VUAS, een lege doos?

tijd om ze te vullen!

27/02/2020
🖋: 

Als je afgaat op de informatie die Facebook je aanbiedt over wat er zich zoal rond UAntwerpen afspeelt, heb je misschien al eens het galabal van onze universiteit voorbij zien komen. Dit tweejaarlijkse evenement wordt georganiseerd door VUAS, de Verenigde Universiteit Antwerpen Studenten, een orgaan dat ondanks zijn weinig creatieve naam een belangrijke functie zou hebben. Het bestaat uit een afvaardiging van de koepelkringen Unifac en ASK-Stuwer en kan dus omschreven worden als een overkoepelend-koepel-ding. Al sinds de eenmaking van de onze universiteit in 2003 is het de spreekbuis voor het studentenleven, maar op het eerste gezicht is niet duidelijk wat VUAS inhoudelijk effectief doet.

Als VUAS nog steeds relevant is, hebben we bij dat bij dwars alvast niet zo goed begrepen: het is van 2009 geleden dat we een volledig artikel hebben gewijd aan de vereniging. In het oprichtingsjaar waren de ambities bij VUAS groot. In het Statuut van de UA-student wordt gewag gemaakt van het behartigen van de belangen van alle studenten, in de geest van het pluralisme. Er staat ook dat dat meer is dan 'enkel' het culturele, academische en sociale welzijn van deze studenten. VUAS bestaat uit zes mensen, die paritair zijn samengesteld uit Unifac en ASK-Stuwer: twee woordvoerders, twee financiën en twee secretarissen. Een van de koepelclubs neemt steeds de hoofdfunctie op, terwijl de vice van die functie door de andere club wordt afgevaardigd.

Toch zijn het enkel de woordvoerder en vicewoordvoerder die zichtbaar zijn. De VUAS-woordvoerder, bijvoorbeeld, zou mee de algemene studentenvergadering voorzitten, maar dat is duidelijk niet het geval. William Van den Brande, voorzitter Unifac en huidig VUAS-woordvoerder: "VUAS moest aanvankelijk veel meer worden, onder meer een controleorgaan op de Studentenraad. Het Statuut van de UA-student is erg verouderd en wordt momenteel herwerkt. Vandaag functioneer ik samen met Roosmarijn (vicewoordvoerder en praeses van ASK-Stuwer, nvdr.) eerder als adviesgevende stem op de vergadering. Stemmen, laat staan voorzitten, doe ik niet. Natuurlijk laat ik wel van me horen tijdens vergaderingen, te vaak misschien." (lacht)

eenstemmig

"VUAS is nu vooral een subsidiëringsorgaan", gaat William verder. "Het merendeel van de andere taken is overgenomen door de Studentenraad, wat positief is. Unifac en ASK-Stuwer zijn koepelorganen, geen democratische verenigingen, en we hebben de handen vol aan onze evenementen. Omdat daar veel praktische kennis voor nodig is, werken we met sollicitaties in plaats van verkiezingen. Zelf ben ik in principe wel op de kiesweek verkozen met een ja/nee-stem, maar studenten hebben geen invloed op wie opkomt. "Als VUAS-woordvoerder mag ik niet opkomen tijdens de verkiezingen van de Studentenraad, iets waar ik nog altijd ontevreden over ben."

“De Studentenraad zet meer in op vertegenwoordiging in de verschillende raden die onze universiteit rijk is, terwijl VUAS meer gaat over feestjes en dergelijke”, vertelt Jens Matthé, ondervoorzitter van de studentenraad. “Extern bestaat dat onderscheid niet, ze zitten dus in de algemene vergadering opdat we als studentengemeenschap kunnen spreken met één stem.” Daarnaast heeft VUAS ook een zitje in de Stuvoraad (de raad voor studentenvoorzieningen, nvdr.) en drie in het Antwerps Studentenoverleg. Is dat niet veel? Studentencoach Tinne Nijs nuanceert: “In de Studentenraad gaat het puur om adviserende functies. VUAS keert subsidies uit en is aanwezig in de Stuvoraad om haar uitgaven te verdedigen. Ook daar gaat het om niet-stemgerechtigde functies.”

Toch kan je bedenkingen blijven maken bij die vertegenwoordiging. Het is niet noodzakelijk zo dat elke club altijd te spreken is over de visie of het beleid van hun koepelkring, hoewel die haar wel vertegenwoordigt. Daarnaast zitten andere leden van Unifac en ASK-Stuwer in dezelfde organen als onafhankelijke studentenvertegenwoordigers die wél stemrecht hebben. Aangezien de interesse in het klassieke studentenleven afneemt, zou je het argument kunnen maken dat een vocale groep een steeds kleiner wordende verzameling van studentikoze belangen behartigt.

William is het hier niet mee eens: “We zitten bij Unifac omdat we begaan zijn met alle studenten, het is níét dat we opkomen voor de Studentenraad omwille van Unifac. Het is juist belangrijk dat we participeren in de universitaire democratie. Op die manier kunnen we deel zijn van de oplossing: veel te weinig studenten zijn mee.” Tinne Nijs beaamt dat. “Het is alleen maar positief dat er studenten zijn die zich zo engageren. Diegene bij wie het wringt dat de koepelkringen nu veel te zeggen hebben, zou zich dan verkiesbaar moeten stellen. Wees tegenkandidaat, onderneem actie.”

grote afstanden

De gesprekken over VUAS verglijden geregeld in gesprekken over Unifac of ASK-Stuwer. Als het uiteindelijk toch steeds bij de koepelkringen komt, is VUAS dan niet overbodig? Tinne Nijs: "VUAS is gewoon de verzamelnaam voor de koepelkringen. Als men de studentenvertegenwoordiging universiteitsbreed opzet, is het toch logisch dat er een universiteitsbrede afvaardiging is vanuit het studentenleven?" Bij William horen we een ander accent: "Het zou in ieder geval eenvoudiger zijn. Bij de eenmaking wilde men één grote koepelclub oprichten voor alle campussen, maar dat is gewoon onmogelijk. Een probleem is bijvoorbeeld dat als je de koepel te groot maakt, je afstand creëert tussen ons en de verenigingen die onder ons vallen. Eigenlijk zitten we al heel dicht bij onze maximumcapaciteit." Een ander probleem is de daadwerkelijke afstand. "Er zitten gewoon zoveel kilometer tussen de campussen, je merkt dat ook in de cultuur van de clubs", bevestigt Jens. "Denk aan het dopen of zaken als de verkenningsdagen. Bij alles moet de afweging gemaakt worden of het beter is voor de student om samen te werken of om het lokaal te houden."

Als VUAS enkel draait om studentikoze activiteiten en de verschillen in clubculturen te groot zijn, wat blijft er dan over? Enkel het tweejaarlijkse VUAS-galabal lijkt het. Jens stipt aan dat het galabal bij zijn weten in het leven is geroepen om contact te houden tussen de koepelverenigingen, maar dat dat al even stilligt. Maar ook dat roept vragen op. Als het galabal nodig is om het contact te bevorderen, is dat geen bewijs dat de koepelclubs nauwelijks met VUAS bezig zijn? “Eigenlijk is het gekkenwerk: dit semester is Unifac met elf, we hebben meer dan genoeg werk te doen. Pas op, ik zou graag meer tijd in VUAS steken. Als we met ASK-Stuwer verbroederen, is dat een leuke ervaring. De cultuurverschillen tussen Stads- en Buitencampus vind ik mooi. Maar de tijd en mankracht vinden is een heikel punt."

Toch mag je volgens Tinne Nijs het nut van VUAS niet minimaliseren: "De andere, niet zo zichtbare leden van VUAS werken ook achter de schermen, ze regelen de subsidies bijvoorbeeld. Ik kan geen aantal op hun samenkomsten plakken, maar ze zitten toch enkele malen per semester samen, al is het op Messenger. We proberen die koepels naar elkaar toe te laten groeien, zeker op het gebied van regels moet exact hetzelfde van toepassing zijn, ongeacht op welke campus je zit. Dat geldt voor de student zelf, maar ook voor elke club of organisatie die zich met studenten bezighoudt."

geldende regels

Die regels zijn strikt. Jens: "In een eerste fase verdeelt VUAS de subsidies snel onder de koepelclubs, die dan elk hun eigen clubs van middelen voorzien. Ze gebruiken hiervoor dezelfde principes." Zo krijgen faculteitsclubs meer naargelang het aantal studenten waarvoor ze dienen. "Het is logisch dat PSW meer geld krijgt dan Klio als je naar de opleidingsaantallen kijkt. Op universitair niveau werkt het net hetzelfde, de Stadscampus krijgt meer middelen omdat er meer studenten zijn."

"Omdat het over geld gaat dat bedoeld is voor studenten van UAntwerpen, is er ook een strenge regeling voor de praesidia; bij departements- en faculteitsclubs moet elk praesidiumlid student aan Universiteit Antwerpen zijn. Bovendien moet ook nog eens tachtig procent aan respectievelijk dat departement of die faculteit studeren. Voor de andere, meer thematische clubs in de Kringraad of het Antwerps Studentenkorps (ASK) is de studiekeuze niet van belang, maar moet ook nog steeds tachtig procent op UAntwerpen zitten."

Voor de gemotiveerde student kan dat een bron zijn van frustratie. William maakte dat zelf mee: "Ik mocht zelf niet in een praesidium omdat ik niet de juiste richting studeerde voor die club. Het is logisch dat die clubs vooral bestaan uit bestuur dat de 'correcte' opleiding studeert, maar voor kleinere clubs die het lastig hebben om goede mensen te vinden, heeft dat ook nadelen." Ook voor andere verenigingen die niet onder het klassieke studentikoze stramien vallen, is het soms lastig om aan de eisen van de koepelkringen te voldoen. In het voornoemde Statuut van de UA-student staat dat VUAS op moet komen voor het gehele studentenleven. Hoe zit het dan met levensbeschouwelijke, activistische of politieke verenigingen? "Wij zouden clubs als AYO (African Youth Organisation) er bijvoorbeeld graag bij hebben. Ik vind dat echt chapeau, die hebben hun eigen doel en dat is een verrijking, maar ik heb er geen contact mee. Ik twijfel ook of zij interesse hebben in de Kringraad. Ze worden al financieel ondersteund en krijgen faciliteiten van de universiteit; toch zou het fijn zijn als ook zij aan hun vertegenwoordiging komen."

verenigde verenigingen

De studentencoach staat op dezelfde lijn: "Het is onterecht dat die zich niet kunnen aansluiten. De Kringraadstatuten zijn te beperkend en dateren nog van de eenmaking. Elke thematische club zou universiteitsbreed moeten kunnen zijn. Je gaat me toch niet wijsmaken dat geen enkele student op Drie Eiken, Groenenborger of Middelheim geïnteresseerd is in Europa? (EKA, Europakring Antwerpen is een club die enkel op de stadscampus werkt, nvdr.) Clubs als AYO, Mahara, de Flamingo's, de Antwerpse Vrouwenclub en Hollandia zijn allemaal kringen met een meerwaarde die zich niet laten plaatsen in de historisch gegroeide tweedeling van VUAS."

Voor themaclubs klinkt het logischer om universiteitsbreed te werken, maar dat is niet vanzelfsprekend. "Als ze per se één universiteit met één studentengemeenschap willen, dan moeten ze maar twintig gebouwen op de buitencampus bijbouwen om één grote, gezellige campus te worden", grapt William. Dat betekent niet dat hij niet nadenkt over betere oplossingen voor het deel van de studenten dat momenteel niet vertegenwoordig wordt: "We hebben erover nagedacht om een extra koepel onder VUAS te zetten; waaronder diversiteitsclubs en eventueel PFK (Politiek Filosofisch Konvent; een soort koepelkring voor politieke studentenclubs, nvdr.) vallen, maar ik heb daar geen zeggenschap over. In mijn ideaalbeeld bestaat VUAS dan uit Unifac, ASK-stuwer en een derde koepel voor alle verenigingen die nu uit de boot vallen. Al deze koepelkringen worden dan vertegenwoordigd in de Studentenraad."

dozen vullen

De anderen schijnen ook wel open te staan voor verandering. Jens: "Het zou de eerste keer zijn dat er iets aan VUAS zou veranderen sinds haar oprichting. Het is een van die dingen die niet geëvolueerd zijn. Wij willen actief meedenken. Zo zijn we aan het kijken of het niet mogelijk is om koepels onder VUAS met verschillende snelheden te hebben. Nu kan VUAS enkel spreken voor de clubs die geld krijgen; soepelere regels voor andere organisaties die geen financiering willen of nodig hebben, lijkt een goede oplossing. Het moet geen groot democratisch platform worden, uiteindelijk zijn er daarvoor andere organen, maar een formelere band om aan informatie-uitwisseling te doen heeft een meerwaarde. VUAS kan daar een geschikte plek voor te zijn."

Tinne Nijs: “Ik werk hier sinds 2013 en ik heb nooit anders geweten dan hoe het nu werkt. Het gaat eigenlijk om praktische zaken. Laten we aannemen dat Unifac en ASK-Stuwer enkel de wakers rond de feesten worden. Zaken als Calamartes of de Go-kart Race komen onder VUAS; dat worden plots een dertigtal clubs die meewerken aan die evenementen. Dat is een heleboel en ik weet niet of de tijd rijp is voor zulke ingrijpende veranderingen, maar vind toch dat daar iets voor te zeggen valt. Stel dat Students on Stage en Openingsdag één groot festival wordt, recht tegenover het groot gebouw van CMI, waar Ringlandfestival doorgaat, dat kan perfect. En dan heb je een universiteitsbrede start van het studentikoze academiejaar." Op de vraag of dat gewenst is: "Waarom niet? KdG doet dat toch ook?”

Ik vraag of VUAS tot die dag een lege doos blijft. De studentencoach antwoordt onverstoord: "VUAS is geen lege doos. Dat is enkel de perceptie."