Het Landjuweel

de dwarsdoorsnede

25/03/2023
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Op 2 maart was dwars aanwezig bij Het Landjuweel. Daar valt enorm veel over te vertellen, vooral na de duizelingwekkende uitslag van de publieks- en juryprijs.

Het Landjuweel is een eeuwenoude traditie die stamt uit de dertiende eeuw. De opzet was toen als volgt: de schuttersgilden uit Brabant hielden een cyclus van zeven theaterwedstrijden. De winnaar van de vorige wedstrijd moest zo de volgende organiseren. Het Landjuweel is uiteraard geëvolueerd doorheen de tijd. Tot 1562 was het een enorm populair evenement, maar daar stak de Tachtigjarige Oorlog een stokje voor. Zo ging de traditie een lange tijd verloren. Zes jaar geleden bliezen Leuvense studenten de traditie terug leven in: de wedergeboorte van Het Landjuweel was een feit. Sindsdien strijden studenten jaarlijks weer om de titel te bemachtigen met hun voordracht. Dat doen ze telkens om hun (studenten)stad te vertegenwoordigen.

Deze editie namen opnieuw zes studentenvereniging deel onder de naam van hun stad: LWK (Brussel), Lingua (Antwerpen), Babylon (Leuven), Filologica (Gent), Helios (Amsterdam) en Awater (Utrecht). De avond werd georganiseerd door de Leuvense studentenvereniging. Over het algemeen verliep de avond vrij chaotisch. Het hele evenement liep enorm uit. De aanvang werd dertig minuten verlaat en dat bleek een precedent voor wat nog zou komen. Een show die een uur en dertig minuten had moeten duren, duurde uiteindelijk twee uur en dertig minuten. Dan spreek ik nog niet van de vreselijke micro’s, die te pas en te onpas een ondraaglijk geluid uitkraamden. Dat alles gaf de avond een redelijk onprofessioneel karakter.

 

Amsterdam

Amsterdam mocht de spits afbijten. Zij kozen ervoor om één performer het podium op te sturen. Teuntje bracht feministische monologen – een drieluik over wensen en grenzen die zij zelf schreef. Ze vertelde me dat ze haar monologen schreef vanuit een gevoel van woede over het onrecht dat vrouwen vaak ervaren. Dat gevoel kwam ook naar boven in haar voordracht. Je kon zien dat ze had nagedacht over uitspraak, intonatie en volume. De tekst ging erg duidelijk over grensoverschrijdend gedrag. Dat is goed, maar soms vond ik haar taalgebruik wat voor de hand liggend en cliché. Zo rijmde ze bijvoorbeeld consent met one night stand en content. Ze maakte vaak gebruik van eindrijm, maar zulke simpele rijmpjes pasten niet bij een onderwerp als dit. Metaforen en neologismen kwamen zeer weinig aan bod in de tekst en dat is spijtig. Door met taal te spelen en experimenteren had de tekst, die een hele duidelijk thematiek omvat, toch nog een grotere poëtisch meerwaarde kunnen krijgen.

 

Leuven

Daarna was Leuven aan de beurt. Zij hadden een team van zeven schrijvers en negen performers. Dat is een moeilijk gegeven op podium; negen mensen ensceneren is absoluut niet makkelijk. Dat verklaart meteen de ietwat spijtige podiumopstelling. Het team vormde een soort driehoek waarbij iedereen in kleermakerszit zat, behalve degene die op dat moment aan het woord was. De opstelling deed me wat denken aan de danslessen die ik volgde in de kleuterklas. Het thema van hun voordracht was rouw. Ze vertelden me dat ze daarbij hadden gefocust op het persoonlijke rouwproces. Dat is natuurlijk voor iedereen anders. Team Leuven liet hun performers dan ook allemaal apart aan het woord met hun eigen tekst. De gedichten waren in veel opzichten ondermaats. Poëtisch taalgebruik, woordspelingen, rijm en enige originaliteit ontbraken volledig aan deze teksten. Ten slotte ontbrak er interactie tussen de performers.

 

De opstelling deed me wat denken aan de danslessen die ik volgde in de kleuterklas.

 

Utrecht

Vervolgens was het aan Utrecht. Hun team bestond uit vijf mensen, waarvan er twee de male gaze en drie de female gaze vertegenwoordigden. Dat is relevant omdat ook Utrecht een feministische tekst bracht. De opvoering bestond dus uit twee ‘kanten’. Drie vrouwen vertelden over hun eigen ervaringen met seksuele intimidatie, seksueel misbruik en seksisme. Hun getuigenissen vielen me zwaar, maar ik zou denken dat dat hun bedoeling was. Vooral één meisje stak er met kop en schouders bovenuit. Ze evoceerde de immense drift die vrouwen vaak voelen wanneer het gaat over deze thema’s. Dat deed ze enorm goed, vooral door haar gebruik van muzikaliteit en ritme. Aan de andere kant van het podium zaten twee mannen. Hun tekst bestond vooral uit vuile cafépraat. Het is hen gelukt om me ongelooflijk te degouteren met hun dialoog. Deze performance liet me wat beroerd achter. Ik twijfel wel nog of dat komt door de talloze triggers die de tekst bevatte, of door de tekst zelf.

 

Antwerpen

Team Antwerpen baseerde zich op raamvertellingen zoals de Decamerone en The Canterbury Tales. Het thema waar het vijfkoppig team mee aan de slag ging, was dichten. Ze gingen op zoektocht naar de echte betekenis van dichten en dichter zijn. Er werd heel erg versatiel gebruik gemaakt van dat thema. Elke dichter had het thema op een andere manier opgevat. De tekst was leuk om naar te luisteren omdat elke dichter zijn eigen stijl leek te hebben, dat maakte het geheel een dynamische tekst. Er werd ook op een fijne manier gebruik gemaakt van stijlfiguren, beeldspraak en andere vormen van poëtisch taalgebruik. Bij momenten werd het eclectische aspect van de raamvertelling me wel wat te veel, waardoor ik verlangde naar meer samenhang. Het team deed het goed op vlak van voordracht. Het was de eerste keer van de avond dat ik speelplezier, dynamiek en écht samenspel zag op het podium. De spelers maakten heel erg veel gebruik van beweging, zo deden ze elkaar vaak na of volgden ze elkaar. Het was fijn dat er eindelijk wat gebeurde op het podium, maar soms werd de continue stroom van beweging me een tikje te veel.

 

Gent

Team Gent koos ervoor om het te hebben over een religieus trauma binnen de Katholieke Kerk. Dat trauma uitte zich in dit geval in masturbatiedrang. Het thema vond ik zelf heel erg interessant, maar ik bleef helaas op mijn honger zitten. In de plaats van een poëtisch onderzoek naar de pijn die godsdiensttrauma teweeg kan brengen, was het een soort scheldproza gericht aan God zelf. De vijf performers choqueerden heel de zaal door God om de beurt uit te schelden en gelijk te stellen aan een ten inch dildo of een new age dj. Ik begrijp dat dat het doel was van dit gedicht, maar zelf vind ik dat spijtig. De performance reduceerde zichzelf op deze manier tot een hoopje scheldwoorden en blasfemische uitspraken.

 

Brussel

Als allerlaatste team werkte Brussel rond de relatie tussen woord en beeld. Hoe worden beelden omgezet tot woorden en omgekeerd? De vijf performers baseerden zich allemaal op een zelfgekozen kunstwerk. Hierover schreven ze dan een gedicht, wat leidde tot een merkbaar verschil in de kwaliteit van de individuele gedichten. Waar de ene tekst me wegblies met interessante beeldentaal en weloverwogen metaforen, verveelde de andere me met een onoriginele uitleg over het gekozen werk.

 

Daarnaast was het algemene niveau van de poëzie niet al te best.

 

Wat meer eendracht in deze tekst was fijn geweest. De performance was bij momenten wat schools. De performers hadden elk hun eigen lijst bij, die ze voor zich hielden tot ze aan het woord kwamen. Die enscenering is niet echt origineel wanneer je tekst gaat over schilderijen. Op gebied van voordracht, was de performance bij momenten zeer matig. Wanneer een dichter vertelt dat hij een stap opzij zet en dat dan ook daadwerkelijk doet, haak ik af.

 

de uitslag

Hoewel geen enkel team er met kop en schouders bovenuit stak, schrok ik toch van de uitslag van de avond. Het verbaasde me sterk dat Utrecht de publieksprijs won. Terwijl ik nog steeds een beetje in shock was van hun waterval aan triggers, was het publiek lovend over de performance. Toen het tijd was voor de juryprijs, was ik er bijna zeker van dat Antwerpen zou winnen, maar niets was minder waar: Brussel kaapte de eerste plaats weg. Ik denk niet dat veel mensen in de zaal dat hadden verwacht, want toen ik rondkeek, zag iedereen er een beetje geschrokken uit.

De winst van Brussel was erg verrassend, maar als ik erop terugkijk, ook zeer voorspelbaar. De voordracht bestond uit zeer traditionele gedichten, die over het algemeen best goed geschreven waren. Daarnaast was het algemene niveau van de poëzie niet al te best. Een best verklaarbare keuze van de jury dus. Poëticale meerwaarde en doordachte theatrale keuzes ontbraken vaak aan de performances, waardoor ik de aula enigszins teleurgesteld verliet. Ik denk niet dat ik volgend jaar naar Brussel trek voor de volgende editie.