Te veel?

editoriaal
01/12/2004

Studeren kost geld. Volgens recente berekeningen betalen pendelstudenten zo'n 2000 euro per jaar, en kotstudenten minstens 4000 euro. Aan de maatschappij kosten studenten echter nog veel meer. Een universiteitsstudent kost de samenleving jaarlijks ruim meer dan 10.000 euro. Niet weinig als je weet dat we in Vlaanderen alleen al met zo'n 60.000 zijn. Nu ja, kennis is natuurlijk de toekomst en daar moet dus in geïnvesteerd worden. Het lijkt me in ieder geval wel gepast om ons eens af te vragen wat de maatschappij zoal terug krijgt in ruil voor al dat geld.

In de eerste plaats uiteraard meer geld. In de statistieken over jongerenwerkloosheid zijn hogergeschoolden duidelijk ondervertegenwoordigd. Ten opzichte van ongeschoolde werklozen die een uitkering ontvangen, is de meerprijs van bijvoorbeeld een universitair dus al op enkele jaren terugverdiend. Maar, nu we het toch over geld hebben, de echte meerwaarde van die bijkomende kennis ligt natuurlijk in het aantrekken van nieuwe en het behouden van bestaande ondernemingen in onze regio. Als we enkel hoge lonen en geen hogere productiviteit hadden, zou er van ons sociaal-economisch model niet veel overblijven. Om de afweging fair and balanced te maken, moeten we natuurlijk wel rekening houden met het gegeven dat de levensverwachting stijgt met de scholingsgraad. De kosten na pensionering van een universitair liggen gemiddeld hoger.

 

Al bij al is de kost van een universiteitsstudent aan de maatschappij dus zeker verantwoord te noemen. De meesten onder ons hebben, hopelijk, echter de ambitie om meer dan een louter economische bijdrage aan de samenleving te leveren. De universiteit biedt daar een uitgelezen kader voor. Engagement heet dat dan. En daar durft het de gemiddelde student wel eens aan ontbreken. Dat studentenclubs minder en minder leden trekken, weten we al langer. Dat dat veel met verhoogde studiedruk te maken heeft ook. Het neemt echter niet weg dat wat we recent meemaakten bij de verkiezing van onze studentenvertegenwoordigers ronduit beschamend was. Wanneer er zo weinig actieve belangstelling is dat er voor sommige functies nauwelijks meer kandidaten dan vrije plaatsen zijn, schort er iets. Weet de gemiddelde student wel wat de kracht van studentenvertegenwoordiging is? We vermoeden van niet, en daar willen we in dit nummer aan verhelpen. Ik wens u veel leesplezier. En prettige feestdagen.