meandertaler

deel 1

03/10/2022
🖋: 

Toen de dieren nog spraken, begon de homo sapiens sapiens ermee. Taal bleek een nuttig instrument om allerlei dingen mee te regelen, dus de meme die ze uiteindelijk is, overleefde het om met de soort samen te vallen. Zo werden woorden de kroning van de menselijkheid, het ideale medium om zowel noodzakelijkheid als je eigen noden op te enten. Onze meandertaler hoopt daarom met zijn zwelmend gezwalm eindelijk toe te kunnen treden tot de hoogste klasse der mens: de pseudo-intellectueel. 

Net gehersenspoeld door mijn les filosofie besef ik dat ik doorweekt ben van angst. Het lijkt niet dat ik me hier even fris onderuit kan lullen. Ik gooi mijn achterkamer overhoop en dep de druppels van mijn voorhoofd. Na regen schijt de zon omhoog, bedenk ik me, en het rustige evenwicht van instabiliteit lijkt zich terug in mijn ruggenwerf te nestelen. Ik trek mijn boekenkast open, op zoek naar woorden om aan te trekken. Het daagt me dat mijn lot me goedgezind is: ik vind wat zin om me mee te kleden. Vooralsnog blijft m’n zijnsgat bedekt, de spiegel ligt niet aan diggelen, na elke rede volgt een punt. 

“Vergewis je niet, we zijn verder dan ooit gekomen”, weet ik mijn spiegelbeeld te overhalen. “De strepen die doorheen je zelfbeeld lopen zijn slechts schijn, klevers over een glasplaat.” Ik probeer in mijn ogen te speuren achter zelfverloochening. Uiteindelijk kan je steeds maar in één oog kijken en is de halve waarheid het hoogste goed. “Niet te veel verwachten”, hoor ik mezelf nog mompelen. Het geloof in de belofte dat ik voor de eeuwigheid mijn eigen beste vriend zou zijn, stilt mijn honger naar wraak om het leven. Ik lach mezelf toe. Even. 

En zo kruip ik dagelijks uit mijn angsten, door opnieuw te beginnen zeiken. Net als elk van ons bouw ik aan de leugen die zich onophoudelijk uit ons weet te uiten: dat het uitmaakt. Dat we iets te bieden hebben aan de chaos, behalve meer ervan; dat de onbezonnenheid van ons bestaan onbezonnen overwonnen kan worden. De stenen trappen van mijn nieuwe kot lopen zwaar, ik voel mijn gedachten treden. Welke keuze hebben we ook anders dan de maat der dingen te zijn? Als we, zoals ons universitairen betaamt, blindelings in ons wetenschappelijke paradigma geloven, zijn we uiteindelijk niet veel anders dan een zichzelf voortstuwende papzak bloed en kalk. Die op tijd en stond, weet ik als ik eenmaal in de keuken aangekomen een vaal uitslaand smeermes vind, een boterham met kersenconfituur tot zich neemt. 

We meten om te weten hoe we de kosmische grap weer een dag kunnen volhouden. Zo stellen de vragen zichzelf: wat is de beste alcoholefficiëntie per euro die ik in dit café kan consumeren? Hoeveel uren moet ik blokken om een veilige 11 te halen? Hoeveel penislengtes kabel heeft een ingenieur nodig om de brug niet te laten instorten? Dit brood is duidelijk oudbakken; wat ga ik vanavond eten? Veel groter of kleiner denken leidt tot onbespreekbare waanzin, waarbij we abstracte termen postuleren als waarheid. 

Half aangekleed en nog minder gevoed bedenk ik me dat welk pad we ook met dat tellen willen bewandelen ongeveer even duidelijk is als de opzet van mijn nieuwe columnreeks. Betekenis moet in het breed uitgesmeerd worden op de oudbakken korst van verleden generaties. Als kersenconfituur, en daarna tegen de muur. We zijn alweer het ‘nieuwe jaar’ in; ook studenten zijn in die zin ‘matig’, dat is al lang en lang bekend, neurie ik, mijn jas aantrekkend. 

Dus misschien is het vage midden wel beter. Geruststellend wat woordjes in volgorde denken terwijl je naar de winkel gaat om aardappelen en worst. Willekeurige associaties zijn het enige wat ik vertrouw. Het maakt niet uit welke richting je zinnen doelen, richting zelf ruikt naar taalmisbruik. Terwijl de woorden moeten vloeien. Bloeien. Het is het kloppend nulpunt van de ijkloze mens dat ons van het ene moment in het andere stuit. Een refentietje hier, een dubbelzinnigheid daar... alles overrelationeel gekoppeld aan weer wat anders, dansend als elkaar de hand gevende parachutespringers in vrije val. Een onophoudelijke leugen, waarvoor we elke dag met liefde moeten kiezen.