IN GESPREK MET TOM WAES

maatschappij

14/09/2025
[TomWaes_vkd25] (© [Cato Van Lerberghe] | dwars)

Op Rock Werchter vinden de meeste gesprekken plaats tussen de beats, bier en dixietoiletten. Maar op een bankje achter de main stage trof  op zaterdag 6 juli Tom Waes – televisiemaker, avonturier en acteur – in een opvallend rustige setting. Hij is aanwezig voor de campagne Catch Your Breath, een initiatief dat festivalgangers laat stilstaan bij hun alcoholgebruik. Maar  zou geen studentenblad zijn, mochten we niet vooral benieuwd zijn naar wat voor student Tom Waes vroeger was. Exact die vragen legden we hem voor.

U bent ooit begonnen met de opleiding Germaanse Talen. Was dat een overtuigde keuze? Of eerder een veilige keuze waar u nog veel richtingen mee uit kon?

Ja, toen wel. Ik wilde journalist worden. Raar maar waar, Journalistiek bestond toen nog niet als universitaire studierichting. De meeste journalisten waren Germanisten of Romanisten. Dus ik dacht: dan ga ik gewoon Germaanse studeren. Ik zat toen in de aula samen met Tom Lenaerts, intussen bekend als tv-maker en gezicht achter programma’s als De Mol en Het Geslacht De Pauw, regisseur Hans Herbots, die later films als Bo en Torpedo zou maken en Johan Terryn, acteur, presentator en theatermaker. Toen waren het gewoon studiegenoten, vandaag zijn ze stuk voor stuk vaste waarden in het Vlaamse medialandschap. Een opmerkelijk gezelschap om deel van uit te maken. Wij waren echt een grote richting, maar uiteindelijk heeft enkel Johan Terryn de opleiding afgemaakt. De rest, inclusief ikzelf, is gestopt. Het waren de vakken zoals Algemene Taalwetenschap, Geschiedenis van de Taal en Middelnederlandse Literatuur die de doodsteek waren. Olla vogala enzovoort, daar wilde ik mijn tijd niet insteken. Ik ben daarna nog een paar opleidingen begonnen die uiteindelijk ook niet echt mijn ding waren. Maar ik kon goed duiken en goed met mijn handen werken, dus ben ik naar Schotland getrokken om een opleiding tot beroepsduiker te volgen en ben daarin beginnen werken. Dat was mij werkelijk op het lijf geschreven!

Heeft u dan, gedurende uw studententijd in Antwerpen, geproefd van dat typische studentenleven – dopen, cantussen, td’s, verenigingen?


Neen, eigenlijk helemaal niet. De Germaanse deed daar niet aan mee. Het waren meer Rechten, TEW en Pol & Soc die zich daarmee bezighielden. De taalrichtingen en Filosofie lieten dat aan zich voorbijgaan. Daarbij zat ik ook niet op kot. Ik woonde in Edegem en ging met de bus op en af. Dat typische studentenleven was nooit echt aan mij besteed. Het was toen ook de periode van de film Ad Fundum van regisseur Erik Van Looy, een prent die het studentenleven rauw en genadeloos in beeld bracht. Het verhaal van een student die omkomt tijdens een doop sloeg in als een bom. Voor velen was het niet zomaar fictie, maar een spiegel die toonde wat er mis kon gaan wanneer traditie en groepsdruk de bovenhand nemen.
Je merkte dat jongeren sindsdien een stuk voorzichtiger werden. Ze sloten zich minder snel aan bij een studentenvereniging of club, uit angst om in dezelfde situaties terecht te komen. Het zette een rem op de vanzelfsprekendheid waarmee het studentenleven toen vaak werd beleefd.
Dat lijkt sterk op wat we vandaag zien, in de nasleep van de tragische dood van Sanda Dia. Al is er intussen wél meer bewustzijn en zijn er strengere regels om zulke ontsporingen te vermijden. De risico’s zijn niet verdwenen, maar de manier waarop er nu mee wordt omgegaan, is toch een stuk zorgvuldiger.


Ten slotte vragen wij ons af of u dezelfde studiekeuzes zou maken, mocht u met de kennis die u nu heeft opnieuw achttien jaar zijn. 

Ik zou waarschijnlijk filmschool of Journalistiek volgen, omdat dat nu eindelijk bestaat. Ik geef af en toe les aan de Thomas More Hogeschool en aan het KASK, en ik merk dat ze die mannen quasi direct een camera in hun handen duwen om zelf een reportage te maken. In mijn tijd mocht je misschien na drie jaar eens iets zelf doen. Die opleidingen zijn vandaag veel praktischer en dat zou me echt beter gelegen hebben. Waar wij destijds vooral verstrikt raakten in theorie en eindeloze vakkenlijsten, zie ik nu dat studenten vanaf dag één met een camera of microfoon op pad gestuurd worden. Ze leren hun verhaal meteen zelf vastleggen, monteren en presenteren.
Ik zou dus zonder twijfel opnieuw in de richting van Journalistiek gaan, net omdat die opleiding nu zo stevig en veelzijdig onderbouwd is. Ik hoor van studenten dat ze werkelijk alle technieken meekrijgen, van schrijven tot filmen, van interviewen tot monteren. En dat ze dat allemaal meteen in de praktijk kunnen brengen. Voor mij zou dat fantastisch geweest zijn: minder droge theorie, veel meer doen en meteen voelen wat je zelf waard bent. Dat is uiteindelijk de beste leerschool.