vooruitschrijdend schreien

editoriaal

15/12/2021
🖋: 

Onze rector schreef een brief voor de Sint, de heilige man. Vele kapoentjes zijn het niet met hem eens, maar ik denk eigenlijk dat de intenties die achter de brief zitten waardevol zijn. Waar bij mij het schoentje wringt is hoe hij – en vele anderen met hem –  voortdurend het voortschrijdend inzicht van de wetenschap te pas en te onpas blijft verbuigen tot ‘we wisten niet beter’. Dat biedt weinig soelaas als wat je kwalijk genomen wordt, net is dat je beter had moéten weten.  

Het wetenschapspaard werkt hard. Hoewel bereid om oud bewandelde daken te verlaten als het niet relevant meer blijkt, blijft het steeds doordacht in zijn tred. Contrasteer dat met beleid: steeds opgejaagd, onder invloed van opinie, markten, peilingen en controverse. Voortschrijdend inzicht zou dan ook nooit een excuus zijn voor flipperkastpolitiek zonder de leidcultuur van het ‘doen’. De problemen die zich nú stellen, moeten ook nú aangepakt worden. Dat kan een overheid zijn die de koopkracht van gezinnen én de economie wil ondersteunen door bedrijfswagens fiscaal aantrekkelijk te maken, ook al gaat dat in tegen elke ecologische logica. Maar evengoed een universiteit die in het midden van een pandemie een grote feesttent laat zetten als nú-oplossing voor de sluiting van Fort VI, ook iets wat iedereen al jaren had moeten zien aankomen. Door steeds in termen van voortschrijdend inzicht te spreken ontken je impliciet dat het verleden, net als de toekomst trouwens, vol vergissingen zit die hadden voorkomen kunnen worden.

Die standvastigheid in de vergissingen van gisteren zorgt ervoor dat de veranderingen die vandaag alsnog doorbreken voor velen niet voor morgen zijn. In plaats van te roepen dat het (opnieuw nú) anders moet, is het wijzer om te wijzen op het feit dat het al altijd anders had moeten zijn. Het onprettige gevoel dat niets ooit goed genoeg is, heeft in zo’n om-kadering minder te zien met de – regelmatig in hypocrisie gedrenkte en dus makkelijk te negeren – voorvechters van verandering maar met de onvooruitzienendheid van onze – minstens even dubbelsprekende – voorgangers. Met kerstmis in aantocht is het niet slecht om de wonderen die zo’n schuldverschuiving teweegbrengt te gedenken. Het ontslaat ons niet van verantwoordelijkheid, integendeel, maar het bevrijdt ons misschien net lang genoeg van het krampachtig up-to-date blijven van nieuwste inzicht om de tijd te nemen om te anticiperen op het rijk dat komend is.  

Als er nog een rijk overblijft, ten minste. Al het gepraat over voortschrijdend inzicht ten spijt wijst professor Sara Vicca ons er deze editie op dat klimaatsverandering, al decennia gekend, nog steeds aan een rampkoers vaart. Het doet de vraag rijzen of de vorige generatie écht geloofde dat technologie dat probleem wel zou oplossen, of ze er liever niet aan wilde denken. Ik heb veel zulke vragen: had niemand de rekensom gemaakt dat vaccins niet genoeg beschermen als je de contacten vertwintigvoudigt? Had onze studentenraad voordat een werkstudent aan de alarmbel trok niet kunnen zien dat lesopnames een heet dossier zouden worden nadat het na anderhalf jaar – eindelijk, zoals in de ons omringende landen – voor velen vanzelfsprekend was geworden? Was zwarte piet twintig jaar geleden dan wél een aanvaardbare traditie? Ze leiden tot weer andere: gaan we op dezelfde manier om met een blind geloof in hernieuwbare energiebronnen? Met het geloof in de private markt als het aankomt op privacy? Dat ‘aan de juiste kant van de geschiedenis staan’ normaliseren wel geen autoritaire gevolgen zal hebben?  

Ik hoop dat we niet blijven spreken over een mythisch inzicht dat pas op ons neerdaalt wanneer de tekenen niet langer genegeerd kunnen worden. Het gebrek om buiten de kaders van je eigen tijd te denken hoeft geen veroordeling (dat van die steen en die zonden), maar aan je kop in het zand steken is evengoed niets voortschrijdends.