09/12/2017
🖋: 

Het was in het jaar 1989, dat de Engelse Tim Berners-Lee en de Vlaamse Robert Cailleau zich in een donker kamertje rondom een computer schaarden. De heren wierpen er eens een kritische blik op en kwamen tot de conclusie dat er iets ontbrak ... maar wat? Door ingenieuze denkprocessen veranderde dit donkere kamertje vervolgens in de kraamkamer van onze beste vriend: het wereldwijde web. Hun doel was informatieverspreiding via het internet mogelijk te maken.

Je kan met een gerust hart zeggen dat ze hierin geslaagd zijn. In de afgelopen dertig jaar is dit wereldwijde web geëxplodeerd. Naast de twee uur die men wereldwijd gemiddeld per dag op social media zit, gebruiken we het om het nieuws te checken, research te doen voor opdrachten, tijd te verdoen met spelletjes, grootmoeder een berichtje te sturen om haar te bedanken voor dat verjaardagskaartje, enzovoort. Dat we zo’n grote verscheidenheid aan websites kunnen bezoeken, hebben we te danken aan iets wat bekend staat onder het schemerige begrip netneutraliteit. Allemaal leuk en aardig, maar wat houdt dat precies in? Hebben we het echt nodig? Wat als netneutraliteit in het gedrang raakt? Wij zochten het uit. 

 

netneutraliteit als beschermengel 

Waar netneutraliteit in feite op neerkomt is het gelijk behandelen van internetdata. Hierdoor betalen internetgebruikers, onafhankelijk van de websites die zij bezoeken, evenveel voor een internetabonnement. Internetbedrijven zijn hier niet altijd bij gebaat. In een wereld zonder netneutraliteit zouden zij gebruikers van data-intensieve websites meer geld kunnen laten betalen. Daarnaast zouden ze in staat zijn onderscheid te maken tussen websites, om vervolgens bepaalde websites te kunnen vertragen, blokkeren of in prijs te verhogen. Als de internetgebruiker moet bepalen welke websites hij/zij wil bezoeken, dan is zij gedwongen om keuzes te maken. Vooral mensen met een wat minder royale portemonnee (lees: studenten) zullen knopen door moeten hakken. Toegang tot social media of toch liever online informatiebronnen? Stranger Things kunnen bingewatchen of toch liever 's ochtends even het nieuws checken? Online informatiebronnen zullen niet meer voor iedereen even toegankelijk zijn. Maar ja, dat is natuurlijk alleen hypothetisch. Toch? 

 

America, land of the free?

In Amerika heeft netneutraliteit het zwaar te verduren. Omdat president Trump en zijn Republikeinse achterban geen grote fan zijn van de regeltjes die ze met zich meebrengt, zal er veertien december een stemming plaatsvinden over het voortbestaan ervan. Het lijkt er op het moment op dat de regering voor opdoeken zal kiezen. Niet alleen wordt het pad dan vrijgebaand voor de hiervoor beschreven scenario's, ook zullen internetproviders in staat zijn data te verkopen aan de hoogste bieder. Daarnaast zal het vertragen van bepaalde websites als gevolg hebben dat deze minder bezocht worden. De professionele conspiracytheoreticus zou dit in een groter plaatje kunnen zetten en beargumenteren hoe grote bedrijven en politieke partijen hier gebruik van kunnen maken om jouw internetgedrag te beïnvloeden en de informatie die je binnen krijgt te controleren. Wat in de toekomst werkelijk zal gebeuren is nu slechts giswerk. Het ziet er echter naar uit dat netneutraliteit in Amerika geen lang leven meer beschoren is. De tijd zal het leren ... op veertien december, om precies te zijn.

 

eigenwijs Europa

In Europa is het gelukkig een ander verhaal. Dankzij de invloed van instanties als BEREC, die netneutraliteit hoog in het vaandel hebben staan, is haar status redelijk veilig gesteld. Toch zijn er verschillen tussen Europese landen. De internet-gebruiker in Duitsland, bijvoorbeeld, geniet minder privacy dan die in België of Nederland, waar providers geen datagegevens van klanten mogen doorspelen. In Engeland worden deze regels zelfs verder aangescherpt. Recentelijk is de Data Protection Bill ingesteld. Deze zal  internetgebruikers meer privacy bieden. Zo komt er bijvoorbeeld een nieuwe optie: die om websites te vragen om data van voor iemands achttiende levensjaar te verwijderen. De gemiddelde Engelsman zal vast rustig slapen met de gedachte dat die dronken selfie of die schattige kerstfoto die je moeder ooit op je timeline plaatste niet eeuwig rond zullen zweven in het wereldwijde web.

Wat de invloed van een mogelijk netneutraliteitloos Amerika zal zijn op ons, Belgische studenten, daar kan je op dit moment slechts over speculeren. Laten we tot die tijd op de zaterdagavond rustig een filmpje (of twee) downloaden. Nu het nog kan ...



de toogfilosoof

04/12/2017
🖋: 

Zijn brein half verkankerd van het vele zuipen en zijn tong getraind door al het pseudo-intellectuele getheoretiseer, heeft de zotgestudeerde student de vervelende gewoonte ontwikkeld om zichzelf te verliezen in eindeloze monologen. Verketterd en verstoten door zijn vrienden zoekt hij zijn toevlucht in een troosteloos bruin café. Daar vindt hij een luisterend oor voor zijn absurd gebral. Daar vervult hij zijn lot. Daar wordt hij: de toogfilosoof.

Je mag zeggen wat je wil over Kerstmis, maar je kan niet ontkennen dat we in die periode van het jaar pas echt onze ware aard tonen. En nee, dan heb ik het niet over Music For Life, De Warmste Week of andere smoezelige feelgoodinitiatieven. Die jaarlijkse circle jerk van opgeblazen schijnheiligaards kan sommige goedgelovige lobbesen misschien het gevoel geven dat ze goed bezig zijn, mij krijg je daarmee niet om de tuin geleid. Nee, de echte geest van Kerstmis moet men elders ontwaren. In de meer oprechte, onbevangen momenten van de eindejaarsperiode wanneer we even niet bezig zijn met onszelf te verlakken met praatjes over wereldvrede en solidariteit  en ons volledig overgeven aan de vernielzucht van onze gesublimeerde eindejaarsstress. Tijdens de kerstinkopen bijvoorbeeld.

Ik doel natuurlijk op de traditionele jaarlijkse foltering van winkelbedienden, waar we elke keer opnieuw massaal aan meedoen.

Want ja, die mensen krijgen heel wat van ons te verduren tijdens de eindejaarsperiode. We steken ze eerst in overbelichte winkelcentra, waar ze dagelijks tien uur lang worden blootgesteld aan de meest irritante kerstnummers die professionele sadisten als Mariah Carey konden bedenken. Alsof de constante aanslag op hun oren zelf nog niet erg genoeg was, heeft heel die kerstmuziekmanie bovendien ook nog een bijzonder cynisch nasmaakje: terwijl winkelbedienden permanente hersenschade oplopen, blijven de sterren die deze onnoemelijke bagger produceerden in de tussentijd hun royalties duchtig binnenrijven. Om koppijn van te krijgen!

Als we ze dan op die manier na een goede vier weken tot aan de rand van de zenuwinzinking hebben gebracht, slaan we massaal toe. Omdat we onze kerstinkopen natuurlijk allemaal hebben uitgesteld tot het allerlaatste moment, ontstaat er een gigantische drukte in de winkels. Geen gezellige kerstmarktachtige drukte, maar een allesverslindende dolle-meute-van-koopzieke-psychopaten-achtige drukte.

We vormen eerst ellenlange rijen en bundelen daar ons gezamenlijke ongeduld tot een zware atmosfeer van ongenoegen de winkel vult. Terwijl de stress zich opstapelt, kijken we met priemende blikken vol ongeduld toe hoe de kassière bezwijkend onder de zenuwen paniekerig cadeaus probeert in te pakken. Als het dan eindelijk onze beurt is, werpen we ons als een horde losgeslagen hyena's op een willekeurige kassière die ongevraagd de dupe wordt van onze eindejaarsstress.

Als heel de mikmak is afgelopen, volgt er steevast weer zo'n zuinig momentje van menselijke interactie: 'prettige feestdagen - voor u ook'. Een betekenisloze mantra die het hele schouwspel van een spottende ondertoon voorziet. Enkel de leuze Arbeit macht Frei aan de ingang van het winkelcentrum ontbreekt nog om de horror van de georganiseerde vernedering compleet te maken.

Om maar te zeggen: we zijn tijdens de feestdagen niet bepaald het vredelievende volkje dat we uitgerekend in die periode zo hard proberen te zijn. Integendeel. We zijn een borderline hoopje mislukt dat zodanig gefrustreerd rondloopt dat we tegen het einde van elk jaar een collectieve lynchpartij moeten organiseren om te kunnen blijven functioneren. En dat is nog maar één symptoom van onze eindejaarskrankzinnigheid.

Want terwijl we zingen over vrede op aarde, houden we er tijdens de feestdagen toch een aantal macabere gewoonten op na. Zo slepen we elk jaar dode bomen in onze huizen die we vervolgens op rituele wijze versieren met engeltjes, allerhande ballen en fallussymbolen. Terwijl de aarde kreunt onder de steeds toenemende ontbossing, vinden wij als samenleving er niet beter op dan met dat probleem eens goed de spot te drijven door de kadavers van nutteloos omgehakte bomen te vernederen met allerlei belachelijke versieringen.

En telkens weer zijn we uiterst tevreden over onszelf als we die boom opnieuw in orde hebben gekregen. 'Ziezo, die majestueuze dennenboom hebben we weer eens goed te kakken gezet. Heeft u thuis ook al een lijk van een boom versierd? Ja? Wat zijn wij goed bezig, zeg! Kom, we drinken er een cava'tje op! Een toastje met ganzenpaté erbij? Want die levensvorm moeten we ook nog extra martelen in deze periode van het jaar. Druk! Druk! Druk!' 

En dat we goed bezig zijn, dat geloven we écht tijdens de feestdagen. Ik zie ze al staan, de horde wereldverbeteraars die tijdens de Warmste Week met zelfvoldane blik hun cheques komen overhandigen aan de radiopresentatrice van dienst. De uitbundige manier waarop ze zichzelf feliciteren. "We hebben weeral eens het record verbroken!"  Applaus! Confetti! Hoorngeschal! 'We lossen editie per editie alle wereldproblemen op', denken de zotten. 'We creëren meer problemen dan dat we er oplossen, maar op dit moment mogen we best tevreden zijn met onszelf', moeten de meer nuchtere mensen denken. Terecht; bescheidenheid siert in deze tijden van hysterische zelfverheerlijking. 

De warmste week van het jaar, ongetwijfeld. Maar toch ook vooral het hoogtepunt van de krankzinnigheid en de hypocrisie van onze dolgedraaide consumptiemaatschappij. Een beetje zichzelf respecterend toogfilosoof doet aan heel dat Kerstmiszelfbedrog dan ook niet mee. Wat prullen kopen voor onder de plastieken kerstboom en me eens goed overeten. Dat wel, ja. Eventueel wat uit mijn nek lullen bij het natafelen, dat ook. De wereld verbeteren, da's voor volgend jaar. Ná de examens.
 

 



KU Leuven wil met big data kans op psychische problemen meten

03/12/2017
depressie en stress (© Maarten Vet | dwars)
Bron/externe fotograaf

Maarten Vet

🖋: 

Als student word je gebombardeerd met deadlines, verwachtingen en nieuwe verantwoordelijkheden. Voor de meeste studenten is ook het op kot gaan een nieuwe uitdaging: opeens moet je voor jezelf zorgen en dien je samen met je kotgenoten de gezamenlijke ruimtes proper te houden. De stress die bij dit alles komt kijken kan al snel te veel worden. Depressie, alcoholproblemen en andere psychische aandoeningen zijn geen uitzondering in het studentenleven. “Waar de twintigste eeuw de eeuw van de lichamelijke geneeskunde is, is de 21ste eeuw die van de geestelijke geneeskunde”, stelt professor Bernard Sabbe, hoogleraar volwassenenpsychiatrie aan UAntwerpen.

Universiteiten doen er veel aan om studenten op weg te helpen en te ondersteunen. KU Leuven heeft een programma opgezet om aan de hand van big data studenten te detecteren die een hoog risico lopen om een psychische aandoening te ontwikkelen. In dit programma worden de eerstejaarsstudenten uitgenodigd om deel te nemen aan een enquête. Hierin worden vragen gesteld over emotionele problemen en de psychosociale situatie van de student. Wie meer dan negentig procent kans heeft op een psychische aandoening, krijgt een geautomatiseerde mail waarin de universiteit haar zorgen uitdrukt en online therapie aanbiedt. Tot nu toe hebben al twaalfduizend studenten aan de enquêtes meegedaan.

 

bedenkingen

De berichtgeving in de media riep in eerste instantie veel vragen bij ons op. Als honderden studenten een risicofactor van boven de negentig procent krijgen toebedeeld, is er serieus iets aan de hand. Of niet? Onduidelijk blijft immers wat precies de grenzen zijn van het algoritme dat de risicofactor berekent. Wanneer is er binnen dit onderzoek exact sprake van een psychische aandoening?

Als studenten met een hoge kans op zo’n aandoening via een geautomatiseerde e-mail op de hoogte worden gesteld, ontbreekt een persoonlijke band met een psychiater. Een student die zo’n e-mail ontvangt, zit waarschijnlijk al niet lekker in zijn of haar vel. Zal de schaamte niet alleen maar toenemen als de student op onpersoonlijke wijze hulp wordt aangeboden? De e-mail zou kunnen functioneren als een self-fulfilling prophecy, die de barrière voor het zoeken van hulp alleen maar doet toenemen. Wat zijn de mogelijke voordelen van deze online benadering? En is de afhankelijkheid van big data een risicofactor an sich of juist een stap naar een betere toekomst?

We besloten onze bedenkingen voor te leggen aan diverse onderzoekers en professoren, zowel van KU Leuven als van onze eigen UAntwerpen. Helaas besloten professor Bruffaerts en zijn assistent-onderzoekers niet op deze bedenkingen in te gaan. “Ons onderzoeksproject is lopende en veel van jullie vragen zijn ook vragen die wij ons stellen. Zonder verder uitgebreid onderzoek is een te vroege polemiek in deze ons inziens te vermijden”, zegt Philippe Mortier, een van Bruffaerts’ doctorerende assistenten.

 

Waar de twintigste eeuw de eeuw van de lichamelijke geneeskunde is, is de 21ste eeuw die van de geestelijke geneeskunde.

 

sociale druk

Depressie mag dan in de eerste plaats het individu treffen, het lijdt geen twijfel dat ook iemands sociale omgeving en de maatschappij in het algemeen een rol spelen. Volgens Egon Dejonckheere, promoverend onderzoeker aan KU Leuven, bestaat er een direct verband tussen depressie en de sociaal-maatschappelijke druk om gelukkig te zijn. Mensen met psychische problemen zien zich geconfronteerd met een normatieve focus op geluk, die hen er sneller van weerhoudt negatieve gevoelens te uiten. Dejonckheere baseerde zijn onderzoek op de reflecties van 112 mensen met depressieve klachten. Op de vraag of ‘gezonde’ mensen ook de druk ervaren om gelukkig te zijn, antwoordt hij het volgende: “Naar deze mensen is in het verleden zeker ook onderzoek gedaan. Zij blijken dezelfde maatschappelijke druk te ervaren, maar wel in mindere mate. Vooral mensen met psychische klachten hebben een stigma te doorbreken: zij keren zich indirect tegen de heersende norm”.

Dejonckheere pleit ervoor dat psychische problemen in de toekomst stukje bij beetje bespreekbaarder gemaakt moeten worden. Acceptatie van normafwijkend gedrag is de sleutel tot een opener maatschappelijk discours, waarbinnen uitingen van ongeluk en verdriet niet langer taboe zijn. Ook Sabbe pleit voor het bevorderen van onderlinge bespreekbaarheid. Hij zegt daarbij dat het in deze tijd, waarin (ook zeker tijdens de studiejaren) hoge eisen worden gesteld, deelbaarheid en bespreekbaarheid nodig zijn. “Het is van belang elkaar daarbij te ondersteunen in plaats van competitie te organiseren.” Dejonckheere juicht het initiatief van Ronny Bruffaerts in dat verband dan ook toe. “Er bestaat een sterke barrière voor studenten om zelf met hun problemen naar een psychiater te stappen. Bij de online hulpverlening en automatische mailing van Bruffaerts vindt er een omkering plaats in het hulpverleningsproces. Hulp wordt nu door het systeem aangeboden, en de student kan zelf beslissen of hij wel of niet op die hulp ingaat. Het is als het ware de maatschappij die haar hand uitsteekt en zegt: we zitten met u in.” Een belangrijke voorwaarde voor dat effect ligt wel in de manier waarop geformuleerd en geadresseerd wordt. Idealiter is de toon sterk empathisch, en wordt de nadruk gelegd op het complementaire karakter van de (online) behandelmethodes. “Het is immers niet de bedoeling dat deze methodes het persoonlijke zorgtraject geheel vervangen”, sluit Dejonckheere af.

 

Vooral mensen met psychische klachten hebben een stigma te doorbreken: zij keren zich indirect tegen de heersende norm

 

een stap in de goede richting?

Ook Sabbe is te spreken over het initiatief, maar naar zijn idee is het positieve effect van het project niet vanzelfsprekend. Zo is het volgens hem zeker relevant of er naast online hulp ook direct en tussentijds mogelijkheden worden aangedragen om klassieke psychotherapie te volgen. “De boodschap die in de eerste mail staat, is delicaat en moet dus sensitief worden opgesteld. Hoe men bezorgdheid uitdrukt en wat men aanbiedt, zijn boodschappen waaraan in een gesprek heel veel nuance gegeven kan worden, zodat een therapeut de respons kan inschatten en hiermee verder kan werken”, stelt de hoogleraar. Die mogelijkheden zijn bij online hulp zeer beperkt.

Online hulpverlening is nog niet in dezelfde mate effectief bewezen als klassieke psychotherapie. Innovatieve elementen als predictieve algoritmes en online therapie zullen zich nog moeten bewijzen. Sabbe geeft aan dat wat er nu aan online therapie beschikbaar is binnen het Nederlandse taalgebied, nog min of meer in de kinderschoenen staat. “Er zijn al een aantal e-modules die hebben bewezen dat ze een zekere werking hebben, maar echt goede studies die dat vergelijken met klassieke psychotherapie en face-to-facecontact zijn er bij mijn weten nog niet.”

De vragen die door het project bij ons naar boven kwamen zijn dus zo gek nog niet. Niet omdat de antwoorden een negatief beeld geven, maar vooral omdat we heel veel dingen gewoon nog niet weten. Of dergelijke enquêtes in de toekomst ook bij UAntwerpen zullen worden gebruikt, blijft een vraagteken. Sabbe ziet er op dit moment nog weinig toegevoegde waarde in. Wij hebben namelijk Psy-net. Heb jij daar al van gehoord?



5 tips tegen wallen

03/12/2017
🖋: 

De examens staan weer voor de deur en we weten allemaal wat dat betekent: liters koffie, veel stress en weinig slaap. Mix deze drie ingrediënten tezamen en het resultaat is de ideale cocktail voor wallen onder de ogen. Wanneer je dagen lang in isolatie leeft, en de enige die je te zien krijgt je moeder is, dan maakt dit niet zo veel uit. Maar het moment dat je een prof onder ogen moet komen, kan dit wel eens tot gênante situaties leiden. De volgende vijf tips zullen je helpen pijnlijke gesprekken te voorkomen en zullen je stralende zelf weer tot leven te wekken.

1. Drink voldoende water. Water heeft een grote invloed op je gezondheid, en jawel, ook op je wallen. Een gezonde levensstijl zorgt ervoor dat de teint van je huid straalt, je minder last hebt van acne én het bestrijdt donkere kringen onder de ogen. Wissel af en toe je Nalu of koffie eens in voor een glas water, en je donkere kringen zijn verleden tijd. Drink minstens anderhalve liter water per dag om een verschil te kunnen waarnemen.

 

2. Te verslaafd aan koffie om deze te laten staan? Geen probleem. Als je een Senseo apparaat hebt, gooi dan de gebruikte koffiepads dan niet weg. Laat ze afkoelen en leg ze tien minuutjes op je ogen en je donkere kringen. Daarna spoel je je gezicht af met lauw water. Op deze manier krijgt ook je huid een koelende caffeïnekick en zullen je wallen minder prominent aanwezig zijn.

 

3. Natuurlijk drinkt niet iedereen koffie. Een alternatief zijn Komkommers, zij werken namelijk ook prima. Je kent wel dat typische beeld van de vrouw in een welnesscenter, handdoek in het haar en twee komkommerschijfjes op de ogen. Het is een gekend stereotiep, maar het werkt zeker en vast. Leg de komkommer schijfjes 5 minuten op je ogen de ochtend voor je examen (liefst met een relaxerend muziekje op de achtergrond) en voorkom dat je prof zich rotschrikt wanneer jij verschijnt op je mondeling examen.

 

4. Een truc van de oma kan ook niet ontbreken. Plaats de avond voor je examen twee eetlepels in de vriezer. Wanneer je in de ochtend opstaat, leg je deze enkele minuutjes op je ogen. Let op: leg er wel een zakdoek of een dun doekje tussen, anders vriezen de lepels vast aan je ogen, eindig jij in het brandwondencentrum en dan kan je je examen helemaal vergeten. Zo belangrijk zijn die wallen nu ook weer niet.

 

5. Gebruik een concealer in een tint die ietsjes lichter is dan je eigen huidskleur om zo de donkere kringen te verbergen. De lichtere kleur zal ervoor zorgen dat je wakkerder lijkt dan je wellicht bent. Breng twee kleine driehoekjes aan onder de ogen en blend deze uit met je vingertoppen of een beauty blender. Wil je dat de concealer een hele dag blijft zitten? Werk je look af met een doorschijnend poeder om de concealer vast te zetten.

 

Uiteraard kan een nacht gevuld met acht uur slaap ook wonderen doen, maar dat is helaas voor veel studenten erg moeilijk. Als een nachtje slaap voor je uitgesloten is, maar je toch stralend voor de dag wilt komen, probeer dan zeker één of meerdere van deze tips uit. Het zal je examens niet kunnen redden, maar je zal wel walloos de aula binnen kunnen stappen.



Vlaams muzikaal nationalisme

02/12/2017
🖋: 

Hedendaagse afspeellijsten worden vlijtig gevuld met nummers van Taylor Swift, Ed Sheeran, Sam Smith, Sia, Niall Horan enzovoort. Om nog maar te zwijgen over de grote variëteit aan dj’s die wereldwijd door menig boxen knallen. Kortom, de schijnbare muziekvoorkeur van de gemiddelde Vlaming is op z’n minst internationaal te noemen. 

Tijden waarin menig tienermeisje flauwviel bij optredens van de gebroeders Wauters, ook wel Clouseau genoemd, lijken ver achter ons te liggen. Afgezien van Bazart kruipen we liever van ’s morgensvroeg al achter onze computer om peperdure tickets van onze, meestal Amerikaanse en Britse, idolen te bemachtigen. Wat is er gebeurd met ons Vlaams muzikaal nationalisme, met onze trots voor ‘eigen’ muziek? Hoog tijd om de Vlaamse music scene een welverdiende boost te geven, waardoor uw Vlaams muzikaal nationalisme niet anders kan dan zegevieren.

Pomrad

Adriaan Van De Velde is een Antwerpse keyboardspeler met een voorliefde voor elektronische hiphop. Zijn muziek vormt een gebalanceerde harmonie tussen funk uit de jaren 80 en moderne house. Dat hij een echte rot in het vak is bewijst niet alleen zijn studie aan het Antwerps conservatorium, maar ook zijn driemalige passage op Pukkelpop. In 2016 bracht hij zijn derde album Knights uit. Op dit album prijken niet instrumentals, maar ook features met Belgische artiesten als Selah Sue, Steve Kashala en Billie Bentein. Het album heeft een hoog lay-back gehalte met groovy funkmelodieën, eclectische invloeden van diverse genres en de nodige elektronische kick. Volgens Eppo Janssen, programmator van Pukkelpop, maakt Pomrad de ‘sound van toekomst’ en heeft hij potentieel tot over onze landsgrenzen heen. Voldoende redenen om trots te zijn op dit Vlaamse talent, lijkt me.

 

Poldoore

Poldoore is niet de bijnaam van de Belgisch financieel journalist van vtm Paul D’Hoore, maar wel het pseudoniem van de Leuvense Thomas Schillebeeckx. Met deze artiest blijven we in de sferen van instrumentale hiphop, al voel je hier meer invloeden van jazz, soul en funk. Dat de artiest zich quasi in elk muziekgenre als een vis in het water voelt, merk je meteen aan de variëteit aan songs die hij op zijn naam heeft staan. Er valt wel een zekere herkenbare sound te ontdekken, hoewel de rode draad binnen zijn producties niet altijd even duidelijk lijkt. Ondanks eigenheid een cruciale muzikale eigenschap vormt, houd ik wel van wispelturige muzikanten, van dwarsliggers.

 

Jacle Bow

De Limburgse band greep in 2015 helaas naast de top drie van de Nieuwe Lichting. Gelukkig bleven de drie gasten niet bij de pakken zitten en releaseden ze in 2017 hun eerste album What's All The Mumble About. Naar eigen zeggen willen ze rock-‘n-roll op ambachtelijke wijze en zonder technologische snufjes brengen. De band wordt daarom wel eens vergeleken met muziek van David Bowie, mooi compliment lijkt me en ongelijk kan ik ze niet geven. Bij het luisteren naar hun album lijk je wel terug gekatapulteerd te worden naar de sixties en seventies, de gouden jaren van pop- en rockmuziek. Het wordt dan ook meteen duidelijk dat gitaar, drum en bas centraal staan in de pure old skool rock die ze brengen. Het moet gezegd, ze vinden met hun muziek het warm water niet uit. Nee, ze vinden het opnieuw uit.

Kortom, onbekende en onbeminde muziek, maar steengoed en vooral de moeite waard om te ontdekken.



wanneer je alles uit handen geeft

02/12/2017
🖋: 

Ooit al eens op vakantie geweest zonder op voorhand te weten wat de bestemming zou zijn? Een weekje op voorhand het weerbericht en de locatie van vertrek in je mailbox ontvangen en al de rest overlaten aan anderen? Pas net voor start te weten komen waar je naartoe gaat? Dat kan! Srprs.me werkt helemaal volgens dit principe, jij kiest het thema en zij zorgen ervoor dat je een verrassende tijd tegemoet gaat zonder dat je zelf iets hoeft te plannen.

ontdek je bestemming op het vliegveld

Je begeeft je naar de site van srprs.me en kiest een gepast thema. Road of City Tripping, Backpacking, Multi City of toch liever Solo Together? Het kan allemaal! Jij bepaalt waar je wilt vertrekken, met hoeveel personen en voor hoelang je zal reizen en, indien gevraagd, ook hoe of waar je graag wil overnachten. Nog even betalen en klaar is Kees!

Dan begint het aftellen met een klok op jullie persoonlijke reispagina. Van een reisadviseur ontvang je een week voor vertrek dag per dag het weerbericht voor je reis. Zo kan je voorbereid starten met het inpakken van je koffer. Enkele dagen voor vertrek ontvang je je kraskaart in de brievenbus. Bij aankomst op de luchthaven en wanneer de aftelklok op nul staat is het krassen geblazen. De code nog even invoegen op de site… en daar verschijnt de bestemming, dus hop het vliegtuig op en laat het avontuur beginnen.

 

We wisten niet waar we naartoe wilden gaan en persoonlijk vond ik het heel spannend om die beslissing uit handen te geven.

 

Uit een rondvraag bij 65 studenten kwam naar voren dat 12% reeds meer dan één keer op reis ging met de bovengenoemde organisatie. City Tripping blijkt dan weer het meest populaire thema met 28 deelnemers. Hun grootste beweegreden om dergelijke vakantie te boeken? Het verrassingselement. Zo getuigt een reiziger: ‘We wisten niet waar we naartoe wilden gaan en persoonlijk vond ik het heel spannend om die beslissing uit handen te geven.’

 

het concept

Het draait natuurlijk allemaal om het verrassingseffect. Het is dan ook dít aspect dat de reizigers aanspreekt wanneer ze bij srprs.me uitkomen. Zelf niet kunnen kiezen waar naartoe, niet overeenkomen met vrienden, geen stress en zorgen bij het plannen van een reis, de controle loslaten of gewoon zin in avontuur? Het zijn allemaal redenen die worden aangehaald door ervaren srprs.me vakantiegangers.

 

Je komt ook echt in contact met de locals omdat je aangewezen bent op hun tips dus je doet ook dingen die je anders misschien niet zou doen.

 

Hotel en vluchten worden voor jou geregeld en misschien ontdek je wel plaatsen waar je anders nooit naartoe zou gaan. Bij het boeken krijg je de kans om drie steden uit te sluiten, niets garandeert je natuurlijk dat je tóch niet op een bestemming komt waar je al een keer geweest bent. Bovendien heb je niet de kans om op voorhand te plannen welke bezienswaardigheden of activiteiten de moeite zijn, door de onwetendheid van het reisdoel. Eén van de participanten aan de rondvraag vond dit echter een positief aspect: ‘Je hebt echt een heel spontane vakantie omdat je niets kan voorbereiden of plannen. Je komt ook echt in contact met de locals omdat je aangewezen bent op hun tips dus je doet ook dingen die je anders misschien niet zou doen.’

Indien je op tijd boekt kan je op geen enkele andere manier een betere slag slaan qua prijs. Pas echter op, het vervoer tussen de accommodatie en het vliegveld is je eigen verantwoordelijkheid, dit draagt volgens srprs.me bij aan het avontuur. De persoonlijke aanpak met eigen reisadviseur krijgt veel positieve reacties. Maar weet ook dat het weerbericht niet altijd even accuraat durft zijn. Het gevolg? Regenjassen, dikke kleren en een paraplu bij 25°C en stralende zon, al blijkt dit eerder een zeldzaam fenomeen. Dat je in minder dan tien minuten je reis kan boeken, zorgt dan wel weer voor een extra boost. Bijgevolg gaven al de ondervraagde vakantiegangers aan dat ze in de toekomst graag opnieuw verrast worden door srprs.me.

 

Andere, minder bekende, websites die een min of meer gelijkaardig aanbod aanbieden zijn ondermeer Vakantieveilingen, Bebsy en Verrassingstickets. Bij deze kan je starten met het vergelijken van prijzen en opties.

Zou jij je lesvrije week op deze manier willen vullen?



pottenkijkers

02/12/2017
🖋: 

Wie aan popcorn denkt, denkt meteen aan de bioscoop. Een avondje film is niet compleet zonder een grote zak van dit knapperige lekkers. Toch zou deze snack-uit-de-duizend niet beperkt mogen blijven tot de cinemazaal alleen. Popcorn is namelijk veelzijdig, gezond en verrassend gemakkelijk zelf te maken. Eens je zelf popcorn kunt poppen, wil je niets anders meer!

First things first: we weten dat je in de supermarkt voorgefabriceerde zakken kunt kopen voor in de magnetron. Ja, dat is ook popcorn. Maar dat is niet waar het in dit artikel over gaat. Zo’n zakken zitten namelijk vol smaakstoffen en chemicaliën en zijn al uitvoerig gezoet of gezout. Hier gaat het om maïskorrels in hun puurste vorm. Je kunt ze in bijna elke supermarkt kopen tegen hallucinant lage prijzen (anderhalve euro voor één kilo, om precies te zijn). Zo'n zak maïskorrels gaat enorm lang mee, dus enkel al uit budgettaire redenen zou je deze zak moeten aanschaffen. Maar gelukkig heeft popcorn nóg tal van goede eigenschappen.

 

klaar in een wip

Wij hebben het getimed: popcorn maken duurt maximaal zo’n 5 minuten. Ook het recept is enorm simpel.

Het enige dat je nodig hebt is:

  • een kookpot mét deksel
  • wat olie om in te bakken
  • je maïs
  • een smaakmaker naar keuze, zoals zout of suiker

Je brengt een bodempje olie aan in de pan op een middelmatig vuurtje. Wanneer de olie goed warm is (en kleine belletjes begint te vertonen), kan je je maïs toevoegen. Let op, de korrels zetten enorm uit! Als je de bodem van je pot bedekt, zal bijna heel de pot gevuld zijn. Experimenteer dus een beetje met de hoeveelheden. Te veel gemaakt? Ook de volgende dag kun je nog van dit witte goud smullen, zoals de indianen 6000 (!) jaar geleden al wisten.

 

#superfood

Wat ons betreft, mag je elke avond met een grote zak chips voor de tv zitten. Maar toevallig voldoet popcorn hélemaal aan het lijstje dat foodies zo graag afvinken. Laten we diep ademhalen: popcorn is glutenvrij, veganistisch (als je geen boter gebruikt), hoog in proteïne, een vol graan ... Vreten zonder slecht geweten, waarom niet?

 

mogelijkheden troef

Popcorn is het witte canvas in het snackaanbod. Wanneer je zelf je popcorn popt, kun je werkelijk alle kanten opgaan. De meest bekende opties zijn natuurlijk suiker en zout, maar op het internet vind je inspiratie voor de meest wilde smaaksensaties. Open dus gewoon je kruidenkastje, en experimenteer erop los. Peper en zout zijn bijvoorbeeld heerlijk in hun eenvoud, maar ook suiker met kaneel is ideaal voor een winterse dag.

 

amper afval, amper afwas

Bijna overtuigd, maar laat je je tegenhouden door de afwas die zelf koken met zich zou meebrengen? Wel, zelfs daarover hoef je je amper zorgen te maken. Het enige dat je achteraf hoeft af te wassen is de pot die je gebruikt hebt. Als je die ook gebruikt om je popcorn uit te eten, heb je dus evenveel afval als wanneer je microgolfpopcorn maakt en die in een kom doet.

Een andere belangrijke reden is het lage afvalverbruik. Popcorn wordt weliswaar verpakt in plastiek zakken, maar daar zitten wel zoveel korrels in dat je weken- of maandenlang kunt snacken. Als je in plaats daarvan bijvoorbeeld chips zou eten, kom je aan heel wat meer afval.

 

zenmoment

Last but not least, popcorn maken is gewoon leuk. Eerst wacht je vol spanning het poffen van de eerste korrel af, en daarna geeft de poffende maïs een heerlijk ASMR-effect. Dan kan je genieten van lekker warme, knapperige maar toch zachte snacks.

Helemaal ontspannen de examens door én je maag vullen, het kan gewoon tegelijk!



na inspanning komt ontspanning

02/12/2017
Stretch je slim (© Michelle Bonami | dwars)
Bron/externe fotograaf

Michelle Bonami

🖋: 
Auteur extern

Sophia_Getfit


Heb jij weleens last van stramme schouders en armen na een hele dag boven die boeken te hangen? Heeft een examen ervoor gezorgd dat je volledig gespannen bent? Sofie van Sophia_Getfit deelt met ons de beste manieren om de last van je schouders te laten vallen en weer volledig tot rust te komen.

oefening 1

Plaats je knieën net iets wijder dan je lichaam, strek je armen uit naar voren en duw je schouders naar beneden. Heb je te veel geschreven tijdens het studeren? Dit is dé perfecte manier om je schouders en armen te ontspannen!

oefening 2

Plaats je knieën opnieuw iets wijder dan je lichaam maar leun deze keer achterover. Hou je voeten zo dicht mogelijk tegen je lichaam aan en steun op je ellebogen indien nodig. Na lange tijd op een bureaustoel te zitten is deze houding uitstekend om je benen te stretchen. Adem langzaam in en uit, sluit je ogen en ontspan.

oefening 3

Ga op je rug liggen, trek een knie in en breng diezelfde knie over naar de zijkant. Met je ene arm trek je je knie opzij, met je andere arm duw je jezelf naar beneden. Het is belangrijk dat je beide schouders op de grond houdt. Dit is een geweldige twist voor je onderrug!

oefening 4

Deze vierde en laatste stretchpositie heet de “downward dog”. Duw je voeten op de grond, probeer je hielen zo dicht mogelijk bij de grond te houden. Strek je armen uit naar voren en leun met je bovenlichaam door naar de grond toe. Met deze stretch haal je al de spanning uit je schouders, bovenrug én kuiten.

Succes!



de ketnetgeneratie gone wild

01/12/2017
🖋: 
Auteur

Deze nacht vierde Ketnet hun twintigjarige bestaan, en dat deden ze in stijl. Tot wel vier keer toe wordt het Antwerpse Sportpaleis omgetoverd tot ‘Sportpladijs’, en alsnog barst het uit zijn spreekwoordelijke voegen. Wanneer een hele generatie ketnetters zijn jeugd immers ziet samengevat op één affiche is waanzin praktisch gegarandeerd.

En of er waanzin was. Die was al uren op voorhand merkbaar op tram 12 richting de festiviteiten. Studenten en jongeren allerhande, ganse verenigingen vonden zo onder luid gezang hun weg naar het Sportpladijs. Eens aangekomen kon hun geluk al helemaal niet meer op. Met tal van mexican waves en evenveel enthousiasme als op oudejaarsnacht werd er afgeteld tot de allereerste Ketnetwrapper, Steven Van Herreweghe, de avond kwam inzetten. Een nostalgische terugblik op de zender, inclusief tevergeefse herkansing voor het winnen van de Ketnetkroket, toverde vele lachjes op de gezichten van de prille en minder prille twintigers. Deze lachjes bleven in stand bij de bende van W817. Het besef dat de clip bijna meer aandacht schonk aan Zoë’s borsten dan aan haar pita, was bij het publiek zowat het enige dat deed blijken dat ze stilaan wat volwassener geworden zijn. Dat, maar ook de ondertussen bebaarde gezichten en kelen van destijdse leeftijdgenootjes die zich waagden aan het Junior Eurosong-avontuur.

Dan kwam een van de momenten waar iedereen op had gewacht: de eenmalige reünie van Spring. Een hele resem liedjes werd woord voor woord luidkeels meegezongen door het publiek. Deels uit het hoofd, deels dankzij de songteksten die heel de avond handig op de schermen te zien waren. Ook Springs teksten waren naar eigen zeggen iets dubbelzinniger dan het kind in onszelf ooit door had; al moet ik toegeven dat mijn vijftien jaar minder onschuldige hersentjes nog altijd te naïef bleken om enige vunzigheid te bespeuren in de Appelmoesblues. Maar goed, zingen konden we wél allemaal, en springen ook.

Last but not least veroverden Samson en Gert het podium. Als destijdse diehardfan was dit mijn persoonlijke hoogtepunt. Bijna elk personage was aanwezig en ze hadden allemaal hun karakteristieke oneliners mee. Zelfs deze werden zo precies meegebruld door de duizenden aanwezigen dat het haast eng was. Het was al van in het begin duidelijk, maar op dit moment des te meer: Ketnet bestaat niet alleen al twintig jaar. Ketnet zal ook eeuwig voortbestaan in het hart van de huidige twintigers. En, euh, ik wou dat ik zo’n hondje krijgen kon! Woef!



opinie: de oogkleppen die de media ons voorhoudt

30/11/2017
🖋: 

Je moet het maar eens proberen: ‘lijst Belgische wereldkampioenen 2016’ googlen en het door zorgvuldig samengestelde algoritmes berekende lijstje tevoorschijn zien komen. Je zult meteen zien wat ik bedoel: twee keer wielrennen, drie keer voetbal en een verdwaald artikel uit de Metro over het feit dat we een wereldkampioen ‘lijnvissen’ hebben. Bijna alsof gewoon vissen alleen al niet moeilijk genoeg is.

Na een zorgvuldig onderzoek van welgeteld vijf minuten en een leven vol ergernissen, besluit ik dat er maar twee opties over kunnen zijn: of google’s algoritme slaat nergens op, of de media zet ons zodanig veel oogkleppen op dat we eigenlijk zo goed als blind zijn. Veel verder dan voetbal, wielrennen en -weliswaar na een schandalig veel scrollen- Nafi Thiam kom ik niet. Nochtans – zo vertelt Wikipedia mij anderzijds - bestaan er zo’n 8000 sporten, is er dan niet heel erg veel ruimte om onze horizonten te verbreden?

Er mogen dan meer dan duizend sporten bestaan, ik wil gerust een weddenschap aangaan met Jan modaal om er meer dan tweehonderd op te noemen. Zelf pleit ik ook schuldig, dat geef ik met grif toe, maar dat laat niet weg dat ik het zonde vind dat mijn kennis zo beperkt is en vooral: zo beperkt blijft. Zo veel sporten als ik al kan opnoemen, zoveel topsporters zal ik nooit kunnen opnoemen en al helemaal niet als ze van eigen bodem zijn.

Zo kent het judo – toch ook een van de top tien sporten gesponsord door de Vlaamse overheid – nu opnieuw een hoogtijd, maar de kans dat u of ik daarvan of van de naam ‘Matthias Casse’ gehoord heeft, is klein. Afgelopen WK bij de junioren, behaalden onze Belgische sporters maar liefst vier medailles, waaronder dus ook het goud van Casse en geen kat die er ook maar iets van weet. Deze generatie wordt gezien als de beste lichting junioren in dertig jaar en verdiende welgeteld drie minuten tegen het einde van sportweekend, drie weken na datum. Hoe kunnen we trots zijn op wat wij Belgen presteren als we er niet eens van op de hoogte gebracht wordt.

Als Anderlecht daarentegen met veel toeters en bellen onderuit gaat tegen PSG (voor de niet-voetbalfanaten onder ons: Paris Saint Germains), dan is het voorpaginanieuws en weet iedereen het zo ongeveer drie minuten na het einde van de match, van contrasten gesproken.

Laten we voor een ander voorbeeld gaan: Nina Derwael is een naam die u vast wel kent. Zowel Europees kampioen als een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in het turnen (ongelijke leggers), piepjong en barstensvol talent, maar of u haar ooit live op tv ziet? Misschien in een interview, maar live? Nee, tenzij het vierjaarlijks hoogtij der onbekende sporten - beter bekend als de Olympische Spelen - aan de gang is, is het onmogelijk om als sporter –mannenvoetbal nu even niet meegerekend- een degelijke plek op de buis te krijgen. 

De Spelen worden dan ook niet voor niks het baken van de sport genoemd en is terecht het grootste sportevenement ter wereld. Ook staan we elk jaar weer verrast van hoe interessant het is om naar soms volledig onbekende sporten te kijken en te supporteren voor mensen die u nooit eerder zag, zolang ze ook maar uit ons Belgenlandje komen. Een paar weken, elke vier jaar kunt u genieten van de verrassing die onbekende sporten u bieden en elke vier jaar krijgen kleine kinderen plots grote dromen om ooit ook daar te staan. Ze krijgen plots iemand die daar op het tv-scherm schittert en hun zo kan inspireren om in hun voetsporen te treden. Maar dat is maar eens in de vier jaar en waarom niet meer? 

“Oké, judo en turnen,” zult u nu vast zeggen, “dat zijn nu ook niet de meest bekende sporten om naar te kijken. En als het Spelen zijn, dan is er niks anders dan dat, dus veel keuze is er ook weer niet.” Dat klopt, maar als je de Spelen naast je neerlegt, dan blijven die sporten wel nog steeds bestaan en houden zij evengoed internationale tornooien, Europese of wereldkampioenschappen en ziet u dan iets op tv verschijnen? En wat heeft u dan te zeggen op het feit dat zelfs de halve finale van David Goffin op de officieuze wereldkampioenschappen tennis niet op Vlaamse televisie te zien was? Er was niks anders op tv, is al duidelijk geen goed excuus. De ATP finals, elk jaar weer een spannend toernooi waar de absolute wereldtop zich wil bewijzen en toch werd een match gespeeld door een Belg op zulk een tornooi niet uitgezonden. Wat wil je dan?

Uiteindelijk draait het allemaal rond hetzelfde. Sterallures, sportwagens en nog veel meer degoutante hoeveelheden cash die de spelers betaald krijgen om de helft van de tijd op de bank te zitten. Het verdient vaak beter om in vierde klasse provinciaal een weekje mee te spelen, dan Belgisch kampioen te worden in praktisch elke andere sport. Natuurlijk komt dit door sponsoring en media-aandacht, maar is dit dan geen vicieuze cirkel? Meer media is meer geld, maar daarmee veroordeelt de media de dromen van beloftevolle sporters wiens naam het licht toch nooit zal zien.

Het aanbod sport lijkt dan ook elk jaar weer te vernauwen tot uiteindelijk enkel voetbal overblijft en met het WK voetbal voor de deur dat hoogstwaarschijnlijk gretig en vooral zo goed als integraal uitgezonden zal worden, zal het er ook niet veel beter op worden, gok ik. Zijn we dan nog echt vrij om te kijken wat we willen? Zolang voetbal de kroon spant en het gros van de tv-tijd opslorpt, blijft het algemene beeld van de Vlaming gefixeerd op dat ene kleine beetje van het spectrum en blijft er vooral zoveel meer verborgen en dat is letterlijk zonde van de zendtijd.

Maar zolang als er zondagavond maar voetbal op tv komt en u onderuit gezakt met een frisse pint in de zetel kunt gaan zitten zonder u ergens zorgen over te maken, is alles goed, nietwaar? Dat er iemand uit ons kleine landje het zonet klaar heeft gespeeld om wereldkampioen te worden, kan u toch wel worst wezen.