Trappistes Rochefort: Triple Extra (1920 – 2020)

Bierman

07/03/2021

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

 

De afgelopen decennia hebben in ons klein bierland talloze kloosters en abdijen de deuren moeten sluiten. De secularisatie zal daar zeker iets mee te maken hebben, maar als verklaring lopen dat soort toogtermen toch meestal even hard vast als George R.R. Martin in zijn Game of Thrones. Voor ieders gemoedrust zal Bierman het er maar op houden dat de dwingende eis voor elke jongere in onze maatschappij om zichzelf ten volle te realiseren grotendeels de weg afsluit naar een leven in gemeenschap en broederlijke of zusterlijke verbondenheid. Het oude woord van Paulus "Met Christus ben ik gekruisigd. Ik leef niet meer maar Christus leeft in mij." (Gal 2, 20) lijkt onbegrijpelijk gebrabbel in de oren van de moderne mens, terwijl die hoogdringend naar zichzelf op zoek is op de meest onbereikbare plaatsen. 

Dat alles overigens maar om te zeggen dat ook de Achelse Kluis, een telg uit de familie van cisterciënzers van de strikte observantie, sinds dit jaar geen paters meer telt en er daar dus officieel geen Authentic Trappist Product meer mag worden gebrouwen. Het Achelse bier, dat eigenlijk nog maar twee decennia bestaat, blijft verder ongewijzigd op de markt onder supervisie van de abdij van Westmalle. De vraag is dus of het verdwijnen van het label een groot gemis zal zijn, los van een kleine krimp in de internationale export. 

Maar niet getreurd! Van nature zijn paters geen pessimistische mensen en dus werden bij het schielijk overlijden van de Achelse Kluis geen grafredes gehouden of doodsprentjes gedrukt. Vertrouwend op de Geest, een immer uitstromende bron van genade, zet de gemeenschap van Trappisten haar gang door de geschiedenis onverstoord verder. Het is ongetwijfeld met die ingesteldheid dat de Abbaye Notre-Dame de Saint-Remy in Rochefort recent een heel nieuw bier onder de doopvont hield: de Rochefort Triple Extra. Officieel gaat het om een oud recept uit 1920 dat opnieuw op de markt wordt gebracht, maar Bierman heeft geleerd dat elk bier een verhaal moet hebben, dus mag ook dit nieuwe bier van hem gerust een aura van degelijkheid en ambacht meekrijgen van bij zijn geboorte. Belangrijker is dat ze daarmee in Rochefort voor het eerst in een eeuw weer een blond bier brouwen en dat mag – voor wie de plakkerige donkerbruine gerstewijnen van de abdij een beetje kent – best een opmerkelijke prestatie genoemd worden. Het bier zelf heeft 8,1% alcohol, een mooie, bijna pastelgele (wat gesluierde) kleur en dankzij een gulle gift van kruiden en sinaasappelschil een uitgesproken citrussmaak en afdronk.  

De Triple Extra is daarmee een aangenaam en zomers bier geworden dat de bijzondere verdienste heeft dat het een herkenbare smoel heeft in het leger aan tripels dat momenteel al op de markt is. Wat overigens niet wegneemt dat het bier in de hiërarchie van de abdij eigenlijk dichter bij een alcoholisch glas appelsiensap zit dan bij de Rochefort 12 (maar slechts weinig bieren blijven overeind naast dat monumentale bier). Bierman kijkt er alvast naar uit om straks, wanneer het tijdgewricht is gekanteld, een grote slok schuimende Triple Extra te nemen op een zonovergoten terras te midden van zijn vrienden en studenten. Zelfrealisatie kent vele vormen en de meeste daarvan zijn dicht bij huis.