de campus van de toekomst

een buitenkans voor de binnenstad

01/04/2018

Het is eindelijk zover, Productontwikkeling verhuist. Krijgt de universiteit zo een nieuw paradepaardje? Campus Paardenmarkt heeft potentieel en Productontwikkeling lijkt de ideale match. Maar ziet de unief dat ook zo? Wij gingen alvast in gesprek met twee vaste waarden binnen de opleiding. Docenten Vincent Nulens en Jan Corremans proberen ervoor te zorgen dat visie op de campus van de toekomst zo nauw mogelijk wordt opgevolgd. Zo willen ze de opleiding op haar nieuwe locatie volledig tot haar recht laten komen. Daarom zitten ze maandelijks samen met de architecten en de universiteit. Als vertegenwoordigers en eindgebruikers van de nieuwe gebouwen hebben ze, samen met hun studenten, het beste zicht op de toekomstvisie van de opleiding.

Vincent vertelt ons dat de huidige campus te klein is geworden. “De verhuizing is vooral gedreven door het groeiende aantal studenten en onderzoekers. We zitten momenteel echt met een plaatsgebrek. Studenten hebben vaak geen plek om rustig en efficiënt te werken en er zijn eveneens te weinig bureaus voor onderzoekers. Vandaar de noodzaak voor de verhuis.” In het beleidsplan van 2018 werd de Paardenmarkt als nieuwe locatie toegewezen. “Op de een of andere manier, door het werk dat we bieden en door de uitstraling op andere wetenschappen, besliste de universiteit dat ze ons meer zichtbaarheid wilde geven”, verklaart Jan.

 

interdisciplinariteit op de UA

Het ontwerpvoorstel van architectenbureau DMT heeft een uitstekende doorwaadbaarheid van de site. Er zal zowel in noord-zuidelijke als in oost-westelijke richting een mooie doorgang worden voorzien. Op die manier wordt de studentenbuurt ontsloten naar Gate15 en komt er een rechtstreekse doorsteek naar de Rodestraat, waardoor je het R-gebouw ook langs die kant binnen kan lopen. Omdat delen van de site beschermd zijn, kan niet alles zomaar veranderd worden. Vincent hoopt dat er hoge, grote ramen voorzien zullen worden. “Zo kunnen voorbijgangers en studenten makkelijk binnenkijken en zien wat er allemaal aan het gebeuren is, maar zo’n beslissing hangt af van de gesprekken met erfgoed.”

 

Innovatie laat zich niet van 8 tot 18u dwingen.

 

Productontwikkeling wordt als opleiding veel sterker door interdisciplinaire samenwerkingen met andere richtingen. De densiteit van de Stadscampus laat zulke samenwerkingen makkelijk toe. De laatste jaren is er voor de masterproeven dan ook al vaker samengewerkt met andere richtingen, waaronder Geneeskunde en Economie. “Fysiek in de buurt zijn van andere opleidingen kan alleen maar leiden tot sneller en beter overleg met minder drempels”, vindt Jan. Dat grote delen van de nieuwe campus toegankelijker worden gemaakt voor andere opleidingen, zal daaraan bijdragen.

 

vrije uurroosters

Het is al langer een heikel punt. De huidige faciliteiten maken het niet mogelijk om de campus van Ontwerpwetenschappen langer open te houden dan de reguliere uren. “We willen toewerken naar een ontwerp waar studenten hun plek kunnen vinden en kunnen blijven werken als ze dat willen. Innovatie laat zich niet van 8 tot 18 uur dwingen”, ijvert Vincent. Daar is de doorsnee student Ontwerpwetenschappen het absoluut mee eens. Het komt vaak voor dat er gezamenlijk tot laat wordt doorgewerkt aan een project. Dat dat momenteel niet op de campus kan, is vaak frustrerend. “Op de Paardenmarkt kan dat een heel ander verhaal zijn, ook omdat je een andere configuratie van gebouwen hebt waarin je wel makkelijker delen kan openstellen of afsluiten”, vult Vincent aan.

 

opportuniteiten voor de stad

Kan de universiteit vanuit haar onderzoekspositie en met haar infrastructuur aan stad Antwerpen laten zien dat ze een meerwaarde biedt? Het lijkt Vincent dat de universiteit deze positie nog niet gewend is. “Een opleiding als Productontwikkeling hebben ze nog nooit onder hun dak gehad. Dat maakt dat het voor hen nog allemaal vrij nieuw en onbekend is”. “Wij rekenden tot de mogelijkheden dat er op de nieuwe campus ook plaats zou zijn voor start-ups of coworking spaces, om zo jonge ondernemers aan te trekken”, vertelt Jan. “Maar in het huidige ontwerp hebben we alle ruimte die voorzien is, zelf nodig.”

 

We moeten de ruimte beschouwen als een tool om ons onderwijsmodel te kunnen uitvoeren. 

 

“We kijken graag naar wat er internationaal allemaal aan het gebeuren is”, voegt Vincent toe. Bij de opleiding Bouwkunde in Delft worden er oplossingen rond campusverdichting en smart tools geïmplementeerd in de nieuwe gebouwen. TU Delft heeft resoluut gekozen om de campus te integreren in de stad. Onderwijsactiviteiten zullen steeds onafhankelijker worden, waardoor de kwaliteit van de ruimte belangrijker wordt dan ooit. De vergelijking met de nieuwe campus op de Paardenmarkt is snel gemaakt. “We moeten het warm water niet uitvinden,” vertelt Vincent, “we kunnen ook gewoon eens over de grens kijken.”

Ook voor de werkgroep blijft het een zoektocht. “Het is een klein revolutieke: door de verhuizing naar het nieuwe gebouw ontstaan er allerlei opportuniteiten, ook om het curriculum te wijzigen. Al moet je natuurlijk wel kunnen volgen, een nieuw gebouw betekent niet meer personeel”, zegt Vincent. Jan vult aan: “We zijn ontwerpers, probleemoplossers. Onderwijs is evengoed een iteratief proces: we zullen blijven uitproberen en bijsturen, en uiteindelijk vinden we wel een oplossing.”