de sluitsteen van een lange carrière

Alain Verschoren voor het laatst als rector aan het woord

03/10/2016

De eerste donderdag van het academiejaar associëren we allemaal met de academische opening en Studay. Je was vast aanwezig op de Sloepenweg, maar was je ook getuige van de woorden die het nieuwe academiejaar inluidden? Nee? De academische rede van rector Van Goethem werd gelukkig achteraf nog in papieren versie in je handen geduwd. De afscheidsrede van aftredend rector Alain Verschoren echter niet. Ook zijn speech was het herbeleven waard en daarom drukken wij ze je graag digitaal op het hart.

Geachte aanwezigen

 

De vorige weken waren vreemd: de laatste keer dit, de laatste keer dat, en vandaag ook de laatste keer dat ik iets mag zeggen op de plechtige opening van het academiejaar, tenzij men mij natuurlijk volgend jaar of zo als gastspreker uitnodigt (hint).

 

Ik heb nooit Boudewijn de Groot-allures of -aspiraties gehad (ik richt me hier even tot de ouderen onder ons): dit is dus geen testament (en op mijn leeftijd zeker niet van mijn 'Jeugd'.) Integendeel, we moeten ons blijven concentreren op de toekomst, niet het verleden. Wellicht moeilijk voor een historicus. Toch zou ik naar onze nieuwe rector toe willen zeggen: “Doe wel en zie niet om.”

 

Ik heb voor deze gelegenheid wel even terug gekeken naar mijn vorige openingsspeeches. Heel wat uitdagingen, zeg maar problemen, die aan bod kwamen de vorige jaren zijn intussen opgelost. Tenminste, die waar we zelf enigszins controle over hadden. Denk bijvoorbeeld maar aan de zichtbaarheid (of onzichtbaarheid) van onze universiteit, het gebrek aan eigen accenten en profiel, de oorspronkelijk magere studentenaantallen, de beperkte wetenschappelijke impact, het tekort aan gebouwen, ...

 

We zitten anderzijds nog steeds opgescheept met een stevige onderfinanciering en met een financieringsmodel dat de Vlaamse universiteiten (en hogescholen) verplicht elkaar te blijven beconcurreren, op de zakdoek die Vlaanderen groot is. Een mooie zakdoek weliswaar, een dynamische, ambitieuze en innoverende zakdoek, maar, sorry, toch een zakdoek. Ik benijd dan ook buitenlandse topuniversiteiten, de échte topuniversiteiten, die nadrukkelijk betoelaagd worden via sponsoring en donaties van alumni, stevige samenwerking met de bedrijfswereld en sterke internationale werving en uitstraling.

 

Ik weet het, een en ander heeft te maken met een bepaalde cultuur en met fiscale mogelijkheden, maar wordt het niet stilaan tijd dat ook wij hier wat creatiever worden? We kruipen weliswaar meer en meer uit onze ivoren toren, maar we blijven achteraf toch nog veel te veel en veel te lang in de buurt ervan rondhangen.

 

We zijn in Vlaanderen soms ook erg oubollig. Als student een onvoldoende? Dan moet je een zittijd of een jaar wachten voor je je examen mag overdoen. In de VS herkans je zo vaak je nodig hebt. Voordeel is zelfs dat je je cursus dan tenminste x keer gestudeerd hebt. Net zo'n beetje als wat onze entrepreneurs ervaren: we stimuleren ze wel om bedrijfjes op te starten, maar als het niet lukt dan zijn ze gebrandmerkt voor het leven, terwijl, opnieuw in de VS, drie keer overkop gaan vaak net een pluspunt is: je hebt ervaring en bent een bewezen doorzetter.

 

Tot vervelens toe: we moeten ons veel sterker maatschappelijk durven profileren en écht afstand durven nemen van die ivoren toren.

 

Dit betekent niet dat we ons uitsluitend op winst moeten richten, op onderwerpen die geld opbrengen. Ik benadruk hierbij nogmaals dat de humane wetenschappen, waar we toch vaak over geringere grootteordes van bedragen spreken, tenminste even belangrijk zijn als de andere. Ik heb het op ongeveer elke opening gezegd: een universiteit die te weinig aandacht besteedt aan humane wetenschappen, die zich uitsluitend concentreert op de inhumane wetenschappen, is geen universiteit maar een fabriek.

 

Wat die maatschappelijke rol van het hoger onderwijs betreft: we moeten, en dat geldt uiteraard voor alle onderwijsniveaus, jongeren maximaal voorbereiden op hun rol in de samenleving van morgen. We moeten hierbij echter goed beseffen dat het huidige onderwijs zich nog teveel richt op een aantal beroepen die mogelijk niet meer zullen bestaan op het moment dat studenten afstuderen. Verder moet het hoger onderwijs ook maximaal toegankelijk worden en blijven. U weet dat ik nooit gelukkig geweest met de verhoging van de inschrijvingsgelden: het blijft een extra drempel voor heel wat studenten, zeker in een regio als de onze, terwijl het qua inkomsten voor ons toch maar een druppel op een hete plaat is. Ik ben het niet eens met OESO-topman Dirk Van Damme die stelt dat de inschrijvingsgelden een pak hoger moeten, gekoppeld aan een systeem van studieleningen (terloops: ik ben het wél met hem eens dat vooral het secundair onderwijs dringend moet besparen. Dat laatste ligt natuurlijk politiek wat moeilijker, zeker in pre-verkiezingstijden waar alle partijen en politici populistische trekjes krijgen. En waar men electoraal maar al te goed beseft dat lager en middelbaar onderwijs meer sympathie krijgen van Jan met de Pet dan het hoger onderwijs.) Maar die inschrijvingsgelden, dus. Die zijn er niet in de Scandinavische landen, en in de VS zijn ze hoog, extreem hoog. Vooral de universiteiten die vooraan staan in de diverse rankings hebben er geen probleem mee inschrijvingstarieven van 50.000 dollar en meer te hanteren. Met als gevolg dat de schuldenberg in de VS veroorzaakt door openstaande studieleningen momenteel zo'n 1,3 miljard dollar bedraagt. Willen we daar naartoe? Terzijde, omdat ik zonet rankings vermeldde, weet u dat in een recente ranking gebaseerd op onderwijsindicatoren, en dus niet louter op wetenschappelijke output, bv. Oxford, dat qua onderzoek veelal op één staat, het qua onderwijs en studentensatisfactie moet stellen met een 28ste plaats? Overigens staat geen enkele Britse universiteit van de Russell Group van elite-universiteiten in de onderwijs top twintig.

 

Moeten we eigenlijk wel mee blijven doen met die ratrace? Moeten we keer op keer naar de pers stappen als we in een of andere ranking, en het zijn er veel, een paar plaatsen gestegen zijn? De Vlaamse universiteiten staan allemaal in de top 200 of 300 of zo, dat wil zeggen in de top 5% op wereldniveau. Buiten de absolute top, de Ivy League, zijn de onderlinge verschillen overigens zeer miniem. En dan is er nog het artificiële van heel dat rankinggedoe. Aan de ULB is de voorbije jaren niets speciaals veranderd: nog altijd dezelfde onderzoekers en lesgevers, dezelfde gebouwen, enz., same as ever, maar toch zijn ze recent een pak gestegen in een aantal rankings. Weet u waarom? Omdat VUB-prof. Englert de Nobelprijs Fysica heeft gekregen ...

 

Maar goed, dat de academische wereld niet perfect is weten we allemaal. Wat mij betreft, als lid van die academische wereld, er is een tijd van komen en van gaan, en mijn tijd van gaan is gekomen. Ik ben daar niet ongelukkig om omdat ik het grootste vertrouwen heb in het beleid dat zal gevoerd worden door mijn opvolger en zijn ploeg. De enige raad die ik hem / hen durf meegeven, en ik val hiermee in herhaling, is: “Doe wel en zie niet om.” Leer uit het verleden maar werk aan de toekomst, de toekomst van onze universiteit en van onze associatie.

 

Overigens, wordt het niet stilaan tijd dat we durven spreken over DE Antwerpse Associatie? Die twee Leuvense opleidinkjes in Antwerpen en die ene hogeschool die nu eenmaal een verkeerde keuze heeft gemaakt, moeten ons toch niet deren? Antwerpenaren zijn bescheiden mensen, dat is universeel bekend, maar is het niet meer dan ooit tijd te tonen wat onze universiteit en onze hogescholen waard zijn? Herman, Robert, Patrick, Pascale, Veerle en de duizenden personeelsleden en studenten van het Antwerpse Associatie: toon wat jullie kunnen, en dat is veel, zeer veel. Ik reken op jullie en wens jullie het allerbeste toe voor de toekomst. En die toekomst, geachte aanwezigen, zal schitterend zijn, daar twijfel ik niet aan.

 

Ik heb gezegd.