N’Ice Chouffe

Bierman

05/02/2021

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit! 

De exacte nomenclatuur van ons klimaat zal ondertussen wel wat opgeschoven zijn, maar op school heeft Bierman altijd geleerd dat ons Belgenland gebukt gaat onder een wintervochtig warm gematigd klimaat. Dat is natuurlijk behoudens de kleine ijstijd van de zestiende eeuw die door Pieter Brueghel zo magistraal in zijn schilderijen vereeuwigd werd. “Zijn penselen boorden gaten in de tijd”, zegt Wannes Van de Velde hierover en wie is Bierman om hem daarin ongelijk te geven?

Mogelijk zal de opwarming van de aarde er weldra voor zorgen dat ‘moesson’, ‘mistral’ en ‘Koude Golfstroom’ begrippen worden die betrekking hebben op de Kalmthoutse Heide, maar in afwachting daarvan kennen we in Vlaanderenland dus nog steeds een systeem met vier seizoenen die elkaar in een geruststellend voorspelbaar ritme afwisselen: lente, zomer, herfst en winter.  

Voor Bierman is dat alles alvast een goede gelegenheid om op te merken dat twee weinig in kaart gebrachte gevolgen van de klimaatopwarming erin bestaan dat de Vier Seizoenen van Vivaldi moeten herschreven worden tot nat en droog seizoen in d-mineur en dat Brasserie d’Achouffe in Wibrin haar assortiment seizoenbieren zal moeten aanpassen, waarbij jammer genoeg de winter – zoals dat gaat bij klimaatcrises – het eerste slachtoffer zal zijn.  

Voor de volledigheid geeft Bierman eerst nog even mee dat het zomerbier van de Brasserie luistert naar de naam Chouffe Soleil en dat de Chouffe Bok 6666 een traditionele herfstbok is naar Hollands model. Een specifiek lentebier hebben ze niet echt in de aanbieding, maar misschien vinden de Chouffebrouwers net als Bierman dat de lente het meest overbodige seizoen van de vier is met haar gênante samenraapsel van onvervulde beloften, de leugen van de eeuwige jeugd en vooral die verwarrende mix van romantiek en voortplanting waarmee niemand wat kan aanvangen. Of misschien moet gewoon de Chouffe Blanche dat seizoensvormige gat opvullen met een verwijzing naar bergwandelingen, skivakanties en ander vermoeiend vertier.  

Het zijn allemaal wat uitgesponnen overwegingen die Bierman uiteindelijk brengt bij de kern van de zaak: de N’Ice Chouffe, het winterbier van de Brasserie. Kwalitatief is dit bier duidelijk van een hogere orde dan haar zusters met een stevige basis van alcohol en een genereuze gift van vorstbestendige kruiden die de aders opentrekken en het bloed wat sneller doen stromen. Zelf beveelt de brouwerij aan om het bier te drinken tussen half oktober en half februari, maar voor wie net als Bierman de lente liever overslaat lijkt het beter om op een mooie, vroege meiavond – als de wind keert en de mist gaat liggen en net achter de kim de volheid der dingen lonkt – om dan gewoon de N’Ice Chouffe weer even te laten staan en de eerste Chouffe Soleil van de zomer uit te schenken. Mogen onze jaren talrijk zijn en onze winters steeds lang en koud!