'ik ben omdat wij zijn'

wat wij kunnen leren van Afrikaans leiderschap
29/12/2014
🖋: 
Auteur extern
Astrid Buysse

Afgelopen zomer reisde ik af voor mijn werk bij Healthy Entrepreneurs naar Rwanda en Burundi. Ik vloog op Kigali in Rwanda. Het was niet de eerste keer dat ik naar Afrika zou gaan en op basis van mijn vorige ervaringen verwachtte ik opnieuw een achtergesteld ontwikkelingsland aan te treffen. Niets was minder waar: ik kwam in een bruisende en moderne metropool terecht. Hoe hebben ze het voor elkaar gekregen om dit land 20 jaar na de genocide weer op te bouwen?

 

Rwanda en de genocide

Het is zaterdag 26 juli 2014, mijn eerste dag in Rwanda. Ik sta om half 7 op en doe mee aan Umuganda: het moment van de week dat iedereen zich inzet voor hun buurt. Ik help mee met het schoffelen van perkjes. Daarna volgt een groepsdiscussie over o.a. de zorgverzekering en de organisatie van het buurtfeest. Het is prachtig om te zien dat iedereen zo betrokken is bij hun gemeenschap. Amper 20 jaar geleden was dit nog ondenkbaar.

Om me te verdiepen in de geschiedenis van het land heb ik die avond meteen de film ‘Hotel Rwanda’ gekeken. Na een slechte nacht met de nare beelden van de film nog in mijn hoofd, ging ik de volgende dag naar het memorial center in Kigali om meer te weten te komen over de genocide van 1994. De Belgische koloniale macht bepaalde of iemand Hutu of Tutsi was op basis van het aantal koeien en de vorm van de neus. De Tutsi’s, die in de minderheid waren, kregen allerlei privileges toebedeeld om de Belgische belangen te dienen. Vlak voor de dekolonisatie werd de macht aan de Hutu's overgedragen, die al lang haat koesterden voor de Tutsi’s. Een radicale Hutu-overheid leidde vervolgens een decennialange campagne tegen de Tutsi-minderheid. Dit ontaardde uiteindelijk in de genocide van 1994.  In drie maanden tijd werden meer dan één miljoen mensen afgeslacht, gemiddeld 10.000 doden per dag (op een totale bevolking van 8 miljoen).

Wanneer ik het memorial center verlaat, besef ik dat vrijwel iedereen op straat schuldig aan of slachtoffer van deze vreselijke periode is. Hoe kan het dat men nu zo vreedzaam naast elkaar leeft en op zaterdagochtend gemoedelijk met elkaar het onkruid staat te wieden?

 

 

Opbouw na de genocide

…..the spirit of reconciliation is absolutely critical in uniting a country and in focusing the attention on those positive aspects of society where good men and women will have the maximum contribution to make towards the development of the country. But without reconciliation, if you react in response to your emotions, you can never lead a country. …. Quote van Nelson Mandela, uit ‘Madiba’s Speech, June 2002

 

 

Rwanda heeft een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Onder heerschappij van president Kagame is het piepkleine Rwanda getransformeerd van ‘drama’ tot ‘wonder van Afrika’. In een interview met de Volkskrant zegt Kagame het volgende: "De genocide heeft ons veel geleerd over intolerantie. Omdat hier zulke inhumane dingen gebeurd zijn, hebben we een verbetenheid om te veranderen", verklaart hij de vooruitgang in Rwanda. 'We'. Net zoals de meeste Rwandezen, vermijdt Kagame de woorden Hutu en Tutsi. Divisionisme is in Rwanda verboden.

 

Sinds 1994 heeft Kagame ingezet op ontwikkeling en verzoening. Eén van de maatregelen was het oprichten van ‘Gacaca-courts’.  De gevangenissen puilden uit na de genocide en de gewone rechtbanken konden alle zaken niet aan. Het zou tientallen jaren duren voor iedereen zou zijn berecht. De Gacaca rechtbanken zijn geïnspireerd op de traditionele manier van conflictresolutie. Gacaca vertrekt vanuit een systeem van participatie van de gehele Rwandese bevolking: het vindt plaats in de eigen omgeving van de verdachte en de rechter is ook iemand uit de regio. Voor de meer dan 12.500 Gacaca-rechtbanken in Rwanda zijn bijna twee miljoen mensen verschenen. Hoewel er ook kritiek was op de procedures van de rechtbanken en de behandeling van verdachten, hebben de Gacaca-tribunalen veel bijgedragen aan de etnische verzoening en een beter begrip van wat er in 1994 is gebeurd. Hoe dit heeft geleid tot een transformatie van het land is dan ook indrukwekkend.

Het land dat toen op alle vlakken in puin lag, is nu een van de veiligste van het continent. Hoeveel klinieken en ziekenhuizen in 1994 ook waren verwoest, in 2008 woonde de meerderheid van alle Rwandezen niet verder dan vijf kilometer van een gezondheidspost. De economie groeit jaarlijks met gemiddeld zeven procent, bijna iedereen heeft een zorgverzekering en nagenoeg alle kinderen gaan gratis naar school. De meerderheid van de parlementariërs (65 procent) is vrouw - uniek in de wereld - en anders dan in de meeste Afrikaanse landen is homoseksualiteit niet strafbaar.

 

 

Verbindend leiderschap: Ubuntu

Afrika heeft de wereld iets te geven, iets waar de hele wereld met smart op zit te wachten – een herinnering aan het feit dat we meer zijn dan de som der delen. We zijn geschapen om samen te zijn, om relaties te hebben. Desmond Tutu in God heeft een droom.

 

Wat typeert de leiderschapsstijl van Kagame? En wat zijn overeenkomsten met andere grote leiders die hun roots hebben in Afrika? Charismatische mensen als Nelson Mandela, Kofi Annan, Desmond Tutu, Paul Kagame en Barack Obama worden geroemd om hun vermogen tot verbinden en hun doortastendheid. Het zijn leiders die beschikken over visie, lef, passie en compassie. Bouwers, vredestichters en vechters voor gelijke rechten.

 

De Afrikaanse filosofie Ubuntu, ‘Ik ben omdat wij zijn’, is wezenlijk onderdeel van hun leiderschapsstijl. Rwandezen passen deze humanistische filosofie toe in alle sectoren; van politiek, rechtspraak en religie tot gezondheidszorg, onderwijs en economie.

 

Ubuntu is het diepgewortelde mensbesef, dat wij allen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De essentie van ‘Ubuntu’ is de fundamenteel andere zienswijze op de waarde van het individu. Ligt bij ons in de Westerse wereld de nadruk op het optimaliseren van het individu, van het ego, bij ‘Ubuntu’ geldt: mijn waarde wordt bepaald door mijn betekenis voor anderen. In de literatuur over deze Afrikaanse filosofie staat de mens in het middelpunt van het denken. De mens wordt echter niet primair als individu beschouwd, maar als individu in de gemeenschap. ‘Ik ben omdat wij zijn’, in plaats van onze westerse Descartes-overtuiging ‘ik denk dus ik ben’.

 

De onderliggende waarden van het Ubuntu-principe zijn menselijkheid, mededogen, gelijkheid, tolerantie en respect. In tegenstelling tot individualistische culturen, worden doelen in Afrikaanse culturen bereikt door broederlijke zorg, vrijgevigheid en aandacht voor behoeften van anderen. Belangrijk is het begrip voor dilemma’s van anderen en hen te helpen ook al moet je daarvoor je eigen belang opzij zetten. Toen ik de film ‘Invictus’ zag, werd mij echt duidelijk wat hiermee bedoeld wordt. Deze film laat zien hoe Mandela zijn eigen emoties opzij zet om een hoger doel te bereiken, namelijk dat van een verenigd Zuid-Afrika waar blanke en zwarte mensen vredig naast elkaar leven.

 

 

Ubuntu en de gezondheidszorg

Ik heb veel inspiratie gehaald uit mijn verblijf in Afrika en de beginselen van Ubuntu en denk dat wij hier veel van kunnen leren. In de zorgsector staat veel te gebeuren. Om de kosten te beheersen wordt er een steeds groter beroep gedaan op de burgers en cliënten zelf. Ondertussen is de gezondheidszorg een complex speelveld waarin machtspelletjes niet onbekend zijn. Alleen samen kunnen we het hogere doel van een goede en betaalbare zorg voor iedereen bereiken. Daarvoor zijn leiders nodig die voor verbinding tussen groepen zorgen. Leiders die niet hun persoonlijke succes, maar het welbevinden van de gemeenschap centraal stellen. Leiders die in staat zijn ook anderen vanuit dit gedachtegoed te laten denken, met andere woorden: ik geniet goede zorg omdat ik er voor zorg dat anderen goede zorg genieten.