de Brombeer

02/11/2016
🖋: 
Auteur

Het zal u, als u de actualiteit een beetje volgt, wellicht niet verbazen dat de Brombeer er drukke weken heeft opzitten. Niet alleen draaiden we in een weekend zoveel overuren als speechschrijver van John Crombez dat we maar al te vaak verzucht hebben niet van de vierdaagse werkweek van de gemeente Sint-Joost-ten-Node te kunnen genieten, ook van de politieke rechterflank kwam er in de week erop een opdracht binnen.

 

Of we de Waalse socialisten het CETA (Comprehensive Economic and Trade Agreement) niet alsnog konden inmasseren?

 

Over een voorstel met ‘masseren’ en ‘socialisten’ erin moet de Brombeer zelden lang nadenken en we repten ons dan ook naar het bolwerk van de rode zuiderburen, na haastig de gebruikelijke etherische oliĂ«n en onze favoriete massagestenen te hebben ingepakt. Eens aangekomen in Charleroi werd echter meteen duidelijk dat Paul Magnette niet op post was. En al snel daagde het ons dat deze opdracht een vergiftigd geschenk was.

 

Eenmaal aangekomen in Brussel op een geheim te houden locatie werden we warm onthaald en brachten ze ons rechtstreeks naar de onderhandelingen. En daar troffen we hem aan, met een licht ontredderde blik, alleen aan een tafel. Zijn ogen lichtten op toen hij ons zag en met de schittering in zijn ogen wenkte hij ons om dichterbij te komen. Hij kende onze reputatie natuurlijk.

 

Als er de Brombeer nu iets nauw aan het hart ligt, is het democratie

 

Het is onder Charleroinese masseurs geweten dat Magnette altijd al enorm gespannen schouders heeft, maar na het vermelden van CETA viel er werkelijk niets meer van die massage uit te voeren. Een beetje spanning in de schouders werken we normaal gezien zo weg met de vijf klassieke handgrepen: effleureren, petrisseren, frictioneren, vibreren en tapoteren. Mochten we dat niet deftig kunnen, zouden we onszelf geen gediplomeerd Zweeds masseur meer kunnen noemen. Wat er in deze schouders vastzat was echter – om het in communautaire termen te zeggen – onze bevoegdheid niet.

 

En dan had het weinig zin onze massagevaardigheden verder te etaleren.

 

We verontschuldigden ons en bedankten hem voor zijn tijd. Bij het vertrekken raakte hij bij ons echter nog een gevoelige snaar: hij keek ons indringend aan toen we de deur wilden sluiten en zei: “Het gaat hier over uitholling van democratische principes. Dat kunnen we niet zomaar laten passeren.” Hij meende het.

 

Als er de Brombeer nu iets nauw aan het hart ligt, is het democratie en we waren dan ook even van ons stuk. We knikten en sloten de deur.

 

Bij het naar huis rijden bedachten we ons dat hier het laatste woord nog niet over gezegd is. Arbitrage voor multinationale bedrijven, dat kan alle kanten uit.

 

Al goed dat onze goede vriend Alexandre Van Damme binnenkort zijn housewarming geeft. Of liever: zijn Hauseinweihung. Hij zal wel weten wat we hierover moeten denken.



02/11/2016
Bron/externe fotograaf

Universiteit Antwerpen

🖋: 

Op woensdag 26 oktober vond de Buitenlanddag van UAntwerpen plaats. Van 12.00 uur tot 17.00 uur kon je er terecht voor informatie over Erasmus uitwisselingen, een buitenlandse stages of zomerscholen. dwars ging eens een kijkje nemen en sprak met een aantal studenten die kwamen snuisteren in het aanbod.

Veel studenten zijn zich niet bewust van alle mogelijkheden die er zijn. De organisatie van de Buitenlanddag heeft daarom studenten van alle faculteiten uitgenodigd. Op die manier kon iedereen ontdekken welke mogelijkheden er voor hem of haar zijn. Bovendien waren er studenten aanwezig die al in het buitenland waren geweest, om informatie aan studenten te geven over specifieke landen of universiteiten. Met die combinatie hoopt de Universiteit Antwerpen te laten zien dat er meer mogelijk is dan veel mensen denken.

 

Anna (22), studente Biomedische Wetenschappen, is erg enthousiast over de Buitenlanddag. Ze heeft veel uitleg gekregen. "Het is goed dat elke faculteit vertegenwoordigd is. Bovendien was het heel makkelijk te vinden, ook voor nieuwe studenten, door de promotie en de bordjes."

 

Olivia (21), studente Rechten, is ook heel positief. "De mensen bij de standjes zijn erg behulpzaam. Ik kom net van het standje van een studentenvereniging en zij legden mij veel uit." Ze geeft aan dat ze door de Buitenlanddag echt enthousiaster is geworden over een verblijf in het buitenland tijdens haar studie. Haar voorkeur gaat uit naar het doen van vrijwilligerswerk. "Van die mogelijkheid was ik me van te voren nog niet bewust, maar hier ben ik er achter gekomen dat dat ook kan." Een specifieke locatie heeft ze nog niet in gedachten. "Het belangrijkste vind ik dat het inhoudelijk interessant is."

 

Ook Mateusz (20), student Toegepaste Ingenieurswetenschappen, heeft de buitenlandse kriebels te pakken gekregen. Zijn voorkeur gaat uit naar een stage in Zuid-Europa. "Mijn motivatie is vooral dat het bijdraagt aan je eigen ontwikkeling. Bovendien leer je andere mensen en een andere cultuur kennen. Dat het goed is voor mijn CV is natuurlijk mooi meegenomen."

 

Op Erasmus gaan of vrijwilligerswerk doen: het heeft inderdaad vele voordelen. Naast de hiervoor genoemde voordelen verbeter je ook je talenkennis en doe je een internationale ervaring op, die later weer van pas kan komen. Bij de verschillende faculteiten kan je altijd terecht om te kijken welke universiteiten er beschikbaar zijn voor je studie en welke landen openstaan voor eventueel vrijwilligerswerk of voor een verkorte cursus aan een zomerschool.

 

 

Heb je de Buitenlanddag gemist en wil je toch graag meer informatie? Kom dan naar een van de informatiesessies van de Dienst Internationale Samenwerking of naar een van de facultaire informatiesessies. De data en tijden vindt je hier.



hoe boeken hun lezers vinden (en omgekeerd)

31/10/2016
Bron/externe fotograaf

Boek.be

🖋: 

Al 80 jaar lang vinden lezers hun weg naar en tussen de boeken tijdens de jaarlijkse Antwerpse Boekenbeurs. De bezoekersaantallen zijn nog steeds hallucinant hoog in deze tijd van onlineshopping en papiermijd. Wat schuilt er achter deze succesformule? Daar geeft Algemeen Directeur van Boek.be André Vandorpe graag een antwoord op.

Ben jij vertrouwd met de Boekenbeurs met zijn vier grote hallen, of loop jij hopeloos verloren in de zoektocht naar dat ene boek? Ben jij ieder jaar van de partij, of vind jij het maar een veel te drukke bedoening? Ondergetekende behoort tot de laatste categorie en kon dit jaar al rondneuzen tussen al het verzameld papier op de openingsavond van de Boekenbeurs. Daarbij werd een spiegeltent ontdekt op het binnenplein (Calamartes-déjà-vu!) en de hand geschud van de organisator van dit grootse gebeuren.

 

de lezers

“Als je de volledige geschiedenis van de Boekenbeurs doorloopt, moet je wel opmerken dat het een uniek fenomeen is. We lokken elk jaar 150.000 tot 160.000 mensen naar Antwerpen Expo en daarvan blijkt er 75 procent trouwe bezoeker te zijn. Dat is geen toeval. We creĂ«ren een band met mensen. Mensen die niet alleen op zoek zijn naar nieuwe titels, maar ook naar bepaalde auteurs of evenementen. Doordat we het belevingsaspect zo uitgebouwd hebben de laatste jaren, schep je die band en ontstaat je trouw publiek. Zij weten dat er op de Boekenbeurs elk jaar wat nieuws te ontdekken valt. Deze vaste formule werkt nog altijd, maar zorgt er ook voor dat we ieder jaar creatief uit de hoek moeten komen. Op die manier overtuigen we het voltallige publiek om (weer) ons evenement te bezoeken.”

 

Hoe overhaal je de niet-vaste bezoekers om af te zakken naar Antwerpen Expo?

“Blijkbaar triggert een bepaald punt van ons programma tienduizenden mensen om voor het eerst of na een aantal jaar nog eens naar onze Boekenbeurs te komen. Dat is een mooie zaak. Het deels wisselende publiek heeft dus zeker ook zijn voordelen.”

 

Op welke manier worden ook jongeren en studenten bereikt?

Door het scholenprogramma bereiken we scholieren al op jonge leeftijd. Elk jaar worden er 5.000 tot 7.000 jongeren op de Boekenbeurs uitgenodigd om deel te nemen aan een speciaal programma, begeleid door auteurs. Zij nemen de scholieren op sleeptouw doorheen de Expo. Op deze manier maken deze jonge bezoekers vaak voor het eerst kennis met de Boekenbeurs, maar ook met boeken. Onze verleidingstrucs blijken volgens onderzoek ook te werken. Binnen de kortste keren gaan deze kinderen ook deelnemen aan leesclubs. Of ze stappen sneller al eens een bibliotheek of boekhandel binnen. We brengen langzaam een ketting op gang die ze de rest van hun leven kunnen meedragen.”

 

de boeken

Doen boeken het nog goed of is de concurrentie van het online gebeuren voelbaar?

Het online gebeuren is uiteraard een aanvullend gegeven op de fysieke verkoop in de boekhandels. Het is een extra verkoop, die de gewone boekenwinkels niet in de hand hebben. Wij kunnen enkel proberen om de boekhandel – als cultureel symbool binnen een stad, als aangename plek om te vertoeven – te behouden en beschermen. Dat is zeker geen gemakkelijk verhaal, maar we ondernemen de nodige initiatieven zodat die kleine monumenten in een stad intact kunnen blijven.”

 

Kunnen de kleine boekhandels het zich permitteren om zich ook hier kenbaar te maken?

“De kleine boekenwinkels zijn sinds 4 jaar gegroepeerd in de groep Confituur. Zo’n dertig onafhankelijke boekhandelaars staan in dat Confituur-verband op de Boekenbeurs. Hoewel hun stand dit jaar van plek is veranderd, is deze weer erg aantrekkelijk om te bezoeken. Ga er zeker eens langs!”

 

Hoe erg zijn de uitgeverijen aan hun vaste stek gehecht?

“Het is zeer moeilijk wanneer door omstandigheden een standhouder noodgedwongen van plek moet veranderen. Vaak is dat bijna een emotioneel moment. Vooral uit de overtuiging dat de trouwe bezoekers bijna blindelings hun lievelingsstanden weten te vinden. Vinden ze de stand op een andere plek wel terug? Uit de praktijk van de voorbije jaren blijkt wanneer de standhouder noodgedwongen moest verhuizen, er in de meeste gevallen betere zaken gedaan werden dan op de oude plek. We proberen zeker de vertrouwde plek te bewaken, maar als het niet anders kan zijn er dus ook geen financieel schadelijke gevolgen voor de standhouder.”

 

Worden de lezers gestimuleerd om hier hun boek te kopen? Duiken er lijstjes op?

“We stellen vast dat onze beurs verschillende types bezoekers kent. Je hebt de ontdekkingsreizigers, die op hun tocht hun vondsten aankopen of evengoed neerschrijven om later pas het desbetreffende boek aan te kopen. Er zijn ook lijstjesmensen, die met een papiertje binnenstappen en het rijtje hier afgaan. Ook zij kopen ofwel hier hun boeken, of gaan later met datzelfde papiertje naar hun favoriete boekhandel. We stimuleren noch het een, noch het ander. We proberen enkel zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de lezers.”



opinie

28/10/2016
🖋: 

Het begin van het academiejaar zorgt traditioneel niet alleen voor de nodige TD’s en cantussen, maar ook voor het opvissen van die welbekende, oneindige discussie: de doop. Dit jaar ging het nĂ©t iets anders. De aanleiding van het terugkeren van de discussie, was een aantal incidenten bij de doop in Nederland (die daar ‘ontgroening’ heet). Die Nederlandse problematiek werd zonder erover na te denken overgenomen in BelgiĂ«. En dat is onterecht.

Als Nederlander keek ik met open mond naar de stroom van artikels die studenten dit jaar massaal deelden en van commentaar voorzagen. Op de sociale media sprong de ene na de andere vertegenwoordiger op, om de traditie van de doop te verdedigen – of juist niet. Logisch, want wat veel mensen als uitdagende teambuilding zien, vinden anderen een onnodig vuile traditie. Maar zeker in Antwerpen is de regelgeving streng en probeert men een gezonde middenweg te bewandelen.

 

Natuurlijk zijn er in BelgiĂ« ook een aantal ongelukken gebeurd en doen een nog groter aantal urban legends de ronde. Toch is de studententraditie van onze twee landen niet te vergelijken. Mijn vrienden in Nederland kijken me jaloers aan wanneer ik zeg dat de doop van mijn studentenclub ‘maar één dag’ duurde. Dat we binnen Antwerpen bleven, en dat je lid kan zijn zonder aan die dag deel te nemen. Mijn vrienden in BelgiĂ« luisteren dan weer vol ongeloof naar de verhalen over Nederland. Want hoewel veel aspecten van het studentenleven op elkaar lijken, en sommige dopen in Nederland net zo ‘mild’ zijn als veel dopen hier, is een rechte lijn tussen de twee trekken onmogelijk.

 

Om te beginnen is de structuur van studentenclubs in Nederland anders. Het woord ‘studentenclub’ bestaat niet. Je zit er bij een studievereniging, een studentenvereniging, een dispuut of een jaarclub. De eerste is een club verbonden aan – je raadt het al – een specifieke studie. Studieverenigingen organiseren geen doop. De tweede is dan een club die los staat van de studie. Zo’n studentenvereniging kan een specifiek thema hebben, zoals een roeivereniging, maar dat hoeft niet. En de laatste twee bestaan niet in BelgiĂ«. Een dispuut is een vriendengroep die boven een studentenvereniging staat (of er los van staat), waaraan soms wel en soms niet een doop verbonden is. Zo'n dispuut is strenger dan een studentenvereniging als het gaat om aanwezigheid. Vaak moet je wel twee keer in de week – druk met de studie of niet – met je dispuut samenkomen. Een jaarclub is hetzelfde als een dispuut, maar dan met studenten uit hetzelfde studiejaar. Het komt er op neer dat er een veel grotere hiĂ«rarchie aan de Nederlandse traditie verbonden is. Deze is ook duidelijk te herkennen aan de complete outfits (jasje en dasje voor de heren, rok en sjaaltje voor de dames) die het praesidium bij activiteiten draagt. Nog net een stapje boven het welbekende lint. De studententraditie is zo specifiek, dat eerder dit jaar nog sprake was van opname in de lijst van immaterieel erfgoed. Heel anders dus.

 

De Nederlandse studentencultuur heeft daarnaast een aantal activiteiten die op veel serieuzer/extremer vlak worden uitgevoerd dan in BelgiĂ«. ‘Brassen’ is daar een voorbeeld van. Dat komt vooral voor in de meer traditionele verenigingen en is in principe hetzelfde als het Belgische ‘vaandeljatten’. Hierbij worden dingen die aan de vereniging toebehoren (vlaggen, gastenboeken, noem maar op 
) gestolen en achteraf stellen de ‘dieven’ voorwaarden voor het terugbrengen hiervan. Toch is er één verschil: om de eigendommen van jouw vereniging te verdedigen, mag gevochten worden. Je mag alleen aan elkaars kleren trekken, dat wel, maar echt zacht gaat het er niet aan toe. Zo liet een van mijn andere Nederlandse vriendinnen mij een tijd geleden met grijns van oor tot oor haar blauwe plekken Ă©n bloedlip zien. Alles voor de eer.

 

Uiteindelijk is kritiek op de doop in België niet per se ongegrond, maar deze moet dan op zichzelf staan. De tradities in België en Nederland zijn te verschillend, en de regelgeving eromheen ook. Beide landen kijken met eigen ogen naar de problematiek en zo hoort het. Als je kritiek hebt op het Belgische studentenleven, haal dan ook voorbeelden uit België aan. Argumentatie heet dat.



blikopener

27/10/2016
🖋: 

Op woensdag 28 september vond in Brussel de finale van de eerste Vlaamse PhD Cup plaats. Deze wedstrijd voor doctoraatsstudenten werd georganiseerd om belangrijke onderzoeksresultaten meer kenbaar te maken voor het grote publiek. Eén van de acht genomineerden was Dorien Schepers. Haar onderzoek spoort fouten op in het DNA die zorgen voor een verwijding van de aorta of de grote lichaamsslagader. Met deze ontdekking zou in de toekomst gemakkelijker voorspeld kunnen worden wie kans heeft op een gescheurde aorta. Op deze manier kunnen patiënten sneller worden behandeld en zullen levens gered worden.

In België sterven per jaar zevenhonderd mensen aan een gescheurde aorta. Ook Albert Einstein kwam op deze manier aan zijn einde. Er lopen ongeveer 60.000 mensen rond in België met een aorta-aneurysma of een verwijding van deze slagader. Slechts een klein deel van hen krijgt hiervoor medicatie om een scheur te voorkomen. Jammer genoeg zijn er dus veel mensen aorta-patiënt zonder het te beseffen. Je kan namelijk niet voelen wanneer deze slagader aan het verwijden is. In slechts enkele gevallen wordt dit toevallig ontdekt met een echo, maar meestal hebben de patiënten er geen weet van. Ze kunnen dan ook heel plots sterven zonder dat er op voorhand symptomen waren. Als ze vroeger de juiste diagnose hadden gekregen, had medicatie hun dood kunnen voorkomen. Zouden er manieren zijn om te voorspellen wie deze verdoken patiënten zijn?

 

zoektocht naar een glazen bol

Zou er een genetische aanleg kunnen zijn voor deze aandoening? Samen met haar team onderzocht Dorien zes jaar lang DNA-codes. Ze haalden DNA uit het bloed van aorta-aneurysmapatiënten en vermenigvuldigden het specifieke deel ervan. Dit werd door een machine gehaald die er DNA-codes van maakte. In deze codes zocht het team de genetische fouten die kunnen zorgen voor een aortaverwijding. Om na te gaan of deze nu echt de oorzaak ervan zijn, werd het DNA met die fouten ingespoten bij muizen. Een paar maanden later werd de aorta van de muizen gemeten en constateerde het team dat deze effectief verwijd waren. Hiermee werd dus het bewijs geleverd dat deze DNA-fouten wel degelijk een aortaverwijding kunnen veroorzaken. Eureka!

 

Hoogleraar Bart Loeys is de oprichter van dit onderzoek aan de Universiteit Antwerpen. Hij ontdekte in 2005 het syndroom van Loeys-Dietz, dat naar hem vernoemd is. Dit erfelijk syndroom zorgt voor een verwijding van de aorta. Omdat hij hiermee een genetische oorzaak had gevonden, wilde hij dit verder onderzoeken samen met Dorien en de rest van hun team. Ze werken ook samen met het Johns Hopkins Hospital in Baltimore, dat leider is in dit soort onderzoek. In de toekomst zouden ze graag willen werken met zebravissen in plaats van met muizen. Zebravissen zijn veel goedkoper dan muizen en een tweede voordeel is dat ze doorzichtig zijn in het begin van hun leven. Door die doorzichtigheid kan men alle organen – en dus ook de aorta – gemakkelijker bestuderen.

 

Onderzoek kost echter geld. Dorien had het geluk om te kunnen beschikken over twee geldbronnen: een beurs en geld van het Europees Commissie-onderzoek. Als doctoraatsstudente kreeg ze een beurs nadat ze haar project had voorgesteld en verdedigd. Die beurs werd betaald met geld van de staat of met belastinggeld. Om deze reden vindt Dorien het heel belangrijk om ook aan het grotere publiek te laten weten wat ermee gebeurt. Geld voor de nodige producten en toestellen kregen ze van een beurs uitgereikt door de Europese Commissie. Jammer genoeg zijn zo’n beurzen heel gelimiteerd en is het niet eenvoudig om eraan te geraken. Er kruipt dus heel wat tijd en moeite in het zoeken naar geld voor onderzoek en het aanvragen van beurzen.

 

een genetisch paspoort voor iedereen?

Is het de moeite om zoveel werk te steken in het zoeken naar onderzoeksbeurzen? Ja, want Dorien haar onderzoek is nuttig en van belang voor ons allemaal. Het geld van de belastingen wordt op deze manier weer terug in de maatschappij en de gezondheidszorg gepompt. RisicopatiĂ«nten voor een aortaverwijding zullen met een eenvoudig DNA-onderzoek sneller opgespoord en behandeld kunnen worden. Zo kan voorkomen worden dat ze sterven aan een gescheurde slagader. Als het DNA-onderzoek in de toekomst nog verder geĂ«volueerd is, zouden mensen na een DNA-analyse vrij gedetailleerd kunnen weten welke ziektes ze zouden kunnen krijgen. Mogelijk zou men in de toekomst bij alle pasgeboren baby’s standaard een DNA-onderzoek kunnen uitvoeren om hun genetische aandoeningen te voorspellen. Er bestaat nog wel onenigheid of zo’n ‘genetisch paspoort’ wel ethisch verantwoord is. Sommige mensen zouden bijvoorbeeld liever niet weten dat ze over twintig jaar een ongeneeslijke ziekte kunnen krijgen. Een ander nadeel van DNA-screeningen voor iedereen is dat ze enorm duur zijn. Momenteel kost een volledige DNA-analyse nog duizend euro.

 

Dankzij het postdoctoraat van Dorien kent de wetenschap weer wat meer DNA-fouten, maar het onderzoek hierover is nog lang niet voltooid. DNA kan al geanalyseerd worden, maar naar de juiste interpretatie ervan blijft men nog volop zoeken. Gelukkig is het DNA-onderzoek de laatste jaren al enorm geëvolueerd. Het wordt niet alleen goedkoper, maar ook sneller! Twintig jaar geleden duurde het bijvoorbeeld nog vier jaar om het DNA van een volledig persoon te analyseren, nu nog maar drie weken. De komende jaren beloven dus nog heel interessante tijden te worden voor het DNA-onderzoek!



de dwarsligger

27/10/2016
🖋: 

The homo sapiens studentus is a special species. Next to the typical activity of studying, the members of this species are known as real lovers of (night)life. But do they have other secrets to unfold? dwars finds out in their natural habitat, the student dorm.

GriaÎČ di

GriaÎČ di, synonym for 'hi' in German. It's also Thomas’ favourite expression, because it is typically used in Bavaria in Germany, where he comes from. When Thomas decided to go on an Erasmus exchange to Belgium during his master's in Tax and Accounting, he didn’t know a lot about our country. Yet, he did know that Belgium is a multicultural and multilingual country. His presumptions about the multicultural character of Belgium has so far turned out to be true: Antwerp is clearly characterized by its ethnic diversity.

 

Thomas has been here for a few weeks now and he has already discovered some pretty awesome places. One of his favourite spots is the docks of the Schelde, where he likes to go for a walk. Especially when the weather is nice. He thinks the Grote Markt is quite impressive too. It is a nice place to sit down in the sun and relax on the benches. The city hall is fun to walk through as well. Last but not least, he really likes ‘t Eilandje. Next to all this praise for the city, he has noticed something less amazing. “You have to watch your steps, because the streets are in a bad condition. In some places those cobbled streets are pretty dangerous for bikers.”

 

frit met stoofvlees

In his free time, Thomas has a variety of things he loves to do. For example, he likes to travel to other Belgian cities, such as Ostend, Bruges and LiĂšge. Sometimes he travels with the Erasmus organisation, other times just with his best friends. He also loves to play football. He is a member of the ESN football team that participates in a few competitions. Next to those activities he enjoys cooking and like most of us, he surely likes to party.

 

This dwars editor was the lucky dog who got to experience preparing and tasting some KĂ€sespĂ€tzle with him. And I can say: the dish was delish! KĂ€sespĂ€tzle is a typical recipe of the Republic of Austria, but it is also very well-known and often made in neighbouring parts of Germany and Switzerland. It’s a self-made pasta, topped with a cheesy sauce. It's Thomas’ favorite meal. However, Belgium has some nice food too! Thomas says his favorite Belgian dish is friet met stoofvlees (beef stew with french fries), the preference of a real Belgian.

 

Finally, Thomas has something to say about the Belgian pubs: “I miss the cheap beer. In my town, you can get really good Bavarian beer for just € 0,75 per half a liter.” That's definitely one to keep in mind.



27/10/2016
🖋: 

Weinig plekken spreken zo tot de verbeelding als de Zoo. In dit groene hart van Antwerpen staat de tijd even stil en ontmoeten mensen en dieren van allerlei pluimage elkaar. Het bejaarde koppel dat er hun dagelijkse koffietje drinkt, nostalgisch kijkend naar de flamingo’s die van oudsher vlakbij de inkom resideren. De jonge moeder die haar kroost laat kennismaken met de wondere wereld van pinguïns en kamelen. De student die een uurtje wil bekomen van de lessen door andermans apenkuren te bestuderen. Allemaal verbinden ze herinneringen van vroeger met nieuwe ervaringen in de Zoo van nu. En die Zoo van nu heeft er een paar troeven bij.

Je voelt het als je de dierentuin inloopt: er is iets veranderd, maar wat? Aan de verandering van het seizoen ligt het niet: die is altijd al aanwezig in de Antwerpse dierentuin, met de paardenkastanjes als kleurrijke ambassadeurs. Nee, het nieuwe inkomplein heeft er waarschijnlijk iets mee te maken: een stukje van het park werd weggeknipt om het geheel open te trekken naar de stad toe. Toch is de Zoo zo’n anderhalve hectare groter geworden.

 

a room with a zoo

Een groot deel van de toegevoegde oppervlakte wordt ingenomen door de nieuwe Savanne. In deze gigantische wandelvoliùre, word je omringd door 250 vogels en loop je vlakbij de Kaapse buffels. Vlakbij, niet bij, “Want dan is dat meteen je laatste keer”, lacht woordvoerster Ilse Segers. De Savanne moet de beleving nog levensechter maken, en met succes. Het typische beeld van de koereiger die meereist op de rug van een buffel wordt hier, duizenden kilometers van hun natuurlijke habitat, werkelijkheid.

 

Het contrast met de Zoo uit mijn kindertijd kon niet groter zijn: de buffels stonden toen te gapen in een eentonige kraal, de vogels zaten apart in kleine kooien. Niet dat dat iets afdoet aan hoe de Zoo in mijn herinneringen is blijven leven als een magische plek van nieuwsgierige opgetogenheid, maar dit gevoel zal misschien nog tien keer zo sterk zijn als de kinderen van nu later terugdenken aan de dierentuin van hun jeugd. Het beeld dat zij zullen hebben is een kleurrijke wirwar van gefladder en hoefgetrappel, die ze door de panoramische glazen wand van het bijbehorende restaurant Savanne met open mond konden gadeslaan.

 

Ook vanuit het gerenoveerde Grand CafĂ© Flamingo kan je je ogen de kost geven. Zoals de naam al weggeeft, kijk je uit over het nieuwe Flamingoplein waar de roze vogels sierlijk rondschrijden. De locatie van hun verblijf is niet veranderd: de flamingo’s verwelkomen sinds mensenheugenis de bezoekers en zitten daardoor in ieders geheugen gebeiteld. 32 Cubaanse flamingo’s wonen er, maar zelf denken ze dat ze met veel meer zijn: in hun verblijf werd een grote spiegel geĂŻnstalleerd die hen die illusie voorhoudt – onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat ze makkelijker broeden in grote groep. “De truc lijkt te werken want ondertussen zijn er al jongen, wat voordien dertig jaar geleden was”, vertelt Ilse Segers.

 

de magie van het moment

Ondanks de verbouwingswerken blijven de belangrijkste iconen bewaard: de kleurige Egyptische tempel waar de giraffen en olifanten huizen, bijvoorbeeld. Of het oude vogelgebouw waar je als kind uren kon staan gapen naar de broedmachine waar kippeneieren uitkwamen, meteen vergetend dat er om het hoekje allerlei tropische vogelsoorten je aandacht hadden opgeĂ«ist. Of nog: de opvallende gevel van het reptielengebouw, waar menig kleuter veilig papa’s hand vasthield als het begon te donderen bij de krokodillen.

 

Van stilstand is echter geen sprake, de Zoo is wel degelijk mee geĂ«volueerd met haar tijd. Niet alleen door te experimenteren met het houden van dieren (zoals bijvoorbeeld de gemengde Savanne), ook door de bezoeker meer te betrekken. “Mensen krijgen van ons de verhalen aangereikt via verschillende dragers: twee magazines voor abonnees, maar ook Facebook, YouTube, Instagram, Twitter en er is zelfs een app”, legt Segers uit. Via al deze verschillende kanalen wordt geprobeerd om alle doelgroepen te bereiken. Geen sinecure, want de bezoekers zijn even divers als de diersoorten die ze kunnen bewonderen. De Zoo is er voor alle ideeĂ«n en overtuigingen, voor alle leeftijden ook. Voor mensen van 83 en mensjes van drie, voor pubers die met hun eerste liefje het park komen ontdekken en mama’s en papa’s die de Zoo herontdekken door de ogen van hun kinderen. Ook studenten zijn meer dan welkom. Op een kwartiertje wandelen van de universiteit biedt de dierentuin een welkome adempauze, een uitlaatklep voor examenstress en een inspiratiebron voor een volgende opdracht. Met een studentenabonnement is het nog voordelig ook: voor vijftig euro bezoek je een jaar lang de dierentuin wanneer je maar wil en mag je zelfs eenmalig gratis iemand meenemen (de prijs van een normaal ticket: 22 euro).

 

Bovenal is de Zoo een plaats van vertraging waar de magie van het echte, het leven, pas doordringt als je er even de tijd voor neemt. En voor je het weet vertel je aan je kinderen hoe de Kaapse buffels vroeger eenzaam stonden te staren in hun kale perk, terwijl je midden tussen de vogels op de levensechte Savanne staat.



overbevolking op de buitencampus

27/10/2016
🖋: 

De situatie op Campus Drie Eiken en Campus Groenenborger doet steeds meer denken aan Sovjet-achtige taferelen. Je staat voor alles in de rij en er heerst een constante toestand van verbouwing. dwars is benieuwd naar hoe het zo ver is gekomen en gaat op zoek naar antwoorden bij Agnes Coeckx en Bart Heijnen van de Universiteit Antwerpen.

Voor de studenten van de buitencampus is het een hard-knock life. Alsof het niet erg genoeg is elke dag meer dan een half uur met de fiets (of een uur met de bus) verwijderd te zijn van de bruisende stad en vast te zitten in het druilerige Wilrijk, wordt ook hun vrije tijd niet gespaard: van half negen ‘s ochtends tot acht uur ’s avonds op de schoolbanken zitten is niets abnormaals. Aan je cursussen geraken doe je ook niet in een-twee-drie. Tijdens de eerste weken van het academiejaar kan je drie uur in de rij staan om je loodzware boeken te ontvangen. Je zou denken dat er licht aan het einde van de tunnel is wanneer het eenmaal pauze is, maar niets is minder waar. De stakkers van buiten de stad zijn noodlottig genoodzaakt te lunchen op de stoffige grond van de kelder van het studentenrestaurant.

 

waar zullen we eten?

Je ziet ook veel groepjes studenten eten in de gangen van de lesgebouwen, waar er wel voldoende zuurstof is voor iedereen. Een oplossing voor het bomvolle restaurant is nochtans poepsimpel: verschuif de pauzes van de verschillende studierichtingen. “Hiervoor werd er eerder een aanvraag gedaan, maar deze werd afgewezen door het College van Decanen”, weet Agnes Coeckx van het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten te vertellen. “De medewerkers van het restaurant moeten sinds dit academiejaar al extra vroeg beginnen om een arsenaal aan broodjes te smeren voor de hongerige studenten.”

 

Algemeen beheerder Bart Heijnen, verklaart: “Over de middagdrukte kan ik zeggen dat op Campus Groenenborger een lichte spreiding van de lestijden de drukte blijkt te kunnen verlichten. Op Campus Drie Eiken is de flow van de cafetaria vanaf dit academisch jaar efficiĂ«nter georganiseerd en voor het restaurant werden tafels in de kelder toegevoegd.” Na zijn volgende uitspraak laat hij ons hoopvol achter: “Ik zal zelf opnieuw de discussie rond de spreiding van de lestijden lanceren bij de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen en bij de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen.”

 

verlate verbouwingen

Vorig academiejaar werden twee gloednieuwe gebouwen beloofd op Campus Drie Eiken, maar dit is uiteindelijk een half gebouw geworden. Gebouw O is geopend voor colleges, al raakte deze dwarsredacteur er moeilijk binnen de eerste dag. Je moest met al je kracht een draaideur, waar je slechts een voor een in kan, vooruit duwen om binnen te gaan. Onafgewerkt beton is het eerste wat je opvalt als je binnenwandelt. Bunkerachtig, zo is in de aula’s in de kelder duidelijk: een gsm-signaal valt niet te bespeuren. Veel ruimte is er wel, hoge plafonds en brede gangen. Misschien kunnen er hier in de toekomst wat picknicktafels worden neergezet voor de studenten?

 

In de leslokalen zijn er voor de moderne student met laptop en tablet ingenieus stopcontacten tussen de rijen stoelen voorzien, spijtig dat ze nog niet allemaal werken. Ook jammer dat er niet werd gedacht aan de verschillende maten waarin studenten kunnen komen. Als je toevallig een meisje van één meter zestig bent, kun je onmogelijk zien wat er voor je gebeurt in het lokaal als degene voor je een kop groter is. Dan maar lekker dichtbij de prof zitten om de les in zijn volle glorie te volgen.

 

De opening van gebouw M werd voorlopig uitgesteld tot na de paasvakantie, zo is in de lesroosters op SisA te zien. Hierin zouden onder andere praktijklokalen voorzien zijn, maar voorlopig wordt er nog praktijkles gegeven in containergebouwen van de vroegere sportschool. De reden hiervoor zou een verkeerde plaatsing van de ramen zijn, waardoor het binnen regent. “Over gebouw M kan ik alleen maar zeggen dat een productiefout werd vastgesteld bij de ramen en dat dit in de komende periode wordt hersteld”, aldus Bart Heijnen.

 

Alles op zijn tijd. Wij wachten in overvolle spanning af.



inschrijvingen aan de Universiteit Antwerpen

27/10/2016
🖋: 

Vorige maand begon het nieuwe academiejaar. In september kopten de kranten dat minder studenten in Vlaanderen kiezen voor de universiteit: aan de Universiteit Antwerpen daalde het studentenaantal met 4,3 procent. Nu de inschrijvingen daadwerkelijk afgelopen zijn en dus ook de late beslissers in rekening zijn gebracht, neemt dwars er de cijfers nog eens bij. Zijn er echt minder studenten aan de universiteit van Antwerpen ingeschreven?

De redactie kreeg de inschrijvingscijfers van generatiestudenten aan UAntwerpen voor het academiejaar 2016-2017 ter beschikking. Generatiestudenten zijn studenten die zich voor de eerste maal inschrijven aan de universiteit, na het beĂ«indigen van hun middelbare opleiding. Dit academiejaar schreven 3006 generatiestudenten zich in aan de universiteit. Dat zijn er zeven meer dan het vorige academiejaar.

 

We kunnen dus niet zeggen dat het aantal studenten aan onze universiteit is afgenomen en de doembeelden die enkele kranten ons voorhielden, zijn bij deze genuanceerd. De stijging in studentenaantal is echter niet indrukwekkend te noemen, en bovendien zijn er grote verschillen per faculteit. We zien in onderstaande grafiek dat de Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen het grootste aantal nieuwe generatiestudenten telt op de buitencampus. Op de Stadscampus is dat de Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen.

​

 

Als we die cijfers vergelijken met die van het academiejaar 2015-2016, zoals in onderstaande grafiek, zien we dat sommige faculteiten het inderdaad met minder studenten moeten stellen dit jaar. Aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte bijvoorbeeld, zijn ongeveer 16 procent minder generatiestudenten ingeschreven dan vorig jaar. De grote verliezer binnen die faculteit is het Departement Toegepaste Taalkunde. Vandaag zijn daar 85 nieuwe studenten, terwijl het departement er vorig jaar nog 123 had. Dat is een daling met ongeveer 31 procent.

​

Andere faculteiten doen het dan weer beter. Zo kennen de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en de Faculteit Sociale Wetenschappen beide een stijging van 20 procent in nieuw ingeschreven generatiestudenten ten opzichte van vorig jaar. Vooral het aantal inschrijvingen voor Geneeskunde en voor Communicatiewetenschappen zijn gestegen (met respectievelijk 29 en 49 procent t.o.v. vorig jaar).

 

Deze korte bespreking toont aan dat we de koppen van de kranten uit september toch met een korrel zout moeten nemen. Aan de Universiteit Antwerpen is er immers eerder sprake van een lichte stijging van het aantal nieuwe inschrijvingen. Bovendien zijn de cijfers erg afhankelijk van de verschillende faculteiten en departementen.

 

 



betweter

27/10/2016
🖋: 

Het is niet omdat je veel onnozele weetjes kent, dat je een betweter bent. Dat bewijst een van onze redacteurs elke maand door een waanzinnig interessant, ongelofelijk boeiend of verbluffend spannend feit te delen.

Je hersenen bestaan uit een netwerk van zenuwcellen – neuronen – die elektrische signalen aan elkaar doorgeven. Als het binnenkomende signaal in een neuron een drempelwaarde overschrijdt, dan stuurt het een elektrische puls naar alle verbonden neuronen, die op hun beurt geactiveerd worden. Zo kan een binnenkomend signaal van koudereceptoren in de huid leiden tot de beslissing om een trui aan te trekken.

 

Veelgebruikte verbindingen in de hersenen worden versterkt en waar druk verkeer is worden nieuwe verbindingen gelegd. Bijgevolg leren we. (Helaas wordt het doorgeven van signalen belemmerd door methanol, ofwel alcohol.) Klinkt eenvoudig genoeg. Kunnen we dit ook nabootsen met een computer? Absoluut, programma's die dit doen noemen we artificiële neurale netwerken. Deze gesimuleerde hersenen worden gebruikt om bijvoorbeeld automatisch gezichten te herkennen op Facebook, kankerdiagnoses te verbeteren of de wereldkampioen Go te verslagen.

 

Artificiële neurale netwerken zijn uiteraard geen exacte simulaties van hersenen. Daarvoor is de werking van het brein nog niet precies genoeg gekend. Er is bovendien geen garantie dat een natuurgetrouwe kopie de efficiëntste oplossing is. Voorlopig hebben gesimuleerde hersenen nog verschillende nadelen in vergelijking met echte: ze verbruiken bijvoorbeeld meer energie en zijn niet even gesofisticeerd. Dit maken ze wel deels goed door hun perfecte focus en uithoudingsvermogen. Welke student zou er niet dagenlang zonder onderbreking willen kunnen studeren?

 

Zullen deze neurale netwerken computers slimmer maken dan de mens? Dat hangt af van wat je zelf graag gelooft. Als je weet dat de beste spelers in de wereld voor schaken, Go, en "Jeopardy!" (of "Waagstuk!" in Vlaanderen) al verslagen werden, het spel dammen definitief opgelost werd door een computer en zelfs nieuwe wiskundige bewijzen tegenwoordig vaak met behulp van een computer gemaakt worden, dan zal je andere uitdagingen moeten zoeken om je slimheid als mens te bewijzen.

 

Kies zorgvuldig, want voor je het beseft hebben de neurale netwerken je ingehaald.

 

Wil je eens een artificieel neuraal netwerk in actie zien? Dan kan je terecht op de Google tensorflow playground.