Nieuwsmonitor 30: buiten of binnen de lijnen?

Stefaan Walgraves reactie op de mediakritiek

10/05/2021
🖋: 

Tijdens de pandemie zagen we Marc Van Ranst en zijn gekleurde truiencollectie op de twee grootste journaals vaker dan Alexander De Croo en Sophie Wilmès samengeteld. Onderzoeksinstituut ENA telde 26.136 spreekseconden voor viroloog Marc Van Ranst tegenover 8346 en 5712 voor de federale premiers. Medische experten domineerden het nieuws tijdens corona, waar ze in normale omstandigheden in verhouding maar zelden gevraagd werden. Diezelfde Marc Van Ranst had over de laatste zestien jaar namelijk maar 6.263 spreekseconden. Mediareuzen VRT en VTM waren snel om te reageren dat ze wel degelijk de diversiteit probeerden te waarborgen, maar nog meer dan dat vielen ze over de vergelijking met Rusland en China die professor Stefaan Walgrave en onderzoeker Ine Kuypers in hun conclusie maakten. Enkele weken na de publicatie spraken we met eerstgenoemde over de reactie van de media op de Nieuwsmonitor. 

Het is laat in de voormiddag wanneer de professor bij de Zoomcall aanschuift. Wanneer ik laat vallen dat ik, aangezien het onderzoek al enkele weken online staat, vooral van plan ben om over de reactie van de media op zijn onderzoek te praten, gaat het gesprek al snel over de commotie rond de conclusie van de Nieuwsmonitor. “We hebben 21 pagina’s droge analyse zonder enige interpretatie, zonder enige evaluatie. Er is één paragraaf, de tweede paragraaf van de conclusie, die kritisch is. Alle reactie die we gehad hebben, gaat eigenlijk over die ene paragraaf, terwijl het onderzoek helemaal niet vooringenomen is gestart; we hebben die conclusie pas geschreven toen we gezien hebben wat er uit de data kwam. Bij nader toezien ben ik dan ook niet zo blij met de manier waarop daarop gereageerd is”, steekt de politicoloog van wal. Hij benadrukt dat hij het vooral over de reactie van de bekritiseerde VRT en VTM heeft, de meeste andere nieuwsoutlets boden gewoon een weergave van het rapport aan. 

 

omstreden metafoor 

Toen ik de dag voor het interview de reacties van onder andere De Standaard en de VRT las, viel me ook al op dat er grif werd ingegaan op de evaluatie die professor Walgrave aan het onderzoek verbond. De Standaard eindigde de inleiding in het artikel over de Nieuwsmonitor met de omstreden quote: “Voor even leek het Vlaamse nieuws op dat van Rusland of China.” Bij de VRT werd de uitspraak in de kop aangepast naar “Journaals coronajaar leken op nieuws in Rusland of China”. Walgrave haakt in wanneer ik aanhaal dat de uitlatingen in de nieuwsartikelen de aandacht van het onderzoek afleidden: “Misschien hadden we die uitspraak niet moeten doen, maar daar alles op toespitsen is het kind met het badwater weggooien. Dat zinnetje bevat ‘even’ en ‘leek’, twee kwalificaties die het afzwakken. Bovendien gaat het duidelijk om een metafoor. Als het je het hele onderzoek bekijkt, is het natuurlijk niet letterlijk.”  

 

Misschien hadden we die uitspraak niet moeten doen, maar daar alles op toespitsen is het kind met het badwater weggooien.

 

Walgrave geeft aan zijn les te hebben getrokken uit de commotie rond de uitspraak: “Ik vraag me af in welke mate wij die normatieve conclusie hadden moeten schrijven. De teneur van het rapport is helemaal niet fors. Door een iets te forse conclusie te trekken riskeer je dat het rapport niet het doel bereikt dat je wil bereiken. Maar we waren na de analyses zo geschrokken van onze resultaten dat we bijna onvermijdelijk daarbij uitkwamen.”  

 

maar er waren toch Pano-reportages? 

Toch was het niet zo dat de media met hun kritiek bleven steken bij die ene vergelijking. Een veelgehoord argument uit de mediahoek was dat Walgrave en Kuypers in hun onderzoek vooral spreektijd hadden geteld, waardoor ze bijvoorbeeld niets konden zeggen over de kritische toon van interviews. Andere journalisten wezen weer naar het scala aan Pano-documentaires en andere programma’s die wel een kritisch geluid tegenover de aanpak van de pandemie lieten horen. Walgrave volgt de kritiek, maar wijst erop dat dit vooral een journalistieke kijk op de zaak is: “Wij kijken naar de twee journalistieke programma’s met de meeste kijkers, met de grootste invloed: het minimum aan nieuws dat mensen consumeren. Uiteraard heb je Terzake, De zevende dag en nog een aantal andere programma’s waar je kan nuanceren, waar je andere stemmen aan bod kan laten komen. Maar de gemiddelde kijker kijkt vooral naar het journaal.” 

Als journalisten toch vaak verwijzen naar de kritische toon tijdens de interviews, moet het ENA in het vervolg dan ook maar op inhoud gaan coderen? Dat neutraliseert het argument niet, maar is ook gewoonweg niet haalbaar, zegt Walgrave: “Stel je voor dat we ook de inhoud van de vragen van de journalisten gecodeerd hadden gedurende een jaar, wat ons honderden uren jobstudenten en heel veel geld zou hebben gekost. Je zou daarna nog evengoed kunnen zeggen: 'Dat is alleen het journaal, je moet ook Terzake doen, daarin zit de nuance.' Zo kunnen we natuurlijk bezig blijven en heb je nooit genoeg data om uitspraken te doen.” Daarbovenop blijft het zo dat dit onderzoek al voldoende data geeft om uitspraken te doen over de manier waarop de media over corona hebben bericht. Walgrave: “Je kan al heel veel weten door gewoon te zien wie er spreekt. Wanneer een viroloog spreekt, zal dat automatisch in zeer grote mate vanuit een medische invalshoek zijn, want dat is zijn expertise, daar krijgt hij vragen over.”  

 

medische eenzijdigheid

Dat de berichtgeving vanuit het perspectief van die gemiddelde kijker toch relatief eenzijdig overkwam, juist omdat het nieuws zo sterk medisch gekleurd was, gaven de media gelukkig wel toe. Walgrave: “Ik denk dat we daarover gelijk hebben in onze kritiek, namelijk dat er vooral vanuit een medische invalshoek naar corona is gekeken. Dat terwijl corona uiteraard een enorm socio-economisch, psychologisch, pedagogisch probleem is.” De grafiek uit het onderzoek, die in de media breed uitgemeten werd, onderschrijft dat statement duidelijk. Zelfs de medische expert die op de derde plaats stond qua spreektijd, Pierre Van Damme, heeft met 9.379 seconden nog altijd meer spreekseconden gehad dan de meest gevraagde politicus. 

 

Je kan al heel veel weten door gewoon te zien wie er spreekt.

 

Dat gezegd hebbende is het zeker niet zo dat Walgrave journalisten per se verwijt de diversiteit van het nieuws niet te waarborgen: “Het was een uitzonderlijk jaar. De oppositie was weinig bereid om de nek uit te steken en verantwoordelijk te nemen: laat de regering de wind maar vangen.” Dat veel andere nieuwsthema’s veel minder aan bod kwamen, spreekt voor zich: “Uiteraard kreeg mobiliteit minder aandacht, want er waren geen files meer. Uiteraard kreeg migratie minder aandacht, want de grenzen waren gesloten. Dat sommige van die thema’s wegdeemsterden, lag aan de realiteit en aan de bereidheid van de bronnen om ze aan te kaarten.” Daarnaast is door corona de input van nieuwsitems opgedroogd: “Dan is het ook veel moeilijker voor een journalist om divers nieuws te brengen. Je moet meer actief op zoek gaan naar alternatieve verhalen, terwijl die normaal gewoon tot jou komen.” 

Voor Walgrave zijn die bedenkingen over de journalistieke kant van het verhaal, over het proces dat tot het nieuws leidt, achteraf zaken die misschien meer genoemd moesten worden in de evaluatie. Hij pauzeert even: “Als ik nu opnieuw zou beginnen denk ik dat we meer begrip zouden tonen voor waarom het nieuws was zoals het was.” Hoewel de reacties van de media op onze conclusie soms wat stekelig waren, maakt hij zich sterk dat de Nieuwsmonitor toch effect zal hebben: “Ik denk dat daar op redacties rekening mee gehouden zal worden.” Meer diversiteit, minder medische experten dus. Wanneer de spreektijd van die laatste groep weer daalt naar de cijfers van voor corona, blijft nog koffiedik kijken.