The struggle of the library

Eigen gelijk eerst
06/03/2010
🖋: 
Auteur extern
een anonieme student en Hubert Meeus

De bibliothecaire jungle van de Universiteit Antwerpen is de perfecte afspiegeling van de universitaire samenleving. Als een mierenkolonie krioelen professoren, studenten en assistenten door elkaar heen en banen zij zich een weg tussen duizenden boeken, op zoek naar een strategie om te overleven. Daardoor is er in de loop der jaren een natuurlijke hiërarchie ontstaan en verwierf het academisch personeel zich een plaats bovenaan de bibliothecaire ladder. Zeer lange uitleentermijnen, soms tot 2050 (!), en boeken die in bureaus lijken te verdwijnen, zijn hiervan het resultaat. Dit maakt het er voor de student niet makkelijker op. Geldt hier het recht van de sterkste of moeten de zwakkeren geholpen worden?

Wachten tot 2050

Het collectiebeleid van de bibliotheek wordt bepaald door de faculteiten, in samenspraak met de bibliotheek. Hierdoor hebben professoren en assistenten een stevige vinger in de pap wat de aankoop van nieuw bibliotheekmateriaal betreft.

 

We kunnen ons daardoor afvragen in hoeverre het belang van de student of van de bibliotheek in het algemeen voorop wordt gesteld. Zijn de boeken met andere woorden een verrijking voor de bibliotheek en staan ze ter beschikking van de student? Of zijn ze slechts van belang voor het eigen onderzoek van een prof of assistent? In dat geval zal deze laatste zich het werk min of meer ‘toe-eigenen’, waardoor er in de loop der jaren diverse ‘privé-collecties’ ontstonden en sommige bureaus zich ontpopten tot ware minibibliotheekjes. Omdat deze werken werden gekocht met geld van de bibliotheek, zijn ze wel opgenomen in de catalogus, maar voor studenten in eerste instantie onbereikbaar.

 

Het huidige beleid leidt er dus niet toe dat collectiestukken zo veel mogelijk ter beschikking staan van de student, terwijl dit wel zo zou moeten zijn. Studenten beschikken immers over beperkte financiële middelen, waardoor de bibliotheek essentieel is voor het schrijven van eindwerken en het verrichten van onderzoek. Wanneer boeken voor de komende veertig jaar zijn uitgeleend en de desbetreffende gebruiker niets van zich laat horen, houden voor de student de mogelijkheden meestal op. Dit heeft soms desastreuze gevolgen voor afstudeerprojecten en leidt tot veel extra werk. Om de ‘service’ die de bibliotheek studenten én medewerkers wil bieden ook in de toekomst optimaal te houden, zou het belang van de student daarom veel meer moeten doorwegen. Bepaalde privileges die academici nu nog genieten en uitleentermijnen die langer zijn dan de gemiddelde academische loopbaan, geven hier echter geen blijk van.

 

Een anonieme student

 

Schijn bedriegt

Wie een plaatskenmerk in de UA-catalogus aanklikt, stelt soms vast dat een boek voor drie maanden of zelfs voor vijf jaar is uitgeleend. Dat laatste is vrij nieuw, want in het verleden stonden ‘dienstexemplaren’, boeken die een docent permanent nodig heeft voor het eigen onderzoek of onderwijs, niet in de catalogus. Daardoor gebeurde het wel eens dat iemand een dergelijk boek ging zoeken in andere, zelfs buitenlandse bibliotheken, terwijl het gewoon een paar kamers verder stond. Dit is dus een vooruitgang, want iedereen weet nu waar deze boeken, die vaak aangekocht zijn met projectgelden, zich op de UA bevinden.

 

De leentermijn van drie maanden voor Assisterend Academisch Personeel en Zelfstandig Academisch Personeel is in de ogen van studenten lang, maar wil onderzoekers alleen wat comfort verschaffen. Vooral professoren kunnen helaas zeer zelden onafgebroken aan een publicatie werken. Meestal kan dat alleen maar tussendoor en dan ben je al blij als je er een namiddag per week aan kunt besteden. Het is dan wel handig dat je een benodigd boek onmiddellijk bij de hand hebt. Als je het boek telkens opnieuw moet aanvragen, gaat daarmee veel tijd verloren. Een tweede voordeel is dat je boeken maar vier maal per jaar moet inleveren en je daardoor niet verplicht bent om een hele boekhouding bij te houden.

 

Hoewel het die indruk wekt, stelt deze regeling geen probleem voor de studenten. Een student kan een uitgeleend boek altijd aan de balie reserveren en dan krijgt de betrokken docent het dringende verzoek om dit boek zo snel mogelijk in te leveren, ook als de uitleentermijn niet is verstreken. Studenten hoeven dus niet te wachten tot het einde van de uitleentermijn. Als blijkt dat een dienstexemplaar vrij frequent door studenten moet worden geraadpleegd, is er altijd nog de mogelijkheid om een tweede exemplaar aan te kopen voor de leeszaal.

 

Prof. dr. Hubert Meeus,
Bibliotheekverantwoordelijke Faculteit Letteren en Wijsbegeerte

 

 

Een reactie op dit stuk lees je hier.