ecloge over een agrarisch bestaan

de terugkeer naar mijn wortels

19/06/2020

Overlaatst liet ik iemand mijn nabije toekomst voorspellen aan de hand van tarotkaarten. Ik zou de komende maanden achtervolgd moeten worden door de spoken uit mijn verre en niet zo verre verleden. Die zouden me volgens de profetie langzaam richting afgrond drijven. De meeste dromen en beproevingen zouden eindigen in teleurstellingen, zo niet calamiteit. Nu, de achtervolgingswaanzin en doemdenkerij laten nog even op zich wachten, al kan ik me wel iets voorstellen bij wat er in mijn nabije toekomst faliekant kan aflopen. Toch, er toonden enkele oude euvels andermaal hun gezicht. Daartussen dook ook een oude vriend op: de horticultuur. 

Een slordige tien jaar geleden hoorde ik voor het eerst de sirenen zingen in de tuin. Wat mij toen de wildernis in dreef, was het pure, harde labeur. De tienjarige ik koesterde het verlangen om mij voor een keer geen nummer te voelen in een administratief verstikkende, kafkaëske bureaucratie. Ik wilde de fundamenten van de Belgenmens gaan ontdekken, de grond waaruit hij geboren was onder mijn voeten wanhopig voelen worstelen tegen de imperialistische economie die haar mensen de adem ontnam. In feite wilde ik een centje bijverdienen – in het zwart – omdat mijn vader hulp nodig had met het versnipperen van snoeihout, het maaien van het gras en ook wel een werkkameraad kon gebruiken.

Maar toen werd de echte establishmenthatende natuurmens in me geboren. Dat gevoel zou alleen maar escaleren in de jaren die wachtten. Voor mijn verjaardag die zomer kreeg ik immers een artisanale miniserre. U raadt de uitkomst: ik toverde mijn veranda om tot een hoogrenderende landbouwonderneming, één plantje per keer (want dat vond ik schattig). Mijn business breidde zich uit naar het drogen van kruiden. Achter de speeltuigen, in de donkere uithoeken van het lokale parkje verkocht ik mijn ‘gewassen’ voor dikke flappen harde cash. Ik opereerde uitsluitend in de schaduw van de markteconomie en herinvesteerde mijn zuurverdiende briefgeld in nieuwe miniserres en zaadzakjes. Maar de apotheose was van korte duur: de overheid…. De overheid.

Nu zijn we zo’n tien jaar na dato en jawel, de zucht keert weder. En niet zomaar. Voor een wetenschappelijk verantwoord project was het de bedoeling dat we een historische stadstuin zouden nabootsen op een lap grond op de campus. Wat houdt dat in? Gewassen en variëteiten uit een bepaalde periode telen met de middelen die toen ook beschikbaar waren. De keuze voor een laat-middeleeuwse, vroegmoderne of post-industriële tuin had logische consequenties. Voor de eerste twee waren kunstmest en pesticiden uit den boze. Ook specifieke gewassen en variëteiten horen thuis in hun eigen periode: wortelen waren niet steeds oranje, aardappelen en maïs werden in de middeleeuwen nog niet geteeld in onze streken. Verder moesten we ons ook behelpen met ‘historische’ technieken. Glasklokken fungeerden als vroegmoderne UV-lampen in de koude voorjaarsmaanden. Wie post-industrieel ging boeren, kon dan weer genieten van onder meer plastieken materiaal. De huidige crisis stak echter een stokje voor het project en daarom werd ons gevraagd om indien mogelijk het project thuis verder te zetten. 

Hoewel ik dankzij mijn agrarische verleden duidelijk over veel ervaring beschik, was het toch de aanleiding om me opnieuw in de materie te verdiepen en jawel, ik leerde veel bij. Niet alleen moest ik me voor bepaalde dingen noodgedwongen beroepen op huis-, tuin- en keukenmiddeltjes. Neem vooral nota’s voor in je eigen tuintje: tegen bladluizen werkt een afkooksel van look, azijn of sterk verdunde zeep. Slakken? Opstaan rond middernacht. Blijkt ook dat bepaalde plantensoorten ofwel slecht ofwel goed staan naast andere – een heus leuk gepuzzel dat nu niet meer nodig is. 

Ik ben niet van plan om er opnieuw munt uit te slaan (officieel dan toch niet), maar werd er wel aan herinnerd dat tuinieren een fijne bezigheid is die helemaal niet veel tijd hoeft in te nemen. Ik besefte ook dat het niet complex hoeft te zijn en dat een grote tuin of een tuin hebben tout court geen condicio sine qua non hoeft te zijn. Op een balkon of voor het raam… Hang ook eens de kapitalist uit.