“We zijn er te weinig in geslaagd om van de EU een thuis te maken”

Herman Van Rompuy over 5 jaar voorzitterschap van de Europese Raad
23/02/2015

Om 1600 studenten en alumni samen te krijgen voor een lezing, moet je Herman Van Rompuy heten. Al zijn lezingen dagelijkse kost voor hem, toch was het grote publiek een unicum in zijn carrière. Voor de eerste voorzitter van de Europese Raad is het spreekgestoelte van een aula een natuurlijke habitat, hij doceerde in de jaren tachtig namelijk aan de toenmalige Handelshogeschool van Antwerpen. Hij vertelt ons over zijn voorzitterschap en de ontwikkelingen in de Europese Unie. Na zijn boeiende lezing brengen we hem met Alechia-beheerder Patrick Van de Wauwer, organisator en chauffeur van dienst, naar huis. Voldoende ruimte op de achterbank en voldoende tijd voor een middernachtelijk interview met dwars.  

Waar bent u het meest trots op uit de afgelopen 5 jaar?

In de eerste plaats ben ik trots dat ik in naam van de Unie de Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst heb mogen nemen in de City Hall van Oslo. Ik had me nooit kunnen inbeelden dat ik op die plaats zou staan. Het was niet mijn persoonlijke verdienste, maar ik heb daar de beste toespraak van mijn leven gehouden. Een ander mooi moment was toen ik in Aken de Karlspreis kreeg. Het was wel een persoonlijke verdienste. Dat was heel bijzonder voor mij, want ik werkte op het kabinet van voormalig minister Tindemans toen hij de Karlspreis kreeg en ik herinner mij hoe fier wij als kabinetsleden waren dat onze minister die prijs kreeg.

 

Wat had u nog meer willen verwezenlijken?

We hadden verder kunnen gaan in de uitbouw van de economische en monetaire unie. Over de economische coördinatie zijn we het niet eens geworden. Ik wilde daar zelf net zo ver als Duitsland in gaan, om toekomstige crises onmogelijk te maken. Na de stappen die we gezet hebben voor een bankenunie en een budgettaire unie, heb ik ook geprobeerd om een economische unie te verwezenlijken. We zijn daar aan begonnen toen het hoogtepunt van de crisis al voorbij was. Op dat moment was die noodzaak, de druk die nodig was om nòg meer Europa te hebben op dat vlak, al afgenomen. Dat bewijst eens te meer wat ik al dikwijls meegemaakt heb; dat men echt alleen vooruitgang boekt in crisistijden. Het is op andere vlakken ook juist dankzij de crisis dat we vorderingen gemaakt hebben. De bankenunie bijvoorbeeld, wil zeggen dat we één toezicht hebben op alle banken in de eurozone. Pas in de zomer van 2012, op het hoogtepunt van de crisis, zag men in dat we dat nodig hadden. Het is nodig dat men overal dezelfde regels heeft en dat niemand daar nog aan kan ontsnappen. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft toen de wijze beslissing genomen om inzicht te verkrijgen in de precieze toestand van onze banken vooraleer ze toezichthouder zouden worden. Als er problemen zijn, dan moeten die opgelost worden voordat zij aan het toezicht beginnen. Dat zorgde voor een complement van de bankenunie. We hebben dat allemaal kunnen doen in het heetst van de strijd. Never waste a good crisis. In 2008 konden we dat niet klaarspelen, de tijd was er nog niet rijp voor.

 

tussen austeriteit en solidariteit

Veel mensen maakten de analyse dat Europa vooral focuste op het politieke aspect, zonder dat de economische fundamenten er waren. Waarom zag men dat bij aanvang niet?

De EU is begonnen als politiek project, als vredesproject na de oorlogen. Wat de vorm precies zou worden, wist men bij de start nog niet. Er werd gedacht dat we vanaf de invoering van een gemeenschappelijke markt en een munt altijd één unie zonder oorlog zouden zijn. Zijn we holderdebolder met de monetaire unie begonnen, zonder voldoende economische onderbouwing? Ja, het is een beetje te veel politiek geweest en te weinig economie. Niets is duurzaam als er geen goede economische infrastructuur is. Een ketting is maar zo sterk als de zwakste schakel. Dat wil echter niet zeggen dat de euro een vergissing is geweest. De enige vergissing die men gemaakt heeft, is dat men niet genoeg instrumenten heeft meegegeven om in geval van crisis op te treden.

 

Akkoorden sluiten met 28 landen is niet evident. Men moet dan ook steeds bereid zijn om compromissen te sluiten. Er was tijdens de crisis een wil om het Europese project door te geven aan de volgende generaties. De EU is immers veel meer dan enkel de munt en de economie. Het is pas de laatste jaren, door de problemen in de eurozone, dat de economie een splijtzwam lijkt te zijn. Maar ik ken geen enkel land, zelfs niet Griekenland, dat uit de eurozone wil. We hebben een gemeenschappelijk doel en daarvoor doen we een beroep op de verantwoordelijkheid en solidariteit van alle lidstaten. Europa was een keuze, maar is nu een noodzaak.

 

De opgave voor de volgende jaren is om die economische unie veel meer open te stellen. We moeten focussen op de verdieping van de economische en monetaire unie, het stimuleren van de economische groei, een eensgezind standpunt behouden ten opzichte van Oekraïne en Rusland en Groot-Brittannië in de Unie houden. Dat is al een hele boterham.

 

Vindt u dat er te veel op besparingen is gefocust in de eurolanden die met grote economische problemen te kampen hebben? Hoe groot is het risico dat de Grieken uit de euro stappen?

Het was nodig om eerst orde op zaken te stellen om aan een duurzaam economisch herstel te werken. Je kon niet verder zoals Griekenland, met een tekort van 15 procent op het nationaal inkomen en een schuld van 135 procent aan het begin van de crisis. Met hun gebrek aan competitiviteit waren hervormingen onvermijdelijk. Op dit ogenblik is de toestand in die crisislanden dermate verbeterd dat zij meer ruimte kunnen maken voor economische groei. Die economische groei is niet enkel een zaak van meer geld pompen in de economie. Economische groei is ook een zaak van hervormingen: van de arbeidsmarkt, de productmarkt en de administraties. Hierbij moeten we zeggen dat Griekenland nog niet zo ver gevorderd is. De niet-financiële hervormingen kunnen op weinig steun rekenen bij de Griekse regering, wat een probleem is. Ik denk dat hun programma niet te financieren is en dat het in het belang van de Grieken en van de eurozone is dat we een nieuw evenwichtspunt vinden tussen austeriteit en solidariteit. Dat evenwichtspunt zal echter niet zo ver afliggen van waar we al mee bezig waren. We moeten in elk geval pogen om tot een consensus te komen om een toestand te vermijden die voor Griekenland nog nadeliger zou zijn dan alles wat ze tot nu toe hebben meegemaakt. Er zijn geen 20 alternatieven om de crisis te bestrijden. Wel focust de nieuwe regering terecht op het bestrijden van corruptie en fiscale fraude en op het goed innen van belastingen.

 

Herman Van Rompuy (© Martijn Fraanje | dwars)

 

you can lead a horse to water, but you can’t make it drink

Staat u achter het beleid dat de ECB nu voert met het opkopen van de staatsobligaties en het massaal geld pompen in de economie?

De politiek die de ECB nu voert, wordt al jaren door de Bank of England en de Federal Reserve in de Verenigde Staten toegepast en is dus zeker niet uitzonderlijk. De Centrale Bank staat voor een bijzondere opdracht: het bestrijden van de deflatie, dus het dalen van de prijzen. Vroeger moest de Centrale Bank beletten dat de prijzen meer stegen dan 2 procent. Nu moet de Centrale Bank alles doen opdat de prijzen met 2 procent zouden stijgen. Als je in een spiraal komt van dalende prijzen, dan verergert de crisis. Mensen stellen hun aankopen uit omdat het toch nog goedkoper zal worden. Dat leidt ertoe dat meer wordt gespaard en minder wordt uitgegeven. Het zorgt voor een daling van de economische activiteit en vervolgens ook voor minder werkgelegenheid en zo ontstaat een nieuwe negatieve spiraal. Deflatie moet dus bestreden worden. Eén van de gunstige gevolgen van de politiek van de Centrale Bank is dat de euro verzwakt. De rente gaat nog verder naar beneden en als de rente laag is, dan wordt de munt zwakker. De euro is de laatste 7 maanden 10 procent in waarde gedaald, wat een enorme depreciatie van de munt is. Voorheen was de euro te sterk, maar nu worden de Europese producten goedkoper op de wereldmarkt, wat gunstig is voor onze uitvoer.

 

Wat zou er gebeuren als de euro in een liquiditeitsval belandt?

Bij een liquiditeitsval daalt de rente niet verder, zelfs al laat je de geldvoorraad toenemen. Je pompt eigenlijk geld in de economie, zonder een verdere daling van de interestvoet: you can lead a horse to water, but you can’t make it drink. De rente daalt niet verder omdat die beneden een bepaald peil zogezegd niet verder kan dalen. We zijn nu wel heel laag gevallen met de rente. Dus toen Keynes het concept van de liquiditeitsval bedacht, zal hij nooit gedacht hebben dat de liquiditeitsval op 0 procent rente zou zijn. Ik verwacht niet dat de ingrepen van de ECB een spectaculair effect op de rente zullen hebben.

 

een graantje onbehagen

U pleit voor ‘meer Europa’, toch gaan er in verschillende lidstaten stemmen op die voor ‘minder Europa’ willen gaan. Zijn de eurokritische partijen een bedreiging?

Bijvoorbeeld mevrouw Le Pen in Frankrijk, gaat erg ver voor 'minder Europa'. Ze wil zelfs terugkeren naar de Franse frank. Uit opiniepeilingen blijkt dat 30 procent van de Fransen zich achter het Front National scharen. Dat is dus niet meer zo banaal, maar ik denk niet dat zij aan de macht komt. Als mensen stemmen voor een bepaalde partij, steunen zij daarom nog niet alle programmapunten van die partij. Niet alle mensen die voor een separatistische of racistische partij stemmen, zijn separatisten of racisten. Een stemming is dikwijls een negatieve stemming, een stem tegen iemand. Zulke cijfers moet je dus genuanceerd beoordelen. Dat die ideeën een brede aanhang hebben is wel een kanker in de samenleving die bestreden moet worden. Tegenover extremisme mag je niet te tolerant staan.

 

Veel klassieke partijen hebben de neiging een graantje mee te pikken van het onbehagen. Ze willen kiezers terugwinnen door te kijken naar de standpunten van de partijen waaraan ze kiezers hebben verloren. Voor die populistische partijen is Brussel de universele zondebok, maar het is niet omdat je niet akkoord bent met de politiek van de Unie, dat je moet zeggen dat de Unie niet meer moet bestaan. Er wordt kritiek gegeven op het concept in plaats van op het beleid. Ik heb echter onderschat hoe groot de vertrouwensschok was na de bankencrisis en het duurt lang voor dat vertrouwen terug is. Banken zijn gebaseerd op het vertrouwen dat niet iedereen op hetzelfde moment zijn geld terug zal vragen. Het bankensysteem heeft echter op het randje van een ineenstorting gestaan. Een munt is ook gebaseerd op vertrouwen. Achter een biljet zit geen goud meer zoals vroeger. Nu zijn het de wet van vraag en aanbod in combinatie met het vertrouwen die de waarde van beleggingen bepalen. Voor Europa ontbreekt het perspectief van groot herstel. Er zijn structurele problemen: de gedaalde competitiviteit, gebrek aan investering in de economie, structurele werkeloosheid, te weinig productiviteit en een vergrijzende bevolking. Op veel van die langetermijngroei hebben we ons door de problemen met Griekenland te weinig kunnen concentreren.

 

We hebben meer Europa nodig, ook voor de veiligheid. We moeten naar één Europese samenleving met respect voor de vele culturen. Een les die we uit de economische crisis moeten trekken is dat we veel meer moeten samenwerken en gebruik moeten maken van de interdependentie.

 

Herman Van Rompuy (© Martijn Fraanje | dwars)

 

het falen van gematigde politici

Is het een algemene trend in Europa dat men nu met de crises in Oekraïne en Griekenland, steeds meer voor radicaal links of rechts kiest? Hoe komt het dat middenpartijen een gebrek aan visie hebben?

De opkomst van het populisme gaat om meer dan enkel de economie en gaat ook verder terug in de tijd, maar het wordt wel door de huidige economische problemen gevoed. Zowel langs rechts als langs links. De wortels daarvan liggen in de toenemende individualisering en verlies aan sociaal en familiaal kapitaal. Ook in Griekenland werden radicaal rechtse en linkse partijen verkozen in de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand: Brussel. Dat eurosceptisme is makkelijk te nuanceren: wie wil terug naar 1958, naar gesloten grenzen? Europa heeft op dat vlak veel mogelijk gemaakt. De kosten van een niet-EU zijn gigantisch.

 

We zijn er wel te weinig in geslaagd een space van bescherming te zijn, om ‘een thuis’ te creëren. Ik denk dat het grootste probleem vandaag is dat we nog geen sterkere economische groei hebben en een nog altijd groter wordende werkloosheid en dat de crisis dus te lang aansleept. Men wil nu eindelijk de resultaten zien waarvoor er vele offers zijn gebracht. Een centrumpartij heeft het in zo’n periode van onzekerheid altijd moeilijk, omdat ze meestal aan de macht is. Als men binnen afzienbare tijd geen resultaten ziet, dan keert men zich tegen de regeerders en dat zijn dikwijls de traditionele centrumpartijen. Hierdoor verliezen deze aan populariteit. Het heeft niet veel met visie te maken. Veel mensen hebben lak aan een nieuw discours, aan grote woorden. Ze willen eigenlijk nu resultaten zien. Niet meer de moraal van de intenties, maar de moraal van de resultaten.

 

Hoe kunnen we in Europa en België de interne mobiliteit verhogen, zoals in de VS, ten goede van de werkgelegenheid en economie?

Onze cultuur is heel anders dan die van de Verenigde Staten. De VS zijn ook heel divers, maar wij hebben maar liefst 24 talen. Ik zeg niet dat die taalbarrière een absolute handicap is. Wanneer de nood het hoogst is zal een Spanjaard naar Duitsland gaan en Duits leren, maar dat is geen natuurlijke beweging. Wij zijn veel meer opgesplitst als arbeidsmarkt dan de VS. Dit komt door culturele factoren en taalfactoren. Een tweede punt is dat je alleen binnen een land al grote verschillen hebt. De werkloosheid in Wallonië is twee keer hoger dan in Vlaanderen en in Brussel zelfs drie keer hoger. Die verschillen bestaan allemaal op 30.000 vierkante kilometer. Dus binnen België is de mobiliteit al laag. Het straffe is dat zelfs de Fransen de grens oversteken en in West-Vlaanderen komen werken, terwijl er maar heel weinig Walen hetzelfde doen. We moeten dus veel meer aan de Belgische mobiliteit doen. Hierbij is taalkennis één element, maar zeker niet het enige. Ik heb de indruk dat er meer werk is aan de mentaliteit, dan dat er echt politieke acties nodig zijn.

 

pünktlichkeit

Duitsland heeft de touwtjes van de Europese Unie stevig in handen. Kunnen de andere lidstaten zich in die positie van Duitsland vinden?

Duitsland heeft de sterkste economie. Dat is niet alleen nu het geval, dat was ook al zo in de jaren zestig. De Duitse Mark is vele malen gerevalueerd tussen de jaren zestig en de introductie van de euro ten opzichte van bijna alle andere Europese munten. De munt is een teken van gezondheid voor de economie en de Duitse economie is altijd de sterkste geweest, op het decennium vlak na de Duitse eenmaking na. Die krachtige Duitse economie is het resultaat van het Wirtschaftswunder (De Duitse economie heeft een reputatie als economisch wonder, mede door het snelle economische herstel na de Tweede Wereldoorlog, nvdr.). Bovendien hebben zij al in 2003-2004 grote hervormingen van de arbeidsmarkt doorgevoerd, zodanig dat ze eigenlijk al sterk waren toen de crisis uitbrak.

 

Hun sterke positie is dus zeker geen toeval. De Duitsers zeggen nu natuurlijk dat zij het in due time gedaan hebben, en dat de andere landen het nu ook moeten doen. Ze zijn natuurlijk niet zonder argument. Toch wordt ook Duitsland door alle internationale organisaties op de vingers getikt omdat zij meer zouden kunnen doen aan hun interne vraag. Hun overschot op de handelsbalans is gigantisch hoog. Dat wil zeggen dat ze een heel groot spaaroverschot hebben ten opzichte van de investeringen. Zij zouden meer moeten investeren en grotere inspanningen in de publieke en private sector moeten doen. Daarnaast zouden ze wat minder strak moeten vasthouden aan het begrotingsevenwicht. Er is echter niemand die het wil laten ontsporen.

 

Europa zal altijd heel divers blijven. Europa was een keuze, maar is nu een noodzaak.

 

 

Wij danken Patrick Van de Wauwer en Alechia, Sander Carollo en Europakring Antwerpen voor de medewerking.