De Meerminne uitgekleed

Waarom het dak binnenkort op uw hoofd valt
06/04/2008
🖋: 

Twee jaar is ze, de Meerminne. Het edele hoofdkwartier van de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen nam, onder de roepnaam M-blok, de vrijgekomen ruimte tegenover de Sint-Jacobskerk in. Ze kadert in het grote verhuisproject van de Universiteit Antwerpen. Zoals dat gaat bij elk nieuw gebouw was het beton nog niet helemaal droog of studenten en personeel hadden al een mening over het (on)ding. Sommigen bewonderen haar strakke lijnen en recht-door-zeekarakter, anderen noemen de Meerminne een kil en ongezellig kot. Maar behalve smaakuitingen bots je ook wel eens op terechte bemerkingen. Waarom hebben die grote aula’s bijvoorbeeld wel erg veel weg van een atoomschuilkelder? Na twee jaar vond dwars het gebouw dan ook matuur genoeg om eens te peilen naar de redenen achter enkele bouwkundige beslissingen.

De bouw van een universiteitsgebouw in een stadscentrum is een stevige architecturale puzzel, vertelt Eddy Smedts van het departement Infrastructuur. Niet alleen de universiteit stelt een hele hoop eisen, maar ook stedenbouwkundig gezien zijn er veel restricties. Zo had het originele concept van architect Jo Crepain bijvoorbeeld een grote toren. Die zou een bibliotheek worden, en zou mooi converseren met de Sint-Jacobskerk aan de overzijde. Deze toren bleek zelfs één van de redenen waarom Crepains architectenbureau de ontwerpwedstrijd won. Helaas bleek de dienst Stedenbouw niet opgezet met hoogbouw op die plaats. Ook de bibliotheekfunctie verviel vanwege het plan om een nieuwe grote centrale bib te bouwen.

 

Licht (in de duisternis)

Om toch zoveel mogelijk plaats te winnen moest er niet in de lucht, maar dieper onder de grond gebouwd worden. Vandaar dat men de grote ruimten, zoals de aula’s, enkele bouwlagen onder de grond stak. Bovendien was het noodzakelijk om deze kelderaula’s stevig tegen het geluid van de voorbijdenderende trams en ander straatlawaai te isoleren. Dat is behoorlijk goed gelukt, maar heeft tot gevolg dat er geen daglicht aanwezig is, en men er een bunkerervaring krijgt om u tegen te zeggen.

 

Daglicht is wel aanwezig in de hogergelegen lokalen. Al van bij de prille plannen besteedde de architect veel aandacht aan de Sint-Jacobskerk. Zo’n historisch gebouw, dat toon je, en dus werden de leslokalen op de eerste verdieping voorzien van een grote glazen wand. Het voorbijlopende volk op straat durft echter wel eens voor afleiding zorgen. Zeker als er voor de deur een begrafenis of trouwpartij plaats heeft. De oplossing daarvoor zijn de gigantische gordijnen, die de leslokalen van alle afleiding, maar dan meteen ook van het daglicht afschermen.

 

En nu we het toch over licht hebben: het blijkt een pijnlijk euvel dat enkele energiebesparende maatregelen de professoren film- en beeldcultuur te snel af zijn. Sensoren bedienen het licht automatisch zodra er beweging is in een aula. Gevolg: als je de aula wil verduisteren voor bijvoorbeeld een filmprojectie, kan je enkel hopen dat het publiek geen pink verroert. Het omgekeerde geldt ook. Tijdens examens of lessen in kleine groepen kan het licht plots uitvallen. Een gewone schakelaar plaatsen zou dan weer het aloude systeem van nachtelijke energieverspilling invoeren. De dienst Infrastructuur gaat zich over het probleem buigen en kijken of er eenvoudige oplossingen voor bestaan. Eddy Smedts merkt op dat de sensoren alleszins wél ideaal tuig zijn om dynamisch lesgeven te stimuleren.

 

Om tot rust te komen werd bovenop het gebouw een tuin aangelegd. Het groenste stukje Meerminne doet een beetje aan als een kloostertuin midden in de stad. Je hebt er behalve op de Sint-Jacobskerk ook nog een mooi zicht op de Carolus Borromeuskerk en de Onze-Lieve-Vrouwetoren. De daktuin is jammer genoeg voorbehouden aan het personeel, dat er bij de eerste lentezon steevast een allegaartje van tuinmeubilair op zet. Dit tot lichte ergernis van de architect. Maar ach, abstracte concepten zijn er om verwarmd te worden met dagelijkse kitsch.

 

Mini-tsunami's

Wie al in de Meerminne is geweest, heeft misschien wel eens gevreesd die leuke daktuin op het hoofd te krijgen. Je kan in enkele van de lichtkoepels in de centrale hal immers kanjers van vochtplekken opmerken. De lekken blijken ontstaan te zijn door de ingewikkelde dakstructuur van het gebouw. De dakconstructie in de centrale hal zweeft op grote verborgen balken, waardoor er geen steunpilaren in de centrale hal geplaatst werden. De tijdsdruk en het precieze puzzelwerk met daktuin, lichtkoepels en de immense draagbalken zouden aan de oorzaak liggen van de lekken. Iets wat bij een gebouw van deze omvang haast niet te vermijden valt.

 

Ook op artistiek vlak zit het plafond in de centrale hal vol water, dit maal dat van de zes mediterrane zeeën. Dit kunstwerk van Michelangelo Pistoletto, dat de titel ‘Love Difference’ draagt, wil de vreedzame samenleving en culturele rijkdom van de landen rond deze zeeën symboliseren. Rondom de centrale hal zijn de woorden 'Love Difference' in de verschillende talen van die landen te lezen. Pikant detail is dat op de dag van de onthulling van dit kunstwerk, Hans van Temsche enkele straten verder zijn moordtocht uitvoerde. Ook het gedicht UtopiA van Ramsey Nasr kreeg een onderkomen in de Meerminne. Normaal gezien had het op de zijgevel gestaan, maar vanwege een boom en de ongemakkelijke en drukke straathoek verplaatste de architect het gedicht naar de grote rode muur tegenover het platform.

 

Zelfs de vloer in diezelfde centrale hal zag al eens water. Veel water, om eerlijk te zijn. Een paar maanden terug brak een leiding, waardoor de benedenverdieping er plots een vijver bij kreeg. Studenten en proffen konden zich in veiligheid brengen via het ingenieuze trappensysteem. Deze trappen zouden behalve een vluchtroute voor mini-tsunami’s ook een soort tribune kunnen zijn, of een plaats om filosofisch te keuvelen, net zoals in de Agora. Nu de universiteit net nieuwe zetels op het centrale platform heeft geplaatst, zal de student voor een gezellig praatje allicht voor die laatste mogelijkheid opteren.

 

Eerst was er een plan om op dat platform een computerruimte te voorzien, maar vanwege veelvuldig diefstal van IT-apparatuur plaatst de universiteit geen computers meer in ruimten waar geen constante controle is. Internet is wel aanwezig in de Meerminne, zodat mensen met een laptop er zonder problemen aan de slag kunnen. Eventueel wordt binnenkort nog voor extra verlichting gezorgd. Van te veel galm in deze grote open ruimte zal u ook niet moeten wakker liggen. De gezellige panelen met bolletjes vangen die voor u op.

 

Kleurenspel

Een laatste punt waarover een aantal studenten struikelen, is het kleurgebruik in de Meerminne. Het hele gebouw werkt met contrasten tussen wit en andere felle kleuren. Deze andere kleuren zijn ingegeven door een traditie die op de vroegere UIA is ontstaan. Uitgangen krijgen er een groen accent; rood staat voor brandbeveiliging. De architect voegde er zelf nog blauw bij voor de sanitaire voorzieningen. Voor het overige werd met zwart-witcontrasten gewerkt. Deze redacteur vindt de kleurcodes alvast een mooi idee, al valt over smaken en kleuren niet... Bon, u komt er zelf wel uit.