Busje komt zo

Randstad - dossier 01
01/11/2002
🖋: 
Auteur extern
Mati & Waldo

Vanaf heden in uw maandblad: de glorie van Antwerpen. Een lofzang op haar grootste, stoutste en duurste dromen. De Lode, Bob en Leona’tje, ze wilden zo graag… maar ’t Stad is een boerengat gebleven. Dromen zijn bedrog.

Er liepen twee sinjoren, zomaar over ’t straat. Toen vroeg de één: “Seg, wete gâ missching oe loat, oe loat komd’ier de bus?” Toen zei die ander dus: “Bus? ’t Is langk geleeje da kik ier nog een bus gezing hem.”

 

Dierbare stadsgenoten, schrijnend is het, hoe onze Metropool het verdwijnen der paardentram heeft opgevangen. Nemen wij de motorisch aangedreven bus tot voorbeeld: niet slechts het aroma dat uw reukorgaan reeds bij het bestijgen overvalt, refereert aan een slachthuis, ook het slootwater tussen de dubbele bevenstering, de door bekrompen schorremorrie opengereten en bekladde zitbanken, als tevens de rondslingerende rottende rotzooi, roepen het beeld op van een afgedankte beestenwagen.

 

Ooit was er een visie

Ook het zich ten dele ondergronds voortzwalpend tramstel, waarop u des avonds na den twaalven – of reeds vroeger, inderdaad – vergeefs staat te wachten, is geen symbool van vooruitgang. Doch, ooit was er een visie.

 

Ijverige stadsbeambten tekenden ten overvloede plannen ter geldverkwistende ondertunnelingen, die het den Antwerpenaar mogelijk moesten maken, zich ten allen tijde snel en waarheen ook te begeven. Den Antwerpenaar en den Albanees hebben zich echter nimmer lustig een weg kunnen pijpen naar de Carnotstraat, den UIA of ’t Zuid, ofschoon de laatste steen van veel dezer onderaardse paleizen van openbaar nut reeds meer dan twintig jaren geleden werd gelegd.

 

Machtsgeile groenen

U ziet het, waarde stadsgenoot, wat rest ons nog behalve den automobiel. Maar ook hier gejammer en geweeklaag. Machtsgeile groenen wensen uw eigenste rijdende vrijheid (sic) buiten de fortengordel (lees: de Ring) te houden. Tegelijk verliest een nieuwe generatie noeste beambten zich in het almaar verder ondergraven van onze geboortegrond, ditmaal om uw blikken vehikel tussen de fundamenten van de grootste monumenten onzer historie te kunnen stellen: Groenplaats, Middenstatie, St.-Jansplein.

 

De ijzeren noodbrug zal blijven bestaan...

 

Indien u zich, de wetten der ecologie zonder pardon aan uw laars lappend, toch naar deze obscure verzamelplaatsen wenst te begeven, dient u dezer dagen – het zullen al gauw jaren worden – niet slechts over een 4x4 maar tevens over een stel snelle en klaarkijkende kijkers te beschikken. Immers, den Boulevard (voor hen die niet in deze grootstad getogen zijn: de Leien) is herschapen tot een verzand rattenreservaat, dat u enkel kan ontwijken indien u het raadsel der mondriaanse pijlen weet te ontrafelen. Zo u daartoe in staat mocht blijken te zijn, verzoeken wij u met aandrang u te onthouden van deelname aan onze puzzelbladzijde.

 

De hemel zij geprezen dat in deze dagen van opperste nood en verkeerschaos nog één zekerheid overeind blijft: democratie en stadsbeeld vergaan, maar de ijzeren noodbrug zal immer blijven staan.