naar een trans-inclusieve universiteit

lezersbrief

14/11/2022
Logo QueerTrans@UA
Bron/externe fotograaf

QueerTrans@UA

🖋: 
Auteur extern

Maïté de Haan


De universiteit moet zich meer inzetten voor haar trans studenten en werknemers; ze moet zich actief verzetten tegen de discriminatie van trans personen, aldus QueerTrans@UA (QT@UA), een actiegroep van queer en trans personen aan de universiteit. De groep van studenten en onderzoekers ijvert voor een inclusiever beleid, lanceerde daarvoor een open brief en organiseert laagdrempelige evenementen om elkaar te ontmoeten.

open brief voor een trans-inclusief beleid

Met de open brief die recent werd gelanceerd willen wij, QT@UA, de onzichtbaarheid en discriminatie van trans, niet-binaire, gender non-conforming en queer personen in het beleid van de universiteit aankaarten. Het beleid en de structuren van de universiteit houden weinig rekening met trans personen. Daar moet dringend verandering in komen. De universiteit moet een veilige studeer- en werkomgeving zijn voor iedereen. Alleen zo kan de universiteit haar educatieve functie en haar aspiratie tot gelijkwaardigheid, diversiteit en inclusie ten volle vervullen. De open brief roept de universiteit op om tien actiepunten te implementeren. Wij pleiten onder meer voor genderneutrale toiletten, toegankelijke naamswijzigingsprocedures, een queer-inclusieve bibliotheek, een meldpunt voor discriminatie en meer bewustwording rond het thema.

 

de tien aanbevelingen van de open brief

 

een niet zo inclusieve universiteit: persoonlijke ervaringen van trans studenten, onderzoekers en medewerkers

De tien actiepunten die in de open brief kort worden toegelicht kwamen tot stand uit onderzoek en ervaringen van trans en queer studenten, onderzoekers en medewerkers van de universiteit. Zo probeerde een onderzoeker, die anoniem wenst te blijven, hun voornaam te veranderen in het systeem van de universiteit. Na veel opzoekwerk bleek daarvoor een procedure te bestaan. Eerst hebben studenten een “genderpasje” nodig en moeten ze daarmee via de helpdesk een dossierbeheerder contacteren. Die contacteren op hun beurt de Dienst Personeel & Organisatie. “Het genderpasje heeft geen enkele juridische waarde; het dient louter als gatekeepingmechanisme dat het zelfbeschikkingsrecht voor transstudenten in vraag stelt”, klinkt het bij QT@UA. Het genderpasje wordt uitgegeven door Transgender Infopunt (TIP) en bevestigt dat je een nieuwe naam hebt gekozen. Er wordt van studenten verwacht dat ze hun naam doorgeven aan het TIP, om het vervolgens opnieuw door te geven aan de helpdesk. Wanneer ze het rechtstreeks doorgeven aan de universiteit, worden ze niet geloofd. 
 
In de praktijk blijkt het echter nog ingewikkelder te zijn. De onderzoeker vertelde ons dat die zes verschillende personen moest contacteren voordat hun naam aangepast werd in het systeem van de universiteit. De onderzoeker werd voortdurend doorverwezen waardoor die ook telkens opnieuw hun verhaal moest vertellen. Bovendien waren daar vaak opvolgmails voor nodig. Uiteindelijk duurde het twee maanden voor de roepnaam geregistreerd werd en die een emailadres met de juiste naam kon gebruiken.

Een tweede verhaal dat bijdroeg aan het tot stand brengen van de open brief heeft te maken met de toiletten. Een non-binaire trans medewerker vertelde dat die moeite heeft met toiletbezoeken aan de universiteit. De medewerker vindt het erg confronterend om een keuze te moeten maken. Wanneer die vrouwelijk gekleed het toilet voor mannen binnenwandelt, voelt die zich geviseerd en kwetsbaar. Wanneer die naar de toiletten voor vrouwen gaat, is die bang om negatieve opmerkingen te krijgen.

 

een transfobe lezingenreeks aan de universiteit

Onze werkgroep werkte meer dan een half jaar aan de open brief. Initieel zou de brief op ‘Transgender Day of Visibility’ (31 maart) de deur uitgaan, maar de brief was nog niet klaar. Dat de brief juist nu naar buiten wordt gebracht, heeft een reden. De aanleiding is een lezingenreeks die aan de universiteit plaatsvindt. De reeks wordt georganiseerd door de Vrijzinnige Dienst van de universiteit en is om verschillende redenen transfoob. Daarom heeft die, als je het ons vraagt, geen plaats aan een universiteit.
 
De reeks en de communicatie errond geeft een respectloze en kwetsende presentatie van het thema. Het nodigt een bekende TERF (Trans exclusionary radical feminist) uit en van de zes sprekers is er slechts één trans persoon. Verder gebruikt de reeks een erg stereotiep en schadelijk beeld van een trans persoon. Het hanteert termen die stigmatiserend en pathologiserend zijn en daarom niet meer gebruikt zouden mogen worden. Zo luidt de titel van de reeks ‘transgenderisme’. Dit is een term die in de rond de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw ontstond en verwijst naar trans personen als een ‘stoornis of probleem’. ‘Trans personen’ wordt in de communicatie van het event ook aan elkaar geschreven, iets wat ingaat tegen de aanbevelingen van experten. Door de term in één woord te schrijven reduceer je trans personen namelijk tot hun trans-zijn. Tot slot stelt de reeks vragen zoals: ‘Moet de samenleving mensen die een operatie ondergingen ten volle beschouwen als ‘mannen’ en ‘vrouwen’?’ Die vraag is bijzonder transfoob. Trans vrouwen zijn vrouwen, trans mannen zijn mannen. Punt.
 
Kortom, het is alsof je een lezingenreeks organiseert over racisme met een radicaal rechtse spreker, slechts één persoon van kleur uitnodigt, het N-woord gebruikt in de communicatie en je de vraag stelt of mensen van kleur mensen zijn. Dit is vandaag de dag toch niet meer denkbaar?
 
Medewerkers van de universiteit tekenden daarom ook verzet aan tegen dit event. De rector liet later weten dat hij in dialoog is gegaan met de verantwoordelijke van de reeks en dat die het oneens was met de analyse. De rector besloot op grond van de ‘autonomie’ van de organiserende dienst in kwestie de reeks niet af te lassen noch aan te passen. Verder suggereerde de rector om naar het event te gaan en kritische vragen te stellen. Dat legt de verantwoordelijkheid bij het individu, de studenten en medewerkers en niet bij de universiteit zelf.
 
Net zoals bij de racistische lezing die enkele weken geleden aan onze universiteit kon plaatsvinden, wordt er ook in dit geval vanuit de universiteit nog te weinig ondernomen. Dit moet dringend veranderen. Er moeten structurele, beleidsmatige aanpassingen gebeuren om dergelijke voorvallen in de toekomst te vermijden. We hopen dat de open brief en de geformuleerde actiepunten daarbij helpen.

 

conclusie: een oproep om de brief te tekenen

De twee gedeelde ervaringen en de transfobe lezingenreeks zijn helaas geen alleenstaande gevallen. Het toont volgens QT@UA bijzonder goed aan dat de universiteit nog veel te weinig rekening houdt met queer en trans personen in haar beleid. Wij roepen dan ook op om de brief te lezen en te ondertekenen als je het belangrijk vindt dat de universiteit een inclusievere studeer- en werkomgeving wordt. Wij gaan binnenkort graag in dialoog met de rector en nemen de handtekeningen mee.

De volledige brief kan je hier lezen en tekenen: 
 

Maïté de Haan, namens QueerTrans@UA. Maïté is filosoof en academisch assistent verbonden aan het departement Wijsbegeerte van UAntwerpen.