bedsermoen

het laatste woord

03/05/2020

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het begrip ‘bedsermoen’.

Velen kunnen zich hier (helaas!) wel iets bij voorstellen. Je hebt een lange dag achter de rug: eerst bleef de professor maar doordraven over hoe ont-zet-tend laag het niveau van de ingediende essays was, daarna kreeg je er op je studentenjob nog een preek bovenop omdat je een telfout had gemaakt aan de kassa. Op de koop toe goot een oudje weer een portie ‘de jeugd van tegenwoordig’ over je heen toen je met het – overvolle! – openbaar vervoer terug naar huis mokte. Daar aangekomen blijkt jouw lievelingssoap niet opgenomen te zijn, maar wel een documentaire over de eendenpenis. Je denkt dat het echt niet meer erger kan, maar zoals altijd valt de laatste druppel wanneer je het niet meer verwacht: het gevreesde bedsermoen.

Wat een gezellige afsluiter moest worden van een dag om snel te vergeten, waarvoor je troostzoekend tegen je partner aankroop, draait algauw uit op een verschrikking: vond je het écht nodig om je sporen wéér achter te laten in de wc-pot? Die haren van jou die werkelijk overal te vinden zijn, lopen ook wel de spuigaten uit. En hoelang had je gedacht die beschimmelde brooddoos nog verborgen te houden? Tot hij zichzelf verteerd had? Wat dacht je wel niet?

Een ellenlange resem van kleine, vervelende berispingen passeert de revue. Je limbisch systeem treedt in werking om je fysieke waarneming te blokkeren en zo je brein voor trauma's te behoeden. Bij wijze van coping droom je weg naar de herkomst van dat geduchte woord, want zelfs een lesje etymologie is beter dan (nog maar eens) je lijst van persoonlijke tekortkomingen te moeten aanhoren. Dus je duikt gewillig in je herinneringen aan de lessen Latijn, waar je leerde dat serere ‘aaneenrijgen’ betekent, waarvan sermo werd afgeleid als woord voor ‘gesprek’. Via het Frans en het Nederlands werd dat overgenomen als ‘sermoen’. Plak hier ‘bed’ voor en je krijgt een synoniem voor ‘gordijnpreek’.

Beide beschrijven de gruwel die je op dat moment beleeft: de berisping van een vrouw die een man in het (echtelijk) bed ondergaat. Tegenwoordig zijn we misschien genderneutraler en hoeft een bed al lang niet meer echtelijk te zijn, the struggle is – and stays – real. Er rest je niet veel meer dan afwezig instemmend grommen, de stortvloed aan woorden ondergaand, waarna je je partner verzoenend een kus op het voorhoofd drukt, slaapwel wenst en je je snel omdraait. Veilig kan je je tranen de vrije loop laten gaan omwille van alle onrechtvaardigheid in de wereld. Morgen is er weer een dag.