10/10/2017
🖋: 

Twee nieuwsgierige mannen komen al eens door het raam van de etalage gluren, maar alleen ik mag al binnen voordat Riot in de Lange Koepoortstraat de deuren opent. De zalige geur van tweedehands vult mijn neusgaten met goesting om hier wat in rond te neuzen, maar ik ben hier voor een interview. Riot is namelijk de eerste in Antwerpen met een nieuw concept: hier weeg je je kleren. Net als het kalfsgebraad bij de slager, kosten de jeansvesten hier 25 euro per kilo. Ik kom op mijn 514 gram veterschoentjes, die ik hier vorige week nog kocht, de Store Manager, Ella Govaerts, interviewen.

“Wij kopen alles aan per kilo vanuit ons depot in Rotterdam, en van daaruit is het idee gekomen om dat ook door te trekken naar de winkel. Dat is voor ons gemakkelijk, dan moeten we niets omrekenen, en daarnaast is het ook een heel goede manier om ons te onderscheiden van de andere tweedehandswinkels. Twee vliegen in één klap dus. De kleren komen vanuit heel Europa, die dan in dat hoofddepot verzameld worden. Dat zijn kleren die uit kledingcontainers komen, maar ook dead stock, kleren die nooit verkocht zijn in de winkels. Soms hangen de prijskaartjes nog aan de kleren die wij binnen krijgen. Wij focussen heel erg op kwaliteit. Dat maakt het weegconcept ook interessant: kwaliteitskleren zijn vaak zwaarder, een echte leren jas weegt vaak al twee kilo, een neppe is meestal lichter. Die jassen kunnen allebei wel in de 25€/kg-klasse zitten, maar de klant betaalt dus minder voor mindere kwaliteit, en iets meer voor betere kwaliteit. Je betaalt dus echt wat het kledingstuk waard is, en dat is in andere tweedehandswinkels wel minder het geval. Daarenboven is het natuurlijk ook gewoon leuk voor de klant, om zelf de prijs te ontdekken door kledingstukken te wegen. Aan de kassa is er vaak nog een aangename verrassing, want de beveiligingen wegen ook ongeveer een euro. Als die eraf gaan, is het dus altijd nog iets goedkoper!”

 

“Waarom onze eerste winkel in Antwerpen? Dit is de modehoofdstad, dus leek het ons de perfecte plaats om ons te vestigen. We denken eraan om nog winkels te openen in België, maar daar zijn nog geen concrete plannen rond. We zien wel wat de toekomst brengt, nu focussen we even op deze winkel. Riot is nog maar drie weken open, maar de zaken lopen tot nu toe heel goed. Ik denk dus dat er mettertijd nog wel andere filialen zullen volgen. Door deze straat komt er in ieder geval veel passage, we krijgen hier regelmatig groepen toeristen over de vloer. En hoewel wij hier nog niet zo lang open zijn, hebben we toch al wel wat vaste klanten! Vanmorgen kwam ik in de supermarkt nog een vaste klant tegen, ik denk zelfs dat hij een leren bomber aanhad die hij hier had gekocht. Dat is wel fijn om te zien.”

 

“Ik heb hier zelf trouwens ook al een aantal stuks gekocht. Mijn favoriet is een zwarte body met geniaal detailwerk. Ik hou enorm van borduursels of handwerk, daarom kon ik die body echt niet laten liggen. Ik denk dat toch wel drie vierde van mijn kleerkast tweedehands is, en dan nog een vierde zelf gemaakt. Ik hou van kwaliteit, en in tweedehandswinkels vind je voor een heel goede prijs kwaliteitsvolle kleren. Die vind je tegenwoordig in bijvoorbeeld H&M niet meer. Vroeger had je nog enige kwaliteit bij de grote ketens, maar dat is nu gewoonweg teleurstellend. Heel het wereldje dat erachter zit, staat mij ook niet zo aan. In tweedehandswinkels heb je tenminste nog kwaliteitskleren, ook voor een betaalbare prijs.”



dwarsdoorsnede

08/10/2017
🖋: 
Auteur

Blade Runner was een film vol vragen. Een beklemmend sfeerstuk, eindigend met Nederlandse tranen in de regen. Nu, een grove vijfendertig jaar later, overtreft Denis Villeneuve (IncendiesArrival) zichzelf met dit prachtige vervolg.

De vragen van het origineel krijgen in Blade Runner: 2049 opnieuw vorm. Wie zijn we, wat maakt ons tot mensen? Welke rol speelt herinnering daarin? Maar vooral: wat gebeurt er als de grenzen van het menszijn vervagen? In een tijd van digitale doorbraken is identiteit een rekbaar begrip. Steeds vaker liggen ons heden en verleden besloten in data. Echtheid is relatiever als herinneringen niet langer het domein zijn van onze gevoelens, maar vastgelegd worden in kunstmatige woorden en beelden. In de toekomstige wereld van Scott ging die observatie al een stap verder: replicants, mensgemaakte robots, zorgden ervoor dat begrippen als echtheid en menszijn verder aan erosie onderhevig raakten.

 

 

Villeneuve gaf in een recent interview al aan dat de vragen van Scott hem meer intrigeerden dan de antwoorden. Als Blade Runner de grenzen tussen mensen en replicants (lees de internetdiscussies over Harrison Fords Deckard er maar eens op na) al liet vervagen, zou 2049 de kijker dan het licht laten zien? Met iedere stap in het plot van deze film wordt dat twijfelachtiger. Villeneuve revitaliseert op sterke wijze het werk van Scott, zonder daarin altijd voor de gemakkelijke weg te kiezen. Verwijzingen naar het verleden zijn zelden onthullend van aard. Tóch krijgt Blade Runner in het licht van 2049 een heel andere dimensie. Dit is geen namaak, maar een eerbetoon. Een eerbetoon dat ook weer zodanig op zichzelf staat dat 2049 (met name visueel) aan het origineel kan tippen.

 

Wie naar 2049 gaat, bezoekt immers geen film, maar een wereld. De melancholische tonen van de herkenbare score brengen het soort rust in de film dat veel hedendaagse blockbusters volledig vreemd is. Benjamin Wallfisch en Hans Zimmer doen een respectabele poging de sound van grootmeester Vangelis weer op te roepen. Ook hier geldt dat imitatie niet altijd schadelijk is. De betoverende beelden worden naar een hoger niveau getild door de tonen die eigen zijn aan de wereld van Blade Runners en replicants2049 duurt erg lang, maar die speelduur loont uiteindelijk wel. Althans, voor diegenen die zich mee kunnen laten slepen door de verstillende sfeer die de leegtes en de stiltes van het beeld met zich meebrengen. Hoe verder de film vordert, hoe verder ieder besef van tijd en ruimte haar verre vlucht vervolgt.

 

Klik hier voor de trailer.



het laatste woord

04/10/2017
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het begrip ‘vlammende salami’.

Stel je voor: het is zaterdagavond. Aangezien je al een hele week van huis bent, besluit je dat het tijd is voor qualitytime met het gezin. Je komt de concertzaal uit en gaat op zoek naar de auto die mijlenver geparkeerd staat. Het wordt een gezellige wandeling met een uitvoerige nabespreking. Intussen merk je op hoe komisch het is dat je te voet haast sneller thuis zal raken dan met de wagen. Gelukkig staan er agenten die vlijtig het verkeer regelen. Mijn moeder bewondert vooral hun uithoudingsvermogen. Uithoudingsvermogen? “Jawel,” zegt ze, “zo een hele avond met een vlammende salami staan zwaaien.” Nog voor het goed en wel tot me doordringt, begeven mijn lachspieren het al. Gierend van het lachen en tranen wegdeppend, kom ik amper nog een stap vooruit. Mijn ouders kijken me verbaasd aan. Blijkbaar is de woordenschat van hun jongste dochter dan toch niet zo uitgebreid.

 

Naast de hilariteit die deze twee woorden kunnen teweegbrengen, zal u na het lezen van dit artikel uw vrienden ook met verstomming kunnen slaan door uw kennis over de betekenis ervan. Zo wordt de vlammende salami ook wel een ‘toortslamp’ genoemd. Het is een waarschuwingslamp met een knipperend of continu brandend licht, waardoor het vanop afstand zichtbaar is. Vooral ’s avonds, dan zorgen politieagenten voor een heus lichtspektakel door er cirkelvormige en rechtlijnige figuren mee te maken. Kort gezegd: een vlammende salami is een rode, lichtgevende staaf waarmee politieagenten het verkeer regelen.

 

Nu uw vrienden buikpijn hebben van het lachen en verbaasd zijn over uw geleerdheid, wordt het hoog tijd om uw fluwelen zangstem te smeren en uw relaas over de vlammende salami in schoonheid af te sluiten. Niemand minder dan Urbanus zong in 1984 al over vlammende salami’s. In het nummer The Scratchin' Zwaantjes wordt hij, als gevolg van een overdreven snelheid, achtervolgd door de zwaantjes, de motoragenten van de Federale Politie. Wonder boven wonder weet de zanger hen af te schudden, maar wordt uiteindelijk toch gevat. “En vijfhonderd meter verder stonden de gendarmen daar in hunne knaloranje regenjas. Die waren daar aan ’t zwaaien met hunne vlammende salami.”



de nostalgieloze recensie

02/10/2017
🖋: 
Auteur

 

Er zijn zo van die films, albums, games, boeken, ... die zo'n grote invloed hebben gehad op je jeugdjaren dat je er enkel in superlatieven over kan spreken. In jouw ogen behoren deze tot het toppunt van hun medium en iedereen die dat ontkent, heeft het fout. Maar hebben ze het wel fout? In deze rubriek gaat een van onze redacteurs in een strenge maar rechtvaardige recensie over een met jeugdsentiment beladen onderwerp na of deze wel echt zo goed is als beweerd wordt.

Bij science fiction zullen de meesten direct aan Star Wars denken. Liefhebbers van het genre en de algemene filmenthousiasten zijn eerder van mening dat Blade Runner uit 1982 het schoolvoorbeeld is. Regisseur Ridley Scott kreeg de eer om de uitvinder te zijn van de cyberpunk. Kort uitgelegd gaat dit subgenre over de onderste lagen van de samenleving in een dystopische toekomst. Nog altijd wordt Blade Runner gezien als de ultieme maatstaaf van het genre. De invloed die de film heeft gehad op de filmgeschiedenis zou zonder grenzen zijn. Zeer lovende woorden, maar zijn ze wel waar?

Blade Runner speelt zich af in de verre, verre toekomst van 2019. Los Angeles is een opeenhoping van wolkenkrabbers en door overbevolking en vervuiling is een groot deel van de wereldbevolking hun geluk op andere planeten gaan zoeken. Deze buitenaardse kolonies worden gebouwd door replicants: robots die er menselijk uitzien, maar die zowel fysiek als intellectueel superieur zijn. Af en toe worden deze replicants iets te zelfbewust en beslissen ze dat ze hun slavenleven toch niet zien zitten. Wanneer dit gebeurt, wordt er een Blade Runner ingeschakeld om ze te liquideren (of om ze op pensioen te laten gaan, zoals ze zeggen).

Het verhaal van Blade Runner is veruit de zwakste schakel van de film. In essentie kijken we twee uur lang naar Harrison Ford die op zoek is naar zes replicants en ze vindt. Dat is uiteraard heel kort door de bocht uitgelegd, maar het laat zien dat we qua plot niet te veel hoeven te verwachten. Ford speelt de typische agent die bijna op pensioen is, maar toch nog een laatste opdracht krijgt. Hij speelt het cynische personage op een gelijkaardige manier als hij Han Solo speelde, maar dan veel minder charmant. Dat wilt niet zeggen dat hij het slecht speelt. Het zegt eerder dat het personage een beetje een klootzak is. Over de andere personages valt er bijzonder weinig te zeggen. Ze zijn er om het verhaal te laten vorderen maar veel emotionele diepgang is er niet. 

Het verhaal is dus niet de moeite. De thema's die Blade Runner behandelt, zijn nochtans zeer interessant. Het verschil tussen mensen en denkende machines is een onderwerp waar enkele monologen aan gespendeerd worden. De vraag of de gevoelens en herinneringen van de replicants minderwaardig zijn omdat ze eigenlijk niet van hen zijn, is nog steeds relevant. Zeker omdat Artificial Intelligence (AI) niet langer enkel fantasie is. Het zet je aan het denken. 

Net als bij Star Wars is de wereld die er gecreëerd wordt een van de meer memorabele aspecten van de film. Waar Star Wars een enorm uitgebreide fantasiewereld heeft, heeft Blade Runner geloofwaardigheid. De sciencefiction is niet onnodig ver gezocht. Overbevolking, een vervuilde Aarde en AI zijn geen fantasie meer en de belachelijk gedetailleerde sets zorgen ervoor dat de toekomst die Blade Runner voorspeld angstaanjagend echt lijkt. Dat is wat de film onderscheidt van zijn collega's in het genre.

De redenen waarom de film, ondanks een flinterdun verhaal, toch nog de moeite is, zijn de cinematografie en de special effects. Deze zijn van een ongezien hoog niveau. De stadsbeelden zijn gigantisch, zonder aan detail in te boeten en staan in contrast met de overvolle straatbeelden. Soms blijft de camera net iets te lang filmen. Niet om de personages te volgen, maar enkel om de omgeving te laten zien. Hierdoor leeft de wereld van Blade Runner echt. op vlak van cinematografie mag de film zonder schaamte zeggen dat hij op het allerhoogste niveau staat. Elke frame is zijn eigen instagrampost waard.

Blade Runner is niet de actieblockbuster die je zou denken dat hij is. De filosofische thema's en de focus op het visuele zorgen ervoor dat de film niet voor iedereen is weggelegd. De invloed die Ridley Scott heeft gehad op het sciencefictiongenre is echter niet te ontkennen. Hij creëerde een wereld die leeft en er prachtig uitziet. De film zou dertig jaar later uitgebracht kunnen worden en de enige reden dat we niet door zouden hebben dat de film niet van deze tijd is, zijn de bizarre modekeuzes die de jaren 80 maakte.



opinie

30/09/2017
🖋: 
Auteur

Amerikanen en hun wapenwet. In West-Europa lijken we er maar niets van te snappen. Als er dan eens in de zoveel tijd een schietincident met dodelijke slachtoffers aan de andere kant van de Atlantische Oceaan plaatsvindt, kent de discussie weer een volgende bloeiperiode. Las Vegas hoeft maar genoemd te worden en men weet waar het over gaat. ‘Afschaffen!’ roepen de liberalen1; ‘Het is ons recht!’ scanderen de conservatieven op hun beurt. De conservatieven, ook wel de Republikeinen genoemd, kennen een ander vrijheidsbegrip, een vrijheidsbegrip dat verder gaat dan de democratie zoals wij die in België en Nederland kennen.

Na de herexamens stapte ik op het vliegtuig richting Seattle, Washington. Zuslief is sinds drie jaar getrouwd met een Amerikaan, die ook nog eens politieagent is, en woont sinds twee jaar in de USA. Ik vond het tijd om een bezoekje te brengen en de naaste familiebanden weer eens aan te halen. Mijn schoonbroer is een rasechte Amerikaan, een conservatief, een Republikein en je raadt het al: hij stemde op Trump.

 

Als politieagent in de Verenigde Staten kan je ook moeilijk anders. Politieagenten worden over het algemeen meer gesteund door de Republikeinen dan door de Democraten en wat de afgelopen verkiezingen betreft: alles beter dan Hillary Clinton in het Witte Huis, was de heersende opvatting onder ‘rechts’. Dan is de keus snel gemaakt, als je een politieagent bent.

 

wapens

Op een avond liet mijn schoonbroer (27) me zijn dienstwapen zien, een Colt AR-15. Hij vertelde er ontzettend gepassioneerd over en ik wilde graag meer horen, dus vroeg ik hem naar de andere wapens in zijn collectie. Ik veronderstelde dat hij er een stuk of vier in zijn bezit zou hebben, maar enkele ogenblikken later lagen er maar liefst dertien vuurwapens in de woonkamer: elf geweren en twee handpistolen.

 

Vuurwapens zijn een onderdeel van de Amerikaanse cultuur,
hoe cru dat misschien ook mag klinken.

 

Er lag een Norinco Mak 90 bij die hij vanuit China had laten verschepen. Een ander wapen, een Rifle Dynamics 703 (RD-703), had hij samengesteld met onderdelen die hij vanuit Bulgarije, Slovenië en Kentucky had laten komen. Je kunt die overigens niet zomaar met de post laten komen, daar zitten een aantal wettelijke restricties aan, maar dat terzijde. Het moge duidelijk zijn: mijn Amerikaanse schoonbroer is een ware ‘wapenhobbyist’. Dit deed mij beseffen dat vuurwapens in de VS veel meer zijn dan alleen een middel om jezelf te verdedigen. Vuurwapens zijn een onderdeel van de Amerikaanse cultuur, hoe cru dat misschien ook mag klinken. Daarover later meer, eerst wat Amerikaanse geschiedenis.

 

vrijheid

De meeste lezers van dit artikel zullen ongetwijfeld weten dat het recht om wapens te bezitten verankerd is in de grondwet van de Verenigde Staten. Toch klopt dit niet helemaal. De grondwet van de Verenigde Staten (United States Constitution) is de hoogste wet van het land en bevat zeven artikels. De eerste drie beschrijven bijvoorbeeld de scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende en gerechtelijke). Deze grondwet is sinds 1789 van kracht en is sindsdien meerdere keren 'gewijzigd'. Hoewel de originele grondwet van kracht bleef, werden er 27 wijzigingen (amendementen) aan toegevoegd. De eerste tien wijzigingen, ook wel 'Bill of Rights' genoemd, beperken de macht van de federale overheid en hebben betrekking op de individuele bescherming van vrijheid en gerechtigheid.
Het eerste amendement bevat de vrijheid van religie, meningsuiting, pers, etc. Het beruchte tweede amendement beschrijft o.a. de vrijheid om vuurwapens te bezitten en te dragen. Dit tweede amendement was gebaseerd op de Engelse Bill of Rights uit 1689, waar het werd beschreven als het natuurlijke recht tot zelfverdediging, en weerstand tegen onderdrukking.       

 

Conservatieven vallen maar wat graag terug op de beginselen van hun democratie − anders werden het ook geen conservatieven genoemd. Aan het einde van de 18de eeuw was het best te verantwoorden om een dergelijk artikel in de grondwet op te nemen. De Verenigde Staten van Amerika kenden toentertijd enkele tientallen staten. Meer en meer staten voegden zich bij deze coalitie, maar de inwoners ervan hadden nog geen vertrouwen in het federale leger. Het tweede amendement was geboren. Je vraagt je nu misschien af: "hoe is het in hemelsnaam te verantwoorden dat een dergelijk artikel tegenwoordig nog altijd van kracht is?" Begrijpelijk, als je het vanuit Europees perspectief bekijkt. Overigens verschilt de wapenwet per staat, California en New York hebben een wapenwet die vergelijkbaar is met de onze.

 

Ik confronteerde mijn schoonbroer met mijn bevinding over de Amerikaanse cultuur. Hij was het niet met me eens. “In de eerste plaats zijn vuurwapens om jezelf te verdedigen, dat valt niet te ontkennen. Het is je recht als mens om jezelf te verdedigen, het is niet aan de overheid te bepalen hoe je dat doet. Als dat wel gebeurt dan nemen ze je vrijheid af.” Mijn schoonbroer had mij niet duidelijker kunnen laten blijken aan welke kant van de scheidslijn zijn politieke voorkeur ligt. 

 

“Het is je recht als mens om jezelf te verdedigen,
het is niet aan de overheid te bepalen hoe je dat doet.”

 

Zijn woorden zetten mij aan het nadenken, zonder direct te oordelen. Want ik had natuurlijk ook kunnen denken: Gast, word wakker. Je leeft niet meer in de achttiende eeuw. Maar mijn hersenspinsel deed mij beseffen dat de conservatieve Amerikaan een ander vrijheidsbegrip kent dan wij in Europa, en ons vrijheidsbegrip zal ongetwijfeld verschillen van het vrijheidsbegrip in China, Israël, Saoedi-Arabië of welk land dan ook. Sowieso heeft de conservatieve Amerikaan weinig op met overheidsinterventie in de samenleving. Je kijk op de wereld heeft ontzettend veel te maken met waar je geboren wordt en opgroeit.

 

Een ander voorbeeld die de afwijkende gedachtegang illustreert in conservatief Amerika, is terug te vinden in de interpretatie van ‘vrijheid van meningsuiting’ of ‘freedom of speech’ zoals het in de VS wordt genoemd. “Er is niks mis mee om te zeggen dat alle zwarten/moslims/latino’s gedood zouden moeten worden. Niet dat ik dat zou willen, maar je doet er die mensen geen pijn mee. Het wordt anders wanneer je zegt een etnische groep te willen vermoorden en daartoe anderen oproept. Dan zet je aan tot haat en voelen ze zich bedreigd.” Opnieuw het besef. De grens tussen vrijheid van meningsuiting en haatzaaierij is in de VS wat verder opgetrokken ten voordele van de vrijheid. 

 

respect

Zoals eerder aangehaald lijken we in West-Europa maar weinig te snappen van de Amerikanen en hun wapenwetgeving. Onze afkeer voor deze wet, wat dus eigenlijk een amendement is, wordt naar mijn idee met name door de media gevormd. Een huilende Obama die pleit voor een strengere wapenwet na het bloedige schietincident in Newton (2012), is een enkel voorbeeld. Natuurlijk is het ook moeilijk, zo niet onmogelijk, om positief te berichten over objecten die ontwikkeld zijn om mensen te doden. Maar mocht je eens echt cultuur willen opsnuiven in een van de Verenigde Staten waar de wapenwet nog stamt uit de 'goede oude tijd', stap dan eens een overdekte schietbaan binnen. Zonder al te veel problemen kun je een handpistool afvuren. Oké, je moet je wel legitimeren en een paar keer je handtekening zetten waarmee je aangeeft akkoord te gaan met hun veiligheidsregels, maar in wezen is dit te vergelijken met het accepteren van het cookiebeleid van een website.

 

Later nam mijn schoonbroer mijn zus en mij mee naar een open plek in het bos waar hij een soort schietschijf plaatste. Vanaf een meter of 50 mochten we gaan richten en vuren. Dit keer niet met een handpistool, maar met enkele van de geweren die op de bewuste avond over de woonkamer verspreid lagen. Het voelen van de krachtige weerslag van een rifle tegen je schouder, is niet echt te beschrijven. Eigenlijk zou je dat zelf moeten ervaren. Overigens is het richten en raak schieten met een geweer veel eenvoudiger dan met een handpistool. Hollywood-films doen je geloven dat je een handpistool met één hand kunt vasthouden, maar de eerste paar keer dat je een dergelijk wapen afvuurt kan het raken van objecten op vijf meter afstand nog lastig zijn, ook al houd je het pistool met twee handen vast.   

 

Afgelopen september heb ik de voordelen van het Tweede Amendement van de Bill of Rights mogen ervaren. Echter heeft dit mijn mening omtrent het vrije bezit van vuurwapens niet veranderd, ik blijf er tegen. Desondanks respecteer ik mijn schoonbroer en zijn gedachtegoed. Sowieso is hij een van de tofste personen die ik ooit heb ontmoet, en ik had hem nooit echt kunnen leren kennen als ik niet met hem in dialoog trad. Ik wilde weten waarom veel conservatieven zo star vasthouden aan het recht om wapens te bezitten, en daar ben ik nu achter. Daar had ik nooit achter kunnen komen als ik hem meteen had veroordeeld en af had gewezen op basis van zijn, in mijn ogen, afwijkende mening. Want ondanks de vele verschillen is er in ieder geval één ding dat we wél delen met (conservatieve) Amerikanen: de vrijheid van meningsuiting.  

 

 


[1] Liberalen in de VS zijn de Liberals. In tegenstelling tot liberalen hier, zijn liberals in de VS juist voor meer overheidsinterventie in de samenleving.



opinie

29/09/2017
🖋: 

Hopelijk zware sanctie, want dit kan echt niet!” en een smalend “En hoe ga je dat doen, mevrouw de jeugdrechter?” zijn maar enkele van de vele reacties die Inge Claes in haar schoot geworpen kreeg na een controversieel antwoord dat ze gaf in het programma Radio Gaga woensdagavond. Volgens haar zouden sommige ouders namelijk beter geen kinderen mogen krijgen: een in de praktijk zeer moeilijk haalbare stelling, maar een volgens mij nog niet zo vruchteloze theorie.

Is kinderen krijgen een recht? Ik weet het niet. Maar wat wel vaststaat, is dat sommige ouders er zelfs niet in slagen om voor zichzelf te zorgen, laat staan hun nakomelingen een behoorlijke opvoeding te geven. En dan heb ik het niet enkel over mensen in de marge van de samenleving, maar ook over ouders met psychische problemen bijvoorbeeld. Daar kunnen die ouders natuurlijk vaak niets aan doen, maar het welzijn van het kind gaat voor. Het moet voor mensen die geen kinderen kunnen krijgen op een natuurlijke wijze frustrerend zijn: de eindeloze psychologische testen, adoptieformulieren, doktersgesprekken over of ze al dan niet in aanmerking komen voor het ouderschap, enzovoort. En dat terwijl er bij ouders, die toevallig wel het geluk hebben vruchtbaar te zijn, pleegzorg voor de deur staat om hun kinderen weg te nemen omdat ze niet kunnen opgroeien in een veilige en gezonde omgeving.

 

Het is uiteraard niet te voorspellen wie een goede ouder zal worden en wie niet. En natuurlijk kunnen ‘goede’ ouders ook probleemkinderen voortbrengen. Het is waarschijnlijk dan ook geen goed idee om een wet in te voeren waarin het mogelijk is om toekomstige ouders te verbieden kinderen te krijgen. Maar als ouders er na de juiste ondersteuning – want die ondersteuning verdienen ze vooraleer er belangrijke beslissingen worden genomen – nog steeds niet in slagen voor het welzijn van hun kind in te staan, vind ik het bijvoorbeeld geen slecht idee om hen sterk af te raden, of eventueel zelfs te verbieden, om (nog) kinderen ter wereld te brengen. Een vruchtbaar lichaam betekent niet per se een vruchtbare geest.



dwarsdoorsnede

26/09/2017
🖋: 
Auteur

Op 4 maart 2018 vertegenwoordigt Le Fidèle België bij de negentigste editie van de Oscars. Geheel verrassend is dat niet: ook Michaël R. Roskams debuut Rundskop (2011) ontving een nominatie voor beste buitenlandse film. Daarnaast kon de veelgeprezen regisseur voor Le Fidèle wederom beschikken over zijn vaste frontman Matthias Schoenaerts, die hier pittig tegenwicht krijgt van Gouden Palm-winnares Adèle Exarchopoulos (La Vie D’Adèle). Na festivalpremières in Venetië en Toronto is Roskams derde misdaaddrama gereed voor haar reguliere release.

Net als in Rundskop speelt Schoenaerts een getroebleerd personage, een stilzwijgende vechter die maar met moeite kan aarden in de maatschappij waar hij deel van uitmaakt. Voorbij de façade van zijn job als automonteur is Gino ‘Gigi’ Vanoirbeek lid van een voorname Brusselse gangsterbende. Het masker dat Gigi’s gezicht bij iedere overval bedekt gaat nooit écht af, ook niet na zijn eerste ontmoeting met de charmante Bénédicte ‘Bibi’ Delhany (Exarchopoulos). Bibi is de vrouwelijke revelatie van het racecircuit; het gevaar zoekt zij nog sneller op dan de man die bij de eerste aanblik al voor haar valt. Tussen de twee protagonisten ontwikkelt zich een stomende relatie, die intens wordt gevangen door de camera van Nicolas Karakatsanis (Roskams vaste cinematograaf). Tót het onvermijdelijke breekpunt zich aandoet. Zij opereert binnen de grenzen van de wet, hij daarbuiten. Lange tijd blijft die waarheid slechts een dreigende schaduw, verhuld door passende leugens. En dan gaat de film zijn tweede akte in.

 

Le Fidèle onderscheidt zich op narratief vlak niet van veel andere misdaaddrama’s, maar overtuigt wel door het sterke spel van Schoenaerts en de jonge Adèle. Laatstgenoemde bezit het natuurlijke charisma van een acteerveterane, en de energie die nodig is om Schoenaerts weerbarstige personage van repliek te dienen. Schoenaerts zelf speelt met een tomeloze intensiteit. Als de derde akte van de film de grens tussen daders en slachtoffers onderzoekt, verpersoonlijkt Schoenaerts op treffende wijze het grijze gebied tussen schuld en onschuld.

 

De tragische ontwikkelingen en de metaforen liggen er in die derde akte dik bovenop, maar dat kan de cast niet verweten worden: de scenaristen (naast Roskam ook Thomas Bidegain en Noé Debré) hadden de maatschappelijke vervreemding van Gigi minder opzichtig vorm kunnen geven. De vragen die zijn uitzichtloze tocht naar verlossing kenmerken (waarom mag ik niet doen wat ik doe? waarom komen sommige mensen weg met hun daden en andere niet?) hebben zo niet de impact die ze in een subtieler scenario misschien wel hadden gehad.

 

De verwijzingen naar andere films zijn in Le Fidèle niet uit de lucht. De perfecte long take die een grootse overval op een snelweg registreert is een open eerbetoon aan Michael Manns Heat (1995), terwijl het prachtige laatste shot van de film direct geïnspireerd is door Claude Lelouchs Un Homme et une femme (1966). Ondergetekende zag in één specifiek shot én in de psychologische ontwikkeling van Gigi ook iets van Scorseses Taxi Driver (1976) terug. Die associaties verrijken de film, al gaat dat wel weer ten koste van de eigenheid dat het conventionele scenario goed had kunnen gebruiken. Op dat vlak was Rundskop zonder meer de betere film. In andere kaders zegeviert Le Fidèle; Vlaanderens beste acteur en Frankrijks beste (jonge) actrice dragen een film die het aankijken absoluut waard is.

 

Bekijk de trailer hier.



BookTube aan de universiteit

24/09/2017
🖋: 

Wie herinnert zich niet in het vierde leerjaar die gevreesde boekbesprekingen te moeten indienen. Altijd weer hetzelfde liedje: “het was goed” was niet goed genoeg. Hoewel dit voor de meesten onder ons verleden tijd is, blijft het interessant om te horen wat andere mensen over bepaalde boeken denken. Hier komt BookTube het toneel op.

BookTube is een gemeenschap op YouTube die zich bezighoudt met het recenseren en analyseren van boeken in filmpjes die tussen de vijf tot tien minuten lang zijn. Het is een fenomeen dat terug te brengen valt tot het vloggen of videobloggen, waarbij mensen vertellen over hun dagelijks leven op video en dit verspreiden via sociale media zoals YouTube.

Naarmate het concept vloggen populairder werd, gingen meer en meer van hen zich toespitsen op bepaalde, specifieke onderwerpen in hun vlogs: koken, make-up, videospelletjes, en natuurlijk: literatuur. Verschillende vloggers begonnen recensies en analyses van hun favoriete boeken online te zetten, en al gauw ontstond er een groep mensen die zich uitsluitend hiermee bezighield.

De zogenaamde BookTubers zijn een diverse groep lezers die zich dan ook bezighouden met een gevarieerd aanbod aan genres en vormen: sommigen zijn gespecialiseerd in historische fictie, anderen dan weer in non-fictie, of zelfs in graphic novels. De BookTubers zijn middelbare studenten, leerkrachten, senioren, enthousiastelingen … en de studenten Contemporaine Nederlandse Literatuur aan de UAntwerpen.

 

contemporaine BookTubers

De initiatiefnemers achter het YouTube-kanaal BooktubeUAntwerpen de docenten zijn Kevin Absillis en Valerie Rousseau. Zij wilden hun studenten een creatieve uitlaatklep geven en hen de boeken die ze gedurende het semester moesten lezen eens in een ander daglicht laten zetten. BookTube bleek hiervoor een geschikt platform, aangezien het medium video meer plaats laat voor creativiteit en persoonlijke inbreng dan, zeg maar, een doorsnee academisch paper.

BookTube sluit ook dichter aan bij de leefwereld van de studenten, die zich doorgaans steeds meer op het internet gaat bevinden. Het initiatief kwam er vorig jaar als een soort test, maar is inmiddels een vast onderdeel geworden van het vak Contemporaine Nederlandse Literatuur.

Men kan zich echter afvragen hoe deze doe-het-zelfcritici zich verhouden tot de professionals, zij die schrijven voor bladen als De Standaard der Letteren en Knack Focus. Volgens Absillis is dit nochtans een vraag die hoe langer hoe meer positief beantwoord kan worden. Steeds minder publicaties leggen zich immers toe op het diepgaand recenseren en analyseren van literatuur.

“Nu niet om cultuurpessimistisch te klinken,” zegt hij, “maar in de jaren vijftig en zestig kreeg men in de krant doorgaans analytische essays van tweeduizend woorden over een literair werk. Vandaag stellen grote publicaties zich doorgaans tevreden met een aantal sterretjes en drie paragraafjes uitleg.” Dit soort diepgaande recensies is dan ook waar BookTube om draait voor Absillis en Rousseau: het is niet enkel het poneren van de eigen mening over een werk, maar het toegankelijk maken van de literatuurstudie en de analyses van werken waar mensen anders niet naar zouden omkijken.

Naast BookTube zijn ook Goodreads en De Reactor in opmars, beide platforms waarop het bespreken van de literatuur centraal staat. Voor Absillis en Rousseau zijn dit soort online gemeenschappen een verademing: ze zijn het bewijs dat de literatuur en de literatuurstudie nog wel degelijk inspireren in dit digitaal tijdperk, al laten de doordeweekse publicaties dat misschien niet blijken.

Wil je eens zien hoe zo'n BookTube recensie in elkaar zit? Hier vind je het BookTube-kanaal van de studenten Contemporaine Nederlandse Letterkunde.

 

 



de toogfilosoof

19/09/2017
🖋: 

Zijn brein half verkankerd van het vele zuipen en zijn tong getraind door al het pseudo-intellectuele getheoretiseer, heeft de zotgestudeerde student de vervelende gewoonte ontwikkeld om zichzelf te verliezen in eindeloze monologen. Verketterd en verstoten door zijn vrienden zoekt hij zijn toevlucht in een troosteloos bruin café. Daar vindt hij een luisterend oor voor zijn absurd gebral. Daar vervult hij zijn lot. Daar wordt hij: de toogfilosoof.

In wat voor een wereld leven wij, nu we op elk aftands openbaar toilet de goedkeuring van een wc-madam moeten afkopen vooraleer we er ons gevoeg mogen doen? Of vinden we dat ondertussen maar normaal? Met veertig cent kon je in de jaren zeventig nog een dagelijks brood kopen, vandaag kopen we er de dumping van onze dagelijkse behoefte mee af. Véértig cent om vaak niet meer dan een paar centiliter urine te deponeren; da’s toch van de pot gerukt?

 

En ik zal heus niet de enige zijn die zich voor een nachtje discotheek blauw betaalt aan talloze bezoekjes aan het toilet – het gevolg van een kleine blaas, niet van een cocaïneverslaving welteverstaan. Het is je reinste uitbuiting. Dat je inkom en vestiaire moet betalen, tot daar aan toe. Dat je eenmaal binnen gedwongen bent veel te dure pinten te drinken en per slot van rekening bij het naar buiten gaan wordt afgeperst door schooiende buitenwippers, dat neem ik er ook nog wel bij. Maar dat daarbovenop ook nog eens een stel wc-madammen een ganse nacht op de loer ligt om te parasiteren op onze primaire behoeftes, dát is voor mij de druppel. Ze kloppen het geld uit onze zakken terwijl we erbij staan en we laten het allemaal gebeuren. Met een volle blaas sluit je dan ook niet de beste deals. En wees maar zeker dat ze dat goed genoeg weten, de schobbejakken. Misbruik! Uitbuiting!

En dan nog zo'n mysterie: kuisen ze wel echt, die wc-madammen?

Onze pis is vloeibaar goud geworden voor de schofterige instanties die onze openbare toiletten uitbaten. Met slechts een tweehonderdtal locaties realiseert de openbare toiletketen 2theloo een jaaromzet van zo’n vijf miljoen euro. Ga maar eens na wat dat zegt over de industrie in haar geheel. Het is een van de meest absurde uitwassen van onze kapitalistische maatschappij. Een onaanvaardbare vorm van afzetterij bovendien, want horen deftige sanitaire voorzieningen in de openbare ruimte immers geen basisrecht te zijn? Betalen om te plassen; serieus naast de pot gepist als je ’t mij vraagt.

 

Wie zijn ze trouwens, die meedogenloze oude vrouwtjes die zich achter hun geïmproviseerde tafeltjes verschansen en met barse blik zomaar veertig cent van ons eisen, enkel en alleen omdat we toevallig naar de wc moeten gaan? Zijn ze niet beschaamd? Of misschien zijn zij de échte slachtoffers: hulpeloze oude vrouwtjes ten prooi gevallen aan een openbare wc-maffia, tot bedelslaven gemaakt in het crimineel-sanitair netwerk van opportunistische gangsterbazen die trachten munt te slaan uit onze primaire behoeften. Of komen ze misschien uit de wc gekropen? Als een soort wraakroep van onze gezamenlijke samengesmolten stoelgang die gemuteerd is tot een leger van kwelgeesten in de vorm van bejaarde vrouwen met kale plekken in hun haar? Joost mag het weten.

Betalen om te plassen; serieus naast de pot gepist als je ’t mij vraagt.

En dan nog zo'n mysterie: kuisen ze wel echt, die wc-madammen? Ik heb ze er in ieder geval nog niet vaak op kunnen betrappen. Meestal zitten ze er als een bende lamme legkippen bij. Hun kuisproducten veelal niet meer dan rekwisieten, hun voornaamste taak: met priemende ogen toekijken dat geen enkele sterveling binnenglipt zonder te betalen. Al kan het altijd erger. De nieuwe mode van betaalautomaten en geautomatiseerde reinigingscabines maakt een bezoek aan een openbare wc zo mogelijk nog frustrerender dan het al was.

 

Terwijl je vroeger nog lekker rebels gauw een handvol versteende Fruittella-bollen kon meegrissen bij ’t naar buiten gaan, is tegenwoordig zelfs dat kleine pleziertje ons niet meer gegund. Via uitgekiende internationale ketens als 2theloo verloopt de systematische uitbuiting van de publieke toiletbezoeker nu namelijk efficiënter dan ooit tevoren. Wc-madammen en verdorven snoepgoed komen er zelfs niet meer aan te pas. Een betaalautomaat en een ijzeren draaihek, dat moet wel volstaan voor het pis- en kakvee, denken de hoge piefen in het 2theloo-hoofdkwartier. En wij blijven ondertussen braaf betalen – beschaamd en met een volle blaas. We gaan er zelfs voor in de rij staan, zoals makke beesten die zich gedwee laten leiden naar ‘t slachthuis. “Excuseer dat we moeten pissen meneer de toiletrobot, hier is vijftig cent en ons laatste greintje waardigheid. Mogen we dan nu gaan?!”

 

Waar blijft de verontwaardiging? Waar blijft de revolutie? Lynchen moeten we ze! De wc-madammen en de toiletrobotten. We slaan hun ongewassen hoofden in met stalen toiletborstels, forceren al het kleingeld dat ze ons hebben afgetroggeld met geweld door hun strot. De toiletrobotten schoppen we kort en klein, van hun waardeloze waardebonnetjes maken we proppekes om mee te schieten naar de ogen van de mensen, die in de raad van bestuur van 2theloo zetelen. We houden massaal uit protest alles in. We leggen ze droog, we draaien de geldkraan dicht! We plassen ostentatief alleen nog maar tegen gevels en bomen. Wildplassen noemen ze dat dan ... Ik plas niet wild, ik plas rustig en beheerst – niet langer op hun voorwaarden, maar gratis en voor niets!

Sorry, maar kunt ge even mijn pint vasthouden? ‘K moet naar het toilet ... Wat zegt ge? Is dat hier met betalen? Shit! Allez dan maar ... Hebt ge terug van twee?



dwarse podcasts

18/09/2017
🖋: 

In bed, in de zetel, op de trein, aan de ontbijttafel, tijdens het fitnessen of fietsen, je kan het overal doen: podcasts beluisteren. Podcasts hebben de laatste jaren de plek van radiotalkshows ingenomen volgens de trend van het mediaconsumeren on demand. Je kan luisteren wat je wil, wanneer je wil. Gaandeweg is het medium dan ook zo divers geworden dat er voor iedereen wel iets te vinden is.

Eén van de meest diverse productiehuizen in het moderne podcastlandschap is Gimlet Media. Technologische storingen en defecten die we allemaal wel eens tegenkomen uitleggen; de rol van de Italiaanse maffia in Providence, Rhode Island uitpluizen; het vinden van het onverwachte in het alledaagse: Gimlet kan het allemaal. De volgende drie podcasts zijn, wat deze redacteur betreft, hun meesterwerken.

 

Reply All

Reply All is een podcast die zich focust op de verschillende manieren waarop technologie ons leven kan beïnvloeden. De afleveringen verschillen erg in onderwerp, en hoewel technologie steeds het beginpunt is, eindigen de verhalen meestal op een volledig ander, veel menselijker punt. Gastheren PJ Vogt en Alex Goldman pakken onderwerpen aan zoals ketting-e-mails, oplichttelefoontjes en online fraude, maar stoppen niet wanneer het puur technologisch raadsel opgelost is. Ze stoppen pas wanneer ze het menselijke aspect dat aan de wortel van het technologische ligt, helemaal hebben onderzocht.

In één van de afleveringen volgden de gastheren het spoor van een e-mail over koekjes die naar het verkeerde adres gestuurd was, en kwamen ze uit bij een groep meisjesgidsen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in een Japans concentratiekamp in China gezeten hadden.

Een andere aflevering ging over het computerspel dat de vader van een terminaal ziek jongetje had gemaakt. Zo liet hij andere mensen het gevoel van onmacht ervaren dat hij voelde wanneer hij probeerde zijn zoon te troosten. Een heel level van het spel bestaat eruit hem te doen stoppen met huilen, hoewel je al op voorhand weet dat dit niet gaat lukken.

Reply All gaat over de intersectie tussen technologie en menselijkheid, maar het zijn niet allemaal zware emotionele verhalen. Ook pop culture komt aan bod, in het segment Yes, Yes, No, waarin Vogt en Goldman een meme uitleggen aan hun baas, die niet thuis is in internetcultuur. Ook dingen als het onthullen van een samenzwering achter virale video's gaan ze niet uit de weg, en ze zijn niet bang om hun eigen lijf en leden op het spel te zetten in de zoektocht naar een goed verhaal.

Als je ook maar het minst geïnteresseerd bent in ofwel technologie, ofwel onverwachte persoonlijke verhalen, is Reply All absoluut een aanrader.

 

Crimetown

In Providence, de hoofdstad van de kleinste Amerikaanse staat Rhode Island, is sinds het prille begin van de kolonisatie een sterke Italiaanse aanwezigheid. Naast de pizza, de pasta en een voorliefde voor gesticulatie is ook de Siciliaanse maffia meegekomen, en deze laatste heeft zich langzaamaan een weg naar de politieke top gebaand, met als gevolg dat de hele stad ondergronds gerund wordt door de maffia.

Echter, in de jaren zeventig werd Vincent “Buddy” Cianci verkozen tot burgemeester na een campagne waarin hij beloofde de schaduwregering van de maffia streng aan te pakken. Gastheren Zac Stuart-Pontier en Marc Smerling zoeken in Crimetown uit in hoeverre hij deze beloftes heeft waargemaakt, en in hoeverre hij zelf door de maffia besmet is geraakt.

Door interviews met zowel (ex-)maffiosi als medewerkers van Cianci ontrafelen Stuart-Pontier en Smerling het web dat Cianci en de maffia rond zichzelf geweven hebben, en hoe ze al dan niet zijn weggekomen met bankovervallen, afpersing en martelen, corruptie en zelfs moord.

Crimetown beeldt Providence af als een stad in tweestrijd: zowel de maffia als de gewone mens willen enkel maar hun eigen gemeenschap steunen, maar dat gaat niet zolang de ander nog macht heeft. De wortels van de maffia gaan diep en hun bereik is groot, maar Cianci is een man van het volk, met connecties en vrienden over het hele spectrum van Rhode Islanders. Stuart-Pontier en Smerling zijn meesters in de creatie van spanning en cliffhangers, en Crimetown is dan ook een pareltje in het oeuvre van Gimlet.

Om het je gemakkelijk te maken, leidt deze link je naar de eerste aflevering. 

 

Every Little Thing

Heb je je ooit wel eens afgevraagd waar al die plastic tuinstoelen vandaan komen? Of misschien waarom bibliotheken werken met het Dewey Decimal-systeem en of dit nog wel actueel is? Misschien heeft de betweter over flamingo's je wel aan het denken gezet over meer dieren die onverwacht uit de hoek kunnen komen. Wat het ook is, gastvrouw Flora Lichtman heeft er wellicht òòk al over nagedacht.

In haar podcast Every Little Thing gaat Lichtman op zoek naar het onverwachte achter het alledaagse. Zoals in Reply All begint dat vaak met een vrij simpel probleem of stelling, maar het loopt vaak ietwat uit de hand. Zo leidt de ontdekking van een berg kamerplanten in een steegje in New York tot de ontdekking van een zwarte markt voor tweedehands kantoorplanten over de hele VS.

Lichtman geeft antwoorden op de vragen die je zelf nooit echt stelt, maar die toch in je achterhoofd spelen, zoals wat de Amerikaanse regering allemaal ondergronds heeft weggestoken of hoe een vaccin nu écht werkt, en ze doet dit met een aanstekelijk enthousiasme: je had nooit gedacht zo verrukt te zijn over het paringsgedrag van wezels.

Het is nog een redelijk nieuwe podcast, maar hij is al op korte tijd uitgegroeid tot een van de meest populaire producties van Gimlet. Persoonlijk kan ik niet wachten om meer te leren over alle dingen die ik elke dag voor lief neem.