. "Het gemiddelde studierendement voor generatiestudenten (studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een diplomacontract aan het hoger onderwijs, n.v.d.r.) in de bachelor ligt rond de 66 procent. Niet alleen voor UAntwerpen, maar voor heel Vlaanderen", vertelt Ann De Schepper, vicerector Onderwijs.

Allemaal goed en wel, maar hoe kan onze universiteit nagaan hoelang we ondertussen doen over onze studie? Of is dat niet langer relevant?

 

terugblikken

Het was een zoektocht naar de cijfers die dat juist konden weergeven. De oplossing blijkt echter niet uitermate moeilijk en ligt in de studieduur tot het behalen van het diploma. Hierbij presenteren we je onze nieuwe hoofdvraag. Hoeveel jaar studeerden de studenten tot het behalen van hun bachelordiploma?

Wel, het aantal studenten dat hun bachelor haalt in drie jaar verschilt erg per faculteit. Zo haalde in de faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen afgelopen academiejaar de helft van de studenten die hun bachelordiploma overhandigd kregen, dit document in drie jaar tijd. Hiermee ligt de faculteit FBD net onder het gemiddelde op onze universiteit – waarbij 53 procent van de afstuderende bachelorstudenten hun diploma binnen de drie jaar overhandigd krijgt.

De vraag die zich hierbij aandient is of het überhaupt wel het streefdoel is dat studenten binnen drie jaar hun bachelordiploma halen. Er zijn immers ook werkstudenten, die bewust minder studiepunten per academiejaar opnemen en zo langer over hun studie doen. Het aantal werkstudenten per faculteit kan je gemakkelijk nagaan op de website van onze universiteit. Om ze in verband te brengen met de uitstroomcijfers die in onze handen vielen is echter verdere analyse nodig.

 

interfacultaire vergelijking

Bij de faculteit Rechten kreeg 47 procent van de studenten afgelopen academiejaar na drie jaar hun bachelordiploma in handen gedrukt. Het verschil met de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen (GGW) is hiermee groot, waar 89 procent van de derdejaarsstudenten afgelopen academiejaar hetzelfde papier uitgereikt kreeg. Hiermee scoort de faculteit GGW het beste van alle faculteiten, maar er dient in rekening gebracht te worden dat er met het toelatingsexamen arts en tandarts al een grote preselectie gebeurde alvorens studenten deze faculteit binnenstapten. Een dergelijke preselectie is bij de faculteit Rechten afwezig, net zoals bij alle andere faculteiten.

Je zou verder kunnen argumenteren dat er in de faculteit Rechten sprake is van een grotere diversiteit in de studentenpopulatie, waardoor dit percentage lager ligt. Is dat daarom slecht? Niet noodzakelijk. 30 procent van de rechtenstudenten die het voorbije academiejaar hun diploma kregen, behaalde dit document immers gewoon na vier jaar studie. Doet dat jaartje meer ertoe?

Het mag duidelijk zijn dat de faculteit GGW een uitschieter is. Bij de andere faculteiten schommelt het percentage studenten dat in 2016-2017 na drie jaar hun bachelor haalde tussen de 34 procent (faculteit Letteren en Wijsbegeerte) en 59 procent (faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen). Deze percentages mogen misschien maar middelmatig lijken, maar ze liggen wel in de lijn der verwachtingen. Wanneer het gemiddelde studierendement van generatiestudenten in de bachelor 66 procent bedraagt, kunnen de facultaire cijfers inzake studieduur niet veel hoger liggen. Er kunnen echter ontelbaar veel redenen aangehaald worden om de interfacultaire verschillen te verantwoorden, maar we moeten durven toegeven dat de oorzaken objectief heel erg moeilijk vast te stellen zijn.

 

facultaire evoluties

Zelfs de verschillen per jaar binnen faculteiten kan je moeilijk beredeneren. Bovendien maakt de integratie van een aantal voormalige hogeschoolopleidingen in de universiteit in 2013-2014 de cijfers nog eens extra complex. Hindernissen blijven opduiken, want neem je de nieuwe richtingen mee in je cijfers, dan kan je nauwelijks correct vergelijken over de jaren heen. De hierboven genoemde cijfers van de faculteit GGW, bijvoorbeeld. Die zijn weergegeven zonder de bacheloropleiding Revalidatiewetenschappen, aangezien deze opleiding er pas met de integratie bijkwam.

Binnen de faculteit Wetenschappen daalde de afgelopen drie jaar het aantal studenten die hun bachelor in drie jaar voltooiden (van 64% naar 50%), maar gedurende deze periode bleef het aantal studenten dat zijn bachelor afrondde in vier jaar tijd nagenoeg constant (29%).

De dalende trend is echter niet alleen binnen de faculteit Wetenschappen aan de orde. Decaan Nick Schryvers verzekert ons dat de opleidingen zeker niet 'moeilijker' werden de afgelopen jaren. "Integendeel, men houdt meer en meer rekening met allerhande vragen en verzuchtingen van studenten. Of dat een goed idee is, hou ik hier in het midden. De kwaliteitscontrole op het onderwijs doet alvast wel al lang haar werk en heeft een gunstige invloed op het wegwerken van concrete probleempunten."

 

de heilige graal

En daar eindigt onze queeste. Slaagcijfers per studiejaar liggen ver achter ons. Cijfers opvolgen op lange termijn waarbij alle opleidingen, ook de geïntegreerde hogeschoolopleidingen, meegenomen worden, zijn de toekomst. Wanneer die integratie ver genoeg achter ons ligt, is dat weer mogelijk. In de tussentijd kunnen we besluiten dat niet voor alle vragen een eenvoudig antwoord te vinden is. Dat er zoveel zijweggetjes zijn die de zoektocht naar verklaringen moeilijk maken. Dat ondertussen onze universiteit ons flink in de gaten houdt. Niet door modeltrajecten, wel door studierendement en studieduur.