het eindrapport van de Studentenraad

één academiejaar verder

27/04/2018

In de dwars van oktober gaven we jullie, beste studenten, het woord in onze enquête Raad voor de Studentenraad en in het daaropvolgende artikel 'Het rapport van de Studentenraad'. Tegelijkertijd beloofden we jullie plechtig om op het einde van het academiejaar met dezelfde vragen bij jullie terug te komen, zodat er hopelijk een evolutie te schetsen viel. De examens komen in zicht, de thesisdeadlines staan al voor de deur, dus bij deze: dwars houdt zich aan haar woord.

Laat ons, voor we onze kritische/liefhebbende blik op de Studentenraad richten, eerst de hand in eigen boezem steken. In het begin van dit academiejaar kregen we slechts 216 medestudenten zover om hun mening met ons te delen. Nu het kwik weer stijgt en er een 'blokvakantie' gepasseerd is, bleek deze queeste nog moeilijker te zijn. Slechts 85 studenten slaagden in deze missie. Aan allen die de finish gehaald hebben: proficiat. Aan allen die de finish niet gehaald hebben: ahum, spijtig?

 

naamsbekendheid

Een grotere naamsbekendheid behalen was voor de Studentenraad een van de streefpunten. Zijn ze hierin ook geslaagd? Evolutie is er zeker te zien in ons beperkt cijfermateriaal: 23,5% van de deelnemers wist Geert de Hoons naam tevoorschijn te toveren op de vraag wie onze voorzitter is, in vergelijking tot 13,9% in oktober. Studenten weten bovendien steeds meer wie hun eigen facultaire vertegenwoordiger is. Een schamele 5% die deze naam kon geven (dwars 112) werd opgetrokken naar 23,5%. Dit is vooral te danken aan de studentenvertegenwoordigers onder onze respondenten, waarvan 7 op 8 slaagt in deze test. De gewone student schommelt rond de 17,3%. In vergelijking tot de 1,1% aan het begin van dit jaar is dit best een sterke evolutie. Verbetering blijft natuurlijk altijd mogelijk. Geert de Hoon laat ons weten dat een eventuele statutenwijziging hierin raad kan brengen. Op deze manier wordt de rol van de facultaire vertegenwoordiger beter in de Studentenraad verankerd. Een sterkere link tussen het centrale en facultaire niveau zou zo ook tot een snellere terugkoppeling naar de achterban leiden, wat een nog betere verspreiding van de nodige informatie tot gevolg heeft.

 

Ik vind de stijging van het aantal likes op Facebook belangrijker dan dat iedereen mijn naam kent. – Geert de Hoon (voorzitter studentenraad)

 

Naamsbekendheid dient niet alleen in strikte zin opgevat te worden, maar ruimer doorgetrokken te worden naar het hele orgaan van de Studentenraad. Zo vindt Geert de stijging van 20% van het aantal likes op Facebook belangrijker dan dat alle studenten zijn naam kennen. Toch antwoordde slechts 7,1% van de deelnemende studenten volmondig ‘ja’ op de vraag of ze wisten waar de Studentenraad zich de laatste maanden mee bezig had gehouden. 22,4% dacht er wel een notie van meegekregen te hebben. Terugkerende antwoorden waren “de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de Studentenraad zelf”, “de vervroegde publicatie van examenroosters”, infrastructuurwerken, de OER-week en de Komida-acties. Iemand merkte (duidelijk opgelucht) op dat hij of zij bijgeleerd had dat je een examen meer dan zes keer mag doen! Dankjewel Studentenraad, juni ziet er ineens een stuk minder stresserend uit.

voorstelling stuvers

Stuvers vormen een belangrijke spil in het proces van vertegenwoordiging en de daarop volgende informatieverspreiding. Zij werden tussen 16 februari en 7 maart via posters op Facebook plechtig voorgesteld. Hoewel 32,9% van de studenten dit te laat vond, had het meerderdeel (44,7%) gewoonweg geen mening. Geert verklaart de vertraagde verschijning van de posters op Facebook door de uitgestelde verkiezing van de coördinator Participatie & Communicatie. De dienst Taakomschrijving is namelijk verantwoordelijk voor het voorzien van deze posters. Voor de ‘persoonlijke touch’ wou men bovendien foto’s van de desbetreffende stuvers erbij kunnen publiceren. Dit bleek een hele onderneming te zijn. Zelf had de Studentenraad de posters ook liever vroeger zien verschijnen (en stappen worden ondernomen om dit volgend jaar wel te verwezenlijken). Voor de student in nood was er wel nog steeds het stuveroverzicht op de website van UAntwerpen. Nu niet bepaald moeilijk te vinden, toch?

 

campagne

Ondertussen hield de Studentenraad een uitgebreide campagne voor de verkiezingen van het aankomend academiejaar. Onder onze bereidwillige respondenten telden we 16 gekleurde ‘ja’-bolletjes op de vraag of hij of zij interesse heeft om studentenvertegenwoordiger te worden, goed voor een kleine 20%. Antwoorden op de open vraag naar de motivatie hierachter nemen uiteenlopende vormen aan. Een nukkige respondent typt neer: “Dan verandert er misschien eens iets.” (vergeet niet om het uitroepteken er zelf bij te denken.) Antwoorden als: “Ik vind communicatie tussen het onderwijzend personeel en de studenten belangrijk”, “Omdat het belangrijk is dat de mening van studenten gehoord wordt” en “Ik ben overtuigd van het belang en de meerwaarde van participatie op alle niveau's in het onderwijs”, laten meer ambitie doorklinken.

De respondenten die voor de optie ‘nee’ gingen, zijn vooral bang dat ze niet voldoende tijd hebben. Een andere opvallende motivatie was: “Ik ben zelf niet voldoende op de hoogte van mijn studies.” En omdat zelfs wij soms woorden tegenkomen die nog niet zijn opgeslagen in ons cognitieve mechanisme, ook nog even deze: “Ik heb reeds voldoende extracurriculaire activiteiten.”

 

visie

Bij de achterban is het geloof in de stuvers over het academiejaar heen met 3,8 op 5 constant gebleven. Dat bij het associatiespelletje met het woord ‘Studentenraad’ naast 'cute voorzitter' vooral woorden als ‘vertegenwoordiging’ en ‘vergadering’ naar voor komen, zegt iets over het belang dat door de studenten aan deze raad wordt gegeven. De respondenten gaven in vergelijking tot oktober net iets meer punten aan de Studentenraad op het vlak van professionaliteit en communicatie. Beide zijn immers van 2,8 naar 3 op 5 opgeklommen.

 

Het gesloten kliekje dat ik heb leren kennen is veranderd in een samenkomst van studenten die meer naar de buitenwereld communiceert waar ze mee bezig zijn. – Beau

 

Wanneer direct gevraagd wordt naar de motivatie voor het gegeven cijfer aan de Studentenraad, halen nog steeds drie studenten een voorval van vorig jaar aan. De agressieve communicatie van ex-voorzitster Anaïs Walraven op een open lezersbrief van een medestudente staat hen nog helder voor de geest. Daartegenover staat dat slechts drie studenten expliciet vermelden van mening te zijn dat de Studentenraad er qua profilering en communicatie duidelijk op vooruit is gegaan. Beau De Clercq, een student die zijn mening bereidwillig geeft, verwoordt dit als volgt: "Het gesloten kliekje dat ik heb leren kennen is veranderd in een samenkomst van studenten waar niet alleen iedereen zijn of haar mening durft te geven, maar ook meer naar de buitenwereld communiceert waar ze mee bezig is." 

Toch vindt 17,65% dat ze nog steeds te weinig horen en niet op de hoogte zijn van de realisaties van hun vertegenwoordigend orgaan. Geert wijst erop dat dit ook te wijten is aan enkele grote dossiers die dit jaar op de bureau van de Studentenraad beland zijn, zoals de herindeling van het academiejaar. Dit zijn werken van lange adem, waarover moeilijk te communiceren valt zolang deze dossiers nog lopende zijn.

Daarnaast blijft de Studentenraad de zichtbaarheid van hun activiteiten zelf ook als een werkpunt opvatten. Dit leidt tot ideeën om met een standje op de infodag present te zijn, alsook bij de inschrijvingen van nieuwe studenten in de Lange Sint-Annastraat. Ook over gadgets met leuke woordspelingen om de aandacht te trekken wordt nagedacht (wij zijn alvast benieuwd!). Toch is het duidelijk dat niet alle studenten zomaar bereikt kunnen/willen worden. De relatie Studentenraad-studenten mag evenwel geen eenrichtingsverkeer worden. Ook voor de gewone student(e) geldt immers het motto: ‘wie zoekt, die vindt’.