opbrandgevaar

inzicht in de burn-out

10/09/2022

Het goede nieuws is dat studeren een mooie tijd van zelfverrijking en ontplooiing kan zijn – hoezee! Het slechte nieuws is dat, zoals bij elke periode in een mensenleven, dat niet 24/7 het geval zal zijn. Voor sommige studenten is het zelfs erg zwaar, tot op het punt van een burn-out. Hoe zit het precies met die burn-outpandemie van tegenwoordig? Loop ik gevaar? dwars legde haar oor te luister bij Sara Erreygers en Jonas Vandenbergh, respectievelijk studentenpsychologe bij het STIP en vrijwilliger bij Students for Students.

Wat is een burn-out precies? “Een burn-out is een werkgerelateerde aandoening. Het heeft te maken met het feit dat er op werkvlak te veel van je gevraagd wordt, zó veel dat je er niet meer aan kan voldoen. Wie met een burn-out kampt, heeft vaak veel energie en passie in het werk gestoken, maar krijgt er zo weinig voor terug dat het uiteindelijk echt niet meer gaat”, legt Erreygers uit. Ook studenten kunnen ermee te maken krijgen: studeren kan je tenslotte als werk beschouwen. “Op het STIP zien we ook studenten die met een burn-out kampen of die er dicht tegenaan lopen. Voor sommige studenten vraagt de studie veel, de ene richting al meer dan de andere. Dat is ook een stukje persoonlijk.” Volgens de psychologe kan een verkeerde studiekeuze mede een factor zijn. “Ik zie vaak dat studenten hard moeten werken maar weinig return on investment zien. Daardoor raken ze telkens opnieuw teleurgesteld bij tegenvallende resultaten. Als je nooit de voldoening krijgt van goede resultaten na erg hard werken, kan dat heel demotiverend zijn en het pad naar burn-out effenen.”

Bij een burn-out spelen meestal persoonlijke factoren mee. Wie naast een druk studiepakket nog met bijvoorbeeld mantelzorg of een moeilijke breuk moet omgaan, kan te maken krijgen met een cocktail van omstandigheden waardoor het geheel te veel wordt. Hoe voelt dat? “Als je met een burn-out kampt, ben je uitgeput, zowel fysiek als mentaal. In extreme gevallen kom je nergens meer aan toe; je bed kom je niet meer uit. Die uitputting komt meestal na een periode waarin je juist veel en hard gewerkt hebt.” Er zijn een aantal emotionele symptomen, zoals snel prikkelbaar worden, maar ook cognitieve symptomen, zoals een minder goed geheugen hebben, en symptomen van depressie. Ook is er mentale distantie. “Bij mentale distantie kan het je allemaal niet meer schelen. Je kan dit zien als een mentale afvlakking: van heel veel om iets geven naar niets meer. Bij een burn-out merk je dat je steeds minder gemotiveerd bent voor je studie en je je gedurende lange tijd somber voelt. Deed je je studie vroeger met veel enthousiasme, maar voel je nu geen motivatie meer, heb je geen concentratie en lukt het allemaal minder goed? Dat zijn alarmbellen.” Die mentale distantie is in feite een zelfbeschermingsmechanisme. Omdat je de energie niet meer hébt om te investeren in je studie, zegt je lichaam dat het je niet meer kan schelen.

 

ontspanning tegen opbranding

Herstellen van een burn-out kan maanden duren. Daarna terugkeren naar de orde van alledag zit er niet in. “Een burn-out moet je in se beschouwen als een signaal dat er iets moet veranderen”, zegt Erreygers. “Bij een burn-out op het werk zetten we een integratietraject op, waarbij we kijken wat je kan veranderen op persoonlijk- en werkgebied. Soms is dat veranderen van werk of van studie, maar dat kan ook veranderen van studiemethode zijn. Misschien was het niet nodig om van elk vak samenvattingen te maken, bijvoorbeeld. Waar je de lat legt, kunnen we ook bekijken. Moet alles perfect zijn? Moet je zestig studiepunten, of soms zelfs meer, opnemen per jaar?”

Een harde werker zijn en aan een moeilijke studie beginnen betekent niet per definitie dat je een burn-out krijgt. Hoe kan je proberen te voorkomen dat het zo ver komt? “Allereerst moet je ervoor zorgen dat je genoeg rustmomenten hebt. Je hoeft echt niet 24/7 met je studie bezig te zijn. Neem bijvoorbeeld in het weekend eens een dag vrij, verwacht niet van jezelf dat je constant aan het studeren bent. Wat vaak gebeurt, is dat je in een spiraal terechtkomt waarin je voelt dat het niet lukt en dat je daarom harder gaat werken voor je studie, maar dán schrap je snel hobby’s, zoals sporten of afspreken met vrienden. Op die manier ben je op den duur uitsluitend bezig met studeren, wat een burn-out in de hand kan helpen”, licht Erreygers toe. “Daarnaast is het belangrijk om sociale activiteiten te blijven inplannen. Eens uitgaan of zelfs maar koffie gaan drinken met een vriend is waardevol.” Maar er zijn ook de standaarddingen: gezond eten, voldoende water drinken, liefst elke dag – zelfs in de barre winters – naar buiten gaan of de natuur nu en dan opzoeken.

Mocht de burn-out je alsnog te pakken hebben gekregen, wat dan? “Het is héél belangrijk om hulp te zoeken”, benadrukt Erreygers. “Erover praten met iemand anders kan veel doen. Aan de universiteit zijn er veel mensen bij wie je terecht kan, hen kan je aanspreken wanneer je voelt dat je het moeilijk hebt. Je kan met je proffen en de assistenten spreken, of met Monitoraat op Maat. Ook bij de studenttrajectbegeleider van je faculteit kan je aankloppen. Als je met de hulp van die personen er niet uit raakt, kan de huisarts een belangrijke persoon zijn om aan te spreken. Wij, de studentenpsychologen van het STIP, staan ook zeker klaar voor elke student. Blijf er vooral niet alleen mee zitten.”

 

praten over de vlam

Als je voelt dat het eigenlijk niet meer gaat maar je de drempel naar een psycholoog of een prof te groot vindt, is het eveneens een optie om aan te kloppen bij Students for Students. Students for Students bestaat uit studenten die zijn opgeleid om hun medestudenten te helpen wanneer ze moeilijkheden ervaren. Die moeilijkheden kunnen alle kanten opgaan: je kan bij hen terecht als je het moeilijk vindt om vrienden te maken wanneer je net bent aangekomen in Antwerpen, maar ook als studeren aan de universiteit je zwaarder valt dan je had gedacht. Dat wil niet zeggen dat je enkel een berichtje naar Students for Students mag sturen met zware problematieken: een babbel over een banaal onderwerp kan zeker ook. “Studenten ervaren veel stress”, knikt Jonas. “Tijdens de lockdowns was dat bijvoorbeeld heel duidelijk, maar ook nu duikt de stress op. Veel studenten nemen contact met ons op tijdens de examenperiodes en in mei, wanneer de grote werken ingeleverd moeten worden.”

Dat Jonas juist dán veel contactverzoeken binnenkrijgt, is niet verwonderlijk. “Zeker in de eerste twee jaar van de opleiding zijn er veel mensen die het nog niet gewend zijn om op voorhand te moeten werken, waardoor de werklast in die periodes veel stress kan geven. Onlangs sprak ik nog met iemand die bijna geen vingernagels meer over had omdat ze er uit stress zo veel aan pulkte. Jammer genoeg is ze niet het enige voorbeeld dat ik zou kunnen geven.” Dat zijn zeker niet de enige studenten die bij Students for Students aankloppen, benadrukt hij. “Het studentenleven brengt daarnaast veel sociale druk met zich mee. Je komt in een nieuwe situatie, op een nieuwe plek. Opeens moet je vrienden maken, moet je plezier hebben, moet je ook nog zien dat al het werk gebeurt en ga zo maar door. Dat is zwaar.”

Ook studenten die tegen een burn-out aanlopen, kloppen aan bij Students for Students. “Wat wij hoofdzakelijk doen, is luisteren. Luisteren en samen naar een oplossing zoeken”, zegt Jonas. “Als de student het goed vindt, kunnen we ze doorverwijzen naar de psychologen van het STIP, die dan tijd vrijmaken of een psycholoog zoeken, zodat men kan verdergaan met professionele hulpverlening. Een burn-out is tenslotte ernstig. Nu, niet iedereen die bij ons komt, wil doorverwezen worden naar een psycholoog. Ook goed, uiteraard.” In dat geval probeert Students for Students mee te timmeren aan een manier om beter met die stress om te gaan. Op die manier kan het stressniveau verlicht worden. “De stress van het studentenleven verdwijnt niet zomaar.” Jonas beaamt dat erover praten heel belangrijk is. “Met vrienden is dat misschien niet altijd even gemakkelijk, maar het zou je verbazen hoeveel mensen in je sociale kring stress ervaren. Het lijkt snel alsof het voor anderen allemaal vanzelf gaat, maar dat is zelden het geval. Dat het allemaal vanzelf lijkt te gaan bij iemand anders, betekent niet dat dat echt zo is.”