Macro-economie (Jacques Vanneste)

dwarszitter

18/04/2023
🖋: 

Wanneer ik door de gangen van de universiteit dwaal, ben ik altijd nieuwsgierig naar de studierichtingen en lessen van andere studenten. Voor dit artikel besloot ik een groep onbekende studenten een aula binnen te volgen en belandde ik als student Taal- en letterkunde in de les Macro-economie van de derde bachelor Politieke Wetenschappen.

Met een kleine angst voor cijfers en het onbekende schuif ik op maandagochtend mijn tafeltje uit in de aula. Ik verstop me tussen de andere studenten om mijn beduusde gezicht te verbergen, want op de presentatie verschijnt meteen een complexe formule over een even complex economisch begrip. Dan gaat professor Jacques Vanneste van start met zijn les. Mijn stress neemt al snel af door het vrolijke figuur vooraan in de aula. Hij verklaart dat afgelopen week een topweek was: enerzijds was het kiesweek voor de studenten en anderzijds was hij de dag ervoor, zondag 26 maart, aanwezig op de koers Gent-Wevelgem. Samen met zijn kinderen beklom Vanneste de Kemmelberg. Dankzij zijn elektrische fiets kon de prof makkelijk de top bereiken, in tegenstelling tot zijn kinderen die puffend bovenkwamen.

Dan begint de les echt. Ik moet eerlijk zijn, veel begrijp ik er niet van: de informatie gaat mijn ene oor in en het andere meteen weer uit. Ik word afgeleid door de Engelse presentatie en de bijhorende Nederlandse uitleg. Maken de studenten hun notities in het Engels, Nederlands of beide? Die verwarring ligt misschien aan mij, als taalstudent. Wat me opvalt, is dat prof Vanneste veel linken legt met andere hoofdstukken en aangeeft dat de leerstof een mogelijke examenvraag zou kunnen zijn; dat zal de oplettende studenten wel helpen. De les gaat voort, totdat professor Vanneste begint te hinkelen. Zijn been zit door zijn enthousiasme in de war met de draad van de microfoon. Na wat gestuntel staat hij weer op twee voeten en hervat Vanneste zijn les.

Nadat de klas een deel van de leerstof heeft afgewerkt, valt er een stilte die verstoord wordt door het piepen van werktuigen. De werken aan de vervallen gebouwen gaan onverstoord door, waarop een intermezzo volgt. Professor Vanneste legt uit dat de individuele kantoren van de proffen zullen verdwijnen; het wordt één grote ruimte. Kunnen de professoren hun boeken uit de kelder halen en hun eigen bibliotheek terug opbouwen? “Spannend”, giechelt Vanneste. Hij vangt de les aan, rondt een hoofdstuk af en begint aan het volgende, tot er nogmaals een stilte valt. De draad van de microfoon zit voor een tweede keer vast. Nu heeft de draad de benen van de prof niet gevangen, maar de bureaustoel. Na een kleine minuut stilte verschijnt het rode hoofd van Vanneste boven het bureau.

Ondanks alle verrassende intermezzo’s, heeft de klas op een snel tempo twee hoofdstukken afgerond en een derde aangezet. Ik begreep de inhoud niet, maar de andere studenten hopelijk wel. Gelukkig kon professor Vanneste vooraan in de aula de pijn verlichten: het vrolijk mannetje op de voorgrond leidde me af van de moeilijke achtergrond