de integratie-interviews

08/09/2013

Yana Cosyns,

Campus Merksem,

Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie

 

 

 

 

Yana Cosyns is studente Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie. Haar campus in Merksem was vroeger onderdeel van de Artesis Hogeschool. Kinesietherapie was in Gent en Leuven al universitair en zal dat nu in Antwerpen ook zijn. Yana is gepassioneerd door haar richting. Naar haar mening biedt de richting Kinesitherapie zeer veel mogelijkheden, zo kan je je bijvoorbeeld als sport- of kinderkinesist specialiseren. Als we vragen wat de integratie voor haar richting betekent, antwoordt ze dat er eigenlijk niet veel verandert. Het departement werkte immers al nauw samen met de Universiteit Antwerpen. De studenten hadden vaak les in de gebouwen van de universiteit, onder meer op de Stadscampus en campus Drie Eiken. “De bedoeling is dat onze richting na verloop van tijd volledig op Drie Eiken zal zitten, samen met het departement Geneeskunde,” legt ze uit. "Een positieve ontwikkeling." De aula’s in Merksem zijn immers te klein voor de theoretische vakken. Dat Kinesitherapie een onderdeel wordt van de Universiteit Antwerpen zou dit plaatsgebrek kunnen oplossen. Op Drie Eiken is men al bezig met het verbeteren van de infrastructuur, maar het gaat hier voornamelijk over praktijkzalen. Yana denkt dat ook het lessenpakket niet veel zal wijzigen. “Wij zijn reeds universitair. Ik volg een academische bachelor; om kinesist te kunnen worden moet ik dus sowieso een master volgen”, getuigt ze. Vakken als wijsbegeerte en levensbeschouwing komen hoe dan ook in het masterjaar aan bod.

Toch hoopt Yana wel dat er een aantal dingen zullen worden aangepast samen met de integratie. Ze vertelt ons verhalen over docenten die op de campus in Merksem zaten, terwijl de studenten eigenlijk op de Stadscampus les hadden. Ook is ze niet te spreken over het uitdelen van de examenroosters. Dit gebeurt vaak laattijdig, waardoor de studenten te weinig tijd hebben om zich voor te bereiden. De universiteit moet dus vooral op vlak van organisatie verbetering brengen, aldus Yana. Een ander punt van kritiek is dat de studenten te weinig geïnformeerd werden over de impact van de integratie. Yana kwam pas te weten dat er iets zou veranderen toen ze een brief over SisA (Studenteninformatiesysteem van de Universiteit Antwerpen, nvdr.) in de bus kreeg. Ook over dit nieuwe systeem kwam er onvoldoende uitleg. Pas na een initiatief van de studenten, werd er extra informatie verstrekt. Een paar kritische noten daargelaten is Yana dus positief over de integratie. Ze zal een nieuw diploma krijgen en deel uit maken van een grotere inrichting. Dat zal naar haar verwachting niet alleen qua infrastructuur, maar ook qua organisatie verbetering brengen.

 

 

 

Hylke Visser,

Campus Mutsaardstraat,

Master Monument- en Landschapszorg

 

 

 

 

De masteropleiding Monument- en Landschapszorg die Hylke Visser volgt, maakt vanaf dit academiejaar ook deel uit van Universiteit Antwerpen. In deze afstudeerrichting staat de vraag centraal of het wenselijk is een oud gebouw - of landschap - in zijn originele staat te herstellen. Voordat hij aan dit masterjaar begon, heeft hij in Amsterdam Bouwkunde gestudeerd. Via een schakelprogramma is hij in Antwerpen terechtgekomen. Zijn belangrijkste motivatie voor het volgen van deze richting is zijn fascinatie voor oude gebouwen en de natuur. Ook het contrast tussen stad en natuur interesseert hem. Met de integratie van zijn campus is Hylke nog niet veel in aanraking gekomen. Bovendien heeft hij geen problemen met de administratie ondervonden. Over deze administratie is hij zelfs positief. “Ik heb dyslexie en de persoon die mijn gegevens beheerde op Artesis, heeft mij direct doorverwezen naar de verantwoordelijke hiervoor bij Universiteit Antwerpen”, zegt hij. Contact opnemen verliep probleemloos. Andere veranderingen merkte Hylke nog niet. Van uitwisseling van gebouwen is bij hem geen sprake. Op Campus Mutsaardstraat is immers alle materiaal aanwezig dat nodig is voor studenten Ontwerpwetenschappen. Wat Hylke wel ondervindt, is dat tussen de verschillende richtingen binnen deze koepel de lokalen en machines niet zo gemakkelijk worden uitgewisseld. Hij hoopt dan ook dat de integratie deze richtingen dichter bij elkaar brengt. Maar ook samenwerkingsprojecten tussen verschillende richtingen horen bij zijn verwachtingen, als alle partijen daarvoor open staan.

 

 

 

Koen Vanhaverbeke,

Stadscampus,

Handelsingenieur

 

 

 

 

 

Omdat de integratie iedereen aanbelangt, hebben we ook de mening gevraagd van habitués op de oude campussen. Koen Van Haverbeke is er zo één. Hij studeert Handelsingenieur op de Stadscampus. Naast zijn grote interesse in het bedrijfsleven, is hij sterk geboeid door de vakken die naast economie worden gegeven. Hij merkte nog niet veel van de integratie. Als we Koen vragen of een samenwerking tussen het departement Handelsingenieur en Toegepaste Ingenieurswetenschappen niet voor de hand liggend is, antwoordt hij negatief. "Toegepaste Ingenieurswetenschappen maakt geen deel uit van de Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen (TEW). Ook qua lessen is er geen overlapping tussen de twee departementen, want Toegepaste Ingenieurswetenschappen is veel praktischer gericht." Op studentikoos vlak zijn er wel een paar vernieuwingen. Koen is actief in het praesidium van Wikings-NSK, de studentenclub van de faculteit TEW. Op vlak van studentenclubs is er sprake van toenadering, want de ex-hogeschoolclubs maken nu ook deel uit van UNIFAC, de overkoepelende studentenvereniging.

Koens verwachtingen voor de integratie zijn hoog. Hij hoopt vooral op leuke nieuwe contacten tussen verschillende richtingen. Deze zullen naar zijn mening ook bekender worden bij de studenten en dat is zeker een positieve ontwikkeling. Verder hoopt hij dat de verbetering van de administratie van de universiteit in een stroomversnelling terecht komt door de integratie. Zijn belangrijkste kritiek gaat over de communicatie naar de studenten. Deze is er volgens hem wel geweest, maar onvoldoende en op de verkeerde platforms. Dit zorgt voor verwarring en onbegrip. Hij nuanceert echter wel de kritiek die veel studenten van de nieuwe campussen hebben op programma’s zoals SisA. De problemen die zij daarmee ondervinden, zijn er bij studenten op de Stadscampus ook. Alleen zijn ze bij de nieuwe studenten zichtbaarder, omdat die jarenlang met andere systemen gewerkt hebben. Ook Koen ziet de integratie dus voornamelijk als een positieve ontwikkeling en hoopt vooral dat deze de studenten dichter bij elkaar zal brengen.

 

 

 

Liene Bossaerts,

Campussen Groenenborger en Drie Eiken,

Biomedische Wetenschappen

 

 

 

 

Liene Bossaerts is derdejaarsstudente Biomedische Wetenschappen. Dat is een heel brede richting, voornamelijk in het eerste jaar. In de latere jaren krijg je ook meer gespecialiseerde vakken. Niet het labowerk, maar vooral de vakken over de werking en de processen van het menselijk lichaam interesseren haar. Vandaar de keuze voor Biomedische Wetenschappen. Tijdens de lessen anatomie bijvoorbeeld, mag je lijken bekijken en bij dierkunde hebben de studenten zelfs een echte haai ontleed. Over de nieuwe richtingen is ook op de buitencampussen nog niet veel informatie gekomen. De koten aan campus Middelheim zijn afgebroken, terwijl er net studenten bijkomen aan Universiteit Antwerpen. Liene vreest dat dit een probleem gaat vormen wanneer er richtingen en studenten bijkomen. Bovendien is er toch wel wat discussie onder de studenten over welke richtingen er nu precies zullen bijkomen op de drie buitencampussen. Verder vreest ze ook voor transportproblemen, zeker als er richtingen zijn die zowel in het centrum als in Wilrijk les hebben. De buitencampussen zijn immers niet zo makkelijk bereikbaar met het openbaar vervoer en pendelen van de ene naar de andere duurt lang. Liene vindt het positief dat er richtingen zouden bijkomen op de buitencampussen. Dat zou bevorderlijk kunnen zijn voor het culturele leven daar. Ook mag Biomedische als richting meer gepromoot mag worden. De reputatie als ‘vuilbak van geneeskunde’ is onterecht.

 

 

 

Michael Deboeure,

Campus Paardenmarkt,

Industrieel Ingenieur: Elektronica-ICT

 

 

 

 

Michael Deboeure is student Industrieel Ingenieur: Elektronica-ICT en studeerde tot vorig jaar op de Artesis-campus op de Paardenmarkt. Hij koos voornamelijk voor deze richting omdat het een zeer brede richting is. Hij was in zeer veel dingen geïnteresseerd, maar Elektronica-ICT bleek toch het beste bij hem te passen. Elektronica-ICT draait voornamelijk rond communicatiemiddelen; de hardware en software ervan worden ten gronde behandeld. Deze richting wordt met de integratie hervormd van een professionele naar een academische bachelor, maar Michaels jaar zal het laatste jaar zijn dat nog het modeltraject van de oude richting blijft volgen. Het jaar onder hen komt in het nieuwe systeem terecht en zal veel veranderingen voelen. De studenten krijgen een tweejarige Master en worden samengevoegd met de voormalige Elektronica-ICT van de Karel de Grote Hogeschool. Er verdwijnen ook docenten omdat de lessen nu samen gegeven zullen worden in grotere klassen. De nieuwe richting wordt ook zwaarder, vooral op theoretisch vlak. De richting wordt dus minder gericht op programmeren en elektronica zelf, wat Michael betreurt. Verder zal er een kans zijn om door te stromen naar Burgerlijk Ingenieur. Ook het clustersysteem zal worden afgeschaft. De meeste lokalen zullen niet veranderen, maar keuzevakken worden soms in Hoboken gegeven. Sommige richtingen op campus Paardenmarkt verplaatsen echter helemaal, zonder dat dit duidelijk gecommuniceerd werd. Dit kan volgens Michael een probleem zijn voor mensen die moeten pendelen.

De veranderingen op administratief vlak zijn ook aanzienlijk. SisA vervangt de handmatige inschrijving aan het secretariaat van Artesis, maar Michael vindt dit nieuw administratief systeem niet onoverkomelijk moeilijk. Verder hoopt hij dat de problemen met het internet opgelost zullen raken, de bevoegde persoon hiervoor was op Artesis een bioloog. Dat deze problemen worden opgelost is voor een richting als de zijne belangrijk. Studenten van campus Paardenmarkt zullen vanaf dit jaar ook gebruik kunnen maken van enkele faciliteiten van Universiteit Antwerpen zoals de lockers en studentikozere restoprijzen. Michael denkt dat hij zich echt thuis zal voelen in de gebouwen van de universiteit.