de conciërges van de stadscampus

achter de schermen
11/09/2015
🖋: 

Negen uur ’s avonds, de universiteitsbibliotheek sluit. De automatische deuren gaan achter je dicht en kunnen niet meer open. Wat gebeurt er in de verlaten gangen, kantoren en aula’s als de zon achter de horizon verdwenen is? dwars vroeg het aan de mensen die het kunnen weten, conciërge Anita Van Dyck en Lieven Willems van het departement Infrastructuur.

De conciërges van de Stadscampus hebben de verantwoordelijkheid de gebouwen af te sluiten, maar zij zijn niet de enigen die de sleutels in handen hebben. “Je hebt enerzijds de conciërges die vooral de late sluiting doen, maar een groot deel van de gebouwen wordt al gesloten door de pedels (verantwoordelijken voor het lokaalbeheer, nvdr.)”, zegt Lieven Willems, adjunct-departementsverantwoordelijke van het departement Infrastructuur. “Om zeven uur doen wij een tussenronde, waarbij al een heel aantal deuren 'op badge' worden gezet. En om tien uur wordt alles afgesloten”, vertelt conciërge Anita Van Dyck. “’s Ochtends worden de gebouwen dan weer terug geopend door de mensen van de schoonmaak, die al om zes uur beginnen. Daarnaast wordt ook een heel deel van de kleinere gebouwen geopend en gesloten door de gebruikers zelf, waarna de conciërges ’s avonds ook nog een controle uitvoeren”, zegt Lieven.

 

domme studenten en ingeslagen ruiten

De conciërges zijn ook verantwoordelijk voor de gebouwen na de sluiting, met name alle alarmen. “Wij leven ook ’s nachts, hè!”, vertelt Anita. “Als er iets gebeurt, moeten wij paraat staan.” De brandalarmen, inbraakalarmen en technische alarmen die na vijf uur ’s avonds afgaan komen allemaal bij de conciërge terecht. “De meeste alarmen krijgen wij van de bibliotheek. Vaak zijn dat mensen die na negen uur nog proberen buiten te glippen wanneer de bibliotheek eigenlijk al gesloten is en het alarm opstaat. Er zijn weken dat wij elke nacht uit ons bed moeten en ook weken dat er niets gebeurt.” Anita is ook al echte inbrekers tegengekomen. “Ik heb er zelfs al voor gestaan. Vroeger ging ik altijd binnendoor, maar tegenwoordig kijk ik eerst of er ramen openstaan. Dan glip ik binnen en controleer ik welke alarmen zijn afgegaan. Als dan blijkt dat er door meerdere ogen werd gelopen weet ik dat er iemand binnen zit en dan bel ik direct de politie.”

 

Er zijn ook studenten die bewust proberen zich te laten opsluiten in de gebouwen. “Onlangs nog in de bibliotheek waren er twee studenten. We wisten dat ze er waren want ze hadden meerdere alarmen doen afgaan en we hebben nog staan roepen en tieren maar niemand antwoordde. Ze hadden zich verstopt en de volgende ochtend om zes uur zijn ze dan buitengewandeld. De kuisvrouw stond achter haar borstel van de schrik toen ze hen plots tegenkwam”, vertelt Anita. “Maar we hebben ze uiteindelijk kunnen pakken omdat ze ’s nachts fotokopies hadden genomen met hun kopieerkaart en zo wisten we hun studentennummer. Dat noem ik dan domme studenten.” Maar sommige studenten houden het niet bij wat onschuldige studentengrappen. “De meeste last hebben we met de lockers aan het Hof van Liere. Dan bellen studenten ons op als ze vergeten zijn hun spullen uit de lockers te halen. We weigeren steeds, want dan kunnen we voor alle studenten gaan opendoen. Er was wel eens een student die dan een raam heeft ingeslagen om toch nog binnen te kunnen, maar die is bij de rector op bezoek gemoeten.”

 

jong blijven

De conciërges werken ’s avonds en moeten ’s nachts van wacht zijn, maar dat vindt Anita niet zo erg. “Naast mijn werk als conciërge werk ik ook nog als pedel in de Rodestraat van twee tot tien en die twee functies overlappen deels”, zegt ze. “Je weet op voorhand dat je late uren moet maken dus je bent daarop voorbereid, het is je werk tenslotte. Als conciërge moet je wel constant in de buurt van de universiteit blijven als je van wacht bent. Alle conciërges wonen in een huis van de universiteit en de alarmen kunnen daar ook binnenkomen. Het houdt je wel jong, als je zo constant onder de studenten bent.”

Dat klinkt wel interessant, zo’n job als conciërge! Maar hoe word je dat dan? “De conciërges worden aangenomen via een interne vacature, ze zijn dus al werknemer van de universiteit. Momenteel loopt er zo’n vacature omdat Rik, de conciërge van de studentenhome, op pensioen gaat. Alleen als we echt niemand vinden binnen de universiteit gaan we op zoek naar externen”, legt Lieven uit. “Rik was vroeger enkel verantwoordelijk voor de studentenhome, maar met de nieuwe vacature gaan we dat verbreden zodat we een volwaardig team van drie conciërges hebben. Wanneer er dan een inbraakalarm is, is het veiliger als we dat met twee kunnen controleren.”

 

Die drie conciërges zijn enkel verantwoordelijk voor de gebouwen van de Stadscampus. De andere campussen hebben hun eigen regelingen. “Op Campus Mutsaard valt dat onder de verantwoordelijkheid van de hogeschool en is er een heel ander systeem met een beveiligingsfirma. Ook op Campus Paardenmarkt, waar nu enkel de universiteit nog achterblijft, wordt dit geregeld door dezelfde firma. Dat is echter een tijdelijke regeling, want vanaf 2016 verhuist de opleiding Toegepaste Ingenieurswetenschappen naar het nieuwe gebouw Z op Campus Groenenborger. Omdat het moeilijk zou geweest zijn om voor dat ene jaar een nieuwe campus op te nemen in onze rondes blijft die firma, die het gebouw veel beter kent dan wij, de conciërgetaken op zich nemen”, verduidelijkt Lieven. “Op de buitencampussen is er ook een systeem van conciërges zoals op de Stadscampus. Maar daar is de regeling wel iets anders, zo blijven sommige gebouwen daar heel de nacht door toegankelijk voor personeel met badges. Het takenpakket van een conciërge hangt ook af van de afspraken die er rond elk gebouw bestaan.”

 

“Het grootste probleem dat we ooit gehad hebben was met een hagelbui. Toen zat ik onder mijn bureau van de schrik. In zo’n noodgeval hebben wij een schema waarin staat wie wij moeten opbellen, maar dan nemen ze gewoonlijk niet op”, vertelt Anita. “Dat kan je van mij niet zeggen, hoor!”, protesteert Lieven. “Op die dag zijn er zo’n 130 lichtkoepels kapotgegaan. Alle koepels van de bibliotheek waren kapot, alle bureaus daaronder nat, computers kapot. Dat was echt een gigantisch schadedossier. In zo’n geval wordt de volledige technische dienst gemobiliseerd om zo snel mogelijk al die koepels af te plakken met plastiek.”

 

Complexer dan gedacht, dat bestaan van een conciërge. “Het is een taak die je constant moet opvolgen. Er gebeuren dingen ’s nachts waar je dan de volgende ochtend nog mee bezig moet zijn”, vertelt Lieven. Het is duidelijk dat een conciërge meer doet dan wat sleutels omdraaien en studenten wegjagen. Ze bewaken de gebouwen van de Stadscampus als goede huisvaders en -moeders en grijpen in als er iets niet pluis is.